Nieuwsbrief 2 van 2022
Wat verandert er in februari 2022?
Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz.
Hierbij een kort overzicht.
• Hogere tarieven bij NMBS
Naar jaarlijkse gewoonte past de NMBS haar tarieven aan op 1 februari. De woon-werkabonnementen en de schoolabonnementen worden 2,14 procent duurder, de andere tarieven stijgen met gemiddeld 1,14 procent. Omdat de spoorwegmaatschappij de trein aantrekkelijker wil maken voor vrijetijdsreizigers blijven de prijzen van vrijetijdsproducten voor jongeren en senioren ongewijzigd, klinkt het.
De prijs van de papieren Local Multi, bedoeld voor korte afstanden binnen een bepaalde zone, wordt zelfs verlaagd met 1 euro. Dat tarief wordt gelijkgeschakeld met de digitale versie, die 27 euro kost voor tien ritten. Jongerentickets (tot 26 jaar) zoals het Youth Ticket, Youth Multi (vroeger Go Pass) en Youth Holidays behouden dezelfde prijs. Het Senior Ticket voor 65-plussers blijft ook onveranderd.
Het tarief van de standaardtickets gaat met 1,63 procent omhoog. De tienrittenkaart Standard Multi (vroeger Rail Pass) wordt 1 euro duurder en zal 84 euro kosten in de app en 87 euro op papier. Tot slot worden ook de Brupass en Brupass XL, vervoersbewijzen van NMBS, De Lijn, MIVB en TEC die in en rond Brussel bij de vier operatoren gebruikt kunnen worden, duurder. Voor de Brupass XL, die in en rond Brussel geldig is, wordt 1 ritje duurder: van 3 naar 3,1 euro. Een tienrittenkaart wordt 1 euro duurder en kost nu 21 euro. Sommige Brupass en Brupass XL-tarieven blijven wel ongewijzigd. De prijs van een schoolabonnement werd in september verlaagd naar 52 euro, en dat blijft zo. Ook het tarief voor 1 Brupass-rit blijft ongewijzigd op 2,4 euro, net als dat van een Brupass-abonnement van 12 maanden (583 euro).
• Ambtenaren krijgen recht op deconnectie
Federale ambtenaren mogen vanaf 1 februari niet meer na de normale werkuren worden opgebeld door hun baas. Dat staat in een omzendbrief van minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter (Groen) over het zogenaamde recht op ‘deconnectie’. Nog dit jaar buigt de federale regering zich ook over een soortgelijke regeling voor de privé.
Het deconnectierecht bestaat uit twee principes. Ten eerste mag een federale ambtenaar vanaf dan enkel en alleen «nog buiten de normale arbeidstijd worden gecontacteerd wanneer het gaat om uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden, en waarbij actie vereist is die niet kan wachten tot de volgende arbeidsperiode». Een tweede bepaling stelt dat een federale ambtenaar «geen nadelen mag ondervinden wanneer die buiten de normale arbeidstijd de telefoon niet beantwoordt of werkgerelateerde berichten niet leest».
• MIVB-jongerentarief voor alle jongeren
Het MIVB-jongerentarief dat al langer gold voor schoolgaande jeugd in Brussel tussen de 12 en 24 jaar, wordt vanaf 1 februari uitgebreid naar niet-studerende jongeren uit die leeftijdscategorie. Ook zij genieten vanaf 1 februari van het voordeeltarief van 12 euro in plaats van 499 euro voor een jaarabonnement. De Brusselse regering hoopt het openbaar vervoer op die manier toegankelijker te maken.
• Deelfiets huren bij Blue-bike wordt duurder
Blue-bike, de deelfietsenaanbieder van onder meer De Lijn, trekt zijn tarieven op. Het standaardtarief voor de eerste 24 uur gaat van 3,15 naar 3,50 euro. Dat standaardtarief geldt op verschillende locaties, vooral in de grootste steden. Op andere plaatsen komt er 35 cent bij, en zal een rit voortaan 1,5 euro voor de eerste 24 uur kosten.
De jaarlijkse abonnementskost blijft 12 euro.
Het tarief van 3,5 euro geldt in Antwerpen-Berchem, Antwerpen-Centraal, Antwerpen-Zuid, Aalst, Brussel (alle locaties), Gent (alle locaties), Blankenberge, De Panne, Knokke, Heist, Zeebrugge en Sint-Truiden. In gemeenten waar het lokale bestuur samen met de Vlaamse overheid bijdraagt, stijgt de prijs van 1,15 naar 1,50 euro per 24 uur. In Deinze, Landegem en Ninove is de huur de eerste 24 uur bovendien gratis. Ook de tarieven om de fietsen langer dan 24 uur te houden, gaan omhoog.
• Ex-kankerpatiënten beschermd bij afsluiten arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wanneer iemand een verzekering gewaarborgd inkomen aanvraagt, mogen verzekeraars vanaf 1 februari geen rekening meer houden met een kankeraandoening waarvan de behandeling al meer dan tien jaar geleden succesvol is afgerond. Een door sectorfederatie Assuralia opgestelde bindende gedragscode daarover treedt dan in werking. Sinds februari 2020 bestaat zo’n «recht om vergeten te worden» al voor ex-kankerpatiënten bij schuldsaldoverzekeringen.
Er gelden wel enkele voorwaarden. «Zo moet een termijn van tien jaar verstreken zijn sinds het succesvol beëindigen van de behandeling», zegt Assuralia. «Daarnaast mag tijdens deze periode van tien jaar geen herval hebben plaatsgevonden en mag de kandidaat-verzekerde tijdens die tien jaar niet arbeidsongeschikt zijn geweest ten gevolge van zijn kankeraandoening.»
Lerarentekort groter dan ooit
Het Gemeenschapsonderwijs begroot het lerarentekort op maar liefst 2.000 voltijdse les-opdrachten. 'De pandemie maakt de situatie nijpender. Het tekort is erger dan ooit', zegt topman Koen Pelleriaux in De Standaard.
Het Gemeenschapsonderwijs hield begin december een bevraging onder zijn scholen en kreeg respons van ruim de helft. Het aantal lesopdrachten dat momenteel niet ingevuld raakt, komt overeen met duizend voltijdse equivalenten. Veralgemeent men de situatie voor alle GO!-scholen dan bedraagt het tekort 2.000 voltijdse equivalenten.
Ook andere onderwijskoepels hebben lerarentekorten.
Pelleriaux spreekt algemeen van 10.000 voltijdse lesopdrachten die niet ingevuld raken. Hij vreest de komende maanden chaos, omdat er veel besmettingen en quarantaines gaan zijn. Volgens hem volstaat het plan van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) niet om een lerarentekort van deze omvang op te lossen. ‘Er is nood aan een langetermijnvisie en aan meer ingrijpende oplossingen. Zo zou een lerarenopleiding op universitair niveau ingericht moeten worden: steeds meer leerlingen studeren verder, maar in die groep groeit het aandeel dat voor een universitaire studie kiest. Hen moeten we kunnen warmmaken.’
En ook de anciënniteit die zij-instromers kunnen meenemen, moet hoger. ‘Minister Weyts heeft die opgetrokken tot tien jaar, wat zeker een verbetering is, maar het volstaat niet. Veel zij-instromers zijn 45- tot 50-jarigen. Zij willen wel iets terugdoen voor de samenleving en wat loon inleveren, maar niet zoveel als nu het geval is. Verbeter de verloning, zodat we kunnen concurreren met andere jobs.’
Weyts betreurt de teneur van Pelleriaux’ betoog. ‘Bij het begin van deze regeerperiode was er nul jaar anciënniteit voorzien voor nul vakken: we trekken dat nu op naar tien jaar anciënniteit voor twintig knelpuntvakken. Voor praktijkvakken gaat het zelfs tot twintig jaar anciënniteit die je kunt meenemen’, zegt hij. ‘Fundamenteel geloof ik ook niet dat verloning het kernprobleem is bij leerkrachten. Het gaat veel meer om respect. Als leerkrachten opnieuw het respect krijgen dat ze verdienen, zullen vanzelf meer mensen voor deze baan kiezen.’
Volgens Neutr-On weten zowel minister Weyts als Koen Pelleriaux niet waar het schoentje knelt.
Neutr-On waarschuwt al 15 jaar dat het zo niet langer kan met de slechte kwaliteit van het onderwijs. Want de slechte kwaliteit van de scholen staat gelijk met slechte werkomstandigheden voor de leerkrachten. Waar de onderwijskoepels het nooit over hebben is de ondermaatse kwaliteit van de schooldirecteurs die gewoon politiek benoemd worden zonder dat ze leiderschapscapaciteiten hebben. Die directeurs kunnen ook niet organiseren en veroorzaken juist de problemen in de scholen. Neutr-On pleit al jaren voor een aparte universitaire opleiding “schoolbestuurswetenschappen”. Nu bestaat er geen volwaardige opleiding voor schooldirecteurs. Ook de grote onderwijsvakbonden gaan daarbij ernstig in de fout want zij spelen een grote rol in de aanstellingen van de schooldirecteurs. Met de arbeidsomstandigheden van de leerkrachten zijn ze niet bezig. Het zijn vooral de onbekwame directeurs die voor de meeste wrevel bij de leerkrachten zorgen. En dat is de reden waarom er geen leerkrachten kunnen gevonden worden of waarom die zo vlug terug uit het onderwijs stappen.
Hoe het lerarentekort oplossen? Advies VLOR
De Vlor geeft input voor het actieplan dat minister Weyts voorbereidt om de professionalisering van leraren te versterken. Het advies formuleert enkele cruciale voorwaarden en aanbevelingen. De Vlor is ervan overtuigd dat professionalisering een kernopdracht is van de leraar en dat een versterking ervan een hefboom kan zijn voor een (her)waardering van het lerarenberoep en voor de kwaliteit van onderwijs.
Aanbevelingen voor een versterkt professionaliseringsbeleid.
Het Advies van de Vlor leest u hieronder: Naar de kern van het lerarenberoep.
Beleidsadvies • december 2021 • Vlaamse Onderwijsraad – VLOR
Zoals u zult merken staat er niets in over de professionalisering van de schooldirecteurs of over het verbeteren van de werkomstandigheden van de leerkrachten.
Belevingsbeurs voor onderwijs, leerkrachten, studenten en ouders.
Sett Gent (sett-gent.be)
Er valt veel te beleven op Sett! Conferenties, workshops, exposanten, themazones, awards, noem maar op! Op deze pagina vind je een handig overzicht van wat er te beleven valt, dus kijk gerust rond en ontdek het volledige programma van Sett!
Loonindexering, maar ook huurverhoging
Ondanks de terughoudendheid van de werkgeversorganisaties wordt in 2022 een nieuwe loonindexering voor de werknemers ingevoerd. Dit is goed nieuws in tijden van hoge inflatie. Er is wel een keerzijde voor de huurders, want ook hun maandhuur wordt geïndexeerd.
Ook dit jaar zullen de Belgen kunnen rekenen op de indexering van hun lonen om hun koopkracht te vrijwaren. Dit mechanisme maakt het mogelijk inkomen en sociale uitkeringen aan te passen aan veranderingen in de kosten van levensonderhoud. Aangezien België met een bijzonder hoge inflatie wordt geconfronteerd, is deze loonindexering voor veel werknemers meer dan welkom.
Huurindexering
Als werknemers profiteren van een opwaartse herziening van hun inkomen als gevolg van de inflatie, geldt dat ook voor vastgoedeigenaren, aangezien zij hun eigendommen in 2022 zullen kunnen indexeren. Huurders zullen meer huur betalen, tenzij hun contract dit uitsluit, of hun verhuurders dit gewoon niet of slechts gedeeltelijk doen.
Op de verjaardag van de aanvang van hun huurcontract zullen de huurders dus hun huurprijs zien stijgen. Deze opwaartse bijstelling zal zeker groter zijn dan gewoonlijk, aangezien de inflatie in 2021 een hoge vlucht heeft genomen.
De eenvoudige reden voor huurindexering is dat huren als inkomen worden beschouwd. Door de inflatie en de daaruit voortvloeiende indexering van de lonen kunnen de verhuurders hiervan profiteren.
Verschillende salarisverhogingen in januari
De lonen van ambtenaren en van bepaalde sectoren, zoals de chemische industrie, stijgen met 2 procent telkens wanneer de zogeheten spilindex overschreden wordt. Volgens het Federaal Planbureau is de spilindex in december 2021 opnieuw overschreden, wat leidt tot een verdere verhoging van de sociale uitkeringen met 2 procent in januari 2022 en van de ambtenarensalarissen in februari.
Er zijn later dit jaar waarschijnlijk nog meer loonsverhogingen op komst. Voor september en oktober 2022 wordt een verdere stijging verwacht, omdat de spilindex wellicht in augustus opnieuw overschreden wordt, op basis van een voorspeld inflatiecijfer voor het jaar 2022 van 3,8 procent.
De lonen van de meer dan 450.000 werknemers van de grootste paritaire commissie (200) zullen volgens HR-dienstverlener SD Worx met ingang van januari 2022 met 3,58 procent stijgen. In de horecasector is een loonindexering van 3 procent aangekondigd. In de levensmiddelenindustrie zal dit 3,22 procent zijn. Bron: BusinessAM
Voka wil indexsprong
Zoals te verwachten was dringt Voka aan op een indexsprong.
Premier Alexander De Croo (Open VLD) ziet een indexsprong, waar ondernemersorganisatie Voka op haar nieuwjaarsreceptie op aandrong, niet zitten. Op dit moment is er stabiliteit nodig. Op termijn, als er een meerderheid voor is, kan de discussie aangegaan worden’, zei hij over een algemene hervorming van loonindexering.
De Croo wees erop dat de automatische indexering in evenwicht staat met het loonakkoord dat vorig jaar ‘in moeilijke omstandigheden’ werd goedgekeurd. Dat akkoord voorziet in een loonstijging van maximaal 0,4 procent, gespreid over 2021 en 2022.
‘Nu zitten we op een zeer turbulent moment, met de energieprijzen die sprongen maken en problemen in de toeleveringsketens’, aldus de premier. Door de lonen te indexeren en dus aan te passen aan de stijgende levensduurte ‘zorgt dit ervoor dat de onzekerheid bij heel wat mensen getemperd wordt’, zei de premier.
Daarnaast verwees de premier ook nog naar de steunmaatregelen van de overheid die heel wat bedrijven de voorbije twee jaar hebben ontvangen om de coronacrisis door te komen.
Voka is vragende partij voor een indexsprong en wijst erop dat de loonkosten voor de bedrijven met 7 procent zullen stijgen over een periode van twee jaar.
Ook over de arbeidsmarkt trok Voka-voorzitter Wouter De Geest aan de alarmbel. Hij wees erop dat negen op de tien bedrijven die willen aanwerven, grote moeite hebben om geschikt personeel te vinden. Voka vraagt de federale regering om daadwerkelijk een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid te realiseren, waarbij de gewesten meer vrijheid krijgen om een eigen beleid te voeren ‘op maat van hun specifieke arbeidsmarktsituatie.’
Vlaams minister-president Jan Jambon bevestigde de verschillende uitdagingen in de gewesten. Hij sprak de hoop uit dat Vlaanderen tegen 2024 volledig bevoegd wordt voor alle aspecten van het arbeidsmarktbeleid.
Premier De Croo erkende de verschillen, maar wees ook op de kansen. ‘Een deel van de oplossing voor de krapte in Vlaanderen zit in Brussel en Wallonië’, klonk het. Hij wees er ook op dat nationaal ‘nu meer mensen aan de slag zijn dan voor de coronacrisis’.
Globaal is Voka kritisch voor de regeringen. ‘In heel wat domeinen diende de politiek knopen door te hakken, maar dat gebeurde amper’, klonk het. Schaarse lichtpuntjes waren de invoering van de Vlaamse jobbonus en de goedkeuring van de federale energienorm. Bron: De Standaard
Volgens Neutr-On is het schandalig dat VOKA een indexsprong wil, temeer omdat de bedrijven hun grootste winsten sedert jaren.
De brutowinstmarges van Belgische bedrijven zijn sinds 2015 flink aan het toenemen. Dat meldt de krant De Tijd op basis van cijfers van de Nationale Bank.
De tendens is in België meer uitgesproken dan elders in Europa, zo leert de evolutie van de margevoet die de Nationale Bank publiceert. Die geeft de gemiddelde brutowinstmarge weer van alle niet-financiële bedrijven in een economie. Het gaat om wat een gemiddeld bedrijf overhoudt nadat het zijn personeel en al zijn aankopen heeft betaald, plus eventuele subsidies die het ontvangt.
De Belgische margevoet kende de voorbije zeven jaar een opvallende stijging, van 39,3 procent in 2014 naar 42,4 procent in 2020. Dat is het hoogste peil sinds ten minste 1999, toen de margevoet nog 35,7 procent bedroeg. Bovendien ligt de margevoet aanzienlijk hoger dan in de buurlanden, waar de winstmarges sinds 2014 relatief stabiel bleven. In 2021 kwam er nog een schep boven op. De gemiddelde margevoet steeg toen in ons land over de eerste negen maanden naar 45,3 procent, met vergelijkbare stijgingen in de buurlanden.
‘In de resultaten van beursgenoteerde bedrijven zie je dat de winstmarges enorm gestegen zijn sinds de pandemie’, zegt Jan Eeckhout, professor economie. In 2017 publiceerde hij een spraakmakende paper over de groeiende winstmarges van bedrijven in talloze sectoren, van tech over textiel tot bier. Eeckhout verwijst naar de digitalisering, die een boost kreeg door de pandemie en een proces versnelde waarbij de grootste bedrijven via techinvesteringen de kloof in schaal en efficiëntie met de rest uitdiepen. Ook overnames werken concentratie in de hand, met een krimpend aantal bedrijven dat in elke sector de plak zwaait.
De link tussen de toenemende concentratie in veel sectoren en de stijgende winstmarges staat op de radar van de concurrentiewaakhonden. ‘De voorbije jaren zijn daar zeker knipperlichten over gaan branden, maar voor een juiste interpretatie is meer onderzoek nodig’, zegt Jacques Steenbergen, de voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA). Gericht onderzoek naar sectoren waarin mogelijk te weinig concurrentie speelt, heeft de BMA al jaren niet meer gevoerd door een gebrek aan middelen.
In de resultaten van beursgenoteerde bedrijven zie je dat de winstmarges enorm gestegen zijn sinds de pandemie.
Over de forse toename van de winstmarges in 2021 tast de Nationale Bank nog wat in het duister. Duidelijk is dat de steunmaatregelen van de overheid voor bedrijven een rol hebben gespeeld in de gestegen winstmarge sinds de uitbraak van de pandemie. Net als een loongroei die vorig jaar achterbleef op het economische herstel.
Minister van Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) vraagt te onderzoeken of bedrijven de galopperende inflatie niet gebruiken als een dekmantel voor hogere marges, maar de resultaten van zo’n onderzoek kunnen lang op zich laten wachten. Stijgende loonkosten zouden de winstmarges dit jaar ook doen dalen, al verwacht de Nationale Bank dat ze boven het niveau van voor de pandemie blijven.
Neutr-On vermoedt dat er veel prijsafspraken worden gemaakt tussen de bedrijven zodat de prijzen kunstmatig naar omhoog gaan. Dat is vooral het geval in de bouwsector.
En ook in vrije beroepen, zoals advocaten, tandartsen en artsen liggen de honoraria te hoog.
Te weinig concurrentie in ons land
De recordwinsten roepen vragen op over het gebrek aan concurrentie in België.
Is er te weinig concurrentie in België? Dat de winstmarges van bedrijven al jaren stijgen, doet knipperlichten afgaan. Maar het is wachten op grondig onderzoek. ‘We ontvangen meer aanwijzingen over mogelijke concurrentieproblemen dan we kunnen verwerken’, zegt de Mededingingsautoriteit.
Door de hoge inflatie staat onze koopkracht plots bovenaan op de agenda. Maar in de luwte vreet mogelijk een ander fenomeen al jaren aan de koopkracht: de stijgende winstmarges van bedrijven. Die kunnen erop wijzen dat we onnodig veel betalen voor onze producten en diensten. Ze bieden ook een verklaring voor de wereldwijde vaststelling dat de voorbije decennia een steeds kleiner deel van de welvaartskoek naar werknemers gaat. Dominante bedrijven en hun aandeelhouders eigenen zich het gros van de productiviteitswinsten toe, met stagnerende reële lonen als gevolg.
België kende een grotere stijging dan het Europese gemiddelde in de periode 1980-2016. Hardnekkig hogere winstmarges wijzen op marktmacht en barrières die concurrenten buitenhouden, want in een competitieve markt duiken nieuwkomers onder de prijs en vreten ze de excessieve winstmarges weg.
Wat is er aan de hand? De gemiddelde brutowinstmarge van de Belgische bedrijven is tussen 2014 en 2020 gestegen van 39,3 naar 42,4 procent. De winstmarge ligt opmerkelijk hoger dan die in de buurlanden. Over de eerste negen maanden van 2021 ging de winstmarge nog eens fors hoger.
Wat is de verklaring? Stijgende winstmarges zijn een wereldwijd fenomeen dat al enkele decennia speelt. Economen linken het aan een gebrek aan concurrentie in diverse sectoren.
Zorgwekkend is dat de winstmarges in eigen land er nog een schep bovenop doen. De brutowinstmarges zoals de Nationale Bank die meet, gingen in de periode 2014-2020 stevig vooruit, terwijl er in de buurlanden gemiddeld geen stijging was. Of dat wijst op een sluipend gebrek aan concurrentie en knusse monopolyvorming is niet zeker. De vraag ligt onbeantwoord op tafel. Neutr-On vermoedt ook dat er prijsafspraken worden gemaakt tussen de bedrijven. Daarbij komt nog de corruptie van de ambtenaren die het spelletje meespelen zoals in de bouwsector. Denk daarbij maar aan de woonzorgsector, de bouw van openbare gebouwen, scholen of de energiesector. Daar is een gezonde concurrentie ver te zoeken.
De burger betaalt de rekening via hoge belastingen.
Toch begint het onderzoek naar winstmarges sporen na te laten bij de concurrentiewaakhonden. ‘Wij kijken meer naar winstmarges dan vroeger’, zegt BMA-voorzitter Jacques Steenbergen. Typisch kijkt de BMA bij een overnameonderzoek naar het effect op de prijsevolutie. Maar zelfs als de prijzen dalen, kunnen de winstmarges stijgen en wijzen op verminderde concurrentie. Dat gebeurt wanneer dominante bedrijven niet de volledige gerealiseerde kostenbesparing doorspelen zoals in een concurrentiële markt het geval zou zijn. Met de consument als dupe.
De galopperende inflatie in de nasleep van de pandemie creëert een extra kopzorg. De vraag rijst of dominante bedrijven hun macht niet misbruiken om verkoopprijzen extra op te trekken onder het mom van de inflatie.
Oproep tot vrouwenstaking
Opnieuw oproep tot nationale vrouwenstaking op 8 maart
Collecti.e.f 8 maars roept opnieuw op tot een nationale vrouwenstaking op 8 maart, de internationale dag voor de rechten van de vrouw. Het is al het vierde jaar op rij dat het collectief vrouwen oproept het werk neer te leggen en op straat te komen voor hun rechten.
Bedoeling van de staking is de aandacht te vestigen op de belangrijke rol die vrouwen spelen in het draaiende houden van de samenleving en te protesteren tegen de groeiende ongelijkheid tussen vrouwen en mannen.
Volgens het collectief neemt die structurele ongelijkheid enkel maar toe. De pandemie raakt de vrouwen immers hard, klinkt het. ‘Wanneer klassen en crèches sluiten bijvoorbeeld, dan komt de opvang van de kinderen bij het gezin én nog vaak bij vrouwen terecht. Dat bleek de voorbije twee jaar duidelijk. Wij voeren op 8 maart daarom ook actie voor een sterke collectieve dienstverlening’. Het collectief roept ook op te staken tegen het vele geweld op vrouwen. ‘De getuigenissen van seksueel grensoverschrijdend gedrag zijn niet meer uit de media weg te slaan. Het aantal femicides blijft hoog’, aldus Collecti.e.f 8 maars.
Concreet worden vrouwen opgeroepen om op 8 maart te staken en op straat te komen. Vrouwen wordt gevraagd het werk te onderbreken, de huishoudelijke- en zorgtaken links te laten liggen, de lessen te onderbreken of niet te consumeren. Symbolisch actievoeren kan ook, door een paars lint te dragen of een keukenschort aan het raam te hangen.
De geschiedenis van de internationale vrouwendag vindt u onder deze link.
Energieprijzen swingen de pan uit
De prijzen van elektriciteit en aardgas zijn de afgelopen maand erg fors gestegen. Dat heeft de energieregulator Creg becijferd op basis van het actieve aanbod aan energieproducten. Gemiddeld stegen de prijzen met 40 tot 60 procent, afhankelijk van het contract.
Creg: prijzen elektriciteit en aardgas 40 tot 60 procent hoger in januari
In vergelijking met december vorig jaar stegen de energieprijzen de voorbije maand januari gemiddeld met 49 procent voor variabele elektriciteitscontracten en met 42 procent voor vaste contracten. Voor aardgas gaat het om een stijging met 59 procent voor variabele contracten, en met 55 procent voor vaste contracten.
Het gaat om de component energie die fors stijgt, dus de grondstof elektriciteit en aardgas. Maar de totale factuur van de gezinnen gaat logischerwijze ook fors omhoog. Voor elektriciteit is de component energie intussen goed voor de helft van de factuur, voor aardgas maakt de energiecomponent 70 procent uit van de factuur.
Voor alle duidelijkheid: de prijsstijgingen gelden voor gezinnen die in januari dus van leverancier wisselen of een variabel contract hebben. Twee derde van de gezinnen hebben een contract met vaste prijzen – voor hen verandert er dus niets.
De nieuwe forse prijsstijgingen zijn volgens de Creg het gevolg van ‘zeer aanzienlijke prijsstijgingen’ op de groothandelsmarkt in de laatste drie maanden van vorig jaar. Die sijpelen nu door op de tariefkaarten van de consumenten. Bovendien is januari een indexeringsmaand voor energieproducten, zowel voor producten die elke maand als elk kwartaal worden geïndexeerd. Dat houdt in dat de zeer grote prijsstijgingen op de markten een effect hebben op alle variabele producten die worden aangeboden.
In het licht van de extreem hoge stroom- en gasprijzen op de markt onderzoekt de federale energieregulator Creg of er in de sector uitzonderlijke winsten zijn gemaakt. Dat bevestigt een woordvoerder van de Creg.
De energiewaakhond analyseert momenteel of er sprake is van ‘windfall-profits’ in de sector: uitzonderlijk hoge winstmarges. Het gaat om een update van een onderzoek dat al in oktober werd gevoerd. De resultaten worden de komende weken verwacht.
De analyse gaat over de hele sector: gaande van de producenten – zoals de uitbater van de kerncentrales Engie Electrabel maar ook de uitbaters van de windparken en gascentrales – tot de leveranciers. ‘Alle actoren in de markt worden bekeken.’
Bedoeling is te kijken of er ‘gezien de druk op de consumenten door de historische hoge prijzen uitzonderlijke winsten worden gemaakt’, klinkt het bij de Creg.
Of een deel van de eventuele uitzonderlijke winsten kan en moet terugvloeien naar de getroffen consumenten, is een beslissing van de politiek, klinkt het nog bij de regulator.
Het kabinet van minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) benadrukt dat de studie er op haar vraag komt. ‘Het is de bedoeling dat in kaart wordt gebracht waar de winst zit, over alle sectoren heen’, zegt haar woordvoerder. ‘Niemand mag zich verrijken aan de crisis. De leveranciers niet, maar ook de overheid niet.’
Van het kernkabinet kreeg Vander Straeten de opdracht om de verschillende pistes om de energiefactuur te drukken in kaart te brengen en technisch te analyseren, in overleg met haar collega van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V). De verschillende regeringspartijen schoven uiteenlopende ideeën naar voren om de prijs voor gas en elektriciteit te drukken. Zo pleitte Groen voor een energiepremie van 200 euro, terwijl Van Peteghem een btw-verlaging op tafel legde.
Om de impact van de energiefactuur op de gezinnen wat te verlichten, nam de federale regering een aantal voorlopige maatregelen. De sociale tarieven worden verlengd, de btw op elektriciteit wordt verlaagd en alle gezinnen ontvangen een verwarmingspremie van 100 euro.
“De verlaging van het btw-tarief kan in het beste geval op korte termijn financiële ademruimte geven aan mensen met een laag inkomen, maar brengt op lange termijn niets bij”, zeggen het Vlaams Netwerk tegen Armoede en SAAMO in een gezamenlijke reactie op Knack.be. Die verlaging veroorzaakt een indexsprong doordat de index minder snel stijgt. De energieprijzen worden afgeremd, maar andere prijzen niet, waardoor mensen met een uitkering op termijn zelfs aan koopkracht dreigen te verliezen.
Uitbreiding van het sociaal tarief is enige optie
“De tijdelijke uitbreiding van het sociaal tarief tot en met 31/3 voor mensen met recht op een verhoogde tegemoetkoming moet minstens verlengd worden en liefst structureel verankerd worden.” De uitbreiding van het sociaal tarief is de enige manier om mensen met een laag inkomen stabiliteit te geven en te beschermen tegen de onbeheersbare energieprijzen. Er is federaal wel bepaald dat de leveranciers verplicht zijn om het goedkoopst beschikbare contract aan te bieden aan die consumenten die na 31/3 uit het sociaal tarief vallen. Op zich is dat een goede en cruciale maatregel. Maar gezien de immense prijsstijgingen in de aangeboden contracten zal het veel gezinnen een financiële kater opleveren.
“Wat we zeker niet kunnen aanvaarden, is dat de twee maatregelen samen in de weegschaal komen en de btw-verlaging er zou komen als alternatief voor de uitbreiding van het sociaal tarief”, zeggen beide organisaties. “Dat dreigt de energiearmoede, samen met de energieprijzen, verder te doen pieken.“