43 procent van de Vlaamse leerlingen uit het vierde leerjaar zegt met honger naar school te komen. Dat blijkt uit de internationale PIRLS-studie waar in Vlaanderen ruim 5.000 leerlingen aan hebben deelgenomen. Het is meer dan een verdubbeling ten opzichte van 2016, toen 19 procent zei met honger naar school te komen. “Het is deels te wijten aan stijgende armoede, maar het is vaak een kwestie van tijdgebrek”, zegt onderzoekster Katrijn Denies.
Vlaamse leerlingen van het vierde leerjaar gaan niet alleen achteruit op begrijpend lezen, maar bijna de helft komt ook aan met honger op school. Dat toont de internationale PIRLS-studie die vijfjaarlijks toetsen begrijpend lezen afneemt bij meer dan 5.000 leerlingen uit het vierde leerjaar lager onderwijs.
“Qua honger zijn we in Vlaanderen bij de slechtste leerlingen van de klas. Enkel in Italië doen ze het slechter”, zegt onderzoekster Katrijn Denies. “Opvallend is de grote stijging van de afgelopen jaren. In 2016 ging het nog om 19 procent van de leerlingen, nu gaat het om bijna de helft.”
Armoede, of speelt er meer?
De stijging heeft deels te maken met armoede en de crisissen van de afgelopen jaren, maar er speelt meer mee. “Ouders moesten hoge energierekeningen en huurprijzen voor hun appartement betalen: het wordt voor sommige gezinnen steeds moeilijker voldoende voeding in huis te halen”, bevestigt Denies.
“Maar natuurlijk leeft niet 43 procent van de ouders in armoede. We vermoeden dat het vaak ook gaat om tijdsgebrek. Ouders hebben niet altijd de gewoonte om te ontbijten samen met hun kind. Het wordt tijd daarover te sensibiliseren”, vindt Denies.
Verantwoordelijkheid ouders
Daar is Vlaams minister van Onderwijs Ben Weys (N-VA) het niet volledig mee eens. “We moeten ingrijpen en zelfs sanctioneren als ouders ervoor kiezen zo onverantwoordelijk te zijn. Je kan sensibiliseren, maar welke ouder weet niet dat een kind gezond moet eten en ontbijten? Dat is toch een evidentie”, stelt hij scherp.
Scholen doen hard hun best om te sensibiliseren, merkt de minister. “Het is aan ouders om over de brug te komen. Wij als overheid moeten misschien een signaal geven dat we niet tolereren dat je enerzijds een groeipakket en schooltoeslag krijgt, maar anderzijds je als ouder je verantwoordelijkheden ontloopt.”
Concentratieproblemen
Kinderen merken zelf wat een goed ontbijt met hen doet. “Als ik niet genoeg ontbijt, heb ik concentratieproblemen”, zeggen meerdere kinderen van basisschool ‘t Kofschip in Edegem. Veel van die kinderen geven aan elke dag te ontbijten, vaak samen met hun ouders, maar dat ze dan nog veel last hebben van honger. “Ik weet niet zo goed hoe dat kan, waarschijnlijk omdat we zo hard moeten opletten”, zegt leerling Xander.
Hoewel veel van de kinderen van de school in Edegem ontbijten, voelen ze ook de tijdsdruk die daarmee gepaard gaat. “Mijn ouders zijn ‘s ochtends vaak gestresseerd en we moeten ons ontbijt snel-snel eten, dat is niet leuk”, zegt Xander nog. Kaan heeft zelfs geen tijd om te ontbijten. “Ik moet me vaak zo hard haasten dat ik geen tijd heb voor ontbijt. Dan heb ik heel veel honger tijdens de les.”
Wat is een gezond ontbijt?
Een gezin waar twee ouders werken, waar je kinderen op tijd klaar moet krijgen voor school: ouders vergeten vaak zelf te ontbijten. Dat geeft het foute idee aan kinderen. Hoe kunnen we toch snel een gezond ontbijt op tafel toveren? “Heel simpel”, zegt Michael Sels, hoofddiëtist van het UZ Antwerpen. “Als je groenten of fruit integreert in elke maaltijd, zit je altijd goed. ‘s Ochtends kan een kom yoghurt met granen en enkele stukken fruit al een heel verschil maken.”
Wanneer aan de leerlingen van de basisschool ‘t Kofschip gevraagd wordt wat een gezond ontbijt inhoudt, zijn ze heel goed op de hoogte. “Fruit, groenten, weinig suikers, havermout, een salade”, noemen ze allemaal op.
Door tijdsgebrek kiezen we vaak voor een makkelijke oplossing, die niet altijd even voedzaam is. “Het is daarom belangrijk in te zetten op voedselgeletterdheid. Ouders – maar eigenlijk iedereen – moeten meer weten wat er in voeding zit en wat het met het lichaam doet.”
Obesogene omgeving
Volgens Sels maakt de maatschappij het niet makkelijk om voor de juiste voeding te kiezen. “We leven in een obesogene omgeving, een omgeving die dik maakt. Vier facetten dragen daaraan bij: beschikbaarheid, portiegrootte, technologie en marketing.”
Hoe belangrijk het ook is dat we kiezen voor een voedzame maaltijd, zaken als marketing maken dat vaak niet mogelijk. “Koffiekoeken elke dag van de week in de etalage van de bakker, voetballers die reclame maken voor fastfoodketens: je kunt er bijna niet naast kijken. Het wordt tijd dat we ingrijpen in de omgeving en op de plekken waar kinderen schoollopen.”
Bron: VRT NWS