Regering-Schoof is niet meer: VVD, NSC en BBB willen afgesproken akkoord niet aanpassen, dus Wilders stapt uit coalitie

De regering-Schoof is niet meer: de coalitiepartners zijn het deze ochtend niet eens geraakt over een nieuw akkoord rond het asielbeleid. PVV-leider Geert Wilders eiste dat het Nederlandse asiel- en migratiebeleid een stuk strenger wordt, zo niet wil hij zijn partij uit de regering terugtrekken. Partijleiders Dilan Yesilgöz (VVD), Nicolien van Vroonhoven (NSC) en Caroline van der Plas (BBB) zijn nog niet op de eisen van Wilders ingegaan.

De Nederlandse regering van premier Dick Schoof is gevallen. De coalitiepartners – die deze ochtend een spoedoverleg hadden om 9 uur – zijn het niet eens geraakt over de vraag van Geert Wilders om het regeerakkoord aan te passen.

Wilders wilde dat het asielbeleid strenger zou worden. “Geen handtekening, geen aanpassingen, dus PVV verlaat de coalitie”, schrijft de politicus op X. 

De leiders van VVD, NSC en BBB reageren kwaad en teleurgesteld op de beslissing van Wilders om de stekker eruit te trekken. VVD-leider Yesilgöz kwam zichtbaar woedend de overlegkamer uitgelopen: “Hij kiest voor zijn eigen ego en zijn eigen belang”, zegt ze. “Ik ben verbijsterd. Hij gooit de kans op een rechts beleid weg. Dit is superonverantwoord.”

Nicolien van Vroonhoven (NSC) spreekt over een onbegrijpelijke keuze van Wilders. “Ik snap het echt niet en ben echt een beetje boos op hem. Kijk hoe je het land nu achterlaat”, klinkt het.

Ook het hoofd van de BBB Caroline Van der Plas is niet te spreken over het verloop van de feiten. “Hij heeft alle troeven in handen en trekt willens en wetens de stekker eruit”, reageert Van der Plas. “Ik ben heel boos, het is onverantwoord.” 

Het is niet de eerste keer dat de PVV een Nederlandse regering doet vallen: in april 2012 trok Wilders zijn partij eveneens terug als gedoogpartner van het kabinet-Rutte I.

Dit artikel krijgt momenteel een update.

Wilders wilde handtekening, maar kreeg die niet

De politieke crisis in Nederland begon gisteren al: Wilders wil dat er 10 punten worden toegevoegd aan het zogenoemde hoofdlijnenakkoord, waarop het regeerakkoord van de regering-Schoofs gebaseerd is. Het gaat dan onder meer over gesloten grenzen voor asielzoekers, meer grensbewaking met het leger, minder asielcentra en de uitzetting van Syrische vluchtelingen met een tijdelijke verblijfsvergunning.

Volgens VVD-leider Dilan Yesilgöz was het spoedoverleg van gisterenavond niet nodig. Volgens haar worden een aantal punten op het lijstje van Wilders nu al uitgevoerd, andere puntjes zijn volgens haar haalbaar als minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber meer vaart maakt. Ook BBB-leider Caroline Van der Plas vond het overleg overbodig. “Het is geen verrassing, we weten inmiddels hoe we moeten reageren”, aldus NSC-leider Nicolien van Vroonhoven.

Wilders wilde dat VVD, BBB en NSC hun handtekening zetten onder zijn verlanglijstje, maar ving bot. Yesilgöz, Van der Plas en Van Vroonhoven benadrukken dat het de PVV zelf is die met Marjolein Faber de minister van Asiel en Migratie levert.

“Dit ziet er niet goed uit”, moest Geert Wilders na het spoedoverleg toegeven. “Ik loop nergens op vooruit”, aldus Wilders. “We zullen het wel zien.” 

Bron: vrt.nws

Enkele leugens van de besparingspolitiek ontmaskerd

De besparingspolitiek van de regering wordt vaak verdedigd met argumenten dat de maatregelen zogezegd “onvermijdelijk” en “rationeel” zouden zijn. Maar wie profiteert er echt van? Wie betaalt de prijs? Laten we enkele van de meest gehoorde tegenargumenten ontkrachten.

Artikel door Nick (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist

1. “We leven langer, dus is langer werken normaal”

Feit: De stijging van de levensverwachting geldt vooral voor de hogere inkomens. Werkenden in zware beroepen en de armere lagen van de bevolking zien hun levensverwachting nauwelijks stijgen of zelfs dalen. Bovendien zegt een hogere levensverwachting niets over de gezondheid op latere leeftijd. Veel arbeiders en zorgpersoneel kampen op hun zestigste al met rugproblemen, hart- en vaatziekten en chronische pijn. Hen verplichten langer te werken, is niets minder dan een aanslag op hun gezondheid. Als er vandaag meer langdurig zieken zijn, komt dat onder meer door de maatregelen die iedereen verplichten om langer te werken.

2. “We moeten besparen om de pensioenen betaalbaar te houden”

Feit: De pensioenkosten zijn slechts een excuus voor een bewust beleid dat ten dienste staat van de grote vermogens. De regering beweert dat er geen geld is voor waardige pensioenen, terwijl ze miljarden uitgeeft aan belastingverlagingen voor bedrijven en de rijken. De belastingverlaging voor vennootschappen in 2017 kostte de staatskas jaarlijks 8 miljard euro. 

3. “Nacht- en flexwerk zijn nodig om onze economie draaiende te houden”

Feit: Nachtwerk en extreme flexibiliteit zorgen niet alleen voor uitbuiting, maar ook voor een gezondheidscrisis. Werknemers in nachtdiensten hebben een veel hoger risico op slaapstoornissen, depressies en hart- en vaatziekten. Toch worden bedrijven niet verantwoordelijk gesteld voor deze gevolgen. In plaats daarvan belanden nachtarbeiders in een zorgsysteem dat steeds meer uitgehold wordt. Dit is een typische vorm van sociale kosten afschuiven: de bedrijven maken winst, de samenleving betaalt de prijs.

De Arizona-regering wil nachtarbeid vergemakkelijken door enkel werkuren na middernacht nog als nachtarbeid te beschouwen. Dit betekent dat premies voor nachtarbeid verdwijnen voor de vier uren tussen 20u en middernacht. Voor een logistiek arbeider in de voedingshandel betekent dit een verlies tot 434 euro per maand aan nachtpremies – een brutale aanval op de koopkracht van werkenden. Dit beleid zorgt niet alleen voor dalende lonen, maar zet de deur open voor verdere flexibilisering en onzekere werkvoorwaarden.

4. “Een activeringsbeleid is nodig om mensen uit de werkloosheid te halen”

Feit: De regering presenteert haar werkloosheidsmaatregelen als “activerend”, maar in realiteit is het gewoon een bestraffingsmechanisme. Werkzoekenden worden opgejaagd, zonder dat er voldoende fatsoenlijke jobs zijn. Flexi-jobs en precaire contracten nemen toe, terwijl stabiele voltijdse banen verdwijnen. Vooral jongeren en vrouwen worden getroffen: zij worden gedwongen in onzeker werk zonder sociale bescherming, wat hun gezondheid en toekomstkansen ondermijnt.

5. “Zieken moeten sneller geactiveerd worden”

Feit: De jacht op zieken is in volle gang. Werkgevers kunnen al vanaf de eerste ziektedag een re-integratietraject starten, en wie langdurig ziek is, wordt gedwongen zich in te schrijven als werkzoekende. Dit terwijl de werkdruk en burn-outs de pan uitrijzen. De regering bespaart op gezondheidszorg en preventie, terwijl ze tegelijk de sociale zekerheid ondergraaft. Dit zal leiden tot meer zieken, meer armoede en een grotere druk op de zorgsector.

6. “Niet besparen is de schuld doorschuiven naar toekomstige generaties”

Feit: Dit is de ultieme hypocrisie. Het argument van de ‘toekomstige generaties’ wordt al sinds de jaren 1980 gebruikt en telkens weer gerecycleerd. De echte erfenis die we doorgeven, is een samenleving waarin winst primeert op gezondheid en sociale bescherming. Eens jongeren afgestudeerd zijn in een ondergefinancierd onderwijsstelsel, worden ze geconfronteerd met slechtere arbeidsvoorwaarden, langere loopbanen en een onbetaalbare zorgsector. De regeringen van vandaag maken bewust keuzes die de ongelijkheid vergroten en de sociale zekerheid uithollen. Dit is geen financiële noodzaak, maar klassenpolitiek.

De echte oplossing: strijd en herverdeling van de rijkdom

Als we een gezonde toekomst willen garanderen, moeten we breken met het beleid van sociale afbraak. We hebben nood aan:

  • Massale investeringen in de zorgsector in plaats van besparingen en privatisering.
  • Arbeidsduurverkorting zonder loonverlies met bijkomende aanwervingen en verlaging van de werkdruk, zodat mensen gezonder kunnen werken.
  • Haal het geld bij de grote vermogens in plaats van lastenverlagingen aan bedrijven te geven.
  • Sterke sociale zekerheid, zodat werkenden niet tot hun laatste krachten moeten werken.

Dit zullen we niet cadeau krijgen, we zullen ervoor moeten strijden. In die strijd stellen we de volledige maatschappelijke organisatie in vraag. Om met de meerderheid van de bevolking over onze toekomst te beslissen, moeten we immers de macht van de kleine groep superrijke kapitalisten breken.

Bron: LSP

Dossier: de plannen van de regering De Wever

Dossier: de plannen van de regering De Wever

In dit uitgebreide dossier analyseren we het federale regeerakkoord tot op het bot. We doen dat samen met experten, mensen uit de vakbeweging en het brede middenveld. Waar komt dit beleid vandaan? Wat komt er op ons af, wat kunnen we er aan doen en is er een alternatief.

Een regeerakkoord beoordeel je natuurlijk op de inhoud, die hieronder ook uitgebreid wordt geanalyseerd. Maar eerst moet toch ook iets gezegd worden over de vorm.

Maandenlang werd er onderhandeld en heronderhandeld, maar wanneer het gaat over de presentatie van het akkoord, dan lijkt het alsof het niet snel genoeg kon gaan. Bij de voorstelling van de regering in het parlement leek De Wever er al niet veel zin in te hebben, en de manier waarop het akkoord zichzelf presenteert, geeft precies diezelfde indruk.

Op het korte voorwoord van De Wever en hier en daar een korte inleiding voor een hoofdstuk na, lijkt er geen enkele moeite te zijn gedaan om van het akkoord een geheel te maken. Het regeerakkoord is een eindeloze opsomming van bulletpoints die willekeurig achter elkaar lijken te zijn geplaatst.

Aan de lezer om te proberen er een logica in terug te vinden, en die wordt niet bepaald geholpen. Zo staat de beslissing om de leerplicht te vervroegen naar 3 jaar onder het titeltje ‘200 jaar België’. Wie zich door die draak van een tekst worstelt, krijgt steeds sterker de indruk: dit is een regeerakkoord dat niet gelezen wil worden.

Deze regering wil niet dat de burgers haar beslissingen volledig begrijpen. Ze wil haar beleid zonder al te veel debat kunnen doorduwen. Net daarom is het democratisch gezien belangrijk om het akkoord wél te bestuderen. Daarom stelt DeWereldMorgen samen met mensen uit de vakbeweging, experten en het brede middenveld dit uitgebreide dossier op.

In het eerste deel gaan we op zoek naar waar het beleid dat wordt voorgesteld vandaan komt. De grote besparingsoperatie van de regering wordt voorgesteld als noodzakelijk, maar is dat wel zo?

In het tweede deel gaan we dieper in op de belangrijkste maatregelen die deze regering wil nemen op vlak van sociale zekerheid, pensioenen, publieke diensten, migratie, defensie, klimaat en democratische rechten.

Al die maatregelen staan voorlopig alleen maar op papier, het zijn nog geen wetten. Daarom gaan we in het derde deel dieper in op hoe er tegenover de macht ook een tegenmacht kan worden opgebouwd en welke rol de vakbonden en het brede middenveld daarin spelen. Tenslotte staan we ook stil bij hoe een ander beleid er uit zou kunnen zien, waarin wel geïnvesteerd wordt in de sociale, ecologische en democratische noden van onze samenleving.

Leer hier het volledige dossier als PDF.

1. Waar komt dit regeerakkoord vandaan? (Seppe De Meulder, DeWereldMorgen)

1.1 Waarom is er geen debat over de Europese begrotingsregels? 
1.2 Wat is de staatsschuld, waar komt ze vandaan en wie profiteert ervan?
1.3 Het doemdenken van Bart De Wever
1.4 De verrechtsing van het politieke debat

2. Wat staat er ons te wachten?

2.1 Een begroting op maat van grote bedrijven (Seppe De Meulder, DeWereldMorgen)
2.2 Jef Maes (ABVV) over afbraak sociale zekerheid (Kristien Merckx)
2.3 Vruchteloos zoeken naar werkbaarheid in de Arizona-woestijn (Raf De Weerdt & Lander Vander Linden, ABVV)
2.4 Openbare diensten: eerst uithongeren, dan verkopen? (Chris Reniers, ACOD)
2.5 Competitiviteit van bedrijven krijgt voorrang op klimaatambities (Greenpeace)
2.6  Federaal regeerakkoord dreigt meer mensen dieper in armoede te drijven (Vlaams Netwerk tegen Armoede & het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding
2.7 De impact van de nieuwe federale regering op vrouwen (Fauve Peirelinck & Matilde De Cooman, Collectief 8 maars)
2.8 Het strengste asiel- en migratiebeleid ooit uitgelegd (Pascal Debruyne, migratie-expert)
2.9 Miljarden sociale uitgaven doorgesluisd naar leger en wapenfabrikanten (Ludo De Brabander, Vrede vzw)
2.10 Democratische rechten onder druk in het federale regeerakkoord (Toon Danhieux)

3. Macht en tegenmacht

3.1 Wij zijn de motor van dit land (Bert Engelaar, ABVV)
3.2 Verzet tegen regeerakkoord: “De volgende 12 maanden zijn doorslaggevend” (Lieveke Norga, AVC Puls)
3.3 De kracht van samenwerking (Fatiha Dahmani, union organiser)
3.4 Ja, er is een alternatief voor de plannen van De Wever (Joris Van Gorp)
3.5 Naar een nieuw realisme (Seppe De Meulder, DeWereldMorgen)

Samenvatting: Het federale regeerakkoord doorgelicht

Bron: DeWereldMorgen.be

Federaal regeerakkoord dreigt meer mensen dieper in armoede te drijven

Federaal regeerakkoord dreigt meer mensen dieper in armoede te drijven

In het uitgebreid dossier ‘De plannen van de regering De Wever’ analyseren we het federale regeerakkoord tot op het bot. In dit artikel gaan het Vlaams Netwerk tegen Armoede en het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding dieper in op de gevolgen voor mensen in armoede.

“Elke persoon in armoede is en blijft er één te veel. Iedereen heeft recht op een menswaardig leven”, staat te lezen in de eerste paragraaf van het hoofdstuk Armoedebestrijding van het federaal regeerakkoord. Daarvoor zal de regering twee grote hefbomen gebruiken: werk en controle, zodat “armoedebeleid zich kan focussen op zij die niet kúnnen werken en hulpbehoevend zijn”. Daarmee wordt de toon meteen gezet.

Het Vlaams Netwerk tegen Armoede en het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) vrezen echter dat het nieuwe federale regeerakkoord meer mensen dieper in de armoede zal duwen. De besparing van 2,8 miljard euro op de sociale zekerheid zal de koopkracht van mensen in armoede aantasten en haalt de sociale bescherming onderuit.

Bovendien zal de beperking van de werkloosheid in de tijd de kansen doen afnemen van mensen in hun zoektocht naar werk en hen richting OCMW en een leefloon drijven. Daarnaast zorgt de besparing van twee derde op de middelen voor een uitholling van de welvaartsenveloppe. De welvaartsenveloppe is nochtans een belangrijk instrument om de laagste uitkeringen te doen stijgen, bovenop de indexering met 2 procent. De welvaartsenveloppe beschermt mensen in de laagste inkomenscategorieën en beperkt de kloof tussen uitkeringen en de armoedegrens.

Werk als oplossing voor armoede?

Volgens het federaal regeerakkoord dient ‘een job als cruciale dam tegen armoede’ en ‘lonen kwalitatieve jobs en leiden ze uiteindelijk tot duurzame tewerkstelling’. Dat klopt zeker, al moeten we meteen de randbemerking maken dat werk geen automatische hefboom uit armoede is. Wie werkt, heeft in België 4,7 procent kans om in armoede terecht te komen.

Werknemers met laaggeschoolde profielen, in een deeltijdse job of verschillende (flexi-)jobs vormen het grootste deel van de werkende armen. Door de uitbreiding van het regime van flexijobs, het mogelijke verbod op nachtwerk en nog een aantal andere maatregelen vrezen we echter dat dit aantal nog zal stijgen.

Een tweede bemerking is dat de tekst van het regeerakkoord nogal kort door de bocht gaat over de zoektocht naar een job. De tekst gaat voorbij aan de veel complexere realiteit van de arbeidsmarkt met mensen die werk zoeken en vinden in onaangepaste en slechtverloonde jobs, met deeltijdse tewerkstelling en tijdelijke/interimcontracten.

In die arbeidsmarkt is discriminatie (op basis van leeftijd, afkomst, gender, beperking, scholingsgraad, handicap, ziekte) dagelijkse kost. Mensen ervaren een mix van sociale uitsluitingen op het vlak van huisvesting, gezondheid, financiële problemen, kinderopvang en sociaal netwerk. Daardoor is werk vinden en behouden helemaal geen evidentie. De beperking van de werkloosheid in de tijd veronderstelt verkeerdelijk dat mensen daardoor daadwerkelijk aan werk zouden geraken.

Werkloosheidsuitkering onder vuur

De beperking van de werkloosheid in de tijd zal niet het verhoopte effect hebben. Het zal mensen in een kwetsbare positie nog verder wegduwen van de arbeidsmarkt en net extra drempels opwerpen in de zoektocht naar werk.

De weg vooruit is daarentegen het begeleiden en opleiden naar fatsoenlijk werk, met een waardig loon, betaalbare en kwaliteitsvolle kinderopvang, een degelijk vervoersnetwerk en een uitbreiding van de aanvullende uitkeringen en steunmaatregelen tot werkenden met een laag loon. Dat is onnoemelijk efficiënter om mensen naar de arbeidsmarkt te leiden.

Door de beperking van de werkloosheid in de tijd, worden mensen weggeduwd uit de sociale zekerheid naar de sociale bijstand. Mensen zullen bij stopzetting van de werkloosheidsuitkering op zoek moeten naar een andere financiële oplossing met veel onzekerheid tot gevolg.

“Voor mij was financiële stabiliteit heel belangrijk. Zonder die zekerheid had ik niet de mentale ruimte om de stappen te zetten die nodig waren om te kunnen gaan werken. Ik moest op zoek naar een betere woning, werken aan mijn sociaal isolement, aan mijn zelfvertrouwen … Als je uitkering dan heel onzeker of te laag is, gaat dat niet. Dan ben je puur bezig met overleven.”
-Getuigenis-

Mensen die hun werk verliezen, zouden kunnen rekenen op een hogere uitkering in het begin van hun werkloosheidsperiode, stelt het federaal regeerakkoord. De studie van de effecten van de inperkingen in de inschakelingsuitkeringen heeft al aangetoond dat zulke maatregelen geen impact hebben op de uitstroom naar werk voor laaggeschoolden.

Een OESO-rapport van juni 2022 laat zien hoe de invoering van de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen niet heeft geleid tot hogere tewerkstelling. Door de extra drempels in de zoektocht naar werk zullen de maatregelen van de federale regering in de praktijk leiden tot meer aanvragen tot leefloon, de overgang naar een ziekte-uitkering en/of een grotere afhankelijkheid van een partner.

De beperking van de werkloosheid in de tijd zal mensen wegduwen uit de sociale zekerheid naar de sociale bijstand. Een aantal mensen zal gaan aankloppen bij het OCMW. OCMW’s doen dienst als residueel opvangnet. Mensen zoeken hulp bij het OCMW als het gezinsbudget ontoereikend is om aan de primaire behoeften te voldoen, zoals huisvesting, voeding, water en energie. Het OCMW is een laatste reddingsboei, waar mensen helemaal niet naar uitkijken. Bovendien zijn OCMW’s niet gespecialiseerd in de begeleiding naar werk. Dat zorgt dus voor een nieuwe drempel in de zoektocht naar werk.

Het is opnieuw contraproductief, want de zoektocht naar werk komt zo nog extra onder druk te staan. Het is onduidelijk wie je verder zal begeleiden naar werk. Zal de werkzoekende nog bij VDAB op begeleiding naar werk kunnen rekenen. Is iemand dan aangewezen op de dienstverlening van OCMW of verdwijnt die van de radar

Nu al zijn mensen in armoede op zoek naar werk een speelbal tussen diensten waarbij veel informatie en vertrouwen verloren gaan. De beperking van de werkloosheid zal dit nog verergeren, en daardoor de weg naar werk hinderen in plaats van te vergemakkelijken. Parallel komt de wettelijke opdracht van het OCMW als laatste vangnet voor een menswaardig bestaan voor iedereen zo nog meer onder druk te staan.

Voorwaardelijke sociale rechten

Naast werk zet het federaal regeerakkoord in op controle. Een streng activeringsbeleid zou meer mensen aan het werk moeten krijgen. Sociale rechten worden steeds meer gekoppeld aan voorwaarden in de zoektocht naar werk met strengere controles en sancties voor werkzoekenden en langdurig zieken. Wie niet voldoet aan de voorwaarden, krijgt een sanctie en ziet zijn rechten tijdelijk of definitief geschorst worden.

De belangrijkste voorwaarde is activering. Wie recht heeft op een uitkering, zal werk moeten zoeken, anders vervalt diens recht. Alle rechthebbenden op een leefloon zullen nu ook verplicht een Geïndividualiseerd Project voor Maatschappelijke Integratie (GPMI) moeten aangaan.

Het GPMI was in eerste instantie bedoeld als begeleidingsinstrument, maar wordt des te meer een administratieve, zelfs louter technische voorwaarde voor het leefloon. Dat heeft als gevolg dat de kansen van mensen in moeilijke financiële levensomstandigheden plaatsmaken voor angst en stress, zoals we al hebben vastgesteld in de publicatie ‘Het GPMI: te veel uitsluiting, te weinig begeleiding ’. Als de rechthebbende de (eenzijdig) gemaakte afspraken niet of niet voldoende opvolgt, volgt er opnieuw een sanctie.

Maatschappelijk stigma

Maar tegen die tijd heeft die persoon al jaren van controle, obstakels, vallen en opstaan, en veroordelende blikken achter de rug. Jarenlang bezig zijn met overleven, worstelen met fysieke en mentale gezondheidsproblemen die armoede veroorzaken, vechten om uit de schulden te geraken, kinderen opvoeden in onmenselijke omstandigheden.

De tekst van het regeerakkoord bulkt van de tegenstellingen tussen zij die werken, zij die hulp verdienen en de anderen. Die ‘anderen’ worden gezien als mensen die niet actief genoeg naar werk zoeken, als ‘profiteurs’ en ‘luieriken’ die in de hangmat van de sociale zekerheid hangen.

De federale regering zal de controle versterken om ervoor te zorgen dat deze ‘derderangsburgers’ geen cent te veel betaald krijgen. Dat terwijl uit recente cijfers blijkt dat er slechts een heel klein percentage sociale fraude is.

De regering zal investeren in het sensibiliseren van eerstelijnsactoren om misbruiken van Dringende Medische Hulp tegen te gaan. Het blijkt echter dat 80 à 90 procent van de mensen zonder wettig verblijf die er recht op hebben het gewoon niet aanvragen.

Wie volgens de federale regering de uitkering niet gebruikt voor dagelijkse basisbehoeften, zal mogelijks een deel van het inkomen rechtstreeks in alternatieve vormen krijgen. Denk hierbij aan voedselbonnen, bonnen voor kledij voor de kinderen of de rechtstreekse betaling van de schoolfactuur door de uitkeringsinstelling. Dat tast de koopkracht en het beperkte gezinsbudget van mensen in armoede aan, net als hun keuzevrijheid om sociale toeslagen en bijslagen vrij te besteden en te beschouwen als een deel van het algemene gezinsinkomen.

“Als mijn kind dan nieuwe schoenen nodig heeft, maar de elektriciteitsrekening ligt er ook nog. Wat moet ik dan kiezen om eerst te betalen? Als ik mijn elektriciteit niet betaal, kan de maatschappij een signaal geven aan de lokale overheid dat ik een betalingsachterstand heb. Maar moet ik dan mijn kind met kapotte schoenen naar school sturen? Dan wordt hij daar gepest en gaat de school misschien aan de alarmbel trekken. Welke keuze je dan ook maakt, je loopt sowieso het risico om een deel van je inkomen te verliezen.”
-Getuigenis-

Naast een moeilijke financiële positie ervaren mensen in armoede een maatschappelijk stigma. Velen worden geconfronteerd met negatieve vooroordelen en aannames die hun persoonlijke en professionele leven beïnvloeden. Dat leidt tot gevoelens van schaamte, schuld en sociale isolatie. We zien de laatste decennia opnieuw een verschuiving van armoede als een maatschappelijk probleem naar het individuele schuldmodel. Armoede wordt steeds meer gezien als een individuele verantwoordelijkheid en niet als een structureel probleem.

Het federale regeerakkoord creëert A- en B-burgers. Zo moeten nieuwkomers bijvoorbeeld vijf jaar wachten voor ze recht hebben op een leefloon. Dat terwijl het leefloon het allerlaatste vangnet in onze sociale zekerheid is. Door deze maatregel in te voeren, duwt de federale overheid nieuwkomers in een zeer precaire financiële situatie waar ze moeilijk uit kunnen geraken.

Een leefloon is net het steuntje in de rug voor mensen om hun leven in België uit te bouwen en zo actief aan de maatschappij bij te dragen. Het helpt hen niet financieel kopje-onder te gaan in hun zoektocht naar een woning en werk.

“Ik hoor weleens dat mensen die niet werken of in armoede leven, lui zijn. Dat deze mensen leven op de kosten van de staat, op de kosten van de belastingbetaler. Er zijn mensen die dat ook rechtstreeks in je gezicht zeggen. Maar wij zijn niet lui, wij zijn geen profiteurs; mits de juiste begeleiding en kansen kunnen wij bouwen aan een toekomst.”
-Getuigenis-

Geen toekomstperspectief

Armoede is een multidimensionaal probleem, maar in de eerste plaats een financieel probleem. Uitkeringen boven de armoedegrens en hogere minimumlonen zorgen voor voldoende financiële middelen voor mensen in werkloosheid en mensen die werken, om te voorzien in hun levensonderhoud.

De komende jaren zal de armoede hoogstwaarschijnlijk toenemen en verdiepen door de uitholling van de welvaartsenveloppe, de zwaarste besparingen in de sociale zekerheid en de bevriezing van de verhoging van de laagste inkomens tot of boven de armoedegrens.

Door strengere voorwaarden voor sociale rechten en de uitsluiting van bepaalde groepen in de samenleving van deze rechten, creëert de federale regering eerste- en tweederangsburgers binnen de Belgische bevolking. Daarnaast ligt de focus op controle en sanctionering van iedereen die gebruikmaakt van deze rechten in plaats van in te zetten op automatische rechtentoekenning en de toegankelijkheid van sociale diensten. Zo kan elke rechthebbende zijn of haar rechten opnemen.

De beperking van de werkloosheid in de tijd, maar ook de verhoogde druk op werkzoekenden in activeringstrajecten via financiële straffen zullen contraproductief werken. Financiële onzekerheid zal de afstand tot de arbeidsmarkt vergroten en het risico op armoede verdiepen.

Om meer mensen aan het werk te krijgen, is een bredere kijk nodig op de cruciale randvoorwaarden die mensen in staat stellen om werk te vinden en te behouden. Daarvoor is niet enkel een bestraffend beleid nodig, maar eerder een aanvullend en ondersteunend beleid. Mensen in armoede zijn nu al dagelijks bezig met overleven, soms een leven lang. Het nieuwe federaal regeerakkoord geeft hen en hun kinderen helaas weinig toekomstperspectief.

Het Vlaams Netwerk tegen Armoede en het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding (BAPN) nemen het op voor de belangen van mensen in armoede door in te zetten op ervaringsdeskundigheid en hun stem te versterken. Dat doen ze onder meer samen met de 61 lokale verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen in Vlaanderen en Brussel. In Vlaanderen en Brussel bereiken ze zo’n 22.000 mensen in armoede. Velen onder hen worstelen dagelijks met toegang tot sociale rechten op het vlak van inkomen, werk, wonen, onderwijs, vrije tijd en vele andere levensdomeinen.

Lees ook: 

Het volledige dossier.

1. Waar komt dit regeerakkoord vandaan? (Seppe De Meulder)

1.1 Waarom is er geen debat over de Europese begrotingsregels? 
1.2 Wat is de staatsschuld, waar komt ze vandaan en wie profiteert ervan?
1.3 Het doemdenken van Bart De Wever
1.4 De verrechtsing van het politieke debat

2. Wat staat er ons te wachten?

2.1 Een begroting op maat van grote bedrijven (Seppe De Meulder)
2.2 Jef Maes (ABVV) over afbraak sociale zekerheid (Kristien Merckx)
2.2 Vruchteloos zoeken naar werkbaarheid in de Arizona-woestijn (Raf De Weerdt & Lander Vander Linden, ABVV)
2.3 Competitiviteit van bedrijven krijgt voorrang op klimaatambities (Greenpeace)
2.4  Federaal regeerakkoord dreigt meer mensen dieper in armoede te drijven (Vlaams Netwerk tegen Armoede & het Belgisch Netwerk Armoedebestrijding
2.5 Regering tegen vrouwen (Fauve Peirelinck & Matilde De Cooman, Collectief 8 maars)
2.6 Het strengste asiel- en migratiebeleid ooit uitgelegd (Pascal Debruyne, migratie-expert)
2.7 Miljarden sociale uitgaven doorgesluisd naar leger en wapenfabrikanten (Ludo De Brabander, Vrede vzw)
2.8 Democratische rechten onder druk

3. Macht en tegenmacht

3.1 Wij zijn de motor van dit land (Bert Engelaar, ABVV)
3.2 Verzet tegen regeerakkoord: “De volgende 12 maanden zijn doorslaggevend” (Lieveke Norga, AVC Puls, Toon Danieux)
3.3 De kracht van samenwerking (Fatiha Dahmani, union organiser)
3.4 Ja, er is een alternatief voor de plannen van De Wever (Joris Van Gorp)
3.5 Naar een nieuw realisme

Bron: DeWereldMorgen.be

Algemene staking tegen regeerakkoord

Het ABVV kondigt een algemene staking aan tegen het “onverteerbaar regeerakkoord”: Het wordt een  “Begin van marathon aan protest”. Dat belooft.

Het regeerakkoord van de regering-De Wever is voor de socialistische vakbond “onverteerbaar”. Daarom kondigt ABVV een algemene staking aan “die niet het einde van een actieplan vormt, maar het begin van een marathon van protest”.

De staking heeft nog geen datum. Eerst organiseren de bonden nog een al geplande betoging op 13 februari. Die was aanvankelijk gericht op de openbare diensten, maar de christelijke bond ACV kondigde dinsdagochtend al aan dat die actie wordt verbreed.

De bonden moeten nog onderling afstemmen, maar ABVV kondigt dus alvast een algemene staking aan. “Het is duidelijk dat het regeerakkoord een frontale aanval blijft op de hele arbeidswereld, ondanks de tijdelijke redding van de loonindexering en de meerwaardebelasting die Vooruit onder druk van sociaal protest heeft bekomen”, zegt de vakbond.

ABVV klaagt onder meer aan dat de regering de sociale partners geen onderhandelingsruimte biedt, “of het nu gaat om flexibiliteit, arbeidstijd, eindeloopbanen of SWT”.

ACLVB wil geen staking: “Kans geven aan overleg”

ACLVB sluit zich niet aan bij de stakingsplannen van de socialistische vakbond. Dat zegt nationaal voorzitter Gert Truyens. “Deze regering is democratisch verkozen en we willen het overleg een kans geven.”

De bonden reageren op verschillende manieren op het regeerakkoord. ABVV kondigde een algemene staking aan, maar zonder al een datum vast te leggen. ACV wil dan weer een actieplan opstellen dat lang kan worden volgehouden. ACLVB zegt eerst het overleg een kans te willen geven.

“Wij zijn vandaag geen vragende partij voor een 24 urenstaking”, zegt Truyens. “We zijn een overlegvakbond. We willen eerst zien hoe ernstig deze regering de adviezen van de sociale partners neemt.” Bovendien start ook het tweejaarlijkse overleg over een interprofessioneel akkoord (ipa) met de werkgevers. “Nu het land platleggen, legt ook dat overleg plat.”

ACLVB wil geen staking: “Kans geven aan overleg”

ACLVB sluit zich niet aan bij de stakingsplannen van de socialistische vakbond. Dat zegt nationaal voorzitter Gert Truyens. “Deze regering is democratisch verkozen en we willen het overleg een kans geven.”

De bonden reageren op verschillende manieren op het regeerakkoord. ABVV kondigde een algemene staking aan, maar zonder al een datum vast te leggen. ACV wil dan weer een actieplan opstellen dat lang kan worden volgehouden. ACLVB zegt eerst het overleg een kans te willen geven.

“Wij zijn vandaag geen vragende partij voor een 24 urenstaking”, zegt Truyens. “We zijn een overlegvakbond. We willen eerst zien hoe ernstig deze regering de adviezen van de sociale partners neemt.” Bovendien start ook het tweejaarlijkse overleg over een interprofessioneel akkoord (ipa) met de werkgevers. “Nu het land platleggen, legt ook dat overleg plat.”

ACLVB blijft wel achter de al langer geplande actie van 13 februari staan. Die zou aanvankelijk gericht zijn op de openbare diensten, maar na ACV zegt ook ACLVB dat die actie breder zal gaan. Truyens ziet die betoging als “een signaal” aan de regering dat die het sociaal overleg ernstig moet nemen.

*

De werkgevers pikken de stakingsdreiging van ABVV niet.

De stakingsplannen van de socialistische vakbond tegen de regering-De Wever stuiten op onbegrip bij de Vlaamse werkgeversorganisaties Voka en Unizo.

“Dit is onverantwoordelijk gedrag”, zegt Unizo-topman Danny Van Assche. “Het ABVV spreekt over een mogelijke marathon van protest. We houden ons hart vast voor de economische gevolgen. In plaats van zichzelf fier op de borst te slaan met deze betogingsdrang kiest men beter voor de weg van overleg. Deze acties zullen onze economie schaden, maar het zal voor weinig verandering zorgen.”

“De economie lamleggen op een moment dat het water onze bedrijven aan de lippen staat, is verwerpelijk en onaanvaardbaar”, zegt gedelegeerd bestuurder van Voka Hans Maertens. “De vakbonden hebben uiteraard het recht om te protesteren, maar onze ondernemingen mogen hiervan niet de dupe zijn. Het ABVV speelt met vuur.”

Voka roept de andere bonden op om de stakingsoproep niet te volgen. ACLVB liet intussen weten geen vragende partij te zijn voor een staking. ACV is dan weer voorstander van een actieplan dat lang kan worden volgehouden. De vakbonden en de werkgevers zien elkaar later dinsdag voor een overleg in de Groep van Tien, die bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de werkgevers en vijf van de vakbonden. De sociale partners starten dan het tweejaarlijkse loonoverleg op.  Bron: GVA

Komt er wel een meerwaardebelasting?

Komt er wel een meerwaardebelasting?

De meerwaardebelasting deed de nieuwe regering bijna mislukken, en zorgt al na enkele dagen opnieuw voor discussie. Want niet alle regeringspartijen verstaan hetzelfde onder die term. Ook bij beleggers roept de maatregel veel vragen op.

Stel, je koopt 250 aandelen van een  bedrijf  voor 100 euro per stuk. Het bedrijf presteert uitstekend en na tien jaar is de aandelenkoers opgelopen tot 150 euro. De investering van 25.000 euro is nu 37.500 euro waard en dus besluit je te verkopen. Je winst bedraagt 12.500 euro.

Volgens de solidariteitsbijdrage die de regering wil invoeren en voor veel discussie zorgde, betaal je 10 procent op de meerwaarde bij de verkoop van financiële activa zoals aandelen, fondsen, obligaties en cryptovaluta. Daarbij geldt een vrijstelling op de meerwaarde tot 10.000 euro. In ons voorbeeld betaal je een belasting van 250 euro, of 10 procent op 2.500 euro (in de praktijk zal het iets minder zijn, want de vrijstelling van 10.000 euro wordt jaarlijks geïndexeerd).

Zoals het in het regeerakkoord staat, lijkt de meerwaardebelasting voor beleggers eenvoudig – voor wie 20 procent of meer in een bedrijf heeft, gelden nog andere regels. Men begint te tellen vanaf het moment dat de regel ingevoerd wordt. Wie verlies boekt op activa, kan dat ook aftrekken van zijn meerwaarden. Op die manier kan je ook onder de drempel van 10.000 euro komen.

Toch doen er over de meerwaardebelasting al verschillende interpretaties de ronde. MR blijkt er een andere lezing op na te houden dan CD&V en Vooruit, vooral over de passage rond wie 20 procent of meer in een bedrijf heeft. De spanning rond de belasting die bijna zorgde voor het mislukken van Arizona – ook vrijdag leidde dit nog tot een kortsluiting in de formatie -, is nog niet weg.

Ook bij beleggers roept de korte passage in het regeerakkoord nog veel vragen op, zegt Ben Granjé van de Vlaamse Federatie van Beleggers. “Wat met aandelen in het buitenland? Moet je zelf aangifte doen, of loopt dat via banken en brokers? We krijgen er veel vragen over, maar kennen het antwoord ook niet.”

Nog zo’n voorbeeld. Wat als je van die 250 aandelen van bedrijf x er binnen een jaar 100 verkoopt, om er dan even later weer 100 bij te kopen? Dan heb je verschillende koersen van een aandeel. Welke telt dan om de meerwaarde te berekenen?

“In het buitenland lost men dat op volgens het first in first out-principe”, zegt Tim Nijsmans, docent private banking (Arteveldehogeschool) en auteur van De hangmatbelegger. “Bij de verkoop kijkt men dan naar de aandelen die je eerst kocht, ook omdat daar de grootste opbrengst zit.”

Nijsmans vreest vooral dat occasionele beleggers zullen speculeren in plaats van in hun hangmat te blijven liggen. “Nu zet je beleggers aan om onder die 10.000 euro te blijven en gaan ze dus sneller verkopen, desnoods met verlies.”

“Veel Belgen beleggen maandelijks een kleine som om iets extra te hebben als ze met pensioen gaan”, zegt Thomas Guenter, vermogensbeheerder bij Finhouse. “Dan spreken we dus over een lange beleggingstermijn. Als ze dan verkopen, zal bijna alles uit meerwaarden bestaan en onder die belasting vallen, met een gigantische belastingfactuur tot gevolg. Op die manier treft deze belasting niet alleen de sterkste schouders.”

Een vrijstelling voor wie zijn activa lang bijhoudt, kan een oplossing bieden. Ook premier Bart De Wever (N-VA) gaf aan dat de goede huisvader die tien jaar zijn aandelen bijhoudt, de belasting niet moet betalen. Die vrijstelling staat nu echter niet in het regeerakkoord, iets waar men bij Vooruit snel op wees.

De regering zou hopen 500 miljoen te innen via de meerwaardebelasting. “Met alle onduidelijkheden die er zijn, zou ik goed nadenken over hoe je dit invoert”, zegt Guenter. “Eigenlijk zou je het Rekenhof moeten vragen een studie te doen over de baten en kosten. Zorgt dit voor een kapitaalvlucht? Wat is de controlekost? Dat moet je in kaart brengen.”  Bron: DM

Maar  minister Jambon deed erg vaag over de “meerwaardebelasting” en hoe die er uiteindelijk zou uitzien. Misschien zijn het allemaal loze beloften en komt die er wel niet, een soort dode mus zou je kunnen zeggen. Volgens Neutr-On is er inderdaad nog veel onduidelijkheid over de “meerwaardebelasting” en als er slechts 500 miljoen euro aan belasting wordt bekomen is dat VEEL te WEINIG. De rijkentaks zou minstens 10 miljard euro per jaar moeten bedragen. Het best is dat het inningssysteem eenvoudig en duidelijk gemaakt wordt.