Wie denkt dat 5% veel moet even naar Venezuela. Daar is de inflatie op jaarbasis 3000%.

De inflatie is vorig jaar in Venezuela gestegen tot 2.959,8 procent. Dat blijkt uit cijfer van de centrale bank (BCV).

Het percentage dat de BCV, die trouw is aan president Nicolas Maduro, naar voren schuift ligt nog lager dan de schattingen van het parlement, dat gedomineerd is door de oppositie. Die verspreidt sinds 2017 haar eigen inflatiecijfers. Het parlement meldde eind 2020 dat de inflatie tussen januari en november 3.045,92 procent bedroeg.

Volgens de centrale bank stegen de prijzen in januari met 46,6 procent, een daling tegenover december (+77,5 procent).

Venezuela, het land met de hoogste inflatie ter wereld, verkeert al jaren in een diepe economische en politieke crisis en bevindt zich al zeven jaar in een recessie. Eind 2019 bedroeg de inflatie volgens de BCV 9.585,5 procent. De waarde van lokale munt, de bolivar, is sterk gedaald en de dollar kent een opmars in het land.

Venezuela, een land dat al jaren is weggezakt in een diepe, uitzichtloze economische crisis, gaat zes nullen van zijn nationale munt schrappen. Dat betekent dat een grote fles water, die donderdag nog 7,4 miljoen bolivar kostte, per 1 oktober nog maar 7,4 bolivar kost.

De economie van het ooit rijke olieland – Venezuela heeft de grootste oliereserves in de wereld, meer dan Saoedi-Arabië – stortte de afgelopen jaren steeds verder in door structureel financieel wanbeleid enerzijds en een daling van de internationale olieprijs en stevige Amerikaanse sancties anderzijds.

Daardoor zit het land momenteel in zijn zesde recessiejaar op rij en heeft het sinds 2016 te maken met een gierende hyperinflatie. Hoewel het minimum maandsalaris afgelopen mei nog werd verdrievoudigd door de regering, is het nu, een paar maanden later, niet eens meer voldoende om een kilo vlees aan te schaffen. Daardoor leven miljoenen mensen in armoede en kampt het land eigenlijk met structurele tekorten aan vrijwel alles, van voedsel en medicijnen tot zelfs benzine. Het is niet de eerste keer dat Venezuela nullen schrapt in een poging die hyperinflatie te verbloemen. De nationale munt, de bolivar, verloor in 2008 al drie nullen onder de wijlen president Hugo Chávez en ook zijn opvolger, Nicolás Maduro, schrapte in 2018 vijf nullen.

Beide ingrepen hielpen alleen geen zier. In datzelfde 2018 brak de bolivar zijn eigen wereldrecord inflatie en werd de munt meer dan een miljoen procent minder waard.

De Venezolaanse centrale bank (BCV) sprak donderdag dan ook vooral over een poging de munt gebruiksvriendelijker te maken. Want hoewel het schrappen van nullen vooral symptoombestrijding is – de onderliggende economische problemen los je er niet mee op – kan het inwoners op praktisch niveau wel degelijk helpen. Wie in 2018 een kip wilde kopen in Caracas, moest op een bepaald moment 15 kilo aan bankbiljetten op de toonbank leggen. Voor een wc-rol was bijna drie kilo aan geld nodig. Het schrappen van nullen betekende toen ook: het schrappen van gewicht.

Overigens stellen veel economen dat de maatregel ook op praktisch niveau weinig zal uitmaken, omdat de bolivar in de praktijk nauwelijks meer wordt gebruikt in Venezuela. De waardevaste Amerikaanse dollar is er inmiddels het belangrijkste betaalmiddel geworden, wat betekent dat vrijwel alle producten in winkels momenteel in dollars zijn geprijsd. De bolivar wordt vrijwel alleen nog gebruikt voor digitale transacties. Bron: De Volkskrant