Ambtenaren kunnen na een burn-out andere functies uitproberen: als het niet lukt, mogen ze terug naar hun oude job.

Opnieuw aan de slag als belastingcontroleur of liever een nieuwe uitdaging bij Fedasil? Ambtenaren die na een burn-out weer aan het werk gaan, kunnen vanaf nu kiezen of ze dat bij hun huidige dienst of elders binnen de federale overheid doen.

Het aantal federale ambtenaren dat langer dan een jaar thuis zit door ziekte, stijgt heel licht: van 1,69 procent in 2021 naar 1,81 vorig jaar”, zegt minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen). “Hoe langer iemand afwezig is van het werk, hoe moeilijker het is om opnieuw van start te gaan. Daarom veranderen we de filosofie. In plaats van ons blind te staren op wat iemand misschien niet meer kan, kijken we naar wat mensen wel nog kunnen en willen.”

In de praktijk betekent dit dat elke federale ambtenaar vanaf drie maanden afwezigheid door ziekte de mogelijkheid krijgt bij een andere federale overheidsdienst terug aan de slag te gaan. Ook ambtenaren die van job veranderendoor de digitalisering of een reorganisatie, krijgen de kans verschillende functies uit te proberen. Op basis van de beschikbare plaatsen en de interesses, kan de betrokken ambtenaar zo tot drie verschillende diensten uitproberen, voor een totale periode van maximaal achttien maanden.

LOOPBAANCOACH

Tijdens dit traject worden de ambtenaren begeleid door een loopbaancoach en kunnen ze opleidingen volgen. Aan het einde van deze betaalde ‘stages’ krijgt de ambtenaar dan de keuze: keer ik terug naar mijn oude job – in het geval van langdurig zieken – of is het gras toch echt groener aan de overkant?

Voor 32 op de 47ambtenaren bleek het antwoord op die tweede vraag ‘ja’ te zijn. Sinds het proefproject startte in 2021, kozen bijna zeven op de tien voor de nieuwe functie. Andere deelnemers gingen met pensioen, vielen opnieuw ziek uit of keerden terug naar de oorspronkelijke job. Nu de federale regering het ‘heroriënteringstraject’, zoals het initiatief heet, vorige week ook officieel groen licht gegeven heeft, wordt het over alle diensten uitgerold. Let op: deelnemen is niet verplicht. Ambtenaren die na afwezigheid toch graag gewoon terugkeren naar hun oude job, hoeven niet te vrezen voor hun plaats.

FLEXIBILISERING

“Het is goed dat er eindelijk aandacht komt voor flexibilisering”, zegt professor arbeidsgeneeskunde Lode Godderis (KU Leuven). “Een succesvolle terugkeer naar het werk hoeft immers niet noodzakelijk hetzelfde werk te betekenen, maar wel het beste werk voor deze persoon.” Volgens Godderis is een belangrijke reden waarom mensen uitvallen immers een “mismatch” tussen wat mensen graag doen en goed kunnen en wat er van hen gevraagd wordt in hun job.

Toch waarschuwt hij voor een one-size-fits-all-aanpak: “Je moet vermijden dat men ‘moeilijke dossiers’ zo gewoon doorschuift naar een andere afdeling”, aldus Godderis. “Het probleem ligt vaak ook bij hoe het werk georganiseerd is. Daarom is het zo belangrijk eerst een grondige analyse te doen: wat waren nu de oorzaken voor de burn-out op de werkplek en welke aanpassingen kunnen daarvoor gebeuren?”

Ook benadrukt Godderis het belang van intensieve begeleiding: “Als je met een burn-out kampt, is je energieniveau lager. Terwijl je om een nieuwe omgeving te leren kennen en andere competenties te verwerven juist extra energie nodig hebt. Als medewerkers daar niet voldoende in begeleid worden, keren ze eerder terug naar hun huidige job. Want daar weet je tenminste wat je kan verwachten.”

Voorlopig blijft het project beperkt tot federale overheidsdiensten. In de privésector experimenteert onder meer hr-dienstenbedrijf Acerta wel met het concept onder de naam ‘Bridge’. Eerder dit jaar lanceerde de VDAB bovendien vier ‘werkschakelpunten’, met de bedoeling transities binnen en tussen bedrijven te vergemakkelijken.

Bron: De Morgen