Miljoenen werkenden die vaak voor het eerst in hun leven op straat kwamen om te betogen, vergezeld van een laag jongeren die groter werd door de antidemocratische arrogantie van Macron en het politiegeweld dat verdeeldheid beoogt om de beweging te stoppen. Voor veel deelnemers aan het pensioenprotest in Frankrijk gaat het ondertussen over veel meer dan de pensioenhervorming. Het is een beweging die de ontevredenheid van brede lagen van de werkende klasse en de jongeren bijeenbrengt en in actie omzet. Het ongenoegen was al langere tijd onderhuids aanwezig. Nu wordt de woede gekanaliseerd in protest.
door Stéphane Delcros
Deze krachtige sociale beweging bepaalde het aanzicht van Frankrijk in de eerste helft van dit jaar. Het is in vele opzichten een historische beweging die groter is dan het protest tegen het plan-Juppé in 1995 en de beweging tegen de flexi-jobs voor jongeren (Contrat Première Embauche, CPE) in 2006, zelfs indien er toen sterktes waren die nu minder aanwezig zijn. Het is alleszins het grootste sociaal protest in Frankrijk sinds mei 1968, hoewel het natuurlijk niet op het niveau van toen is. De beweging heeft grote troeven en we moeten ervoor zorgen dat de ervaring van de sterktes zo breed mogelijk gedeeld wordt. Er zijn echter ook zwakke punten. Het voortduren van de beweging is niet gegarandeerd door het onvermogen om onmiddellijk een overwinning te behalen en door het gebrek aan escalerend actieplan.
Vakbondsfront houdt stand, maar agenda is te zwak
Dit artikel is geschreven voor de 14de actiedag van het gemeenschappelijk vakbondsfront op 6 juni. Ongetwijfeld zullen er die dag opnieuw miljoenen mensen op straat komen in alle grote en kleinere steden van het land.
Deze dag van stakingen en betogingen is helaas de zoveelste datum in een ‘versnipperde’ actiekalender van het vakbondsfront met actiedagen die elkaar opvolgen zonder enig onderling verband en zonder een offensieve opbouw naar grotere momenten. Dat is nochtans noodzakelijk om de pensioenhervorming van tafel te krijgen.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront toont sinds januari enkele sterke punten, niet in het minst het standhouden van het front ondanks de goedkeuring en afkondiging van de wet. Sinds het begin van de beweging kennen alle vakbonden een snel stijgend ledenaantal. Het standhouden van het vakbondsfront zorgt ervoor dat brede lagen van de georganiseerde arbeidersbeweging nog steeds actief betrokken zijn bij het protest.
Als het vakbondsfront standhoudt, komt dit vooral door de druk van onderuit onder de vakbondsleden en door de woede in de samenleving. Zonder deze druk zouden sommige vakbondsleiders (die al sinds januari een moment zoeken om de strijd te laten ‘landen’) al in februari of maart de beweging hebben gestopt om met Macron te onderhandelen om de asociale impact van volgende dossiers, zoals de arbeidswet, te verzachten.
De vakbondsleiders genieten een groot respect, maar er is ook heel wat wantrouwen. Dat komt vooral omdat er geen echt actieplan is waarbij het protest harder en offensiever wordt. De dagelijks hernieuwbare staking wordt evenmin veralgemeend, terwijl dit het beleid van Macron een fatale slag zou kunnen toebrengen.
In sommige fasen van de beweging waren er pogingen om acties en betogingen in kleinere steden te stimuleren en ook om soms op zaterdag actiedagen te houden, waardoor het personeel van meer precaire sectoren zonder sterke vakbonden het protest kon vervoegen. Er zijn echter onvoldoende inspanningen gedaan om de ongeveer 70% van de bevolking die de beweging steunt er actief bij te betrekken. Het gaat om delen van de werkende klasse in sectoren en op werkplaatsen die een zwakkere of zelfs geen vakbondsaanwezigheid kennen, brede lagen van scholieren en studenten die nu slechts gedeeltelijk betrokken zijn in sommige middelbare scholen en faculteiten, precaire jongeren in de volkswijken …
Hernieuwbare algemene staking opbouwen
Hoe kan deze beweging het asociale en ondemocratische beleid van Macron stoppen en offensieve eisen afdwingen?
De bastions van de georganiseerde arbeidersbeweging toonden de weg. Strijdbare militanten zorgden voor een verharding van de strijd. Dit gebeurde vooral in de energie-, olie- en chemiesector, de havens en de dokken, de afvalophaling en -verwerking. Daar waren er dagelijks hernieuwbare stakingen waarover regelmatig gestemd werd door de werkenden. Vaak gingen de acties voor de intrekking van de pensioenhervorming gepaard met looneisen. Het ging als vorm van verzet verder dan de agenda van de vakbondsleiders, die door velen als te zacht werd beschouwd.
Tegenover de klassenoorlog die door Macron ontketend werd, riepen deze bastions van de strijd terecht op om de stakingsoproep te verharden. In dergelijke bewegingen spelen deze bastions, samen met het openbaar vervoer en het onderwijs, vaak een sleutelrol. Ze kunnen de eigen werkplekken plat leggen en blokkeren. Daarnaast biedt dit mogelijkheden om de werkplek te bezetten om het beheer ervan zelf over te nemen en te richten op de belangen van de gemeenschap.
De Robin Hood-acties van stakers in de energiesector waren een krachtig voorbeeld hiervan. Ze zorgden voor gratis distributie van gas en elektriciteit aan scholen, ziekenhuizen, verenigingen van openbaar nut … De aansluiting tot energie werd hersteld voor gebruikers die afgesloten waren omdat ze hun rekeningen niet konden betalen. Kleine handelaars kregen een verlaagd tarief. De omvang van deze acties was beperkt, maar het toont wat controle en beheer van de economie door de werkende klasse kan betekenen.
De bastions van de arbeidersbeweging hebben ook nog een andere rol te spelen. Ze lopen vooraan in de strijd, maar dreigen hierdoor geïsoleerd te raken. Om dat te vermijden, is het noodzakelijk om de dagelijks hernieuwbare staking te verspreiden over andere sectoren en om lagen in de beweging te betrekken die voorheen nog geen of slechts een beperkte actieve rol speelden. Er is immers een erg groot reservoir aan steun voor de beweging, in het bijzonder onder jongeren.
Het succes van een algemene staking hangt af van de maximale betrokkenheid bij de strijd. Om een zo sterk mogelijke krachtsverhouding voor onze klasse uit te bouwen, hebben we iedereen nodig. Een echte algemene staking van onderuit opbouwen, is een van de centrale taken van de meest bewuste lagen van de werkende klasse.
Daartoe heeft onze klasse nood aan strijdinstrumenten. In de loop van de beweging stelde ISA voor om democratische stakerscomités tegen Macron op te zetten, om alle collega’s op de werkplek (los van de vraag of ze lid zijn van een vakbond) bijeen te brengen en om hetzelfde te doen in de middelbare scholen, het hoger onderwijs en ook in de wijken, dorpen … Dit zijn geen comités om de vakbonden te omzeilen, maar integendeel om de lopende stakingen te versterken door bredere lagen erbij te betrekken.
Deze stakerscomités zouden evenveel hoofdkwartieren van de strijd worden om te bouwen aan een hernieuwbare algemene staking en om de verschillende initiatieven met elkaar te verbinden. Ze zouden ook nuttig zijn om de stakerskassen te versterken. Ons aan de basis organiseren, is essentieel om in te gaan tegen de terughoudende opstelling van de leiders die bang zijn om de controle te verliezen.
Perspectieven voor de beweging
Sinds januari kende de beweging verschillende fasen van zowel eb als vloed. Sinds april zitten we in een terugtrekkende golf. De actiedagen zijn veel meer gespreid, zonder dit aan te grijpen om ze beter voor te bereiden. Er zijn kleine ‘casserole-acties’ (waarbij met potten en pannen zoveel mogelijk lawaai wordt gemaakt). De vakbondsleiders kijken meer openlijk in de richting van mogelijke institutionele oplossingen. De komst van de zomerperiode helpt daarbij niet, zelfs indien er mogelijk ook in de zomer beperkte stakingen en acties zullen zijn.
Het is normaal dat een dergelijke beweging niet maandenlang op een hoog mobilisatieniveau kan worden gehouden. Uiteraard speelt de kwestie van het inkomensverlies op stakingsdagen een rol. Niet alleen de portemonnee van de stakers speelt mee, er is het ontbreken van perspectieven om een overwinning af te dwingen.
Op 1 september zal de pensioenhervorming hoogstwaarschijnlijk door de regering worden uitgevoerd zoals gepland. Het is mogelijk dat dit een bredere mobilisatie op gang brengt, maar het protest heeft meer voorbereiding nodig, meer collectieve discussie over de strategie en het eisenprogramma om zo op een meer offensieve manier naar overwinningen toe te werken.
De beweging heeft de intrekking van de pensioenhervorming nog niet afgedwongen en het is mogelijk dat dit niet zal gebeuren. De uitgebouwde krachtsverhouding maakt het voor de vakbondsleiders echter moeilijk om zich uit de strijd terug te trekken. Het maakt het voor Macron en zijn regering moeilijk om de andere asociale projecten door te drukken. Het strijdpotentieel blijft explosief, met een numeriek en kwalitatief versterkte voorhoede, en brede lagen van werkenden die verrijkt zijn door de ervaring van deze historische beweging en opnieuw vertrouwen hebben in de kracht van collectieve strijd.
Bron: LSP