Wettelijke samenlevingsovereenkomsten worden nog al te vaak stiefmoederlijk behandeld, en dat zowel door de rechtsleer als door notarissen die hun cliënten adviseren. Daarom besloot Lynn De Schrijver een belangrijk deel van haar proefschrift aan het thema te wijden.
Ze analyseerde en evalueerde het huidige rechtskader van de wettelijke samenwoning en haar mogelijke toekomstperspectieven. Maar ze bestudeerde ook de praktische regeling van de wettelijke samenwoning aan de hand van een analyse van de inhoud van 241 notariële wettelijke samenlevingsovereenkomsten, afkomstig van 89 verschillende notariskantoren.
Zulk empirisch-juridisch onderzoek biedt een meerwaarde tegenover eerder, louter rechtsdogmatisch onderzoek. Haar bevindingen zijn nu ook in boekvorm verschenen als Wettelijke samenlevingsovereenkomsten. Tijd voor een gesprek over haar onderzoek en haar jongste boek.
Hoe gingen notarissen tot nu toe om met wettelijke samenlevingsovereenkomsten? Is er iets mis met die aanpak, en wat dan?
Lynn De Schrijver: Er zijn grote verschillen in de houding en aanpak van notarissen met betrekking tot de wettelijke samenlevingsovereenkomst, zodat het voor cliënten een groot verschil kan maken bij welke notaris zij te rade gaan.
Algemeen beschouwd blijkt de houding van het notariaat tegenover wettelijke samenlevingsovereenkomsten overwegend negatief te zijn, wat wellicht bijdraagt tot de lage prevalentie ervan. Zo blijken notarissen het sluiten van een wettelijke samenlevingsovereenkomst veel vaker af dan aan te raden.
Ook worden de voordelen ervan niet systematisch besproken met cliënten die langskomen voor advies omtrent wettelijke samenwoning. Een belangrijke reden hiervoor is dat bepaalde notarissen geen meerwaarde zien in het sluiten van een wettelijke samenlevingsovereenkomst.
Nochtans is die opvatting volgens mij – in het algemeen – niet terecht. De meerwaarde die een dergelijke overeenkomst kan bieden ten aanzien van de wettelijke bescherming kan naar mijn mening niet worden ontkend. Het rechtskader bevat tal van lacunes en onduidelijkheden en de wettelijke solidariteit tussen de partners is zeer beperkt.
Ook de noodzaak aan een regeling in een wettelijke samenlevingsovereenkomst om als wettelijk samenwonende bepaalde socialezekerheidsrechtelijke voordelen te kunnen genieten (bijvoorbeeld bij een arbeidsongeval van de partner), blijkt onvoldoende gekend. Het gebrek aan een dergelijke regeling kan nochtans grote gevolgen kan hebben in het latere leven van cliënten.
Dat laatste is meteen ook het belangrijkste voordeel van de wettelijke samenlevingsovereenkomst ten aanzien van bijkomende regelingen in andere, punctuele overeenkomsten.
Wat zijn de opvallendste conclusies die tijdens uw onderzoek naar voren zijn gekomen?
Lynn De Schrijver: Een belangrijke vaststelling met betrekking tot de inhoud van de wettelijke samenlevingsovereenkomsten is dat er vandaag niet altijd van een volledige regeling op maat sprake is.
Over het algemeen hangt deze inhoud sterk af van het model dat de notaris hanteert; de gelijkenissen tussen overeenkomsten waarvoor eenzelfde model werd gebruikt, zijn namelijk zeer groot. In sommige gevallen is dit problematisch en worden bijvoorbeeld bedingen overgenomen die in casu niet ter zake doen of wordt verwezen naar een situatie die in casu niet van toepassing is. Maatwerk is dus een aandachtspunt.
Dit sluit niet uit dat een bepaald model als basis dient, maar idealiter gaat de notaris voor elk beding na of het wel nuttig is voor partijen en of het overeenstemt met hun wensen.
Als er verschillende mogelijkheden bestaan om een kwestie te regelen, is het ook belangrijk dat de notaris partijen adviseert omtrent de voor- en nadelen daarvan in plaats van zelf een bepaalde piste als standaard naar voren te schuiven. Zo viel bijvoorbeeld op dat een beding volgens hetwelk er geen recht zal zijn op een verbrekingsvergoeding veelvuldig is opgenomen; naar alle waarschijnlijkheid omdat het zo geschreven staat in een populair model.
Nochtans is, zoals reeds aangehaald, de opname van een hulpverplichting die ook na relatiebreuk financiële gevolgen kan hebben een voorwaarde om bepaalde socialezekerheidsrechtelijke voordelen te kunnen verkrijgen. Een dergelijke regeling kwam in de geanalyseerde overeenkomsten slechts uiterst zelden voor, maar ontbreekt ook als piste in de circulerende modellen. Als dat laatste betekent dat deze piste niet met cliënten wordt besproken als alternatieve mogelijkheid, dan is dat een probleem.
Verder blijkt het vandaag niet evident te zijn om een overeenkomst te creëren die volledig juridisch correct, voldoende dynamisch én tegelijk begrijpelijk is. Nochtans is dat alles belangrijk om toekomstige interpretatie- en uitvoeringsproblemen te vermijden.
Voor wie is uw boek geschikt? En wat is de meerwaarde ervan voor lezers?
Lynn De Schrijver: Dit boek is in de eerste plaats een onmisbaar instrument voor notarissen en hun medewerkers. Daarnaast is het ook nuttig voor al wie in aanraking komt met het thema ‘samenleven’ in het algemeen en wettelijke samenlevingsovereenkomsten in het bijzonder, zoals advocaten, magistraten …
Het gaat om het meest complete en gedetailleerde werk in verband met wettelijke samenlevingsovereenkomsten in België, waarbij theorie en praktijk voor het eerst met elkaar werden verweven.
Het boek biedt de lezer heel wat informatie en inspiratie met het oog op de redactie van een (model van) wettelijke samenlevingsovereenkomst en geeft inzicht in hoe de adviesverlening aan cliënten in verband met hun samenleving kan worden geoptimaliseerd. Ook kan de lezer bijvoorbeeld de correctheid en afdwingbaarheid van bestaande regelingen nagaan.
“Mijn advies? Sta open voor de wettelijke samenlevingsovereenkomst. Het kan een nuttig instrument vormen om het dagelijkse leven van wettelijk samenwonende partners praktisch te regelen, extra solidariteit in te bouwen en toekomstige conflicten te vermijden.”
Wat is uw belangrijkste advies aan notarissen of practici die met wettelijke samenlevingsovereenkomsten geconfronteerd worden of er moeten opstellen?
Lynn De Schrijver: Sta open voor de wettelijke samenlevingsovereenkomst en bespreek de mogelijke voordelen ervan met cliënten die advies vragen omtrent hun samenleving. Indien deze goed geredigeerd is, kan zij zeker en vast een nuttig instrument vormen om het dagelijkse leven van wettelijk samenwonende partners praktisch te regelen, extra solidariteit in te bouwen en toekomstige conflicten te vermijden.
Wie wordt geconfronteerd met een bestaande overeenkomst raad ik aan om kritisch na te gaan of deze nog past bij de situatie en de wensen van partijen, zodat ze waar nodig kan worden aangepast. Bron: Kluwer
Hier kunt u enkele uittreksels van het product raadplegen en downloaden: