by Frans Dams | jul 4, 2023 | Onderwijs
Eigenlijk ben je nooit uitgeleerd.
Jezelf bijscholen, daar staat geen leeftijd op. Of je nu een nieuw hoofdstuk start of er een wil afsluiten, er is altijd een cursus die bij je past.
Een nieuw hoofdstuk starten…
Van een kantoorjob naar een echte stiel, of andersom? Alles is mogelijk in het volwassenenonderwijs. Een nieuw (deel)certificaat staat ook goed op je CV als je wil doorgroeien in je job. Of je het nu voor je werk doet, of voor jezelf, jij spreekt straks vloeiend die extra taal of je houdt er een nieuwe hobby aan over.
… of een hoofdstuk afsluiten
Wil jij een diploma secundair onderwijs halen of voor je rijbewijs gaan? Dan maken wij daar samen werk van. Ook je bankzaken regelen of leren videobellen wordt kinderspel na de juiste cursus.
Er is een opleiding die perfect past in jouw leven
Na het werk nog een les Spaans meepikken of jezelf bijscholen wanneer de kinderen op school zijn? Je lesrooster staat je werk of privéleven niet in de weg.
Vind de opleiding die bij je past met het Opleidingskompas.(opent in nieuw venster)
by Frans Dams | jul 4, 2023 | Onderwijs
Geen leerkrachten, geen examens: vier op de tien scholen moeten examens schrappen of aapassen
Vier op de tien directeurs uit het middelbaar moeten examens schrappen of aanpassen. Grote boosdoener? Het stilaan onbeheersbare lerarentekort. Dat schrijft ‘Het Nieuwsblad’ vandaag.
Bijna 300 directeurs werkten mee aan een bevraging: 221 uit het basisonderwijs en 47 uit het middelbaar. De resultaten tonen dat er nog geen licht aan het ¬einde van de tunnel is in de strijd tegen het lerarentekort. Zes op de tien scholen hebben momenteel vacatures openstaan.
Scholen schrappen examens omdat er geen leraren waren om les te geven: “Ik heb zelfs ouders gevraagd om in te springen, maar tevergeefs”
In basisscholen lossen ze dat probleem doorgaans op door zorgleerkrachten voor de klas te zetten. Maar in het middelbaar hebben sommige klassen soms maanden achtereen geen les voor bepaalde vakken. Op die manier is het dan ook quasi onmogelijk om voor die vakken een examen te organiseren, klinkt het bij directeurs. Vier op de tien middelbare scholen zijn daardoor genoodzaakt examens te schrappen of op een andere manier te organiseren.
Mogen leerlingen dan zomaar over naar het volgende jaar, met grote gaten in hun kennis? Volgens de directeurs wordt er onder meer gekeken naar vorige examenperiodes en het dagelijks werk. Ook de collega’s van volgend schooljaar worden ingelicht waar de gaten zitten, zodat er eventueel kan worden bijgewerkt.
Waarom zijn er zoveel leerkrachten te weinig?
Volgend Neutr-On zijn vooral de slechte werkomstandigheden de grote boosdoener. Als nieuwe leerkrachten in een school terechtkomen botsen ze vooral op:
– Onbekwame, slecht opgeleide en autoritaire directeurs, gebrek aan leiderschap
– Laissez-faire-leiderschapsstijl
– De term laissez-faire betekent letterlijk: ‘laat maar op zijn beloop gaan’. En daarmee is veel gezegd over deze leiderschapsstijl. In feite gaat het over een minder sturende leiderschapsstijl,
o Dat je medewerkers verantwoordelijkheid geeft, omdat de directeur te vaak afwezig is
o Dat je veel kunt loslaten, omdat de directeur het te druk heeft met andere zaken
o Dat je niet te veel stuurt of zelfs dat je de medewerker laat sturen door gebrek aan verantwoordelijkheid of door te veel bijbaantjes, vaak afwezig zijn
– Er is een aantal valkuilen bij deze stijl van leiderschap:
o Je laat medewerkers te vrij en daardoor wordt het anarchie
o Je neemt een passieve houding aan
o Je bent niet duidelijk over de koers van de organisatie en dat draagt niet bij aan vertrouwen
o Je komt als leider weinig betrokken over, demotivatie van het personeel
– Negatieve gevolgen
o Onduidelijkheid en twijfel in jouw team
o Te weinig aandacht voor de teamleden
o Te weinig ondersteuning voor de collega’s, interne roddelcampagnes, elkaar viseren
o Anarchie binnen het team, elkaar dwarsbomen, leugencampagnes, pesterijen
o Onderlinge strijd tussen de teamleden, verstoorde relaties
o Ziekte en verzuim binnen het team
– Gebrek aan lesmateriaal, boeken
– Slechte schoolsfeer, weinig arbeidsvreugde, negatieve schoolcultuur, gebrek aan tuchtmaatregelen
– Lage onderwijskwaliteit door de ongemotiveerde, agressieve leerlingen
by Frans Dams | jul 4, 2023 | Onderwijs
Gedaan met studeren? Als schoolverlater kun je nog 12 maanden recht hebben op het Groeipakket.
Een inschrijving bij de VDAB als werkzoekende is niet meer nodig om recht te hebben op een Groeipakket als schoolverlater. Opgelet: die inschrijving blijft wel noodzakelijk om later recht te hebben op een wacht- of werkeloosheidsuitkering.
Wanneer start je recht op een Groeipakket als schoolverlater?
De termijn van twaalf maanden start:
de maand nadat je 18 werd, wanneer je geen leerling, student of stagiair meer bent;
de maand nadat je 21 werd, wanneer je een zorgtoeslag (voor een specifieke ondersteuningsbehoefte) kreeg en niet meer studeert;
op 1 september als je uit het niet-hoger onderwijs komt en je na de vakantie niet verder studeert;
op 1 oktober als je uit het hoger onderwijs komt en je na de vakantie niet verder studeert;
de maand na de datum waarop je vroegtijdig stopt met een studie, leertijd of vorming;
de maand waarin je te weinig lesuren of studiepunten (hoger onderwijs) opneemt;
de maand na het einde van alle activiteiten opgelegd door het studieprogramma of de dag na het einde van de leertijd of de vorming;
de maand na de inlevering van je eindverhandeling hoger onderwijs (of de dag na de onderbreking van de voorbereiding ervan);
de maand na het einde van je stage om in een openbaar ambt te worden benoemd (of de maand na de onderbreking van die stage).
Wat als je opnieuw gaat studeren?
Heb je opnieuw recht op een Groeipakket als leerling, student of stagiair? Dan wordt je recht als schoolverlater stopgezet.
Je termijn van 12 maanden wordt onderbroken. De maanden die je nog niet opgebruikt hebt, krijg je verder na je studies als je opnieuw schoolverlater bent.
Mag je werken in je periode als schoolverlater?
Je kunt als schoolverlater werken zonder je recht op een Groeipakket te verliezen onder deze voorwaarden:
Je werkt per jaar niet meer dan 600 uur met een studentenovereenkomst.
Je werkt per maand niet meer dan 80 uur met een ‘gewoon’ contract (= alle tewerkstellingscontracten die geen studentenovereenkomst zijn).
Je oefent een zelfstandige activiteit uit waarvoor geen bijdragen verschuldigd zijn als een zelfstandige in hoofdberoep.
Je ontvangt geen sociale uitkering. Een leefloon of een vergoeding voor vrijwilligerswerk is wel toegelaten.
Je loon speelt geen rol, er is geen inkomensnorm.
Je kunt tegelijk werken met een studentenovereenkomst en een gewoon contract. De voorwaarden worden afzonderlijk gecontroleerd.
Een jongere met een specifieke ondersteuningsbehoefte die 18 jaar of ouder is en recht heeft op een inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT), heeft geen recht op een Groeipakket als schoolverlater.
Wat als je het toegestane aantal uren overschrijdt?
Overschrijd je met je studentenovereenkomst de 600 uren per jaar? Dan worden die extra uren meegerekend binnen de limiet van 80 uur die je per maand kunt werken met een gewoon contract. Je uitbetaler baseert zich hiervoor op de gegevens van de RSZ.
Overschrijd je de 80 uur per maand met een gewoon contract? Dan heb je voor die maand geen recht op het Groeipakket. Dat wordt maand per maand bekeken.
Schoolverlater | Groeipakket
Studentenarbeid: waarmee moet men rekening houden in 2023? (propay.be)
https://www.onderwijskiezer.be/v2/secundair/sec_schoolverlater.php
by Frans Dams | jul 4, 2023 | Antipestteam
Armoede: ‘Je voelt je minderwaardig omdat mensen je anders behandelen’, 14 mei 2023, Peter Jan Bogaert
Ruzie, geweld, geen geld voor licht of warm water. Het was dagelijkse kost voor de jonge Milio van de Kamp. Als hij een ander leven wilde dan zijn ouders, was verder studeren de enige optie. In zijn boek ‘Misschien moet je iets lager mikken’ beschrijft hij treffend zijn onwaarschijnlijk levensverhaal. Rode draad is de structurele ongelijkheid die in ons onderwijs is ingebakken.
Het zijn spannende dagen voor Milio van de Kamp. Het levensverhaal van deze Nederlandse docent Sociale Wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam verschijnt deze week in boekvorm.
Zijn moeder had hij al een tijdje ingelicht en instemmend stukken laten lezen, zijn vader is pas recent te weten gekomen dat hij een boek schreef. Een goede band met zijn vader zal hij nooit hebben, dat lees je ook in ‘Misschien moet je iets lager mikken’.
‘Kansenongelijkheid wordt vaak bedolven onder een deken van goede intenties. Dat maakt het zo lastig en ongrijpbaar.’
Milio van de Kamp stelt zich nu heel open en kwetsbaar op, beseft hij. “Als je zo’n verhaal schrijft, kan je niet anders doen dan eerlijk zijn. Anders is het nep en heeft het ook een averechts effect. Dan voelen de mensen over wie dit gaat zich niet vertegenwoordigd door het boek. Dat zou ik kwalijk vinden.”
Milio van de Kamp heeft ook een aparte playlist voor het boek gemaakt – vol hiphopnummers. Dat hij eeuwig een jongetje van de straat zal blijven. Status! Het boek bevat ook wetenschappelijke inzichten over armoede en kansenongelijkheid. Het tekent de twee totaal verschillende werelden waar hij tussen zit. “De universiteit is niet voor mij gemaakt, maar ik ben wel blij dat ik er ben. Het is belangrijk dat men daar mijn verhaal en dat van andere eerste generatiestudenten hoort.”
Wat wil je later worden?
Fragment uit het boek ‘Misschien moet je iets lager mikken’:
‘Wat wil jij later worden, Milio?’
‘Nou, mevrouw’, zei ik met een glimlach, ‘ik zou later wel naar de universiteit willen en psycholoog worden’.
Ze bleef een paar seconden stil, alsof ze haar woorden zorgvuldig aan het wegen was. ‘Misschien’, antwoordde ze, ‘moet je iets lager mikken’. Ze deed nog een poging me gerust te stellen: ‘Maar er zijn ook heel veel andere dingen die je kunt doen’. Ik staarde naar mijn plan en reageerde niet.
Milio van de Kamp was een jaar of vijftien toen zijn lerares Nederlands uit de beroepsopleiding waar hij zat hem zo toesprak. Nog altijd zinderen de woorden na. “Nog voor ik tien pagina’s had geschreven wist ik dat dit de titel van mijn boek moest zijn. Als we het hebben over kansenongelijkheid denken mensen die het zelf niet hebben meegemaakt dat het vaak heel expliciet wordt gezegd, zo van ‘Je bent dom’. Dat gebeurt ook, maar vaak gaat het er subtieler aan toe.”
“Hier zegt mijn docente eigenlijk dat ze geen vertrouwen in me heeft. Kansenongelijkheid wordt vaak bedolven onder een deken van goede intenties. Dat maakt het zo lastig en ongrijpbaar. De mensen die zo’n uitspraken doen geloven echt dat ze het beste voor hebben met leerlingen.”
Haar woorden hadden veel impact maar ze hadden ook een stimulans kunnen zijn om te bewijzen dat ze ongelijk had.
“Dat had gekund, maar het was niet de eerste keer dat ik zo’n ervaring had in het onderwijs. Ik was al een paar keer van school weggestuurd. Ik kwam uit een probleemgezin en een probleemwijk. Je raakt op de duur alle vertrouwen kwijt. Er was niemand in mijn omgeving die haar woorden kon relativeren of sprak: ‘Ik geloof wel dat je het kan’. De lerares was de experte en ik moest gewoon luisteren.”
Je benoemt zelf dat je uit de ‘lagere sociale klasse’ komt en niet uit de arbeidersklasse. Wat is het verschil?
“Mensen uit lagere sociale klassen kunnen niet volwaardig participeren aan de samenleving. Ze hebben geen stabiel werk of gezinsleven. Velen leven van een uitkering. Terwijl mensen uit de arbeidersklasse het ook niet breed hebben, maar wel leven in een vrij stabiele en gezonde omgeving. Ze kunnen nog een relatief comfortabel bestaan hebben.”
‘Als kind merk je het wanneer mensen anders naar je kijken.’
“We noemen onze klasse laag omdat de heersende klassen er op neer kijken. De term lager is ook duidelijk en meer rechttoe, rechtaan. Voor dit boek dat voor een breed publiek is bestemd, vond ik het wel passend.”
Je groeide op in een Amsterdamse volksbuurt die door de buitenwereld als probleemwijk wordt aanzien. Toch heb je warme herinneringen aan de solidariteit die er was.
“Ja, dat wordt vaak onderbelicht. Kansarme wijken komen enkel in het nieuws door schietpartijen of vandalisme. De theorie is dat dit stigmatiserend werkt: bewoners zouden er zich minderwaardig door voelen.”
“Maar ik heb een andere kant ervaren. In deze wijken weten mensen elkaar vaak nog te vinden als het nodig is. Ze durven elkaar aan te spreken, of hulp te vragen. Ze groeten ook op straat, wat je in wijken met vooral middenklassers veel minder ziet.”
Je kreeg zelf snel de stempel van ‘probleemkind’. Je werd ook meermaals verdacht van feiten die je niet pleegde.
“Ja, de politie zal nooit mijn vriend worden. (lacht) Een nare ervaring had ik ook met ouders van andere kinderen op school die me na een incident op een totaal andere manier bekeken. Als kind merk je het wanneer mensen anders naar je kijken. De combinatie van afkeer en medelijden creëert een unieke uitdrukking op iemands ge-zicht.”
Milio van de Kamp
Milio van de Kamp: “Wat we nu heel vaak zien, ook in Vlaanderen, is dat de verantwoordelijkheid voor verandering bij mensen in armoede zelf wordt gelegd.”
Leven in armoede
Fragment uit het boek ‘Misschien moet je iets lager mikken’.
“Je beseft pas wat voor invloed gas en licht hebben op het dagelijks leven als je het niet meer hebt. We konden niets meer. Geen tv-kijken, niet meer warm douchen en als het daglicht wegviel vulden we het huis met kaarsen en zak¬lantarens. ’s Avonds duurde het een goed kwartier voordat het bed eindelijk warm genoeg was om in slaap te vallen. Alles buiten de deken verviel in de nachtelijke kou.”
Dat je in armoede opgroeide, besefte je toen je ging spelen bij een ander kind in de buurt waar het warm was en de ouders geen ruzie maakten.
“Te vaak wordt armoede gereduceerd tot een financieel probleem. Natuurlijk speelt geld een fun¬damentele rol, maar als je het hebt meegemaakt weet je dat het veel breder is dan alleen te weinig geld.”
‘Arm zijn is niet alleen arm in geld, het is arm in kansen, arm in mogelijkheden, arm in reputatie, arm in representa¬tie en arm in macht.’
“Arm zijn is niet alleen arm in geld, het is arm in kansen, arm in mogelijkheden, arm in reputatie, arm in representa¬tie en arm in macht. Armoede gaat letterlijk in je lichaam zitten. Je voelt je minderwaardig omdat mensen anders naar je kijken en je anders behandelen.”
“Wat we nu heel vaak zien, ook in Vlaanderen, is dat de verantwoordelijkheid voor verandering bij mensen in armoede zelf wordt gelegd. Vanuit het idee ‘als we mensen kunnen opliften naar een hogere sociale klasse’ dan komt het wel goed. Maar dat is onzin. Het is net van belang dat de groep die altijd de macht heeft gehad, nadenkt over de eigen positie en hoe ze armoede mee in stand houdt. Enkel zo draaien we het narratief om.”
Je schrijft dat je graag wilde voortstuderen omdat je kost wat kost wilde voorkomen dat je hetzelfde leven zou leiden als je moeder. Onderwijs als hefboom voor een beter leven?
“Ja, ondanks dat mijn ervaringen met school helemaal niet positief waren, was het de enige manier om verandering te brengen in mijn leven. Ik wist ook niet of ik het zou halen. Maar op een bepaald moment zag ik vrienden om me heen in de problemen komen, een aantal belandden in de gevangenis. Anderen hebben het leven gelaten. Doodzonde, want velen waren een pak slimmer dan ik.”
Terwijl verder studeren niet van je verwacht werd.
Nee. Mijn ouders hebben allebei hun middelbare school niet afgemaakt. Toen ik het middelbaar wel afmaakte was het voor hun genoeg. Ze hadden hun werk gedaan. Om dan verder te studeren moet je door heel wat barrières breken en jezelf motiveren om de stap te zetten. Temeer daar we weten dat docenten kinderen uit lagere sociale klassen en met een migratieachtergrond stelselmatig als minder intelligent inschatten.”
In je boek gebruik je de term ‘symbolisch geweld’.
“Ons onderwijs deelt iedereen op in winnaars en verliezers, en als het niet lukt is het ook nog eens je eigen schuld. ‘Je had maar beter je best moeten doen.’ Symbolisch geweld draait in essentie om machtsverhoudingen. De dominante groep, in dit geval de heersende middenklasse en elite die het onderwijs¬systeem controleren, legt op impliciete wijze normen op aan mensen die afkomstig zijn uit de onderdanige groep.”
‘Ons onderwijs deelt iedereen op in winnaars en verliezers, en als het niet lukt is het ook nog eens je eigen schuld.’
“Zo’n impliciete norm is het hebben van voldoende middelen om schoolwerk te kunnen doen, zoals een com-puter en een eigen kamer, een stabiele thuis met een goed leerklimaat en ouders die je ondersteunen. Als je hieraan niet voldoet, kom je vast te zitten in een hardnekkige strijd waarin je voortdurend geconfron¬teerd wordt met vermeende tekortkomingen en het zogenaamde onvermogen om verantwoordelijkheid voor je eigen leven te nemen.”
“De rol van het onderwijs zelf laat men altijd buiten beschouwing. Het onderwijs wordt altijd gepresenteerd als neutraal. Zo was het ook bij mij. Nooit werd er gekeken naar het falen van mijn leerkrachten, mentor of afdelingscoördinator, of naar het gebrek aan steun die ik kreeg vanuit de school.”
Jouw stip aan de horizon was duidelijk: je wilde psycholoog worden.
“Het idee om andere mensen te helpen vond ik wel fijn, maar ik was toch vooral gedreven door status. (lacht) Dat ik psycholoog zou worden vond ik wel stoer klinken.”
Je doorloopt een lang en lastig schoolparcours die je van een praktische beroepsopleiding naar een sport- en verkoopopleiding brengt. Tussendoor werk je om studies en schulden af te betalen en kamp je met een chronische depressie. Finaal word je dan toch toegelaten op de universiteit voor de studie psychologie. En dan het loopt mis.
“Ik had er zo lang naar toegeleefd dat de ontgoocheling groot was. Ik blokkeerde op het vak statistiek maar had vooral moeite om me aan te passen, ik voelde me niet thuis op de universiteit. Toen ik les kreeg over depressie, kwam dat heel erg binnen. Mijn gevoel zei: ik moet hier zo snel mogelijk weg. Gelukkig haalde mijn vriendin me over om een andere opleiding te proberen.”
Je vriendin speelt een belangrijke rol in je leven.
“Ja, gelukkig ontmoet je mensen in je leven die de nodige sturing kunnen geven. Mijn vriendin heeft me laten inzien dat ik uit een disfunctioneel gezin kwam. Je weet dat ergens wel, maar je zit zodanig in een overlevingsmodus dat je daar niet bij stil staat.”
“Je hebt ook geen referentiekader. De meest simpele dingen die gezinnen doen, zoals samen eten of leuke uitstapjes, deden wij amper. Je leeft in een bubbel waardoor je niet weet hoe de normale wereld er eigenlijk uitziet.”
Je vriendin raadde je dan sociologie aan, met succes.
“Zelf was ik niet overtuigd, maar wou het nog een keer proberen. Of minstens het eerste blok van vakken. Gelukkig heb ik dat gehaald. Daarna is het vrij vlot verlopen, met een beetje vertraging. Zoals bij een gemiddelde student.” (lacht)
Armoede
Milio van de Kamp: “De universiteit is van oudsher een bolwerk van de elite en hogere middenklasse. Zij krijgen de normen en waarden die er heersen van kinds af mee.”
En toen vroeg je studiebegeleider of je niet aan de universiteit wilde blijven als docent.
“Dat was helemaal gek. Ik was net klaar met mijn master, richting sociaal beleid. Het zat in mijn hoofd om iets met beleid te doen, maar het aanbod om les te geven vond ik heel leuk.”
Ondertussen ben je verantwoordelijk voor een project voor pioniersstudenten. Dat zijn studenten die als eerste in een familie de stap zetten naar de universiteit of hogeschool.
“Ik ben inderdaad verantwoordelijk voor het Baanbreker-programma. Niet dat we aan de deur de diploma’s checken van de ouders, iedereen is welkom. Met studenten voeren we gesprekken over onze achtergrond, we volgen workshops en organiseren lezingen. Bedoeling is dat studenten zich meer thuis voelen zodat ze meer zelfvertrouwen krijgen.”
Je hebt het vaak over het belang van cultureel kapitaal.
“Kort samengevat is dat weten hoe het spelletje werkt in de wereld waarin je je begeeft. De universiteit is van oudsher een bolwerk van de elite en hogere middenklasse. Zij krijgen de normen en waarden die er heersen van kinds af mee. Ze weten hoe ze moeten praten, hoe ze zich moeten gedragen. Ze hebben de juiste hobby’s en lezen de goede boeken. Zonder die sociale voorbereiding moet je een enorme kloof overbruggen.”
“Vaak zie je jongeren die kloof aan zichzelf toeschrijven. Met het Baanbreker-programma willen we dat omdraaien. Het instituut is niet voor jou gemaakt, maar je moet wel je plek opeisen. Je bent niet alleen welkom, het is ook belangrijk dat je er bent. Je brengt een andere visie, andere vragen en andere ideeën mee over de samenleving.” ‘We moeten tonen hoe het is om in armoede te leven’ “Er is een hele interessante theorie over wat je als je klassenmigrant kunt doen. Je wordt een ‘renegade’, je gaat je heel erg gedragen naar de nieuwe sociale klasse waarin je je begeeft. Of je wordt een ‘double agent’, je gedraagt je thuis zoals je eigen omgeving en op de unief gedraag je zoals het daar verwacht wordt. Of je bent een ‘loyalist’, je blijft trouw aan je roots, aan je eigen waarden en normen. In het begin ben ik me wel gaan aanpassen, heb ik andere boeken gelezen, andere muziek beluisterd. De laatste tijd voel ik me toch meer een loyalist.
Bron: Sociaal.net
by Frans Dams | jul 4, 2023 | Economie
“Er bestaat een globaal systeem waarmee vermogenden hun geld naar eender waar doorsluizen”
Dat zegt journalist Oliver Bullough in zijn boek Moneyland. Hij gidst ons door het wereldwijd vertakte ‘land’ waar superrijken en criminelen hun miljoenen verbergen.
“Offshore-geld maakt de wereld kapot.”
Door JAN STEVENS in De Morgen, 2019.
Aan de overkant van het parlement in Londen staat een groepje anti-brexit-demonstranten te verkleumen. “Ik lag vroeger niet wakker van de EU, maar hoe meer die dekselse brexit nadert, hoe meer heimwee ik naar Europa krijg”, zegt de Britse onderzoeksjournalist Oliver Bullough. “Behalve mijn schoonouders ken ik niemand die voor de brexit heeft gestemd. Nu wordt die nachtmerrie werkelijkheid.” We zijn op weg naar een koffiehuis een straat verder, om te praten over Bulloughs boek Moneyland. Daarin beschrijft hij de stichting en onstuitbare opkomst van een grensoverschrijdend ‘land’ waar rijken, superrijken en criminelen hun dubieuze geld uit handen van de fiscus houden en immuniteit voor zichzelf en hun dierbaren kopen.
Oliver Bullough: “De brexit is voor de inwoners van Moneyland uitstekend nieuws. Want het Verenigd Koninkrijk zal dan de status terugkrijgen van vóór de aansluiting bij de EU in 1973: die van piratenstaat. Het is niet voor niets dat een paar bankiers uit de Londense City aan de basis liggen van Moneyland. De toekomst lacht al degenen toe die zich specialiseren in het creëren van veilige havens voor vuil geld. Want een steeds groter deel van de rijkdom van de wereld wordt gestolen en verborgen.”
Gestolen en verborgen door wie?
Oliver Bullough: “Je zou denken dat vooral ordinaire criminelen zich daarmee bezighouden, maar de inwoners van Moneyland zijn zeer divers. Met ‘Moneyland’ bedoel ik heel de structuur die faciliteiten biedt om geld te versluizen en te verstoppen. Vandaag strekt Moneyland zich wereldwijd uit over al die plekken waar geld is. En ook al vind je het niet terug in een atlas of op Google Maps, toch krijgt Moneyland steeds meer de karakteristieken van een écht land. Het bezit ongeveer 10 procent van al het geld dat wereldwijd in omloop is en anonimiteit is het voornaamste wat het zijn burgers te bieden heeft.
“Moneylanders zijn immuun voor de wet. Ze maken dankbaar gebruik van de exclusieve voorzieningen van hun nieuwe ‘vaderland’ om hun geld te laten stromen tot niemand er nog een spoor van terugvindt. Anno 2019 is er dus een globaal systeem dat het mogelijk maakt dat vermogende mensen hun geld kunnen sturen naar landen met de voor hen meest interessante belastingwetten.”
Dat klinkt als een samenzweringstheorie.
“Dat is het niet: Moneyland is organisch gegroeid, zonder dat er in het verborgene een verdorven meesterbrein aan sleutelt. Het zou makkelijker te bestrijden zijn als er wel een criminele organisatie achter zou schuilgaan. Moneyland is gewoon een gevolg van het feit dat geld internationaal is, terwijl onze wetten dat niet zijn. Stel dat jij een Belgische ondernemer bent die zeer goed boert, maar liever wat minder belastingen zou betalen. De Zwitserse fiscale wetgeving lijkt je een interessanter alternatief dan de Belgische. Als Moneylander huur je dan een fiscaal expert in die je helpt om al dat zuurverdiende geld naar Zwitserland te versluizen. Wordt Zwitserland te link? Dan is Bermuda misschien een goed alternatief. Of Malta. Moneylanders weten dankzij hun royaal betaalde ‘vermogensbeheerders’ ook in welke steden ze onroerend goed moeten opkopen om zo veel mogelijk belastingen te drukken. Dat kan hier in Londen zijn, Brussel, Parijs of New York. Elk vrij en open land kan interessant zijn voor een inwoner van Moneyland: België, Groot-Brittannië, Nederland, Canada of de VS.
“Voor gewone burgers zijn landsgrenzen belangrijk. Kijk naar wat er nu hier in mijn land gebeurt: als de brexit echt plaatsvindt, heb ik binnenkort misschien een visum nodig voor de overtocht naar België. Voor geld zijn landsgrenzen totaal irrelevant: dan bestaan ze zelfs niet meer.”
Wie rijk genoeg is, kan zelf kiezen in welk land hij geen belastingen wenst te betalen?
“Juist. Hij gaat dan op zoek naar dat land waar hij anoniem en in alle rust zwart geld kan witwassen, zijn reputatie kan laten opkalefateren en een paspoort kan kopen. Wie genoeg geld heeft om inwoner van Moneyland te worden, kan zich álles permitteren.”
Uw zoektocht naar Moneyland begon in Oekraïne, in 2014, vlak na de afzetting en vlucht van de Russisch gezinde president Viktor Janoekovitsj.
“In 1999 verhuisde ik naar Rusland, om er als journalist aan de slag te gaan. Ik versloeg er onder andere de oorlog in Tsjetsjenië. In 2006 keerde ik terug naar Londen, maar mijn interesse voor al die landen van de voormalige Sovjet-Unie bleef. Zo kwam ik na de Euromaidan-protesten in Oekraïne terecht. Vlak na de val van Viktor Janoekovitsj in februari 2014 bracht ik een bezoek aan het presidentiële paleis Mezhyhirya, ten noorden van Kiev. Ik wist dat Janoekovitsj corrupt was en er geen graten in zag om overheidsgeld achterover te drukken, maar wat ik in zijn paleis aantrof, tartte elke verbeelding. Het was net de grot van Ali Baba. Janoekovitsj en zijn vrienden vergaarden honderden miljoenen dollars, terwijl de levensstandaard van de modale Oekraïner er amper op vooruitging.
“Officieel verdiende president Viktor Janoekovitsj jaarlijks 100.000 dollar. Op het immense domein van zijn paleis had hij een fortuin gespendeerd aan watervallen, fonteinen, een golfterrein, twee landingsbanen voor helikopters, tennisterreinen, een jachthaven en een Griekse tempel. Ik zag een verzameling onbetaalbare iconen, antieke geweren en zwaarden, gouden kandelaars, marmeren beelden en in alle kamers hingen imposante portretten van hemzelf. De president had elf badkamers te zijner beschikking en moet een problematische stoelgang gehad hebben: in zijn ruim bemeten presidentiële toilet hingen twee televisietoestellen op zithoogte. (lacht) Door Viktor Janoekovitsj raakte ik geïnteresseerd in het fenomeen corruptie. Een van de belangrijkste drijfveren van de Oekraïense revolutie was de onvoorstelbaar grote corruptie en kleptocratie: de machthebbers bestalen hun burgers.”
Corruptie komt in heel wat voormalige Oostbloklanden voor, niet alleen in Oekraïne.
“Zeker, en wij zijn snel geneigd om te denken dat corruptie op grote schaal typisch is voor die landen. Terwijl de kern van het probleem volgens mij niet de landen uit het Oostblok, het Midden-Oosten of Afrika zijn, maar al die plekken waar het corruptiegeld naar toevloeit. Dat zijn dan steden als Londen of Amsterdam. Jaarlijks zou wereldwijd meer dan 20 biljoen dollar op een of andere manier door Moneylanders aan belasting ontdoken of van burgers gestolen worden. Corruptie ondermijnt alles: gezondheidszorg, veiligheid, onderwijs… In Afghanistan is corruptie de voornaamste reden waarom het regime de terreur van de taliban niet onder controle krijgt. Waarom vluchten nu zoveel wanhopige mensen naar het Westen? De grondoorzaak is: corruptie. Maar wie legaliseert het corruptiegeld van de rijke Afrikanen, Arabieren en Russen? ‘Wij’: de Britten, Belgen, Nederlanders, Duitsers, Zwitsers, Amerikanen. Hier in het Westen wonen de helers. Zij tonen de weg naar Moneyland.”
In 2010 werd de verkiezingscampagne van Viktor Janoekovitsj geleid door de Amerikaanse politieke consultant Paul Manafort. Hij leidde ook de campagne van Donald Trump en zit nu in de gevangenis voor fraude. Manafort speelt een hoofdrol in het lopende onderzoek naar Russische inmenging.
“Manafort verdiende zijn sporen als campagneleider bij onder anderen Ronald Reagan en vader George Bush. In 2010 presenteerde hij Janoekovitsj aan de Oekraïners als de toekomstige president van de verstotenen en behoeftigen. Hij was zogezegd een man van het volk, tegen de elite. Manafort herhaalde in 2016 exact hetzelfde kunstje voor Donald Trump. Ook daarbij werd hij dik betaald, waarna hij zijn geld verborg in Moneyland. Hij ‘investeerde’ het in onroerend goed in de VS en in luxegoederen. Manafort is interessant omdat hij laat zien dat je geen Oekraïense gangster of Russische oligarch moet zijn om inwoner te worden van Moneyland. Als het geld binnenstroomt, wordt de verleiding soms te groot. Hij gebruikte exact dezelfde middelen van de oligarch en verborg zijn fortuin via het belastingparadijs ‘Saint Vincent en de Grenadines’ (onafhankelijk land in de Caribische Zee ten noorden van Grenada, red.). Net als Viktor Janoekovitsj had hij een shell company, een lege vennootschap in Londen, en anonieme rekeningen in Cyprus.”
Een van de poortwachters van Moneyland is de Zwitserse advocaat Christian Kälin. Welke diensten levert hij?
“Kälin is de voorzitter van het in Londen gevestigde Henley & Partners en verkoopt paspoorten van over de hele wereld. Zijn organisatie prijst zichzelf aan als ‘global leader in residence and citizenship planning’. Christian Kälin vond de paspoortenverkoop niet uit, maar tilt hem wel op een ander niveau. Hij is handelaar in burgerschap van verschillende landen; zijn idee is dat een paspoort iets is dat je moet kunnen kopen zoals een pak koekjes.
“Vóór Kälin zijn business op poten zette, moest je als superrijke mens die staatsburger wilde worden van een fatsoenlijk land of een belastingparadijs, eerst lange onderhandelingen voeren. Die procedure voor een nieuwe nationaliteit sleepte soms jaren aan. Kälin maakt daar komaf mee: als je bij hem op de juiste knoppen duwt en het gepaste bedrag neertelt, bezorgt hij je in twee maanden tijd het paspoort dat je wenst.
“Stel: je bent een Russische oligarch en je geld is veilig offshore. Het enige vervelende is dat visum dat je telkens weer nodig hebt om te reizen. Tot je dat netjes door mijnheer Kälin geregelde paspoort in handen krijgt waardoor je ook een gerespecteerd burger van Oostenrijk wordt. Voor¬taan reis je vrij in de Schengenzone rond.”
Voor de echt rijken onder ons zijn de grenzen dus altijd open?
“Ja. Voor hen zijn er geen grenzen meer, tenzij ze die grenzen zélf willen. Een Russische oligarch die hier een misdaad pleegt en naar Rusland vlucht, is net heel blij met de grens. Zeker als dankzij zijn uitstekende contacten met de clan rond Vladimir Poetin de politie in eigen land in zijn binnenzak zit. Voor onze rijke medemensen uit Moneyland is het allerbelangrijkste dat hun geld vrijelijk de wereld kan blijven rondreizen, zonder belemmeringen.”
Dat is niet altijd zo geweest?
“Nee. In 1944 tekenden alle geallieerde landen de akkoorden van Bretton Woods in het gelijknamige vakantiedorp in de Amerikaanse staat New Hampshire. In de jaren 1920 en 1930 waren er ook geen grenzen voor geld, met als gevolg: een financiële crisis die eindigde in het nazisme. Ik wil geen doemdenker zijn, maar onze tijd begint sterk te lijken op de jaren 1930. De financiële crisis van 2008 was óók het resultaat van vrij stromend speculatief geld. De gevolgen daarvan zijn nog lang niet verteerd.
“Bretton Woods schetste de economische architectuur die ongecontroleerde geldstromen aan banden legde. Er werden voor alle munten vaste wisselkoersen in verhouding tot de Amerikaanse dollar ingevoerd. Die dollar werd gekoppeld aan een vaste goudwaarde. Bretton Woods betekende de herinvoering van de goudstandaard. De ondertekenaars hoopten dat zo een einde zou komen aan de praktijken van sommige regeringen om handel als oorlogswapen te gebruiken. Ze wilden zo ook verhinderen dat bankiers nog winst maakten op de kap van de democratie. De Grote Depressie na de beurscrash van 1929 had de angst en de armoede gevoed. Dat zorgde voor een vruchtbare bodem voor het fascisme. Bretton Woods kwam er onder impuls van de beroemde Britse econoom John Maynard Keynes. Het ultieme doel was om ervoor te zorgen dat geld minder machtig werd dan regeringen. Het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank werden opgericht en kapitaalverkeer werd strikt gecontroleerd.”
Na Bretton Woods konden geld en goud enkel nog de grenzen overgesmokkeld worden, zoals in de James Bondfilm Goldfinger uit 1964?
“Precies. Vijf jaar eerder kwam de gelijknamige roman van Ian Fleming uit waarop die film gebaseerd is. James Bond gaat erin de strijd aan met de sjoemelende zakenman Auric Goldfinger. Via het chassis van zijn Rolls Royce smokkelt Goldfinger gigantische hoeveelheden goud van Engeland naar Zwitserland en ondermijnt zo het Britse muntsysteem. Vandaag lijkt dat verhaal complete nonsens: waarom goud smokkelen als je je geld met een muisklik van de ene uithoek van de planeet naar de andere kunt verplaatsen?
“In die tijd ging het echt zo. Belastingen waren hoog, mensen stapelden hun auto’s vol zuurverdiende zwarte centen en reden er in het geniep mee naar Zwitserland. Iedereen was toen Auric Goldfinger. (lacht) In Zwitserland was het geld veilig voor de fiscus, alleen gebeurde er niets mee. Het zat er vast achter grenzen. Tot begin jaren 1960 de ‘eurobonds’ ontwikkeld werden door de Schotse journalist-bankier Ian Fraser. Hij gaf geld opnieuw de vrijheid.”
“Ongeveer 5 procent van alle geld zat op dat moment geblokkeerd in Zwitserland. Het positieve was dat je geen belastingen betaalde, het negatieve dat je er niets mee kon aanvangen. Rijke mensen wilden hun geld dolgraag activeren en bankiers in Londen droomden ervan om daar een graantje van mee te pikken. Dus verzonnen Fraser en Spira het principe van de eurobond: een obligatie die wordt uitgegeven in een andere munteenheid dan die van het land van uitgifte. Als Fraser zijn eurobonds in Groot-Brittannië uitgaf, moest hij een belasting van 4 procent betalen. Dus zette hij er als plaats van uitgifte de Nederlandse luchthaven Schiphol op. Als hij de interesten in Engeland liet uitbetalen, moest hij daar weer een andere belasting voor ophoesten, dus zorgde hij ervoor dat interesten uitbetaald werden in Luxemburg. En ook al werden de eurobonds niet in Groot-Brittannië uitgegeven, toch wist hij de Londense beurs ervan te overtuigen ze te aanvaarden.
“De gouverneurs van centrale banken van verschillende Europese landen maakten zich zorgen over de impact van die nieuwe obligaties, maar Fraser praatte ze allemaal onder tafel. Zijn eurobonds waren net magie: verborgen rijkdom die tot voor kort in Zwitserland lag te verkommeren, werd nieuw leven ingeblazen. De baasjes van al dat geld konden nu vellen papier kopen die ze overal mee naartoe konden nemen. Die eurobonds leverden belastingvrije interesten op en werden overal probleemloos ingewisseld. Dankzij Ian Fraser kreeg iedereen met geld toegang tot ‘offshore’. In zijn autobiografie schreef hij: ‘Het geheim van de eurobonds is dat ze totaal anoniem zijn, dat de coupons belastingvrij uitgekeerd worden en dat de ‘rijpe’ obligaties terugbetaald worden zonder vragen te stellen.’ Zo werden de controles op geldverkeer gesloopt en werd voor de inwoners van Moneyland alles mogelijk.”
U vindt de gevolgen van offshore desastreus?
“Offshore is de uitvinding die de wereld gebroken heeft. De schade is verschrikkelijk. Neem een land als Rusland: de 1 procent superrijke Russen bezitten 52 procent van de rijkdom van het hele land. Al hun geld is offshore. Als er morgen een revolutie uitbreekt en Vladimir Poetin aan de kant gezet wordt, verliest de nieuwe regering meteen meer dan de helft van ’s lands rijkdom. Want al dat offshore-geld van de oligarchen zal dan spoorloos verdwenen zijn. Offshore is een immens probleem, omdat geld niet langer meer onderworpen is aan democratisch toezicht.
“In 1999 werd in de Verenigde Staten de voormalige Oekraïense eerste minister Pavlo Lazarenko gearresteerd. Hij stond internationaal geseind voor corruptie. Lazarenko werd in 2004 veroordeeld voor grootschalige diefstal, fraude en witwaspraktijken. Hij kreeg een miljoenenboete én een gevangenisstraf. In 2012 werd hij vrijgelaten, maar zijn fortuin dat geschat wordt op minstens 250 miljoen dollar, konden de Amerikaanse autoriteiten tot hiertoe niet recupereren. Twintig jaar na Lazarenko’s arrestatie, is al dat gestolen geld via belastingparadijzen nog steeds ‘veilig’ en onaantastbaar. Dat zegt iets over de kracht van Moneyland. Zelfs de machtige Verenigde Staten zijn niet in staat om die structuren te kraken.”
Zijn alle rijke mensen per definitie inwoners van Moneyland?
“Dat is toch waar velen naar streven. Alles hangt af van hoe sterk hun ethisch bewustzijn is. Ik twijfel er niet aan dat sommige superrijken wél belastingen betalen en niet geïnteresseerd zijn in een toegangsticket tot Moneyland. Maar het lijkt me niet makkelijk om te weerstaan aan die lok¬roep van totale immuniteit. Een Russische oligarch heeft eigenlijk geen andere keuze dan burger worden van Moneyland. Anders is hij zijn rijkdom snel weer kwijt. Hetzelfde geldt voor een rijke Nigeriaan. Hij moet wel gek zijn om zijn geld in eigen land te laten, want in een mum van tijd wordt het ingepikt door andere gulzigaards.”
U organiseert de ‘Londen Kleptocracy Tours’. Wat moet ik me daarbij voorstellen?
“Samen met mijn kompaan Roman Borisovich leg ik voor de geïnteresseerden bustours in Londen in langs de huizen van Russische oligarchen, prinsen en kroonprinsen uit het Midden-Oosten en Nigeriaanse politici. (lacht) De meeste Moneylanders dromen ervan om een huis te bezitten in West-Londen: Knightsbridge, St. James Wood, St. John’s Wood… Geen enkele doorsneeburger kan zich daar nog een huis permitteren. Je vindt er geen winkels of pubs meer en een sociaal leven is er onbestaande. Het zijn plekken geworden waar geld bewaard wordt, zogenaamde ‘investeringen’. Soms passeert de eigenaar er voor een week; eigenlijk zijn het niet meer dan walgelijk dure hotels. In Brussel zijn er waarschijnlijk ook van die wijken die in handen zijn van Moneylanders en waar de lokale gemeenschappen intussen uitgestorven zijn.
“Ook al die huizen zijn offshore; via officiële weg kom je niet te weten van wie ze zijn. Daar moet je enig opzoekingswerk in offshore-belastingparadijzen zoals Gibraltar, Saint Kitts of Panama voor ondernemen. Iedereen weet dat een deel van het Londense patrimonium in overzeese, niet al te koosjere stinkend rijke handen is. Alleen heeft zo goed als niemand er echt zicht op.”
U bezocht een aantal van die belastingparadijzen.
“Wat je op die plaatsen zeker niet aantreft, is het geld van de Moneylanders. Het passeert er alleen maar. Mijn favoriete belastingparadijs is Nevis, een eiland in de Caribische Zee. De hoofdstad heet Charlestown en het eiland telt 11.000 zielen. In 1983 werd het samen met zustereiland St. Kitts onafhankelijk van Groot-Brittannië. Nevis is prachtig, schattig en klein. Je stapt van de boot rechtstreeks de kantoorgebouwen binnen waar je je schimmige zaakjes kunt regelen. Tot hiertoe bleef Nevis uit de schijnwerpers als offshore-eiland. De bewindslui voelden de druk nog niet om te verbergen dat hun eiland een belastingparadijs is. In Jersey of Noord-Ierland spuit men heel wat mist over ‘vermogensbeheer’, ‘risicokapitaal’ en ‘interessante beleggingen’. In Nevis laten ze voorlopig de bullshit achterwege. Zij produceren niets, maar verkopen enkel absolute geheimhouding en immuniteit. Elke dollar die daar passeert, blijft de waarde houden van een dollar, alleen wordt de herkomst er gewist.”
Hoe kunnen we Moneyland aan banden leggen?
“Dat kan alleen op internationaal vlak. Sommigen klagen steen en been over de EU, maar de Europese instellingen waren wel altijd een belangrijk platform voor grensoverschrijdende resoluties. Al moeten we tezelfdertijd niet overdrijven: ook veel Europese landen hebben de voorbije decennia hun witwasschandalen gekend. Maar de EU onderneemt tenminste nog pogingen om basisregels voor ethisch geldverkeer vast te leggen. Zonder de EU zouden alle Europese landen razendsnel transformeren in regelrechte belastingparadijzen. Ik ben bang dat na de brexit Groot-Brittannië het Nevis van Europa zal worden.”
Oliver Bullough, Moneyland: Why Thieves And Crooks Now Rule The World And How To Take It Back, Profile, 20,99 euro. De Nederlandse vertaling verschijnt eind februari bij uitgeverij Tomas Rap.