“Er zijn zakenmannen die minder worden belast dan hun poetsvrouw, dat werpt toch vragen op.” Neen, dit is geen citaat van Raoul Hedebouw (al heeft ook hij dat gezegd), maar van de econoom Etienne de Callataÿ, voormalig medewerker van premier Jean-Luc Dehaene. Het idee van een vermogensbelasting wordt nu verdedigd door 5 van de 7 partijen van de federale meerderheid. Enkel de Vlaamse en Franstalige liberalen blijven tegen.
Er is in de publieke opinie een ware vloedgolf van steun voor een miljonairstaks. De cijfers spreken voor zich. Begin 2021, dus nog voor de huidige koopkrachtcrisis, waren alleen bij de MR-kiezers de voorstanders van een belasting op de rijken in de minderheid, zij het met toch wel 49%. Het stadium van de bewustmaking is voorbij, er is nood aan een strategie om de superrijken effectief te doen betalen.
Opgepast voor rookgordijnen
Het is niet de eerste keer dat de roep om een vermogensbelasting zo populair is. Begin 2015 bleek uit een peiling dat niet minder dan 85% van de bevolking het wilde. De timing was niet onbelangrijk: die peiling kwam er in de directe nasleep van het actieplan in het najaar 2014 tegen de regering-Michel. Dat ambitieuze actieplan in een gemeenschappelijk vakbondsfront begon met een militantenconcentratie, gevolgd door een nationale betoging die tussen de 120 en 150.000 mensen verzamelde, een reeks van regionale stakingen (één dag per week gedurende 3 weken, met één Waalse en één Vlaamse provincie tegelijk, eindigend met Brussel, Vlaams-Brabant en Waals-Brabant) en tenslotte een nationale algemene staking op 15 december. Dit mobilisatieschema, dat van tevoren bekend was, was zeer doeltreffend. Het was de enige keer dat de regering wankelde onder de kracht van de vakbonden. Maar de vakbondsleiders waren helaas ook bang geworden voor de machtige sociale beweging die zij in gang hadden helpen zetten en waarvan zij de controle dreigden te verliezen.
Gebruikmakend van de sterke afkeer van belastingontduiking en -ontwijking begon de CD&V te praten over een “taxshift”, d.w.z. een verschuiving in de belastingheffing van inkomen uit arbeid naar inkomen uit kapitaal, in ruil voor sociale vrede. De ACV-leiding greep dit aan om de voortzetting van het actieplan te vertragen, wat de ABVV-leiding dan weer aangreep om te zeggen dat het de strijd niet alleen kon voeren. Terwijl de indrukwekkende strijdbeweging zich richtte tegen de indexsprong, de bevriezing van de lonen, de ontmanteling van de openbare diensten, de afbraak van de sociale zekerheid, de aanvallen op het stakingsrecht, de verhoging van de (vervroegde) pensioenleeftijd en de toenemende verarming van werklozen, gepensioneerden, zieken en gehandicapten, ging het enkel nog over de befaamde taxshift. Die werd uiteindelijk in 2016 doorgevoerd met een reeks verlagingen van werkgeversbijdragen aan de sociale zekerheid, waardoor onze sociale zekerheid nog meer werd ondermijnd.
Nu de inflatie galoppeert, de rente stijgt en het begrotingstekort de pan uit rijst, zullen gevestigde instanties en politici spreken over een terugkeer naar besparingsmaatregelen. Tegelijk zet de dalende koopkracht de loonwet van 1996 onder druk. Veel werkenden kunnen het gewoon niet meer aan. We mogen ons niet laten vangen door een nieuw rookgordijn van het establishment. Een louter symbolische belasting op grote vermogens in ruil voor sociale vrede volstaat niet. Aangehouden actie is nodig om de druk op de ketel te houden. De vakbondsmobilisaties moeten verder opgevoerd worden om een echte miljonairstaks af te dwingen. Dat vereist de invoering van een vermogenskadaster en het opheffen van het bankgeheim. Tevens moet de mogelijkheid van onteigening voorzien worden. Tegelijk moet er werk gemaakt worden van noodmaatregelen voor onze koopkracht, zoals het intrekken van de loonwet van 1996 en veralgemeende loonsverhogingen met 2 euro per uur.
Van tijgers maak je geen vegetariërs
Zelfs het Internationaal Monetair Fonds, de OESO en de Europese Unie hebben zich onlangs uitgesproken voor een belasting op de overwinsten van de energiebedrijven. Naar aanleiding van het Economisch Forum in Davos pleitte Oxfam voor een taks op de overwinsten die tijdens de pandemie werden gemaakt. In september 2020 berekende Oxfam al dat een taks van 90% op de aan Covid gerelateerde winsten van 32 multinationals maar liefst 104 miljard dollar aan extra publieke inkomsten zou opleveren. Op Davos waren er enkele rijken die zelf vroegen om meer belastingen te betalen.
En toch is het weinig waarschijnlijk dat het ervan komt. Wat zou de reactie van multinationals en superrijken zijn indien er in België een dergelijke maatregel komt? Ze zouden een leger van advocaten en accountants inzetten om geen cent extra te moeten betalen. Desnoods zouden ze dreigen om hun productiecapaciteiten en activa te verplaatsen. Ze zouden krankzinnig bedragen storten op de rekeningen van rechtse populisten. Ze zouden een kapitaalvlucht organiseren.
Dat is geen pessimisme, integendeel. Het is net een les uit de geschiedenis die aangetoond wordt door de onmacht van president Roosevelt in de VS of premier Léon Blum in Frankrijk in de jaren 1930. Recenter was er Mitterand in Frankrijk na zijn winst in de presidentsverkiezingen van 1981. Allen probeerden ze het grootkapitaal en de rijksten wat extra te laten bijdragen. Tegelijk stelden ze het grootkapitaal gerust en werd er niet geraakt aan de private eigendom van de productiemiddelen. Hierdoor konden de kapitalisten elke poging om hen meer te doen betalen saboteren. Laten we duidelijk zijn: zonder het wapen van de nationalisatie onder democratische controle en bezit van de werkende klasse en de gemeenschap, zullen we er niet komen.
In een tijd van historische hongersnood controleert één familie (de familie Cargill) 70% van de wereldlandbouwmarkt. Dit moet stoppen! Eisen zoals voor een miljonairstaks moeten we koppelen aan de nationalisatie van de volledige financiële sector en andere sleutelsectoren van de economie (zoals energie, farma, voeding …) onder democratische controle en beheer van de werkende klasse. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de superrijken voor eens en altijd betalen, niet als een illusie van een ‘zachter’ kapitalisme maar als overgangsmaatregel naar de noodzakelijke socialistische transformatie van de maatschappij.
Bron: LSP