Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz.
Hierbij een kort overzicht.
HBO Max komt naar België
Streamingdienst HBO Max gaat vanaf 1 juli van start in België. Het platform zet bij zijn lancering onder andere in op de Olympische Spelen. In de catalogus zitten de populaire series van de Amerikaanse tv-zender HBO, zoals Game of thrones, Succession en The last of us. Deze reeksen zullen dus niet meer te zien zijn bij Streamz (in Nederlandstalig België) en BeTV (Franstalig België). Recente HBO-reeksen die het afgelopen jaar zijn uitgekomen op Streamz, zullen daar wel nog voor een periode van 6 tot 12 maanden te zien zijn.
Aanvragen voor loopbaanonderbreking alleen nog elektronisch
Wie een uitkering voor loopbaanonderbreking, tijdskrediet of thematisch verlof wil aanvragen bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), moet dat vanaf 1 juli elektronisch doen. Volgens de RVA zijn de voordelen enorm: zo zullen er minder fouten gebeuren en kan de behandeling sneller.
De RVA voorziet wel in een overgangsperiode van drie maanden voor alle werknemers: nog tot 1 oktober worden aanvragen op papier aanvaard van wie problemen ondervindt met de online toepassing Break@work. Voor werknemers in het onderwijs geldt zelfs nog een langere overgangsperiode tot en met december.
De Lijn past aanbod aan
De Vlaamse openbaarvervoermaatschappij De Lijn voert op 1 juli een aantal aanpassingen aan haar aanbod door. De dienstverlening staat onder druk, omdat het soms moeilijk is om personeel te vinden, omdat veel bussen verouderd zijn (en vaker onderhoud nodig hebben) en omdat er vertragingen zijn bij de levering van nieuwe bussen. “Door het aanbod waar nodig tijdelijk af te stemmen op de beschikbare voertuigen en chauffeurs, kan De Lijn de reiziger een meer betrouwbare dienstverlening bieden”, aldus De Lijn.
Daarnaast gaat op 1 juli ook de derde en voorlaatste fase van de basisbereikbaarheid in, waarbij bussen geconcentreerd worden op lijnen met grotere vraag. Alle wijzigingen zijn te vinden op www.delijn.be/aanpassingen.
Extra bijdrage maakt (jeugd)voetbal duurder
Voetbal Vlaanderen trekt de zogenaamde bondsbijdragen per speler vanaf 1 juli flink op. “We hadden geen andere keuze”, zegt de federatie, die beklemtoont dat de individuele bijdragen voor voetballers lager liggen dan die voor de meeste andere sporten.
De bondsbijdrage is het bedrag dat clubs per speler moeten betalen aan de federatie. Concreet gaat het, voor een 9-jarige voetballer, om een verhoging van 4,3 naar 12,4 euro. Een 18-jarige betaalde vorig seizoen 10,10 euro, komend seizoen wordt dat 16,5 euro.
De maatregel geldt vanaf 1 juli, en de clubs werden op 10 juni op de hoogte gesteld. Ze vrezen dat het lidgeld duurder zal worden. Voetbal Vlaanderen verwijst naar “de economische realiteit” om de bijdragen aan te passen. “Ook wij worden geconfronteerd met stijgende kosten ten gevolge van de inflatie en bijhorende indexeringen.”
Koppen verboden voor voetballertjes tot en met 8 jaar
Koppen wordt vanaf 1 juli verboden in het jeugdvoetbal tot en met de categorie U9 (voetballertjes tot en met 8 jaar), om een impact op de hersenen te vermijden. Wordt er toch bewust gekopt, dan volgt een onrechtstreekse vrije trap voor de tegenstander. Er wordt zelden gekopt bij de jongste voetballers, maar wanneer zij dat toch doen, gebeurt dat vaak op de verkeerde manier.
Voetbal Vlaanderen benadrukt dat koppen een belangrijk onderdeel is van het voetbal. Het raadt jeugdtrainers aan om het koppen aan te leren van U10 tot U14, “zodat kinderen op een technisch correcte manier leren koppen”. Liefst gebeurt dat in eerste instantie “in geïsoleerde situaties zonder tegenstander en met een zachte en lichtere bal”.
Voetbal Vlaanderen introduceert op 1 juli in totaal negen nieuwigheden in het jeugdvoetbal. Zo zullen bijvoorbeeld toernooien tot en met U9 zonder uitslagen en rangschikkingen georganiseerd moeten worden. En wanneer een ploeg te weinig spelers heeft voor een wedstrijd, komt er de mogelijkheid om spelers van de tegenstander te laten meespelen met die ploeg. Dat principe van ‘mixed teams’ moet het aantal forfaits tijdens jeugdwedstrijden verminderen.
Minder adem nodig voor alcoholtest
Wie bij een alcoholcontrole moet blazen, moet vanaf 1 juli een derde minder lucht uitademen. De minimale hoeveelheid uitgeademde lucht die nodig is, wordt verlaagd van 1,9 naar 1,2 liter, zegt de federale overheidsdienst Mobiliteit.
Dat er minder lucht nodig is, komt omdat de blaastoestellen performanter worden. De huidige toestellen geven al vanaf 1,2 liter lucht valabele resultaten, zegt de FOD Mobiliteit. De aanpassing zou tijdswinst moeten opleveren. Sommige mensen hadden moeite om 1,9 liter lucht uit te ademen, en dan moest de politie een arts bellen om een bloedstaal te komen nemen. Dat zal nu minder vaak moeten gebeuren.
Elke Belg kan één keer zonder voorwaarden familienaam veranderen
Vanaf 1 juli krijgt elke meerderjarige het recht om eenmaal in het leven van familienaam te veranderen, voor zover die aanpassing slaat op de naam van de vader, de moeder of een combinatie van beide. De aanvraag, waarvoor de geïnteresseerden bij hun gemeente terechtkunnen, is niet onderworpen aan bijzondere voorwaarden. De gemeente behandelt de aanvraag in principe binnen een maand.
Tot nu toe was de verandering van een achternaam enkel mogelijk om ernstige reden of in uitzonderlijke gevallen.
Nieuwe maatregelen voor mensen met kanker
Twee nieuwe maatregelen moeten vanaf 1 juni de sociale en financiële gevolgen verlichten voor mensen die met kanker geconfronteerd worden. Zo komt er een betere terugbetaling van tandzorg voor mensen met kanker, en betaalt de overheid tot 120 euro terug voor de aankoop van hoofdaccessoires bij haarverlies na een chemokuur of radiotherapie.
Kilometerheffing voor vrachtwagens duurder in Vlaanderen en Brussel
De tarieven van de kilometerheffing voor vrachtwagens worden op 1 juli opgetrokken in Vlaanderen en Brussel. Het gaat om een indexering, zegt Viapass, het publieke orgaan dat de kilometerheffing coördineert en controleert in België.
De tarieven stijgen met zowat 3 procent, zo blijkt uit tabellen op de website van Viapass. In Wallonië werden de tarieven op 1 januari geïndexeerd. De software van de toestellen aan boord van de vrachtwagens (OBU’s) zal automatisch een update krijgen met de nieuwe tarieven.
Periode voor opbouw pensioenbonus van start
Op 1 juli start de periode waarin de pensioenbonus opgebouwd kan worden. Enkel wie vanaf 1 januari 2025 met pensioen kan gaan en toch langer aan het werk blijft, heeft recht op de bonus.
De pensioenbonus die de regering volgend jaar invoert, moet mensen aanmoedigen om langer aan het werk te blijven. Concreet kan een werknemer, zelfstandige of ambtenaar die verder blijft werken na de vroegste datum waarop hij of zij met pensioen kan gaan, gedurende maximaal drie jaar een pensioenbonus opbouwen. Voorwaarde is dat het rustpensioen ten vroegste vanaf 1 januari 2025 ingaat. De pensioenbonus opbouwen kan van de vroegste pensioendatum, maar niet eerder dan 1 juli 2024.
De pensioenbonus is een nettobedrag, vrijgesteld van personenbelasting en sociale bijdragen. De nettobonus wordt progressief opgebouwd: 3.928 euro voor het eerste jaar; 7.855 euro voor het tweede jaar en 11.783 euro voor het derde jaar.
De bonus moet niet worden aangevraagd. Wie er recht op heeft, zal het geld automatisch krijgen.
Meeste wagens moeten maar om de twee jaar naar de keuring
Vanaf 1 juli zullen de meeste personenwagens maar om de twee jaar naar de autokeuring moeten gaan. Wie een wagen heeft die ouder is dan vier jaar, moest in de meeste gevallen jaarlijks naar de autokeuring. Met de nieuwe maatregel moet het voertuig maar om de twee jaar gekeurd worden vanaf de dag dat het voertuig vier jaar oud is, tot het voertuig 160.000 kilometer op de teller heeft staan of tien jaar oud is. Vanaf dan moet het voertuig jaarlijks gekeurd worden.
Personenwagens, lichte vracht en lichte aanhangwagens mogen bovendien vanaf 1 juli ook buiten een erkend keuringscentrum gekeurd worden, zoals bij een garage die hiervoor een keuringslijn installeert. De keuring moet dan wel gebeuren door controleurs die werken bij de erkende keuringsinstellingen.
De ingrepen moeten de druk bij de keuringscentra wegnemen, de wachttijden verminderen en de dienstverlening verbeteren.
Sociaal tarief voor elektriciteit daalt en stijgt voor aardgas
Het sociaal tarief voor elektriciteit daalt vanaf 1 juli, terwijl dat voor aardgas stijgt. Dat blijkt uit berekeningen door de federale energieregulator Creg. In vergelijking met het tweede kwartaal daalt het sociaal tarief voor elektriciteit met 5,5 procent, en stijgt het met 2,9 procent voor aardgas en warmte. Het sociaal tarief is een verminderd tarief voor bepaalde categorieën personen of huishoudens.
Abonnees kunnen krant of tijdschrift later krijgen
Vanaf 1 juli wordt de levering van de kranten en tijdschriften in België niet meer door de overheid geregeld via een concessie, maar wel via een rechtstreeks contract tussen de uitgevers en postbedrijven. Abonnees zullen dat merken in hun brievenbus en hun portefeuille.
Bpost houdt het grootste deel van de distributie in handen. De voorwaarden in de contracten met de uitgevers zijn wel anders dan vroeger. De postbodes krijgen op weekdagen meer tijd om de kranten te bezorgen. Tot nu toe moest de krant ten laatste tegen 7.30 uur in de brievenbus liggen. Dat wordt 8 uur. Op zaterdag blijft de deadline 10 uur.
Ook wie een abonnement op een tijdschrift heeft, zal mogelijk een verschil merken. DPG Media informeerde lezers dat de magazines voortaan ook een dag na publicatie in de brievenbus kunnen vallen. Ook bij Roularta zal “een minderheid” van de bladen mogelijk een dag later bedeeld worden.
Federale overheid koopt enkel nog elektrische dienstwagens
De federale overheid zal vanaf 1 juli alleen nog elektrische dienstwagens kopen of leasen. De maatregel kadert in de Europese ambitie om ons land tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
Vandaag telt het wagenpark van de federale overheid 920 voertuigen. De auto’s van de politie of defensie vallen daar niet onder. Het zijn vooral dienstwagens die voor concrete opdrachten worden gebruikt, zoals voor de douane of sociale inspectie. Daarnaast zijn er ook enkele wagens voor personeelsleden, al zijn dat uitzonderingen. Van de 65.000 ambtenaren rijden er maar 170 met zo’n wagen.
Ambtenaren kunnen drie vijfde werken
Ambtenaren bij de federale overheid kunnen vanaf juli in een drievijfderegeling stappen, waarbij ze drie vaste dagen per week werken. Het drievijfderegime is een onderdeel van de mogelijkheid om minder te werken in het kader van ‘verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden’. Ze geldt voor statutaire personeelsleden (of stagiairs). Binnen dezelfde vermindering van prestaties kunnen zij al langer kiezen om halftijds, twee derde, drie vierde, vier vijfde of negen tiende te werken.
Belgische vissers mogen vier keer meer tong vangen in Ierse Zee
De Belgische vissers mogen vanaf juli vier keer meer tong vangen in de Ierse Zee dan eerder was afgesproken. De vangstquota worden opgekrikt omdat er meer tong in de zee zit dan gedacht.
Eerder was vastgelegd dat de Belgische vissers dit jaar 62 ton tong zouden mogen ophalen (na 270 ton vorig jaar). Maar een recent wetenschappelijk rapport gaf aan dat het tongbestand in de Ierse Zee in een veel betere toestand verkeert dan eerder was aangenomen. Daarom werd afgesproken dat de Belgische vissers 281 ton tong mogen vangen.
Tong is voor de Belgische vissers een belangrijke doelsoort en zonder dat nieuwe tongquotum konden ook veel minder roggen, pladijs, zeeduivel, tarbot en griet worden opgehaald.
Hongarije neemt EU-voorzitterschap over van België
Hongarije neemt op 1 juli het voorzitterschap van de Europese Unie over van België, dat tijdens de eerste helft van 2024 de Raad van de Europese Unie voorzat. Het voorzitterschap wisselt om de zes maanden. ‘Make Europe Great Again’ is de slogan van het Hongaarse EU-voorzitterschap.
Hongarije, met een rechts-nationalistische regering onder leiding van premier Viktor Orbán, schuift onder meer het versterken van de Europese concurrentiekracht, de uitbreiding naar de landen van de Westelijke Balkan, de bestrijding van illegale immigratie, de versterking van het defensiebeleid en demografische uitdagingen als prioriteiten naar voren.
Het Hongaarse EU-voorzitterschap wordt bijzonder. Voor het eerst zullen de Europese ministerraden worden geleid door een lidstaat waartegen de artikel 7-procedure is gelanceerd. Die procedure kan leiden tot opschorting van stemrecht van landen die de fundamentele waarden van de EU ernstig schenden. Zo ver kwam het nog niet, maar er worden wel nog steeds miljarden euro’s aan subsidies voor Hongarije geblokkeerd.
Tax-on-web.be
De FOD Financiën verlengt de deadline voor het indienen van de online belastingaangifte tot en met 19 juli. Door technische problemen hadden verschillende gebruikers moeilijkheden om hun belastingaangifte in te dienen via MyMinFin. Daarom verlengt de FOD Financiën nu de termijn.
Als je een papieren aangifte wou indienen, moest je die ten laatste op 30 juni 2024 terugsturen naar de FOD Financiën. De deadline voor de online aangifte was normaal 15 juli, maar wordt nu enkele dagen verlengd tot 19 juli 2024. Door technische problemen zouden sommige gebruikers moeilijkheden hebben gehad met het indienen van hun aangifte via MyMinFin. Let wel: de deadline om je aangifte te wijzigen verandert niet. Iedereen die zijn belastingaangifte al heeft ingediend, kan die aangifte één keer wijzigen tot en met 15 juli 2024.
De verkiezingen maken rechtse regeringen mogelijk op federaal vlak, in Vlaanderen, Wallonië en zelfs indien het complexer ligt ook in Brussel. De overwinning van de MR is historisch en een slag voor de PS. Tegelijk kregen de liberalen van Open VLD een uppercut. De groenen zijn weggevaagd, zelfs indien Petra De Sutter (Minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven en de eerste vrouwelijke transminister van Europa) op haar eentje Groen boven de kiesdrempel hield met een sterke profilering rond LGBTQIA+rechten tegenover de aanvallen van extreemrechts daarop. Het feit dat het VB onder de verwachtingen bleef, zorgt bij velen voor een gevoel van opluchting. Maar dan wel een gemengd gevoel: 22% blijft bijzonder veel en een rechts beleid zal de verdeeldheid versterken waarop extreemrechts in alle delen van het land kan groeien. Gelukkig zijn er de scores van de PVDA, die voortaan in alle Vlaamse provincies verkozenen heeft en een uitstekend resultaat neerzette in Antwerpen en Brussel. Elders bleef het onder de verwachtingen na een campagne die benadrukte dat de partij klaar is om mee te besturen. De werkende klasse in al haar diversiteit drukte echter te weinig haar stempel op deze verkiezingen op basis van eigen acties.
Lange tijd liet de Belgische heersende klasse haar instrumenten van politieke vertegenwoordiging verwaarloosd, tot het punt waarop ze alleen nog kon rekenen op de PS als een stabiele en betrouwbare partij, die echter een langzamer tempo van asociale tegenhervormingen oplegde. Aan Franstalige kant markeren deze verkiezingen een verandering met de fysieke betrokkenheid bij de campagne van enkele zwaargewichten van de heersende klasse.
De heersende klasse kan zich verheugen over het feit dat ze enkele van de kortetermijnelementen van deze crisis van de vertegenwoordiging heeft uitgesteld, maar de kern ervan – het falen van de mainstream politiek om te reageren op de tegenstellingen van het productiesysteem – zal de komende tijd opnieuw tot uiting komen op politiek niveau.
Tegenover deze uitdagingen heerst het gevoel dat links faalt. Dat komt niet door een te links beleid, maar net door het gebrek aan een programma en benadering dat zich richt tegen het volledige kapitalisme. De geloofwaardigheid van het temmen van een kapitalisme in verval staat op een historisch dieptepunt. Het maakt dat extreemrechts soms als ‘duidelijker’ wordt gezien. Rechts en extreemrechts hebben geen antwoorden. Ze gaan mee in de stroom van een samenleving gebaseerd op onderdrukking en uitbuiting, maar stellen zich fors op terwijl radicaal links zich al te vaak beperkt tot kleinere aanpassingen of enkel het behoud van eerder afgedwongen sociale verworvenheden.
Dit volstaat niet en al zeker niet op het terrein van de verkiezingen die doorheen de geschiedenis omgevormd zijn tot een terrein gedomineerd door de ideologie van de heersende klasse. Sociale verworvenheden in het verleden zijn nooit afgedwongen door er vriendelijk om te vragen in het kader van coalitiegesprekken of nachtelijke onderhandelingen onder politici. Ze kwamen er steeds door strijd van onderuit door de werkende klasse op straat en in de bedrijven, los van de vraag wie er in de regering zat.
De potentiële kracht van de georganiseerde arbeidersklasse, die eens te meer bleek uit de massale deelname aan de sociale verkiezingen, werd amper benut in de politieke verkiezingen. Dit onderstreept het belang van het verdedigen op de werkvloer, vooral tijdens sociale verkiezingen, van een strijdbaar syndicalisme dat het strikte kader van het bedrijf overstijgt en niet aarzelt om een visie op de maatschappij te verdedigen die gebaseerd is op de belangen van onze klasse.
Hierdoor is het niet de agenda van de werkende klasse die de debatten domineert, maar de onderlinge populariteitsstrijd tussen gevestigde kopstukken. Gelukkig zorgt de PVDA de afgelopen jaren voor een ander geluid. Dit verklaart in het bijzonder de prominente plaats die de kwestie van het belasten van grote vermogens tijdens een deel van de campagne innam. Er waren acties, zoals de ongezien sterke onderwijsbetogingen en stakingen langs Nederlandstalige kant of de acties van het personeel van de Brusselse lokale en regionale besturen. Dit werd echter onvoldoende veralgemeend om doorheen strijdbewegingen de belangen van de werkende klasse in het centrum van het debat te plaatsen door een krachtsverhouding op te bouwen voor het afdwingen van nieuwe sociale verworvenheden op basis van de vele noden.
De PVDA scoorde in de steden, met bijzonder sterke resultaten in Antwerpen en Brussel (maar ook in Genk, Vilvoorde en enkele andere plaatsen). Voor het eerst heeft de PVDA verkozenen in alle Vlaamse provincies. Met 22% deelde de PVDA in Antwerpen een pandoering uit aan het Vlaams Belang. Het toont de mogelijkheden om extreemrechts tegen te houden. In Brussel wordt de PVDA de derde partij met meer dan 20%. In Luik en Charleroi houdt de PTB grotendeels stand rond de 20%. Tegelijk valt niet te ontkennen dat er een lichte achteruitgang was in Wallonië en dat de verwachtingen in Vlaanderen hoger lagen.
Er is in Vlaanderen niet enkel de populariteit van Jos D’Haese, stilaan de onbetwiste nummer één van zijn partij, maar vooral ook de stem rond Gaza. De opeenvolgende nationale en lokale acties tegen de gruwel in Gaza blijven duizenden mensen op de been brengen en steeds is PVDA daar prominent aanwezig en actief bij betrokken. Het toont hoe bewegingen en strijd de agenda kunnen bepalen en zeker voor een linkse partij van doorslaggevend belang zijn.
De PVDA benadrukte sterk dat het klaar is om mee te besturen en dat een stem voor de PVDA dus een nuttige stem was. De nuttigheid van een stem koppelen aan bestuursdeelname beantwoordde de kritiek van vooral de PS, maar maakte dat er minder nadruk lag op het belang van strijd en de opbouw van een krachtsverhouding met de volledige arbeidersbeweging. Doorheen de campagne werd de PVDA herhaaldelijk bekritiseerd op het punt van de ‘aanvaardbaarheid’ en ‘haalbaarheid’ van maatregelen. Tegelijk namen andere partijen eisen als de vermogensbelasting over. Het gebrek aan een breed mobiliserende campagne – wat bijvoorbeeld Mélenchon, Corbyn en Sanders destijds wel deden met massameetings en grote betogingen – maakte dat de PVDA teveel werd gezien als een linkse partij zoals de andere, met een scherper kantje maar ook niet te scherp om deelname aan een regering niet onmogelijk te maken. De wisselwerking tussen de electorale positie van links en strijdbewegingen is nochtans essentieel. De rol van de Gaza-protesten in het resultaat van de PVDA is daar een uitdrukking van. Dit is ook mogelijk rond sociale thema’s als lonen, pensioenen, betaalbaar wonen, openbare diensten … Bij de aankondiging van de resultaten werd een kans gemist om te pleiten voor een breed front van verzet tegen de rechtse regeringen die nu overal dreigen.
Met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen komt het erop aan om de vooruitgang van de PVDA lokaal te consolideren en door te zetten. Dat gebeurt het best met al wie daaraan wil bijdragen en met een benadering gericht op strijd en bewegingen. LSP roept al 10 jaar op om op PVDA te stemmen en deed dit ook in de huidige campagne. Bij de lokale verkiezingen zijn we bereid een grotere rol te spelen, bijvoorbeeld met gezamenlijke campagnemomenten en/of kandidaten op PVDA-lijsten. Een zo sterk mogelijk resultaat van de PVDA in oktober kan de basis leggen voor een front van rebelse gemeenten die mee een rol spelen in de noodzakelijke strijd tegen de rechtse regeringen die nu op verschillende niveaus worden voorbereid.
Zeker langs Nederlandstalige kant werd de campagne gedomineerd door een handvol kopstukken. Het maakt de nederlaag van Open VLD des te frappanter. Voor De Croo is het over en uit, het einde van een tijdperk. Een interne afrekening is bijna onvermijdelijk bij deze partij, met onder meer Lachaert die al klaar staat om via zijn goede band met Bouchez van de MR zichzelf terug op het voorplan te werken. De sterke nadruk op enkele kopstukken is op zich een uitdrukking van wantrouwen in de politiek. Dat kwam ook tot uiting in het recordaantal thuisblijvers: iets meer dan 1 miljoen Belgen stemden niet, nog eens 100.000 meer dan bij de vorige verkiezingen.
De grootste verrassing langs Nederlandstalige kant was de ‘overwinningsnederlaag’ van het Vlaams Belang terwijl N-VA stand hield. Ook dat is ongetwijfeld sterk verbonden met de kopstukken. De Wever haalde Van Grieken meermaals onderuit in de debatten en televisieprogramma’s, terwijl hij zich opwierp als harde criticus van Vivaldi en VLD in het bijzonder. De Vlaamse kopstukken van N-VA kwamen amper aan bod. Er is een verschil van 1,7% tussen het federale en het Vlaamse resultaat van N-VA, federaal is er vooruitgang naar 25,6% maar op Vlaams niveau achteruitgang naar 23,9%. Het aantal voorkeurstemmen van minister-president Jan Jambon in de provincie Antwerpen is gehalveerd. Ben Weyts doet het in Vlaams-Brabant op Vlaams niveau veel slechter dan Theo Francken op federaal niveau. Enkel Zuhal Demir vormt een uitzondering, maar zij werd niet gezien als verantwoordelijke voor het rampzalige beleid in onderwijs, zorg en openbaar vervoer. De aftredende Vlaamse regering van Jan Jambon verloor op 9 juni zijn meerderheid.
Terwijl zowat alle andere kopstukken een op den duur platgetreden pad van steeds dezelfde argumenten en debatfiches volgden, scoorde De Wever door regelmatig nieuwe argumenten aan te halen terwijl hij de koers aanhield om zowel tegen het VB als Vivaldi uit te halen en de aandacht weghield van het rampzalige palmares van de door N-VA geleide Vlaamse regering. Enkel Petra De Sutter viel daarnaast in de debatten op met een sterke verdediging van LGBTQIA+rechten, tegenover extreemrechts dat daar een thema van maakte waarmee het deels in eigen voet schoot. De Wever had dit sneller dan Van Grieken begrepen en hield zijn boekje tegen ‘woke’, eigenlijk tegen al wie opkomt tegen onderdrukking, zorgvuldig onder de radar.
Door VB naar de tweede positie te duwen en zelf stand te houden, werd de ‘I’m still standing’ waarmee De Wever de zaal met zijn aanhangers op de verkiezingsavond betrad omgevormd tot een overwinning. Ondertussen haalde het Vlaams Belang een enorme score van 22% en wordt het de grootste partij in de provincies West-Vlaanderen, Limburg en Oost-Vlaanderen. Daarnaast haalt het VB hoge scores in de Kempen. De peilingen voorspelden een donkerzwarte zondag. Zelfs indien het uiteindelijke resultaat beperkter was, blijft dit een erg zwarte zondag. Het VB heeft zich naar voren geduwd en is sterker aanwezig, onder meer bij jongeren en op het platteland. In de Europese verkiezingen, waar er doorgaans minder ‘pragmatisch’ wordt gestemd omdat het Europese niveau ver van ons bed is, werd het wel de grootste partij. Samen met de versterking van extreemrechts in de rest van Europa zal dit onder meer de LGBTQIA+haat versterken. Extreemrechts is een gevaar voor mensen van kleur, voor LGBTQIA+ personen, voor feministen, voor syndicalisten … Antifascistisch protest is en blijft meer dan nodig!
Bij Vooruit werd zorgvuldig gekozen voor een taakverdeling tussen Melissa Depraetere en Conner Rousseau, wat beiden een goed resultaat opleverde en een vooruitgang tegenover het rampzalige resultaat van 2019. De beperkte sociale maatregelen onder Vivaldi (behoud van de index en minimumpensioen van 1500 euro) werden geclaimd, zonder evenwel de regering op zich al te hard te verdedigen. Het enthousiasme zal echter niet overal even groot geweest zijn, in de steden Brussel en Antwerpen was er weinig reden tot feesten bij Vooruit. In Brussel zorgde het vertrek van Fouad Ahidar voor een leegloop. De deelname aan de Antwerpse coalitie van De Wever leverde interne ruzies en breed wantrouwen onder de kiezers op. Regeringsdeelname lijkt het doel van Vooruit, maar ongetwijfeld zal er zowel bij Vooruit als CD&V (dat het resultaat van de meest rampzalige peilingen kon voorkomen maar ondertussen wel verliest) nagedacht worden over wat er nu met De Croo is gebeurd.
De ruimte voor rechts-populisme in Wallonië
De MR zocht steeds meer een buitenbaan van rechts-populisme op waarbij de enige zekerheid is dat Georges-Louis Bouchez de controverse opzoekt. Terwijl dit een deel van de traditionele basis weg duwde richting Les Engagés, bleek de ruimte voor een tegenstem ook in Wallonië erg groot. Dit werd gecombineerd met de populariteit van kopstukken zoals Sophie Wilmès (nog versterkt door het medeleven na het verlies van haar man in 2022 waarna ze aftrad als minister van Buitenlandse Zaken), die Europees maar liefst een half miljoen voorkeurstemmen haalt. Er was vooruitgang voorspeld, maar niemand zag aankomen dat het richting 30% zou gaan. In de campagne was Bouchez niet de enige die bewust forse uitspraken liet optekenen. Minister-president Pierre-Yves Jeholet viel op met een racistische uitspraak tegen Nabil Boukili (PVDA). In een debat over de hoofddoek zei Jeholet dat Boukili niet in België hoeft te blijven als het hem hier niet bevalt. Extreemrechts kon eens te meer niet doorbreken in Wallonië, maar de MR volgt een steeds populistischere koers. Dat kan een zeker anti-establishmentimago opwerpen, wat de partij van Bouchez stemmen heeft opgeleverd. Het kan echter ook de deur openen voor een doorbraak van extreemrechts in een later stadium aangezien het zorgt voor een normalisatie van extreemrechts.
Zo ver is het nu gelukkig nog niet. Het extreemrechtse Chez Nous kon de aanvankelijke verwachtingen niet inlossen. De banden met het Rassemblement National van Le Pen raakten ernstig verstoord en publieke activiteiten bleven op antifascistisch protest botsen. Toch zijn er scores van 6% in Flemalle, 5,5% in Seraing, 5,4% in Charleroi, 5,2% in Herstal en 4,6% in La Louvière. Dit levert geen zetels op, maar dat mag niet wegnemen dat er een waarschuwing is.
De tweede winnaar in Wallonië is Les Engagés van Prévot. De vroegere CDH moest wel gokken om te overleven en zette zichzelf terug in de markt. Het kon zich als betrouwbare centrumpartij opwerpen op een ogenblik dat de MR de populistische toer opging. Samen met de ineenstorting van Ecolo zorgde dit voor een momentum waar Les Engagés optimaal gebruik van maakte bij deze verkiezingen. De onderhandelingen met MR voor regionale regeringen zijn meteen gestart. Prévot houdt de deur voor een federale coalitie met N-VA open en versterkt de banden met CD&V. Een hard besparingsbeleid voeren, kan de herwonnen populariteit van Les Engagés echter snel ondergraven.
Aan de linkerkant is het verlies het grootste voor Ecolo, dat halveert tot 7%. De groenen recycleren hun vorige verkiezingsnederlagen, toen ze na regeringsdeelname eveneens hard afgestraft werden in 2003, 2004 en 2014. Welke lessen vallen daaruit te trekken? Klimaat blijft een belangrijk thema, nu de opwarming versnelt en leidt tot meer gevallen van extreem weer. Proberen binnen de marges van het gevestigde beleid iets gedaan te krijgen, lukt duidelijk niet. De nederlaag toeschrijven aan profilering rond thema’s als LGBTQIA+rechten in plaats van de corebusiness van klimaat, is oppervlakkig en in tegenspraak met het resultaat van Petra De Sutter en Groen.
De cijfermatige schade voor de PS blijft ‘beperkt’ tot 3%, maar door de forse groei van MR komt dit veel harder aan. Ook in Brussel, waar de PS stand hield met 22% en kopstuk Laaouej de populairste is, maakt de groei van MR dat dit als een nederlaag wordt aangevoeld. Dit wordt versterkt door de blauwe winst in drie noordelijke Brusselse gemeenten (Jette, Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren). Zich profileren als oppositie binnen de regering, was niet langer mogelijk voor de PS die op dat vlak voorbijgestoken werd door Bouchez. De PS verloor niet omdat het een te links beleid voerde, maar omdat het na jarenlange machtsdeelname geen antwoorden bood op de sociale noden. Dat maakte dat velen voor ‘iets anders’ stemden, ook in de traditionele Waalse bastions.
De PVDA verliest in Wallonië 1,6%. De partij houdt grotendeels stand in de grote steden met 20% in Luik en Charleroi, maar kan de rest van de vooruitgang in 2019 niet vasthouden. Alleszins is het een pak minder dan de peilingen die op momenten de PVDA op 20% plaatsten. De doorbraak in 2019 was mee het resultaat van de populariteit van Raoul Hedebouw, die nu zijn aandacht over het hele land verdeelde. Die vooruitgang kwam er bovendien in de nasleep van grote sociale bewegingen tegen de rechtse regering-Michel en tegen aanvallen op de pensioenen. Er is discussie nodig over de redenen van de achteruitgang langs Waalse kant. Een puur electoralistische benadering rond een minimaal programma is te beperkt. De verkiezingscampagne zou sterker staan met een strijdbaar actieplan dat de bredere arbeidersbeweging mee betrekt.
Eén, twee of drie democratieën?
Op het eerste gezicht lijkt het resultaat de kaarten gemakkelijker te leggen. Er is een meerderheid rond N-VA mogelijk in Vlaanderen met Vooruit en CD&V. In Wallonië halen MR en Les Engagés een meerderheid. Zo eenvoudig is het in België echter niet. Er is immers ook Brussel, waar de resultaten anders zijn dan in de rest van het land. Langs de Franstalige kant is MR de grootste, maar houdt de PS stand en scoort de PVDA. Les Engagés gaat vooruit in de hoofdstad, maar blijft op 10% steken waardoor MR en Les Engagés niet aan een meerderheid komen. Langs Nederlandstalige kant is de institutionele kortsluiting met een meerderheid van VB en N-VA vermeden. Het zijn Groen en Team Ahidar die winnen, wat evenmin aansluit bij het Vlaamse resultaat. Een Brusselse regering vormen, wordt alleszins een uitdaging.
Het Brusselse resultaat doorprikt de retoriek van ‘twee democratieën’ in België. De verschillen tussen Brussel en de rest van het land zijn groter geworden. Daarnaast is er ook geen sprake meer van een ‘rechts Vlaanderen’ tegen een ‘links Wallonië’, aangezien rechts ook in Wallonië won (en dat zonder dat de Waalse N-VA-lijsten potten hebben gebroken). Dat ondergraaft het belangrijkste argument van N-VA over waarom een staatshervorming nodig zou zijn. Verder zijn er grote verschillen tussen de resultaten in alle grootsteden en die in de rest van het land.
Dit is niet onbelangrijk als er straks een regering gevormd wordt. De Wever stuurt al wekenlang aan op een ‘minikabinet’ om de begroting op orde te zetten, eigenlijk een sociaal-economische besparingsregering die het communautaire even opzij zet. Dit ‘minikabinet’ ziet De Wever als een afspiegelingscoalitie van de regionale regeringen. Met het afwijkende resultaat in Brussel wordt dit moeilijker. De grote vooruitgang van MR en Les Engagés werpt bovendien de kwestie op van een volwaardige rechtse regering. Als die niet als ‘minikabinet’ wordt voorgesteld, duikt de vraag van een staatshervorming onvermijdelijk op. Op communautair vlak staan N-VA enerzijds en de mogelijke coalitiepartners echter erg ver van elkaar.
Rechts staat klaar om aan te vallen
Er zijn heel veel obstakels om tot regeringen te komen. De overwinningsroes van N-VA en MR kan de basis leggen voor Vlaamse en Waalse regeringen, maar Brussel blijft een moeilijkheid. Zowel omwille van de resultaten als door de enorme uitdagingen na een beleid dat de sociale tekorten doet ontsporen. Een federale regering blijft eveneens moeilijk, zelfs indien rechts klaar staat om de aanval op onze levensstandaard en openbare diensten in te zetten. Voor de N-VA kan er 30 miljard bespaard worden door te kijken naar onder meer de zorg, vluchtelingen, leefloners, werklozen, zieken … Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd is wellicht de makkelijkste maatregel voor een toekomstige coalitie, maar dat schuift het probleem vooral door naar de leeflonen. Het activeren van langdurig zieken klinkt gemakkelijk, maar hoe zet je iemand die echt op is opnieuw aan het werk? Hoe kan je 4,5 miljard uit de zorg halen terwijl die sector kreunt onder de tekorten? De harde aanvallen worden echter voorbereid en rechts krijgt een parlementaire positie om daartoe over te gaan.
De arbeidersbeweging mag zich niet herleiden tot de rol van passieve toeschouwer. Het gaat over onze lonen, uitkeringen, openbare diensten … Het gaat over aanvallen op bepaalde groepen van de werkende klasse die het moeilijker hebben, zoals werklozen of vluchtelingen. We weten dat dergelijke aanvallen nadien veralgemeend worden. Om de besparingsoperatie te vervolledigen, zal rechts wellicht ook nieuwe privatiseringen en uitverkoop van publieke middelen voorbereiden. Ongetwijfeld zullen nieuwe aanvallen op het recht op collectieve en syndicale actie op de agenda staan, in een poging om onvermijdelijk vakbondsprotest aan banden te leggen.
Vlaams minister voor Financiën Matthias Diependaele (N-VA) zal de formatie leiden voor een Vlaamse regering. Dat heeft zijn partij woensdag bekendgemaakt. Op federaal niveau zal uittredend minister-president Jan Jambon samen met Bart De Wever de onderhandelingen leiden.
Op regionaal niveau is het minister van Begroting en Financiën Matthias Diependaele die van zijn partij het mandaat krijgt om een nieuwe Vlaamse regering te vormen. De Oost-Vlaming wordt daarbij bijgestaan worden door ministers Zuhal Demir en Ben Weyts en Antwerps havenschepen Annick De Ridder, die tevens in het Vlaams Parlement zetelt. De partij liet al verstaan dat wie onderhandelt niet per se aanspraak maakt op een ministerpost.
Vlaamse startnota
Ondertussen gaven Vooruit en CD&V hun fiat voor de startnota die N-VA-voorzitter Bart De Wever had gepresenteerd aan de beide partijen. De Wever voerde afzonderlijk gesprekken met de twee partijvoorzitters om te zien of er een opening was om de Vlaamse onderhandelingen op te starten. Na afloop van dat gesprek zei CD&V-voorzitter Sammy Mahdi dat “een aantal correcties” voor zijn partij “noodzakelijk” waren. Bij N-VA en Vooruit hield men de lippen enigszins stijf op elkaar.
“De kiezer heeft volgens Vooruit op 9 juni gestemd voor een warmer en socialer beleid in Vlaanderen. Wij hebben de informateur gevraagd om een duidelijk signaal te geven dat de huidige Vlaamse regeringspartijen bereid zijn hun beleid fundamenteel bij te sturen”, zei Melissa Depraetere. “Ik heb in de gesprekken met Bart De Wever het vertrouwen gekregen dat die bereidheid er is.”
Samen met federaal minister Caroline Gennez brachten ze naar buiten dat ze “klaar zijn om aan tafel te gaan”. “De komende maanden gaan we keihard strijden voor een warmer en socialer Vlaanderen. Voor meer investeringen in onze jongeren, in ons welzijn, in ons onderwijs. Op ons kan je rekenen.”
Ook CD&V zag de startnota als een opening voor onderhandelingen. “Het is een uitnodiging om aan tafel te gaan, geen bindend document”, zei voorzitter Sammy Mahdi dinsdag. “Er ontbreken voor ons een aantal fundamentele zaken en er zijn een paar elementen waar wij fundamenteel anders naar kijken. De komende weken zal dat tijdens de onderhandelingen verder uitgeklaard moeten worden”.
Niet veel later dan Vooruit gaven ook de christendemocraten aan dat ze groen licht geven om de onderhandelingen op Vlaams niveau te starten met N-VA en Vooruit. Vlaams viceminister-president Hilde Crevits, die al sinds 2007 onafgebroken minister is in de Vlaamse regering, en minister Jo Brouns leiden de onderhandelingen voor CD&V.Op federaal niveau is het Jan Jambon die samen met zijn partijvoorzitter Bart De Wever de onderhandelingen zal leiden. “Het Dagelijks Bestuur van de N-VA heeft minister-president Jan Jambon gevraagd om samen met partijvoorzitter Bart De Wever de leiding te nemen over de toekomstige federale onderhandelingen. Jan Jambon heeft deze opdracht aanvaard”, luidt het woensdagmiddag in een persbericht van de partij. N-VA wijst daarbij op de ervaring van Jambon als federaal vicepremier in de regering-Michel
De nieuwe regering staat voor een besparingsoperatie van 25 miljard euro. Bij de federale overheid is er weinig ruimte over, tenzij we snoeien in de welvaartsstaat of de belastingen verhogen, zegt de Gentse economieprofessor Gert Peersman in Trends Talk dit weekend. Volgens Peersman blijft er nog één oplossing over: “De regio’s moeten mee in het besparingsbad.”
De beste manier om onze overheidsfinanciën te saneren, is meer economische groei. Dat levert automatisch een verhoging van de belastingontvangsten en een daling van de schuldgraad op. Maar groei komt niet op bestelling, aldus de Gentse econoom Gert Peersman in Trends Talk. Er moeten meer mensen aan het werk, en vooral de productiviteit moet omhoog, onder meer door investeringen in onderwijs, infrastructuur en onderzoek en ontwikkeling, en door de inschakeling van artificiële intelligentie in de economie. Dat alles vergt tijd, terwijl de begroting vandaag zwaar in het rood zit en de Europese Commissie ons op het strafbankje heeft gezet.
De nieuwe regering zal 25 miljard euro moeten besparen. “Dat is ongeveer 5.000 euro per gezin per jaar”, zegt Peersman. “De federale regering heeft maar twee mogelijkheden: belastingen verhogen – en daar zitten we niet op te wachten – of snoeien in onze welvaartsstaat. Want naast een belastingverhoging heb je eigenlijk alleen nog maar de sociale uitgaven: de gezondheidszorg zit daar, onze pensioenen zitten daar. Voor de rest zijn er niet veel federale uitgaven waarop je kunt besparen om dat op te vangen. Dat gaat over militaire uitgaven, over justitie: de zaken die eerder meer dan minder budget nodig hebben.”
Ambtenaren en subsidies
Waar valt dan wèl nog geld te rapen? Bij de regio’s, aldus Peersman. Zij hebben een groot ambtenarenapparaat en zijn rijk genoeg om subsidies uit te delen. Maar ze hebben geen prikkels om te besparen. “We moeten nadenken over een staatshervorming waarbij de financieringswet wordt herzien. De regio’s moeten mee in het bad getrokken worden. Dan zal de pijn voor de gemiddelde Belg, de gemiddelde Vlaming ook, lager zijn. Door minder geld door te geven aan de regio’s, zodanig dat het begrotingstekort federaal gemakkelijker weggewerkt kan worden zonder de belastingen te verhogen of naar de sociale zekerheid te kijken.”
Een alternatief is om federale bevoegdheden door te schuiven naar de regio’s, zonder het nodige budget mee over te hevelen. Zo zou je een dure bevoegdheid als gezondheidszorg helemaal kunnen regionaliseren, maar de regio’s verplichten de factuur te betalen. Dat zou de regio’s dwingen te snoeien in hun ambtenarenapparaat en de subsidies.
Wallonië en Brussel
De besparingsoperatie zou dus kunnen uitdraaien op een strijd tussen het federale niveau en de regio’s. Maar voor de gewone Belg maakt dat geen verschil, aldus Peersman. “Uiteindelijk gaat het over u en ik – de gemiddelde Vlaming, de gemiddelde Belg – die de factuur moeten betalen. Dan kun je als regionale regering moeilijk zeggen: ‘Wij doen niks.’ Daardoor zal diezelfde Vlaming federaal meer belastingen moeten betalen.” Maar zullen de regio’s de begrotingsfactuur zomaar slikken? De Vlaamse begroting ziet er redelijk gezond uit, maar de Waalse en de Brusselse overheidsfinanciën zitten in slechte papieren. Volgens Peersman wordt de ernst van de Waalse en de Brusselse begrotingsproblemen overdreven. Op korte termijn zullen Wallonië en Brussel elk een stuk van de besparing moeten dragen, waardoor hun begroting niet naar een overschot zal kunnen gaan. “Maar op lange termijn zouden ook die begrotingen gezond moeten kunnen worden. Waarom? Omdat de economische groei altijd voor meer inkomsten zal zorgen op die niveaus, terwijl de extra uitgaven voor vergrijzing, defensie enzovoort niet op die niveaus zitten. Die zitten federaal.”
Wij gebruiken cookies om de werking van onze website te verbeteren
Functional Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistics
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.