Op volgende feestdagen in 2022 moet er niet gewerkt worden:
• Zaterdag 1 januari 2022, Nieuwjaar
• Maandag 18 april 2022, Paasmaandag
• Zondag 1 mei 2022, Dag van de Arbeid
• Donderdag 26 mei 2022, O.L.H. Hemelvaart
• Maandag 6 juni 2022, Pinkstermaandag
• Donderdag 21 juli 2022, Nationale Feestdag
• Maandag 15 augustus 2022, O.L.V. Hemelvaart
• Dinsdag 1 november 2022, Allerheiligen
• Vrijdag 11 november 2022, Wapenstilstand
• Zondag 25 december 2022, Kerstdag
In bepaalde sectoren worden ook bijkomend communautaire feestdagen toegekend, zijnde: maandag 11 juli 2022 (Vlaamse Gemeenschap), dinsdag 27 september 2022 (Franse Gemeenschap) en dinsdag 15 november 2022 (Duitstalige Gemeenschap).
Ambtenaren hebben bovendien ook verlof op woensdag 2 november 2022 (Allerzielen) en dinsdag 15 november 2022 (Dag van de Dynastie).
Wat als een feestdag in het weekend valt?
Feestdagen die samenvallen met een zondag of een gewone inactiviteitsdag in de onderneming, worden verplaatst naar de eerstvolgende werkdag van de onderneming. In de meeste gevallen is dit op maandag. Werk jij niet op maandag (omdat je deeltijds werkt, bijvoorbeeld) dan ben je die dag helaas kwijt.

Een werknemer moet zijn of haar wettelijke vakantie opnemen binnen de 12 maanden die volgen op het einde van het vakantiedienstjaar. Hieruit volgt dat de wettelijke vakantiedagen waarop een werknemer recht heeft niet kunnen overgedragen worden naar een volgend kalenderjaar. Dergelijke praktijk is onwettig.
Indien de bediende recht heeft op uitbetaling van het vakantiegeld voor deze dagen, moet ook deze uitbetaling geschieden tijdens het vakantiedienstjaar, uiterlijk op 31 december. De arbeider ontvangt elk jaar een vakantiecheque van de vakantiekas. Dit bedrag is definitief verworven.
Algemene regel
Volgens de vakantiereglementering moeten werknemers hun wettelijke vakantiedagen opnemen binnen de twaalf maanden die volgen op het einde van het vakantiedienstjaar. De werknemer moet zijn of haar wettelijke vakantie dus opnemen tussen 1 januari en 31 december van het vakantiejaar. Niet opgenomen vakantiedagen kunnen in principe dus niet worden overgeheveld naar het volgende jaar.
Wat met de niet-opgenomen vakantiedagen?
Er zijn een aantal situaties denkbaar waarin de werknemer zijn/haar vakantiedagen niet opneemt voor het einde van het jaar. Deze dagen is de werknemer onherroepelijk kwijt, ongeacht de reden voor het niet opnemen van deze vakantiedagen. Overdragen van wettelijke vakantiedagen naar het volgende jaar is dan ook een onwettelijke praktijk.
Heeft de bediende recht op vakantiegeld voor deze dagen?
Als het voor de bediende onmogelijk is de wettelijke vakantie te nemen, dient het vakantiegeld uiterlijk op 31 december te worden uitbetaald.
Er moet wel een onderscheid worden gemaakt naar de oorzaak van niet-opname:

  1. Het is voor de werknemer onmogelijk zijn/haar vakantie te nemen
    Dit kan het geval zijn wanneer de werknemer een hele tijd ziek is of wanneer de werkgever de werknemer niet toelaat vakantie te nemen omwille van de werkdruk.
    Het gaat hier om factoren onafhankelijk van de wil van de werknemer. In deze gevallen is de werkgever verplicht om de bediende uiterlijk op 31 december het resterende vakantiegeld te betalen. De berekeningswijze die hiervoor wordt gehanteerd, is die van het saldo vakantiegeld (brutowedde vorig jaar x 8% x niet-genomen vakantiedagen/totaal vakantiedagen). Indien het dubbel vakantiegeld nog niet werd betaald, moet dit bedrag nog worden verhoogd met de brutowedde van vorig jaar x (6,8% + 0,54%).
    De werkgever is daarenboven strafbaar als hij de vakantierechten van de werknemer heeft belemmerd (gevangenisstraf van acht dagen tot een maand en met een geldboete van 26 euro tot 500 euro (x 5) of met één van die straffen alleen). De geldboete wordt vermenigvuldigd met het aantal werknemers die niet met vakantie mochten (met een maximum van 50.000 euro (x 5)).
  2. Het is voor de werknemer wél mogelijk vakantie te nemen, maar hij/zij doet het niet
    Dit kan het geval zijn wanneer de werknemer leeft voor zijn werk en geen vakantie wil nemen, een ‘workaholic’ met andere woorden. In dit geval heeft de bediende juridisch GEEN recht meer op de uitbetaling van vakantiegeld. Als de werkgever de werklust van deze bediende toch wil belonen met het vakantiegeld dat overeenstemt met de niet-opgenomen vakantiedagen, dan heeft dit bedrag juridisch niet het karakter van vakantiegeld, maar van een premie.
    De werkgever zal echter wel moeten kunnen aantonen dat hij het recht van de werknemer om vakantie te nemen op geen enkele wijze heeft belemmerd. Omwille van deze bewijslast is het de werkgever aangeraden om enige tijd voor het einde van het jaar (bijvoorbeeld in oktober) elke werknemer een overzicht te bezorgen van het saldo vakantiedagen met het vriendelijk verzoek deze dagen op te nemen voor 31 december. Tegelijk kan de werkgever melden dat werknemers die geen gebruik maken van hun vakantierecht, deze vakantiedagen onherroepelijk kwijt zijn (idem dito voor het hieraan gekoppelde vakantiegeld voor bedienden).
    Heeft de arbeider recht op vakantiegeld voor deze dagen?
    De arbeider ontvangt elk jaar een vakantiecheque van de vakantiekas. Het geld dat hij of zij via die cheque ontvangt, is definitief verworven, onafhankelijk van het feit of de arbeider de vakantiedagen al dan niet opneemt. De vakantiekas zal met andere woorden het geld van de niet-opgenomen dagen niet terugvorderen van de arbeider.