Zuhal Demir zet zich graag af tegen het Europees klimaatbeleid en werpt zich op als de verdediger van de belangen van de Vlaming. Maar daarbij geeft ze u bewust niet het hele plaatje mee.

Laat ons even terugkeren naar het begin. Bij de start van deze legislatuur, in 2019, beloofde de Europese Commissie om het Europese klimaatbeleid te versterken. De boodschap van de klimaatmarsen die jongeren in aanloop naar de Europese verkiezingen in verschillende lidstaten hadden georganiseerd, was aangekomen. En Europa deed wat het beloofd had. Onder druk van progressieve partijen in het Europees Parlement lanceerde de Europese Commissie de Green Deal, de klimaatwet en het Fit For 55-pakket. Een historisch pakket aan maatregelen, dat niet enkel de doelstellingen helder formuleert en in wetgeving verankert, maar ook een coherent pad uittekent om die doelstellingen te halen.

NIETS DOEN KOST GELD

Maar rond dat klimaatbeleid hangt een waas van alarmisme. Te vaak wordt door beleidsmakers alleen gefocust op de moeilijkheden die de duurzame transitie, zowel voor burgers als bedrijven, met zich meebrengt, terwijl de baten van dat beleid veelal onderbelicht blijven.

Daarbovenop komt dat sommige beleidsniveaus er niet in slagen om die uitdagingen met beide handen vast te pakken. De politieke stikstofcrisis die zowel Vlaanderen als Nederland in de ban houdt, is daar het beste voorbeeld van. Aan de basis van dat probleem ligt niet de Europese regelgeving, maar het structurele gebrek aan actie in de afgelopen decennia. Daar betalen zowel de Vlaming, de Nederlander, als het milieu de prijs voor.

Dat blijkt ook uit onderzoek van de University College of London, dat berekende dat de economische kost van klimaatverandering tot zes keer hoger zou liggen dan eerder werd ingeschat. Veel hoger dan de kost van ambitieus klimaatbeleid. Niets doen kost geld en het maakt de uitdagingen enkel groter. We mogen klimaatbeleid niet laten verzanden in een politiek van het eeuwige moeten, waarbij harde maatregelen worden genomen omdat het niet anders meer kan en waarbij het gevaar bestaat dat sommige mensen helemaal uit de boot dreigen te vallen. Zo zijn het politici zelf die elk draagvlak voor ambitieus klimaatbeleid aan diggelen slaan en de verantwoordelijkheid doorschuiven naar volgende generaties.

WAAR BLIJFT HET VLAAMS BELEID?

Ook sommige Vlaamse politici lopen vandaag in die val. Dat zagen we recent nog bij de reactie vanuit de Vlaamse regering op de goedkeuring van cruciale onderdelen van het Fit For 55-pakket, die de Europese Unie op pad moeten zetten om tegen 2030 55% minder uit te stoten. Als politica zet Vlaams minister, Zuhal Demir (N-VA), zich graag af tegen het Europees klimaatbeleid en werpt ze zich op als de verdediger van de belangen van de Vlaming. Maar daarbij geeft ze u bewust niet het hele plaatje mee.

Zo framet Demir de uitbreiding van het Europees systeem van emissiehandel als een platte belastingverhoging voor Vlaamse gezinnen. Vanaf 2028 zullen ook bedrijven in de transport- en gebouwensector uitstootrechten moeten aankopen, net zoals de zware industrie en de elektriciteitssector dat vandaag al doen. Dat, zegt Demir, zal alleen maar leiden tot hogere prijzen aan de pomp. Een factuur die ‘de Vlaming’ vandaag niet kan en wil betalen.

Maar de belangrijkste hefbomen om die ‘factuur’ te voorkomen, bevinden zich op het Vlaamse niveau. Sterker nog, voor een groot deel van die hefbomen is Demir als minister rechtstreeks verantwoordelijk. Want de projecties over de doorgerekende kost van emissierechten gaan uit van ongewijzigd beleid. Maar dat is het hele idee achter het Europese klimaatbeleid: geen business as usual meer.

Net daar draagt de Vlaamse regering een zware verantwoordelijkheid. We mogen dan wel een systeem hebben dat de energetische renovaties van woningen gedeeltelijk subsidieert, maar in zijn huidige vorm werkt dat systeem vooral voor wie vandaag al de nodige financiële slagkracht heeft. Voor een gemiddeld Vlaams gezin blijft de woning renoveren of een elektrische wagen aankopen onbereikbaar. Vlaanderen zou dat beleid kunnen hervormen en net meer Vlamingen kunnen ondersteunen. Die keuze maakt Vlaanderen vandaag niet.

SOCIAAL KLIMAATBELEID AANMOEDIGEN

Hetzelfde geldt voor het sociaal klimaatfonds. De Europese Unie wil een vierde van de opbrengsten uit de handel in uitstootrechten specifiek aanwenden om sociaal klimaatbeleid op niveau van de lidstaten en regio’s te ondersteunen. Vandaag is dat niet zo. Lidstaten spenderen de opbrengsten van emissiehandel vandaag vooral aan het ondersteunen van de industrie. Ook Vlaanderen doet dat, met de middelen die het haalt uit het innovatiefonds.

In dat opzicht is het sociaal klimaatfonds een gamechanger. Niemand beweert dat dat fonds voldoende zal zijn om de duurzame transitie sociaal rechtvaardig te maken. Wat dat fonds wel doet, is lidstaten en regio’s wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid en hen een financiële impuls geven om sociaal klimaatbeleid te voeren. Het is de eerste keer dat de Europese Unie sociale doelstellingen zo uitdrukkelijk koppelt aan klimaatbeleid en er actief voor kiest om sociaal beleid te stimuleren. De kritiek daarop dient vooral om een gebrek aan visie op het eigen beleid te verbergen.

MOTOR VAN SOCIALE EMANCIPATIE

Zich vandaag afzetten tegen het Europese klimaatbeleid mag voor sommigen dan een politieke opportuniteit zijn, in realiteit helpt het niemand vooruit. Ook de Vlaming niet. Want klimaatverandering gaat over meer dan milieuvervuiling en uitstoot alleen, het is in eerste instantie een zaak van sociale onrechtvaardigheid.

Net dat maakt dat sociaaldemocraten meer dan ooit moeten opkomen voor ambitieus en sociaal rechtvaardig klimaatbeleid. Als we erin slagen om het potentieel van klimaatbeleid te benutten, zal dat ook een golf van sociale emancipatie met zich meebrengen. Voor de brede bevolking en in eerste instantie voor zij die het vandaag al moeilijk hebben om de energiefactuur te betalen, voor de kinderen die vandaag al leven in de wijken met de ongezondste luchtkwaliteit, voor onze gezondheidszorg, waar we vandaag al de oplopende factuur van die vervuiling zien.

Maar dat vraagt de moed om de handen uit de mouwen te steken. En het is net dat wat vandaag in Vlaanderen ontbreekt.

Bron: Sampol