Vertegenwoordigers van vier milieuorganisaties drukken hun solidariteit uit met de  landbouwers die vandaag naar Brussel trekken. Ze delen veel van hun bezorgdheden en roepen op tot een radicale make-over van ons voedselsysteem waar landbouwers – in evenwicht met de natuur – goed hun boterham verdienen.

De Vlaamse landbouwsector staat voor de grote uitdaging om de uitstoot van stikstof en broeikasgassen te verminderen. Dat is bittere noodzaak om gevaarlijke klimaatverstoring en het verval van onze natuur te stoppen. Maar die last mag niet zomaar op de schouders van onze boeren en boerinnen rusten. Want een grote verantwoordelijkheid ligt bij grote bedrijven in de agro- en voedingsindustrie.

Mondiaal hebben een handvol grote bedrijven ons voedselsysteem in handen. Zij maken megawinsten, terwijl de consument en landbouwers vaak met moeite de eindjes aan elkaar knopen. Ook bij ons verdienen supermarkten en veevoederbedrijven al jarenlang grof geld aan het huidige landbouw- en voedselsysteem. Hetzelfde geldt voor de MRBB, de financiële groep van de Boerenbond, en grootbanken als KBC die met het verstrekken van agrarische leningen een grote aanjager van intensieve landbouw zijn geweest. Allen hebben deze grote spelers dus ook een belangrijk aandeel in de crisis waarin onze landbouw zich vandaag bevindt: een onhoudbare situatie voor klimaat en natuur en vele boeren en boerinnen met de handen in het haar.

Het is dan ook evident om hen financieel te laten bijdragen voor een ommezwaai naar een duurzame en sociaal rechtvaardige landbouw- én voedingssector. Zij hebben daar ook de financiële draagkracht voor en zo belandt de factuur niet op het bord van landbouwers of de belastingbetaler. Ook in Nederland worden deze grote spelers mee in het stikstofdebat getrokken. Landbouwminister Adema bevestigde dat hij via het landbouwakkoord ook hen wil dwingen om een grotere rol te gaan spelen in het oplossen van de stikstofcrisis en een financiële bijdrage te leveren aan het verduurzamen van de landbouw- en voedingssector.

In Vlaanderen is het stikstofprobleem minstens even nijpend. De vraag is niet óf hier moet worden ingegrepen, maar vooral hoe. Brongerichte beleidsmaatregelen zijn uiteraard nodig, zoals bijvoorbeeld een kleinere veestapel en minder import van overzees veevoeder. Ons voedselsysteem moet radicaal evolueren naar meer voedselsoevereiniteit, naar een sociaal rechtvaardig voedselsysteem waar gemeenschappen en landbouwers controle en macht hebben over hoe het wordt vormgegeven. Het moet uit de handen van die enkele grote spelers, want zij houden de landbouwers, de consument en het leefmilieu in een houdgreep. Beleidsmakers op internationaal, nationaal en lokaal niveau hebben allemaal een verantwoordelijkheid om uiteindelijk een einde te maken aan de controle en het monopolie van die grote bedrijven in ons voedselsysteem. Dat zal ook een agro-ecologisch landbouwsysteem met respect voor boer(in), consument en milieu dichterbij brengen. 

Maar ook een speciale belasting voor die agro- en voedingsindustrie kan een oplossing zijn. Zo’n belasting mag uiteraard niet op de kap van landbouwers terecht komen. Maar ze zou er wel voor kunnen zorgen dat grote bedrijven meebetalen aan de overgang naar een klimaat- en natuurvriendelijke landbouw. De inkomsten uit zo’n belasting kunnen dan een landbouw-steunfonds financieren. Dat fonds kan dienen om landbouwers die gedwongen moeten stoppen of die willen omschakelen naar duurzame landbouw financieel te ondersteunen. Door het fonds ook gaan in te zetten om bv. de markt voor korte-keten producten te versterken kan het landbouwers net sterker te maken ten opzichte van bijvoorbeeld de retailsector.

De praktijk leert dat grote bedrijven niet uit zichzelf verduurzamen. Ons hele landbouw- en voedingssysteem zal pas echt in beweging komen als ook die grote spelers serieus gaan bijdragen aan natuur- en klimaatdoelen. De belasting zou pas wegvallen als bedrijven zich inschakelen in een duurzaam en sociaal rechtvaardig voedselsysteem. Een systeem waarin boeren en boerinnen eerlijk worden betaald voor duurzaam produceren, en waarin duurzame producten de norm worden in supermarkten en horeca. Het zal zorgen voor een eerlijke verloning voor landbouwers en helpen de druk op ons leefmilieu en onze gezondheid te verlagen, door minder stikstof- en fijn stofemissies. Het zou een revolutie in onze landbouw- en voedingssector betekenen. En laat dat nu net zijn wat nodig is.

Joeri Thijs (woordvoerder bij Greenpeace België), Karel Pype (beleidsmedewerker bij Reset Vlaanderen), Karolien Burvenich (coördinator bij Wervel), Bart Vanwildemeersch (beleidscoördinator West-Vlaamse Milieufederatie).

Bron: Knack