De Amerikaanse verkiezingen liggen eindelijk achter ons. Na meerdere weken van chaos, waar iedereen met volle aandacht op de telling van 4 staten aan het wachten was, is Biden eindelijk als de overwinnaar bestempeld. Trump legde zich hier echter nog niet bij neer, en heeft de telling aangeklaagd. Hij deed dit omdat er twee ‘golven’ van stemmen waren. De eerste die werd geteld, waren van mensen die de dag zelf ter plekke stemden, de tweede lading die werd geteld, waren de zogenoemde ‘mail-in ballots’. Deze tweedeling was dit jaar veel evenwichtiger (vroeger stemden de meeste mensen ter plekke), omwille van de corona pandemie.
De manier waarop mensen stemden hing deels af van hun politieke voorkeur: Democraten dienden hun stem vaker in per post, Republikeinen zakten af naar het stemhokje. Het was voorspelbaar dat dit waarschijnlijk tot een situatie zou leiden waar Trump (bewust) te vroeg victorie zou kraaien, hoewel Biden uiteindelijk de overhand zou krijgen. Dit is exact wat er is gebeurd.
Het feit dat iedereen zo lang moest wachten op de telling van maar 4 staten, is voor ons Belgen wellicht een absurd gegeven. In een ‘normale’ democratie zou dit niet voorkomen, aangezien Biden 4 miljoen stemmen voorliep op Trump.
Maar in de Verenigde Staten verlopen de tellingen nu eenmaal anders. Wanneer men in presidentiële verkiezingen stemt, stemt men niet rechtstreeks voor de president, maar voor vertegenwoordigers voor het Electoral College. De kandidaat die de meeste stemmen binnen een staat krijgt, krijgt alle vertegenwoordigers van die staat. Wie dan op federaal niveau een meerderheid aan vertegenwoordigers binnenhaalt wordt president. Doordat elke staat een minimum van 3 vertegenwoordigers heeft, krijg je een dominantie van rurale en minder bevolkte staten in dit instituut. Californië heeft bv. 55 vertegenwoordigers en Montana 3, terwijl Californië haar bevolking 39 keer groter is! Hierdoor komt de presidentiële verkiezing uit op een situatie waar alles afhangt van staten waar de marge tussen de partijen klein is. Sinds 2000 worden verkiezingen zo door heel weinig stemmen bepaald, wat het vertrouwen in het systeem erodeert. Daarnaast mengt het hele gerecht zich systematisch in verkiezingen. Alle instellingen die oorspronkelijk de stabiliteit van de democratie moesten bewaken, verwezenlijken tegenwoordig enkel het omgekeerde. Nergens anders in het Westen zien we zo duidelijk dat de democratie in burgerlijke samenlevingen eigenlijk een illusie is.
Mensen in beide kampen zeiden dat ze eerder stemden tégen de kandidaat van de andere partij dan vóór hun eigen kandidaat. Zeker langs links ontstond er een enorme druk om tegen Trump te stemmen ook al was Biden eveneens een slechte en neoliberale kandidaat. Trump zou een fascist zijn, en zelfs een neoliberale kandidaat is beter. Wij stelden vanaf het begin in vraag of Trump effectief een fascist is (zijn beleid wijkt niet ver af van het beleid van een doorsnee Republikeinse president) en poneerden dat uit de geschiedenis blijkt dat als je blijft stemmen voor het ‘mindere’ kwaad, het ‘grotere’ kwaad vroeg of laat terugkeert.
Hiermee willen we natuurlijk niet de gevoelens van opluchting die wellicht veel minderheden in de VS voelen ontkennen. Biden zal niet dezelfde retoriek voeren als Trump die de rechterkant van het land alleen sterker deed staan in hun haat. Uiteindelijk zal ook Biden echter genoodzaakt zijn om in naam van de economie keuzes te maken die hen benadelen.
Nood aan onafhankelijke arbeiderspartij.
Bovenal merken we doorheen deze verkiezingsperiode (en de vorige) hetzelfde. Er is nood aan een onafhankelijke partij die strijdt voor de belangen van de werkende klasse! Het socialistisch gedachtegoed is populairder dan ooit en dit is ook electoraal vertegenwoordigd. De DSA, een socialistische tendens binnen de Democratische Partij, won bijna alle verkiezingen waaraan ze lokaal deelnam. Een grote meerderheid van Amerikanen steunt ‘socialistische’ eisen zoals een hoger minimumloon, een uitgebreide sociale zekerheid en verbeterde werkomstandigheden, ook in staten die Trump won.
Dit bewijst dat er meer dan ooit behoefte is aan een onafhankelijke partij van de werkende klasse. Sluit u daarom bij ons aan, zodat we als internationalistische tendens deze organisatie wereldwijd kunnen opbouwen!
En alhoewel Trump nu toch eindelijk zijn verlies lijkt toe te geven wil hij toch nog wachten tot het Congres Biden heeft verkozen tot de definitieve winnaar.
Joe Biden is volop bezig zijn presidentschap voor te bereiden. Dat start over een kleine twee maanden, maar loopt niet van een leien dakje. Donald Trump weigert nog steeds zijn nederlaag toe te geven. Bijgevolg weigert Emily Murphy, een getrouwe van Trump en hoofd van de ‘General Services Administration’, op haar beurt het nodige te doen zodat de fondsen vrijkomen voor een normale presidentiële transitie en de winnaar van de verkiezingen toegang krijgt tot noodzakelijke beleidsinformatie waaronder geclassificeerde documenten.
Biden heeft al enkele namen naar voor geschoven voor topfuncties die bepalend zullen zijn voor zijn buitenlands beleid die een eind moet maken aan de ‘America first’-politiek van zijn voorganger, door Biden spottend als ‘America alone’ bestempeld. Biden schuift Antony Blinken naar voor als de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken. Blinken was zijn nationale veiligheidsadviseur toen Biden vicepresident was onder Obama. Blinken is een ervaren diplomaat wiens profiel volledig past binnen de lijnen die Biden al in zijn campagne heeft uitgetekend. Straks meer daarover.
Van Biden wordt verwacht dat hij zal terugkeren naar de meer traditionele rol van de VS als leidende natie waarbij veel belang zal worden gehecht aan allianties en internationale partnerschappen.
Biden wil het leiderschap van de VS versterken.
Dat leiderschap wil Biden gestalte geven via het herstel van het moreel gezag van de VS, maar indien nodig ook met de nodige machtsmiddelen. Eerst de morele kant van zijn plannen. In Foreign Affairs verscheen een lang artikel van Biden waarin hij belooft onmiddellijk een eind te maken aan het ‘gruwelijk’ asielbeleid van Trump zoals de scheiding van kinderen van hun ouders. Hij wil het recht op asiel weer invoeren, zij het met het beveiligen van de grenzen en een quotum van 125.000 asielzoekers per jaar. Hij zegt ook de oorzaken van migratie aan te zullen pakken met een hulppakket voor landen als El Salvador, Guatemala en Honduras om er de corruptie, het geweld en armoede te bestrijden, zodat de druk om te vluchten vermindert. Zeg maar een asielbeleid volgens Europese maatstaven, inclusief de retoriek versus de daden.
Tijdens het eerste jaar van zijn presidentschap plant hij de organisatie van een ‘mondiale top voor de democratie’
Tijdens het eerste jaar van zijn presidentschap plant hij de organisatie van een ‘mondiale top voor de democratie’ waar hij democratieën wil samenbrengen “om onze democratische instellingen te versterken en naties het hoofd te bieden die afglijden”. Hij ziet daarvoor drie prioriteiten: de strijd tegen corruptie, de verdediging tegen autoritarisme en het respect voor mensenrechten. Hij waarschuwt de grote bedrijven van sociale media dat ze hun verantwoordelijkheid moeten erkennen om democratische samenlevingen en de vrije meningsuiting te beschermen. In een duidelijke vingerwijziging naar Trump stelt hij dat vrije meningsuiting geen vrijgeleide kan zijn om “kwaadaardige leugens te verspreiden”.
Op zijn campagnewebsite zegt Biden dat hij ook een eind wil maken aan folteringen en belooft hij meer transparantie bij militaire operaties. Ondertussen weten we van het Obamatijdperk dat er een grote kloof kan bestaan tussen retoriek en praktijk. Obama beloofde op de eerste dag van zijn aantreden in 2009 om het gevangenkamp in Guantanamo te sluiten, waar terreurgevangenen in mensonterende omstandigheden zonder vorm van proces jarenlang worden vastgehouden. Hij faalde. Anno 2020 zitten er nog steeds tientallen gevangenen opgesloten.
Op het militaire plan erkent hij dat de VS soms te vlug naar de wapens grijpt, maar tegelijk waarschuwt hij dat hij “nooit zal aarzelen om het Amerikaanse volk te beschermen, en indien nodig, met geweld.” Biden lijkt niet van plan om de militaire machine een tandje lager te laten draaien. “De Verenigde Staten heeft het sterkste leger in de wereld en als president zal ik er voor zorgen dat dat ook zo blijft met noodzakelijk investeringen.”
Wel zegt hij een eind te willen maken aan de eindeloze oorlogen waarin de VS verwikkeld is geraakt. Het gros van de troepen moet uit Afghanistan en het Midden-Oosten worden teruggetrokken. Biden wil tevens de steun aan de door Saoedi-Arabië geleide oorlog in Jemen stopzetten. Er moet wel een focus blijven op de ‘strijd tegen de terreur’. Pittig detail: de oorlogen in Afghanistan en Irak werden als dusdanig benoemd.
Biden is vertrouwd met het buitenlands departement. Voor zijn post als vicepresident was hij een tijdlang voorzitter van de senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken. Hij heeft de wereld rondgereisd en had ontmoetingen met tientallen leiders. Net daarom is het de verwachting dat hij geen grote trendbreuk zal realiseren met het beleid van Obama. Tijdens zijn kiescampagne deed Biden immers grotendeels beroep op politieke adviseurs van de regering Obama die mee verantwoordelijk waren voor de oorlog in Libië, steun aan de Saoedische oorlog in Jemen, het opvoeren van de militaire campagne in Afghanistan (de zogenaamde ‘surge’) en een ongeziene inzet van gewapende drones waarbij vele tientallen burgerslachtoffers vielen. Klokkenluiders die de vieze kanten van het buitenlands beleid openbaarden werden vervolgd.
Dat brengt ons bij de toekomstige minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken. Blinken was een gezaghebbende stem in de oorlogspolitiek onder Obama. Hij steunde de oorlog in Libië en de wapenleveringen aan Syrische rebellen. Hij verdedigde Israëls bloedige oorlog tegen Gaza in 2014 alsook de Saoedische oorlog tegen Jemen met wapenleveringen, het delen van inlichtingen en de oprichting van een coördinatiecel voor militaire planning.
Het is daarom weinig verrassend dat Biden, net als Blinken, zijn steun uitsprak voor de normaliseringsakkoorden van Israël met de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Soedan die de Palestijnen, bij monde van president Mahmoud Abbas, beschouwen als een dolk in de rug. Daar waar Biden zich kritisch uitliet over het Turkse optreden in de oorlog om Nagorno-Karabach en president Erdogan een ‘autocraat’ noemde, benadrukt Antony Blinken dat Turkije een NAVO-lid is waarmee effectiever moet worden samengewerkt en vindt hij dat de VS de strijd van Turkije tegen de PKK (de Koerdische Arbeiderspartij) moet steunen.
Toch ziet het er naar uit dat er grondige koerswijzigingen komen ten aanzien van het presidentschap van Donald Trump. Biden heeft stevige kritiek geuit op het opzeggen van het nucleaire akkoord met Iran. Hij wil dat de VS terug tot dat akkoord toetreedt, dat sowieso in een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties is bekrachtigd en dus deel uitmaakt van het internationaal recht. De sancties tegen Iran zullen opgeheven worden als Iran zich strikt aan de bepalingen ervan houdt. Maar zijn toekomstige minister van Buitenlandse Zaken zegt wel dat “niet-nucleaire sancties” tegen Iran “op andere gebieden” gehandhaafd zullen blijven als antwoord op het “het wangedrag” van Iran.
De grootste verandering is te verwachten op het vlak van klimaatbeleid. Trump heeft zich heel zijn presidentschap opgesteld als een ontkenner van deze planetaire dreiging en trok zich terug uit het klimaatakkoord van Parijs. Tegelijk moedigde hij de ontginning van fossiele brandstoffen aan. Biden belooft dat de VS terug zal toetreden tot het klimaatakkoord vanaf dag 1 van zijn presidentschap. Hij kondigt ook ‘massale investeringen’ aan in propere energie om het land op weg te helpen naar een klimaatneutrale economie tegen 2050. Hij wil ook andere landen daartoe aanzetten.
Het beleid ten aanzien van China zal overigens niet grondig wijzigen. Net zoals onder Obama, alsook onder Trump, zal Azië centraal staan in de mondiale strategie van de VS, zowel op militair als op economisch vlak. Over de partijgrenzen heen heerst in de VS het schrikbeeld van China als economisch grootmacht. “De VS moet China hard aanpakken”, aldus Biden in Foreign Affiars. “Als we China zijn gang laten gaan, zal het de Verenigde Staten en Amerikaanse bedrijven blijven beroven van hun technologie en intellectueel eigendom. Het zal ook subsidies blijven gebruiken om zijn staatsbedrijven een oneerlijk voordeel te geven …”
De meest effectieve manier om aan de uitdaging van China als grootmacht het hoofd te bieden, loopt volgens Biden via een verenigd front van Amerikaanse bondgenoten en partners om het hoofd te bieden aan “China’s misbruik en mensenrechtenschendingen”. Dat neemt niet weg dat hij de deur openzet voor samenwerking met Beijing rond klimaatverandering, non-proliferatie, en wereldwijde gezondheidskwesties.
NAVO
Trump speelde het hard ten overstaan van zijn NAVO-partners. Hij vond dat ze een ‘eerlijk deel’ moesten bijdragen aan de militaire alliantie door de militaire uitgaven te verhogen.
Biden wil de banden met de NAVO-lidstaten terug herstellen, maar zonder de illusies te creëren dat ze kunnen ontsnappen aan hun ‘fair share’ in de inspanningen.
Biden benadrukt het belang van de NAVO als de “meest effectieve politiek-militaire alliantie in de moderne geschiedenis”. Daar hoort ook een staaltje Koude Oorlogsretoriek bij: om de ‘Russische Agressie’ tegen te gaan moet de slagkracht van de NAVO scherp worden gehouden, zo vindt Biden.
Biden benadrukt het belang van de NAVO als de “meest effectieve politiek-militaire alliantie in de moderne geschiedenis”
Een lichtpuntje is dat Biden de rol van nucleaire wapens wil verminderen en het New START-verdrag over strategische (langeafstands-) kernwapens wil verlengen, dat anders een maand na zijn aantreden zou aflopen. Het goede nieuws is dat Biden geen voorstander is van een nucleaire ‘first use’ en anders dan Trump kernwapens vooral ziet in termen van afschrikking.
Toch is er reden tot scepsis als het over algemene nucleaire ontwapening gaat. Anders dan Obama – die uiteindelijk zijn beloftes op kernontwapening niet waar maakte – spreekt hij zich daar vooralsnog niet over uit en het verbodsverdrag op nucleaire wapens komt zelfs niet voor in zijn vocabulaire. Veel campagnegeld is afkomstig van de defensie-industrie en veel vertegenwoordigers van zijn partij zijn – samen met Biden – bang om een zwakke indruk te geven op militair vlak.
Met Biden zal er terug meer ruimte ontstaan voor een multilateraal beleid. Samenwerking met gelijkgezinde naties lijkt een speerpunt daarvan te worden. Hij lijkt ook af te stappen van het ongenuanceerde vijandbeeld, hoewel hij bereid is alles in stelling te brengen om concurrerende grootmachten te beletten de VS te overtroeven.
Hij zal iets meer rekening houden met het internationaal recht. Internationale instellingen, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie – zeker in deze tijden van de coronapandemie die hij prioritair wil aanpakken – zal hij wat hoger in het vaandel dragen zonder daarom volledig afbreuk te doen aan de Amerikaanse machtspolitiek.
Na de hertelling in enkele staten heeft president Donald Trump ingestemd met het begin van de transitie naar een regering Biden. Dat betekent dat president-elect Joe Biden binnenkort geld en (geheime) informatie krijgt om zich voor te bereiden op zijn presidentschap, en dat hij zijn plannen kan coördineren met de uitgaande ploeg. Trump geeft naar eigen zeggen weliswaar zijn juridische strijd tegen de kiesuitslag niet op.
Toch nog maar even wachten tot het Congres gestemd heeft over wie de volgende president is.