1 mei: en plots is iedereen voor een rijkentaks.
Het is verheugend dat een rijkentaks eindelijk ernstig wordt genomen en op de agenda wordt gezet. Zo’n taks is gezien de schandalige kloof tussen rijk en arm eigenlijk de evidentie zelve. Maar het is zeer de vraag of er van de huidige voorstellen veel in huis zal komen. Vermoedelijk zal daarvoor druk van de straat en de werkvloer noodzakelijk zijn.
Of draaien de linkse partijen en de vakbonden andermaal hun leden een rad voor de ogen?
Meer dan tien jaar geleden lanceerde PVDA zijn miljonairstaks. De belastingvoet voor netto-vermogens boven 1 miljoen zou 1 % bedragen, 2 % boven twee miljoen euro en 3 % boven 3 miljoen euro. Deze taks zou meer dan 8 miljard euro opbrengen.
Die voorstellen werden in het verleden steevast weggezet als extremistisch en onhaalbaar. Maar ondertussen zijn de geesten gerijpt. Veertien dagen geleden brak Joachim Coens de lans voor een vermogensbelasting: “Het is niet normaal dat grote bedrijven megawinsten maken en amper belastingen betalen, terwijl hun werknemers met moeite rondkomen”.
Als zelfs de voorzitter van CD&V een rijkentaks overweegt, dan kunnen sociaaldemocraten natuurlijk niet achterblijven, zeker niet met 1 mei in aantocht. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau pleit voor een overwinstbelasting voor bedrijven die heel grote winsten maken. PS-voorzitter Paul Magnette wil de vermogens van meer dan 1 miljoen euro een belasting van 1 of 1,5 % opleggen.
Zo’n rijkentaks is eigenlijk de evidentie zelve. Vandaag betalen de rijken in zowat alle landen ter wereld ongeveer de helft minder aan belastingen dan veertig jaar geleden. Bedrijven werden in die periode in de watten gelegd. Zo kregen de meest winstgevende bedrijven in België in 2018 nog een ‘korting’ van liefst 19 miljard euro.
Terwijl de lonen geblokkeerd worden en heel wat mensen door de stijgende energieprijzen amper kunnen rondkomen tekenen de Belgische bedrijven recordwinsten op en versassen de superrijken in ons land jaarlijks meer dan 200 miljard euro naar belastingparadijzen.
Zo’n situatie is niet alleen onfatsoenlijk, ze is ook onhoudbaar. Zelfs Peter Praet, voormalig voorzitter van de Nationale Bank, vindt een vermogensbelasting onvermijdelijk. Paul De Grauwe, voormalig senator van de VLD en professor aan de London School of Economics (LSE), wil een vermogensbelasting om de Ruslandfactuur te betalen: “Waar wachten we op? Voer een progressieve vermogensbelasting in”.
Volgens neoliberale economen en politici is een belastingvermindering voor rijken gunstig voor de economische groei en tewerkstelling. Een recente studie van LSE haalt dit dogma onderuit. Paul De Grauwe merkt fijntjes op dat de economische groei in de naoorlogse periode het hoogst was toen ook de belastingtarieven voor de rijken het hoogst waren.
Voor vermogensbelasting bestaat in elk geval een groot maatschappelijk draagvlak. Volgens peilingen is 70 tot 85 procent van de bevolking ervoor gewonnen.
De bekende Franse econoom Thomas Piketty legt de optimale belastingvoet voor de hoogste inkomens op ongeveer 80 procent. Daar zitten we nog ver, heel ver van af.
Een rijkentaks kan heel wat geld opbrengen. Als we de zogenaamde ‘Bidentaks’ van 21 procent op de multinationals consequent zouden toepassen, dan zou dat voor België 7 miljard euro opbrengen. De PVDA rekent uit dat een eenmalige coronataks van 5 procent op het vermogen van de twee procent rijkste families in België in één klap 15 miljard euro kan opbrengen.
Maar daar zal wellicht niet veel van in huis komen. Conner Rousseau heeft aangegeven dat zijn overwinstbelasting pas bij de begrotingsonderhandelingen van oktober op tafel zullen komen. En de voorstellen van Paul Magnette zijn heel vaag en niet uitvoerbaar zonder vermogenskadaster. Volgens De Standaard gaat het hier vooral om profileringsdrang van beide partijvoorzitters om de achterban te paaien.
Van de andere partijen moeten we nog minder verwachten. De Groenen viseren vooral de overwinsten van grote energiespelers, maar dat stuit op juridische bezwaren. Het kabinet van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) maant aan tot kalmte en wil een vermogensbelasting enkel bespreken in het kader van een grote fiscale hervorming. De liberalen tenslotte, zijn zoals gekend tegen een rijkentaks.
Als we willen dat een vermogensbelasting zich niet beperkt tot 1-mei retoriek en politiek gekakel dan zullen we druk moeten zetten op de ketel. In het verleden werden belangrijke maatschappelijke beslissingen door de straat of op de werkvloer afgedwongen. Met de rijkentaks en idem met het afschaffen van de loonblokkering, zal het niet anders zijn.