‘Hebben de staatshervormingen tot een beter beleid geleid?’, vraagt Emmanuel van Innis zich af. ‘Een nieuwe staatshervorming moet dan ook als doel hebben ons land efficiënter en kostenbesparend te maken.’
‘België is op.’ Dagelijks worden we met die slogan geconfronteerd op sociale media. De propagandisten van die mantra juichen dit eerder toe alsof ons land, België, een waardeloos misbaksel is zonder verleden noch toekomst dat zo snel mogelijk in de vergeetput van de geschiedenis moet. De verketters geven geen positieve voorstellen om ons land beter te doen werken, behalve het separatisme of het mysterieuze confederalisme – wat op hetzelfde neerkomt, met zachtere woorden naar hetzelfde einddoel.
De bedoeling is niet om alles goed te praten en om de werking van alle regeringen van dit land te bewieroken, maar laat ons eerlijk zijn: het rapport van de regionale regeringen is zeker niet beter dan die van de federale regering. Maar één zaak is de werking of de resultaten van een regering te bekritiseren, iets anders is het om het kind met het badwater weg te smijten.
De vorige staatshervormingen kwamen erop neer bevoegdheden en financiële middelen over te hevelen van het nationaal niveau naar de nieuwe gewesten en gemeenschappen. Na zes staatshervormingen zou men zich tot de twee volgende vragen moeten stellen:
Heeft dit alles tot een beter beleid geleid? En welk kosteneffect of besparend effect heeft deze merkwaardige decentralisatie teweeggebracht?
Het antwoord is zeker niet evident en het valt te noteren dat noch het Rekenhof noch de Nationale Bank zich gewaagd hebben aan dusdanige studies, wat toch de moeite waard zou geweest zijn, eenvoudigweg om de burger te informeren. Diezelfde burger die nooit geraadpleegd werd over deze staatshervormingen.
Ter attentie van de mensen die het Zwitsers model promoten (dat misschien wel als model kan gelden): iedere wijziging van de Zwitserse Grondwet vereist een dubbele meerderheid: van alle burgers die per referendum worden geraadpleegd, en van de 26 cantons of deelstaten die Zwitserland rijk is.
België breekt alle records qua aantal regeringen, parlementen, aantal publieke mandatarissen en noem maar op. De bevoegdheidsversnippering en splitsingobsessie gaat gepaard met een steeds stijgend overheidsbeslag. Hoe zou het anders kunnen?
We evolueren meer en meer van een parlementaire democratie naar een geldverslindende particratie met nationale partijen noch federale kieskring, waardoor elke partij zich slechts moet verantwoorden tot een deel van de bevolking. En dan verwonderd zijn dat het federaal niveau het bijzonder moeilijk heeft om iedereen te bevredigen. Eigenaardig genoeg moeten wij vaststellen dat die particratie ook de regionale regeringen besmet.
200 jaar België
Een nieuwe staatshervorming moet dan ook als doel hebben ons land efficiënter en kostenbesparend te maken, en de gebreken van de zes voorgaande staatshervormingen te corrigeren, niet het verder ontmantelen van de federatie en het versnipperen van bevoegdheden.
Is België nu werkelijk ‘op’? De laatste jaren zijn heel moeilijk geweest voor vele landen. De pandemie, de inflatie, de energiecrisis, de dreigende recessie, de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en de nieuwe migratiestromen zijn uiteraard zorgwekkend en brengen enorme kosten met zich mee. Wel, het kleine België is zeker niet de laatste in de klas en ziet er voorlopig beter uit dat wat we hadden kunnen vrezen en zelfs beter dan wat we in vele andere landen kunnen constateren. Onze koopkracht is verbeterd en onze economische groei is beter dan verwacht.
Het hoofd bieden aan al deze crisissen is nochtans voor het grootste deel federale bevoegdheid. Merkwaardig voor een land dat niet werkt.
We stellen vast dat ons land successen boekt en er ook een wil bestaat om samen te werken en om de meerwaarde van België duidelijk te maken. Een overzicht.
- De samenwerking tussen VDAB, Forem en Actiris bestaat, alsook de wil om gezamenlijk de activering van werklozen te bevorderen,
- idem qua mobiliteit waar NMBS, MIVB , de LIJN en TEC samenwerken om de mobiliteit in en rond Brussel te bevorderen,
- economische successen zoals IMEC in Vlaams Brabant en ODOO in Waals Brabant,
- de ambitie om van België een wereldspeler te maken op gebied van energietransitie,
- het aantal successtories van startups en bedrijven overal in het land (ook in Wallonië) met internationale uitstraling,
- de competentie, meertaligheid, expertise en gastvrijheid van de Belgen overal ter wereld,
- de samenwerking van universiteiten op gebied van research and development,
- om maar te zwijgen over de kunstwereld , de sport, de gastronomie, enzovoort, waar het merk Belgium de grootste waarde heeft,
- en ook de wil en de wens van de overgrote meerderheid der Belgen om samen te blijven en beter samen te werken.
Wij vieren weldra 200 jaar België. Wij mogen absoluut fier zijn over dit verleden. België, dit klein en arm land bij zijn geboorte, is uitgegroeid tot een van de rijkste landen ter wereld, een bakermat van cultuur, innovatie, gezondheidszorg, sociale vooruitgang en zelfs sport. België weerstond twee wereldoorlogen en stond aan de oorsprong van Europa en tal van internationale instanties. Wij scoren opmerkelijk veel beter dan onze geografische grootte en ons bevolkingsaantal. Niet mis voor een land dat zogezegd ‘op’ is.
Bron: Knack