Vorig jaar heeft de Belgische fiscus een recordaantal bankrekeningen van belastingplichtigen ingekeken, om te achterhalen of mensen met belastingschulden nog ergens een rekening verbergen. Als dat zo is, legt hij er beslag op, schrijft De Tijd.
Sinds 2014 bestaat er op het niveau van de Nationale Bank van België een register met alle Belgische bankrekeningnummers van mensen, bedrijven en andere rechtspersonen. De fiscus mag dat Centraal Aanspreekpunt gebruiken voor onderzoeken naar belastingfraude en om belastingen te innen. In het eerste jaar deed de fiscus dat 2.722 keer, in 2015 al 9.946 keer, en het voorbije jaar zelfs 41.280 keer.
Na de eerste jaarhelft van 2020 staat de teller al op 26.219 keer. Het gaat hier niet om een strijd tegen de grote en omvangrijke belastingfraude. De Bijzondere Belastinginspectie, die zich bezighoudt met de aanpak daarvan, dook vorig jaar 927 keer in bankrekeningen. Dat is minder dan de vorige jaren: 1.016 keer in 2018 en 1.828 keer in 2017. De gewone belastingcontroleurs van de administratie van de Fiscaliteit deden het vorig jaar ‘slechts’ 2.187 keer, tegenover 2.139 keer het jaar voordien.
Acties tegen wanbetalers
Vooral de administratie van de Inning en Invordering spant de kroon. Zij doorzocht vorig jaar liefst 38.161 keer het register van de bankrekeningnummers. Dat is meer dan dubbel zoveel als in 2016, toen dat slechts 15.360 keer gebeurde. Die administratie houdt zich bezig met de snelle inning van belastingen en onderneemt daarnaast acties tegen wanbetalers met belastingschulden.
‘Voor de invordering van belastingschulden is het zeer efficiënt dat we nu meteen kunnen nagaan welke rekeningen mensen allemaal hebben. Vroeger hadden we daar geen volledig zicht op’, zegt FOD Financiën-woordvoerder Francis Adyns. ‘Het volstaat dat we een rekening terugvinden die we nog niet kenden om er ‘derdenbeslag’ op te leggen.’ De tussenkomst van een deurwaarder is in dat geval niet nodig. Bron: De Tijd