Door de hoge inflatie brengt die indexering ons een pak meer geld op dan normaal.
Wat zijn belastingschalen?
Inkomens worden in ons land progressief belast. Dat betekent dat we niet één, algemeen tarief moeten betalen op alles wat we verdienen. In België bestaan er vier belastingschalen: van 25, 40, 45 en 50 procent. Op het eerste deel van ons loon – tot 13.870 euro bruto per jaar – betalen we ook het laagste tarief. Op een tweede deel (tussen 13.870 en 24.480 euro) is dat 40 procent. Tussen 24.480 en 42.370 euro is dat 45 procent, en alles boven dat laatste bedrag wordt tegen 50 procent belast. Wie weinig verdient, zal bijvoorbeeld geen 45 en 50 procent moeten betalen. Wie een hoog loon heeft, zal op een stuk wel al 50 procent moeten ophoesten. Dat zijn dus de belastingschalen of -schijven.
Wat is de indexering?
Net zoals onze lonen met de levensduurte mee stijgen en dus worden geïndexeerd, worden ook die belastingschijven aangepast aan de inflatie. Mocht dat niet gebeuren, zouden we steeds meer belastingen betalen, aangezien onze lonen door de indexering altijd maar stijgen. Die indexering van de belastingschalen gebeurt elk jaar, vanaf januari. Over hoeveel het precies gaat, komen we altijd in december te weten. Nu dus. Er zijn verschillende indexmechanismen, maar kort door de bocht wordt die indexering gebaseerd op de situatie van de maand oktober.
Hoeveel levert die indexering op?
Hr-dienstverlener SD Worx maakte de berekeningen al en die geven aan dat het minstens om 50 euro extra per maand gaat, of 600 euro per jaar. De hoogte is uiteraard afhankelijk van je loon/wedde en de gezinssituatie. Hoe hoger het loon, hoe meer je in euro’s extra overhoudt. Wie meer kinderen ten laste heeft, of een partner die bijvoorbeeld niet werkt, zal ook wat hoger zitten.
Een voorbeeld: een bediende die gehuwd is met een partner die werkt en één kind ten laste heeft, zal met een brutoloon van 2.750 euro per maand straks 85 euro meer overhouden door de indexering van de belastingschalen. Voor iemand met eenzelfde profiel, maar met een lager of hoger loon is dat op een paar euro’s na ongeveer hetzelfde. Voor een arbeider die getrouwd is met iemand die niet werkt en twee kinderen ten laste heeft, is het verschil tussen lage en hoge lonen wel een stuk groter. Daar schommelt het tussen 98 en 135 euro per maand.
Dat we zo veel meer overhouden dan anders heeft uiteraard te maken met de enorme inflatie die er kwam met de oorlog in Oekraïne en de daarop volgende energiecrisis. Volgens SD Worx ging het twee jaar geleden over gemiddeld 5 euro meer per maand. Tien keer minder dus. Vorig jaar ging het om 20 euro, ongeveer een derde minder.
SD Worx hield in zijn cijferwerk nog geen rekening met de loonindexering van zo’n 11 procent die sommige bedienden en arbeiders in de voeding, de horeca en de logistiek straks in januari nog krijgen. Voor hen liggen de bedragen nog een stuk hoger.
Ging de regering de belastingschalen niet al vroeger indexeren?
Daarover was afgelopen zomer inderdaad wel discussie. Werknemers en ambtenaren wiens loon/wedde al verschillende keren geïndexeerd werd, zagen een deel van die winst opgegeten omdat ze sneller in een hogere belastingschaal terechtkwamen. Die schalen worden immers maar één keer per jaar verhoogd, in januari. Volgens experten die in opdracht van de regering rond de zomer onderzochten hoe de koopkracht kon worden verhoogd, stelden vast dat 2,4 van de 6,9 procent – toenmalige – loonsverhoging zo weer terug naar de staatskas vloeide. Ze stelden daarom een vervroegde indexering voor. Maar daar kwam uiteindelijk niets van in huis. Volgens minister van Financiën Vincent Van Peteghem zou dat 1,5 miljard hebben gekost. De CD&V-minister stelde andere koopkrachtmaatregelen voor.
Wie het voorbije jaar zijn inkomen al verschillende keren verhoogd zag, was fiscaal dus de pineut. Anderzijds konden de betrokkenen wel al rekenen op een hoger loon en hadden ze zo veel sneller een buffer tegen de hogere prijzen. Wie pas in januari een aangepast loon krijgt, moet al een heel jaar tegen hogere prijzen aankijken en die betalen met een lager inkomen. Volgens berekeningen van de vakbonden zorgt het voor een verlies aan koopkracht van enkele duizenden euro’s. Maar politiek veranderde er na de discussie rond de zomer uiteindelijk niets. De indexering van de belastingschijven blijft één keer per jaar gebeuren, in januari. Of er met de fiscale hervorming die de regering plant nog iets zal veranderen, is nog niet duidelijk. De liberalen willen wel de schalen zelf optrekken, zodat lonen minder snel in de schaal van 50 procent vallen. Bron trends