Neutr-On is niet verantwoordelijk voor de inhoud voor de lezersbrieven.
Alle belanghebbenden hebben het recht een gemotiveerd antwoord te geven.
Zie ook onze disclaimer.


 

Machtsmisbruik

Ik ben nooit de meest stipte of ordelijke leerling van de klas geweest.
Men zou mij nooit als voorbeeld hebben gekozen, maar de resultaten waren er en dat is het voornaamste, denk ik persoonlijk.
Het viel allemaal best wel mee, ik kreeg op tijd en stond (terecht) een opmerking maar voor de rest viel het allemaal best mee, tot op de dag mijn moeder besliste om in de politiek te stappen. Ik zat toen in het 5de jaar. Op zich is dat helemaal niet slecht maar een van de leerkrachten waar ik les van kreeg had daar problemen mee. Zij had namelijk ook politieke ambities maar zij koos voor een andere partij.
Nu vraagt u zich waarschijnlijk af wat ik daarmee te maken kan hebben.
Wel in het begin had dat totaal geen invloed op mij, tot de gemeenteraadsverkiezingen er aan kwamen. De partij van mijn moeder had het heel goed gedaan en zij persoonlijk ook, en daardoor heeft zij een plaats verworven binnen de politiek waar Mevr. M.G. graag had gezeten. Dit heb ik moeten bekopen. Sommige van mijn huistaken verdwenen, niet gezien zei ze dan en ik kreeg geen punten, ik werd ook regelmatig is uit de les verbannen voor dingen waar ik zelf niets van af wist. Ze had me beloofd dat ik het einde van het schooljaar niet zou halen. De examens kwamen dichter bij en de pesterijen werden erger. Ik heb mij voor 100% ingezet voor die examens en ben er in geslaagd om goede resultaten te behalen. Ik had dan ook een zwaardere studierichting aangekund maar door een verkeerde keuze een aantal jaar terug was ik in mijn huidige richting terechtgekomen.

Na het grote verlof ging ik vol goede moed de eerste schooldag te gemoet.
Alles ging goed het was een tof weerzien met klasgenoten en vrienden, tot ik mijn lessenrooster te zien kreeg. Ik zou bijna al mijn hoofdvakken zien bij mevr. G.M.
Zij heeft een grote invloed op haar collega”s en dat was van de eerste dag al te merken.
Voor ik het woord “bedrijfshuishoudkunde” uitgesproken had zat ik al op het bureau van Mr. De Directeur voor mijn eerste bolwassing, ik wist niet wat me overkwam.
De Overige leerkrachten namen haar manier over en ik mocht bijna in geen enkele les aanwezig zijn.
Dat jaar zou ik “gekraakt” worden, ze zouden eens laten zien wie de baas was.
Een groot deel van het puntentotaal zou af hangen van de GIP (geïntegreerde Proef)
Een eindwerk waar je het hele jaar op beoordeeld wordt. Dit zou uiteindelijk doorwegen voor 80% van het puntentotaal. Door dat ik de lessen niet meemaakte was het bijna onmogelijk om deze taken deftig af te werken ik had trouwens geen uitleg gekregen en moest alles zelf maar uitzoeken.
De overhoringen mocht ik meedoen en ik scoorde wel goede punten maar dat was niet altijd even evident.

Nu als je in het zesde jaar zit heb je de kans om een reis mee te maken naar Italië. Ik heb me daar voor natuurlijk direct ingeschreven. (samen met mijn toenmalige vriendin).
Alles ging goed en van zodra er een overschrijving toekwam zijn we zo snel mogelijk naar de bank geweest, want dit wilden we voor geen geld missen.
Dus op een zonnige dag (april 2002) stonden we als eersten klaar om op de bus te stappen, Iedereen had zijn ouders mee en vrienden om afscheid te nemen, er was dus een heleboel volk. Uit elementaire beleefdheid hielp ik met het inladen van de koffers, en toen ik als laatste mijn koffer in de laadruimte wou steken werd ik tegen gehouden.
Ik mocht niet mee, Voor al die mensen verklaarden ze dat ik de rekening voor de reis niet zou betaald hebben, ik wist beter maar ik kon geen woord uitbrengen dit was voor mij een grote publieke vernedering. Ik ben naar het bureau van de directeur getrokken en hem de situatie uitgelegd. Ik kan me de grijns op zijn gezicht nog beeldig voorstellen. Hij wou de bus niet tegenhouden want er was voor mij toch geen plaats voorzien en het zou onmogelijk zijn om dat te regelen. Hij heeft wel toegegeven dat mijn rekening betaald was en dat er andere redenen waren waar ik wel meer van wist. Maar ik weet het nog steeds niet.
Hij heeft dan ook mijn geld direct terug op mijn rekening gestort en ik ben samen met een klasgenoot (die normaal niet meeging) en nog een goede kameraad naar een paar reisbureaus getrokken. Ik moest en zou gelijk met hun in Italië zijn. Geen simpele opdracht in het paasweekend, na uren van organisatie en plannen zaten we op het vliegtuig.
Ze schrokken zich een bult als we hen aan het opwachten waren voor het Colloseum.
Die dag hebben we met die groep doorgebracht. Aan hun spelletjes hebben we echter niet meegedaan. Aan de hippodroom kregen ze opdrachten zoals tikkertje spelen en zakdoek leggen. Best grappig om mensen van 18 jaar en zelfs ouder kinderspelletjes te zien spelen..
Waarom geen uitstap naar het grote sprookjesbos of plopsaland?

Na die dag zijn wij onze eigen weg opgegaan en hebben we onze vakantie doorgebracht op een luxecamping met een goed gevulde cocktailbar. Ik denk dat wij ons beter hebben geamuseerd dan zij met hun spelletjes die achteraf nog zeer sterk leken op die van de sneeuwklassen in het lager onderwijs. Toen was dat leuk.

Na die reis kon het niet meer op ik zou gegarandeerd mijn schooljaar volledig verliezen.
En toen ik op het einde mijn GIP moest voorstellen en verdedigen T.O. mevr. M.G. en mijn klastitularis kon ik mijn ogen niet geloven. De glimlach op hun gezicht deed me denken aan dat van een zesjarig kind dat juist vernomen heeft dat het voor twee maanden mag gaan kamperen in een snoepwinkel samen met al zijn Pokemonvriendjes.
Ik heb de kans niet gehad om op de vragen te antwoorden, ik was zogezegd niet snel genoeg. En zo hebben ze hun zin gekregen.

Ik wist op dat ogenblik dat ik geen diploma zou krijgen en ik was rotsvast overtuigd dat het niet mijn schuld was, dus heb ik me dezelfde dag ingeschreven bij de centrale examencommissie van de Vlaamse gemeenschap. Om via die weg mijn diploma te behalen.
Ik ben met opgeheven hoofd naar de diploma-uitreiking van mijn klasgenoten en mijn vriendin geweest.
Om deel te nemen aan de examens van de examencommissie had ik een volledig leerplan van de school nodig en dus in september 2002 ben ik mij gaan aanmelden aan het secretariaat van de school. Ik was verbaasd hoe snel ik dat leerplan in handen had, zij waren heel sympathiek en ik heb zelfs niets moeten betalen voor de vele kopies die zij daarvoor hebben moeten nemen.
In cyclussen heb ik dan deelgenomen aan de examens en ben daar grandioos in geslaagd ondanks dat de te kennen leerstof veel moeilijker en uitgebreider was dan die op school zelf.
Ik heb momenteel een vaste job aan de overheid en run een succesvolle zaak waar ik mij dagelijks kan in bewijzen.
En ik heb een stabiel leven en ben gelukkig getrouwd, dus uiteindelijk denk ik wel dat ik het macabere spel dat ik gedwongen mee moest spelen gewonnen heb.
Door iemand de kans op een diploma af te nemen, neem je ook de kans op een stuk toekomst af. Ik heb meer moeten doen om mijn diploma uiteindelijk te behalen, maar ik heb ook veel meer geleerd en ben klaar om de toekomst in te springen.
Opgedragen aan een school in de gemeente Opwijk.
Naam en adres bekend bij de redactie

De laatste jaren is er gelukkig veel veranderd op gebied van pestpreventie. Je kan naar de Vlaamse ombudsdienst, er is een antipestwet, allerlei verenigingen spannen zich in voor de slachtoffers, maar er zijn nog te veel gevallen van machtsmisbruik, mobbing, enz. Laat u in ieder geval niet intimideren en zoek professionele hulp.

Houd het apt op de hoogte van wantoestanden,
www.antpestteam.be

Sterfgeval na heibel in scholengroep 7 GO!

Heren Lavigne, De Knop en Michielsen,
Tot op heden was de RAGO-maffia en haar Raad van Beroep, onder leiding van Rik Vandeputte, verantwoordelijk voor veel menselijk leed en zelfmoorden maar dat kon, tot op heden, nog niet bewezen worden.
Nu is het duidelijk dat een vader van een leerkracht stierf nadat hij in de school opkwam voor de rechten van zijn dochter en schoonzoon.
De school en het GO! zullen natuurlijk beweren dat ze niets met het overlijden te maken hebben maar de laatste alinea in het krantenartikel van Gazet Van Antwerpen zegt alles waar iemand riep:dat uw dochter zich maar te plooien had naar de nieuwe directeur.
Niemand hoeft zich te plooien voor een nieuwe directeur en het feit dat dit geroepen werd zegt voldoende over de nieuwe directeur en de situatie in de school.
Wanneer stopt het GO! eindelijk met het steunen van onbekwame directies die politiek worden aangesteld?
Algemeen directeur Jan Michielsen van de scholengroep 7 was in het KA Malle een collega die enige tijd afwezig bleef omdat hij in de gevangenis zat. Toch kon hij directeur worden van het KA Turnhout en zelfs algemeen directeur van de scholengroep 7.
Wij willen geenszins het overlijden van de vader van een leerkracht misbruiken om het GO! in een nog slechter daglicht te zetten maar het komt op het juiste moment zodat de ouders van de scholengroep hun keuze kunnen maken voor het volgende schooljaar.
Volgens mijn informatie zijn er reeds 2 leerkrachten overgeplaatst, is 1 leerkracht met ziekteverlof en vragen 2 leerkrachten hun overplaatsing nadat een nieuwe directie werd aangesteld.
Hallo MAFFIA van GO!, vergeet uw politieke en partijdige benoemingen eens en doe eens een grote kuis in uw oneerlijke en onbekwame directies in het belang van het GO! en vraag de Vlaamse regering dringend om een ombudsdienst onderwijs.
De vele zelfmoorden van leerkrachten kunnen niet bewezen worden maar het is duidelijk dat het GO nu een verpletterende verantwoordelijkheid draagt.
Ik ben benieuwd of de nieuw aangestelde directeur, die blijkbaar een onbekwame tiran is, zal behouden blijven zoals Maria Colla in de asbestschool De Richter te Genk.
Wij rekenen op de nieuwe regering, waarbij we onze klachten weer zullen indienen en uw ontslag zullen eisen.
(naam en adres bekend bij de redactie)

Laffe vakbonden

Geachte,

Ik ben een werknemer bij (xxx) te Antwerpen. Momenteel zijn de CAO-onderhandelingen in de petroleumsector nog niet afgerond. Bij een groot deel van het personeel heerst een gevoel dat we bedrogen, belogen en gemanipuleerd worden door de vakbonden (christelijke en socialisten) om het CAO-voorstel dat op tafel ligt te aanvaarden. Dit gevoel heerst er niet enkel bij ons, maar ook bij collega”s van andere bedrijven uit de Petroleumsector. De vakbondsafgevaardigden in ons bedrijf zeggen zelf dat ze door hun respectievelijke secretarissen gedwongen worden om het huidige voorstel door te drukken bij de werknemers.
Heel wat collega”s, waaronder ikzelf, zijn het niet eens met de huidige gang van zaken binnen de vakbond. De corruptie en politieke gebondenheid zijn een doodsteek voor onze rechten. Wij worden monddood gemaakt
. …

Naam en adres bekend bij de redactie

Zo hoor je het ook eens van een ander, beter hadden we het zelf niet kunnen zeggen …


 

Noodkreet

KAFKAIAANSE TOESTANDEN

Mevrouw, Mijnheer

Onderstaande tekst is bijzonder lang. Gedurende meer dan een week heb ik er dagelijks verscheidene uren aan gewerkt. Ik vermoed dat ik in verband met de wanpraktijken en pesterijen waarvan ik nu al twintig jaar het slachtoffer ben – en waaraan een onterechte lichamelijke-invaliditeitsverklaring ten grondslag ligt – nog nooit een zo extensieve tekst als deze geschreven heb. Maar de uiterst penibele situatie waarin ik me bevind, verantwoordt dat: mijn leven staat op het spel, met ook alle gevolgen van dien voor mijn 59-jarige psychisch zieke echtgenote (wier toestand er zichtbaar op achteruitgaat), mijn 84-jarige hulpbehoevende moeder (wier enig kind ik ben) en de velen die voor uiteenlopende zaken een beroep op mij doen, niet het minst voor alles wat met taal en spelling te maken heeft. Het samenstellen van de teksten voor het prestigieuze Groot Nederlands Dictee van Davidsfonds / Knack, het corrigeren en vertalen van teksten, de vraag om privé-lessen te geven en het aanbod om de onlangs overleden classicus en taalvirtuoos Diederik Van Coillie op te volgen in de uit elf leden bestaande Nederlands-Vlaamse redactie van de ”Spellingwijzer Onze Taal” zijn daar slechts enkele voorbeelden van.

*****

De wanpraktijken en de pesterijen waarvan ik nu al twintig jaar het slachtoffer ben – dat betekent een derde deel van mijn leven -, worden alsmaar erger en de situatie waarin ik volkomen ongewild terechtgekomen ben, is van die aard dat ik liever uit het leven zou stappen dan op deze manier verder te moeten leven. Zoals dat nogal dikwijls het geval is, voel ik me ook dezer dagen weer erg misselijk, heb ik weinig eetlust, veel maagklachten en een dunne stoelgang. Alle mogelijke raad die men me in het verleden gegeven heeft, heb ik opgevolgd en met personen, organisaties en instanties waarnaar men me verwezen heeft, heb ik contact genomen: klacht met burgerlijke-partijstelling, Vlaamse en federale ombudsman, het koninklijk paleis, dienst slachtofferhulp, organisatie ”medisch falen”, vzw De Kat, ombudsdiensten voor het onderwijs ”Limits” en ”Sasam”, antipestteam, rechtsbijstand bij een justitiehuis (wat Kamervoorzitter Herman De Croo me in zijn brief d.d. 14 oktober 2005 nog gesuggereerd heeft), … Maar al mijn inspanningen dienaangaande ten spijt heeft niets daarvan tot enig resultaat geleid. Een massa politici heb ik aangeschreven. Enkelen hebben me geantwoord en sommigen hebben me zelfs op hun kabinet ontvangen of door een medewerker te woord laten staan, maar ook dat heeft uiteindelijk niets opgeleverd. Het heeft me wel heel wat aan briefport, telefoon en verplaatsingen gekost. Om nog niet te spreken van de erin geïnvesteerde tijd!

Dat niet (willen) begrijpen of onvoldoende kennis (willen) hebben van de feiten, geldt eveneens voor de magistraten en gerechtspsychiaters, die als beschermheren van bepaalde machtige personen en instanties optreden en alleen oog hebben voor de feiten an sich, die erin bestaan dat ik hun veel e-mails of brieven stuur, hen van wanpraktijken beschuldig, die beschuldigingen ook openbaar maak en er al eens actie tegen voer teneinde er (bij de media en de bevolking) de aandacht op te vestigen. Meer dan dat interesseert hen niet. Een ernstig onderzoek instellen naar de ware achtergronden, naar de wanpraktijken waarvan ik wel degelijk het slachtoffer ben en die een omwenteling in mijn leven en dat van mijn echtgenote teweeggebracht hebben, is hen blijkbaar te veel gevraagd. Voor die extra inspanningen strijken ze vermoedelijk geen extra geld op, wat hun gemakzucht waarschijnlijk verklaart. Een frappant voorbeeld daarvan is de Mechelse rechter André Van Praet, een bijzonder ijdele man zonder de minste realiteitszin, die totaal geen weet zal hebben van de wanpraktijken waarvan ik destijds het slachtoffer ben geweest en die te maken hebben met datgene wat hij in zijn vonnis van 2 maart 2004 – overigens van a tot z verzonnen – ”de escalatie in het gedrag van de heer Lamberts” noemt. Waarop die man daarbij zou kunnen zinspelen, is me een volkomen raadsel. Ik vraag me af of hij dat zelf wel weet! Wanneer iemand met een ”blijvende en globale lichamelijke invaliditeit van minstens 66%” – dat wordt me toch toegeschreven – en met een parkeerkaart voor mindervaliden – die heb ik inderdaad – zich zonder de minste hulp via de trap naar de tweede verdieping van het gerechtsgebouw kan begeven, er meermaals een lokaal naar binnen en naar buiten kan gaan, zitten en weer opstaan, dan zal elke weldenkende mens zich daar toch vragen bij stellen. Maar niet rechter Van Praet! Volgens die wereldvreemde man is zoiets de normaalste zaak ter wereld. Enerzijds is hij van mening dat de lichamelijke invaliditeit die me destijds werd toegeschreven correct gebeurd is en mag ik ze niet aanvechten, maar anderzijds verwacht hij wel dat ik me als een volledig valide man gedraag. Begrijpe wie kan! De reden van die lichamelijke invaliditeit moet ik ook meedelen aan de maatschappij waar ik een levensverzekering heb afgesloten, want daarop baseert ze zich bij het bepalen van de premie die ik jaarlijks moet betalen. In het feit dat mij die reden echter niet meegedeeld wordt en ik daardoor met mijn verzekeringsmaatschappij problemen kan krijgen, ziet rechter Van Praet al evenmin graten. Ik vraag me af hoe iemand als rechter Van Praet in zijn examen logica is kunnen slagen en het diploma van doctor in de rechten heeft kunnen behalen. Of is logisch en correct kunnen redeneren tegenwoordig geen vereiste meer om rechter te worden? (Of zou zijn ”redenering” misschien toch eerder met kwade wil en omkooppraktijken te maken hebben en is hij niet zo dom als hij laat uitschijnen?) (cf. infra)

Een (onvolledig) overzicht van de feiten

In 1973 was ik als leraar Germaanse talen tewerkgesteld aan het college Hagelstein in mijn gemeente Sint-Katelijne-Waver (4 à 5 km van mijn toenmalige woonplaats) en gezien de school het onderwijsaanbod met een nieuwe studierichting aan het uitbreiden was, was mijn toekomst er verzekerd. Op verzoek van directeur Eugeen Geysen van het Sint-Victorinstituut in Turnhout, die in het Turnhoutse geen leraar met mijn bevoegdheidsbewijzen kon vinden en me een hemel op aarde beloofde, heb ik me laten overhalen om in september van dat jaar aan zijn school te gaan lesgeven (55 km van mijn toenmalige woonplaats).
In 1986 moesten er door het dalend aantal leerlingen leerkrachten ontslagen worden. Gezien mijn anciënniteit bestond er voor mij helemaal geen gevaar mijn betrekking te verliezen. Maar de directeur en enkele collega”s wilden me per se kwijt. Mogelijke redenen:
-Als Mechelaar was ik in Turnhout een vreemde eend in de bijt en men behield liever leerkrachten die zelf leerling aan het Sint-Victorinstituut geweest waren;
-Mijn idealisme (huisbezoeken bij mij leerlingen, gratis bijles geven, naschoolse activiteiten met mijn leerlingen), wat door mijn leerlingen en hun ouders erg gewaardeerd werd en wat ertoe geleid heeft dat mijn leerlingen opvallend betere resultaten behaalden dan die van mijn collega”s, wekte bij enkele mensen wrevel;
-Ik heb de moed gehad wanpraktijken aan te klagen. Voorbeelden: het inschrijven van fictieve leerlingen om klassen te kunnen behouden en meer subsidies te kunnen opstrijken, het opsturen naar het ministerie van Onderwijs van lesssenroosters van leerkrachten die niet met de werkelijkheid overeenkwamen, het overtreden van voorschriften van het ministerie van Onderwijs i.v.m. de taakverdeling van leerkrachten, het onaanvaardbare gedrag van de in een andere school aan de deur gezette ”broeder” Gilbert (met o.a. slangen op zijn kamer, wat hem de bijnaam ”de slangenbroeder” opleverde);
-Doordat ik had laten uitschijnen dat ik nog de ambitie koesterde licentiaat in de Germaanse filologie te worden, zagen germanisten met een lagere anciënniteit in mij een concurrent.
De directeur had echter geen enkele geldige reden om me te ontslaan. Om toch zijn doel te bereiken, zocht hij achter mijn rug contact met de Administratieve Gezondheidsdienst (AGD), een overheidsdienst die ressorteert onder het ministerie van Volksgezondheid. Zonder enig medisch onderzoek en zonder enige motivering werd mij, een nochtans kerngezonde en 100% valide man, een ”blijvende en globale lichamelijke lichamelijke invaliditeit van minstens 66%” toegeschreven en werd ik op amper 40-jarige leeftijd tegen wil en dank voortijdig gepensioneerd.

Tussen 1986 en nu is er zo veel gebeurd, dat ik daarover een lijvig boek zou kunnen schrijven. Het is bijgevolg onmogelijk hier alle feiten op een rijtje te zetten. Dan zou ik het o.a. uitvoerig moeten hebben over

-de vonnissen en arresten die door de Raad van State en de Arbeidsrechtbank in Turnhout in mijn voordeel geveld werden (o.a. me in 1989 opnieuw laten lesgeven en me financieel vergoeden) maar waaraan de ”broeders van liefde” weinig of geen gevolg gegeven hebben, zelfs niet toen ik op zeker ogenblik een gerechtsdeurwaarder in de arm genomen had;

(Toen ik zaterdag 22 oktober jl. in Gazet van Antwerpen de bijdrage las onder de titel “COLLEGA DOET BOEKJE OPEN OVER WERKOMSTANDIGHEDEN WILLY VERMEULEN – OP ZIJN DEUR STAAT MAFFIA”, moest ik onwillekeurig terugdenken aan de manier waarop ik in 1989 een korte tijd heb moeten lesgeven toen de arbeidsrechter in Turnhout directeur Luc Van Dyck van het Sint-Victorinstituut verplichtte me opnieuw in dienst te nemen. De bewuste bijdrage begint met de
woorden: “Topambtenaar Willy Vermeulen, die na vijf jaar zijn vroegere baan als dienstchef bij de Kansspelcommissie heeft teruggekregen, werkt noodgedwongen
vanuit een ander overheidsgebouw aan de Brusselse Waterloolaan.” De omstandigheden waarin deze man nu moet werken, zijn vergelijkbaar met diegene waarin ik
destijds heb moeten werken: in plaats van in de humaniora moest ik nu lesgeven in een beroepsschool; ik moest er ”actuele problemen” onderwijzen, een
vak waarvan ik tot enkele minuten vooraleer ik samen met de directeur de klas moest binnengaan nog niet eens gehoord had; handboeken werden me niet ter
beschikking gesteld; wanneer ik een uurtje geen les hoefde te geven, moest ik ofwel de school verlaten ofwel me ophouden in een kamertje waar alleen maar
een stoel en een tafel stonden; met de collega”s mocht ik geen contact hebben; met de leerkracht wier plaats ik moest innemen mocht ik evenmin contact hebben,
zodat ik niet eens iets kon vragen over de geziene en te ziene leerstof; schriften van leerlingen inkijken mocht ik evenmin; ik moest de school binnengaan en
verlaten via een andere weg (de voordeur van een rijwoning) dan diegene die de leerlingen en de leerkrachten gebruikten; bij elke les was de directeur (of iemand die
hem verving) achteraan in de klas aanwezig en dat zonder achteraf ook maar één woord met mij te spreken; wanneer er onverwacht eens een dag geen les was,
werd ik daarvan niet vooraf op de hoogte gebracht; de eerste dag dat ik moest lesgeven, werd ik daarvan op de hoogte gebracht via een aangetekend schrijven, dat
me pas afgeleverd werd op het ogenblik dat ik al op de school had moeten zijn, met als gevolg dat de directeur al een deurwaarder naar mijn woning gestuurd had op
het ogenblik dat ik halsoverkop naar de school onderweg was. Toen na bijna twee maanden bleek dat ik in tegenstelling tot wat de directeur verwacht had toch
standhield, liet hij me ten einde raad op een morgen door de rijkswacht uit de school zetten. Dat de leerlingen van zijn deontologisch totaal onaanvaardbare praktijken eveneens het slachtoffer waren, raakte die ”broeder van liefde” zijn koude kleren niet. Voor mijn geleverde prestaties werd ik ook niet betaald, want de
directeur heeft het ministerie van Onderwijs daarvan nooit op de hoogte gebracht. De leerkracht die ik al die tijd vervangen heb, is officieel ononderbroken in
dienstgebleven. En over het feit dat ik toen met mijn lesgeven in een beroepsschool – en in welke omstandigheden dan nog! – zwart op wit heb aangetoond dat ik
mijn taak in het onderwijs wel degelijk nog altijd aankon, zwijgt men ook in alle talen: dat past natuurlijk niet in het kraam van de ”broeders van liefde” en van de AGD!)

-het pv dat door de Antwerpse politie werd opgesteld tegen AGD-controlearts Michel Verhulst, die op 15 januari 1992 weigerde de ”medische formulieren 3 en 4” in te vullen waarop moest vermeld worden aan welk(e) lichamelijk(e) gebrek(en) ik lijd, eraan toevoegende: “Mijnheer Lamberts, u weet net zo goed als ik dat u lichamelijk niets mankeert, maar het is uw schooldirecteur die ons gevraagd heeft u lichamelijk invalide te verklaren omdat hij u niet meer in dienst wil houden. Ga met die formulieren maar naar uw huisdokter, want elke dokter mag die formulieren invullen” (wat inhoudt dat hij een huisdokter wilde aanzetten tot medeplichtigheid en corruptie, waardoor hijzelf achteraf zijn handen in onschuld zou kunnen wassen);

-mijn totaal overbodige parkeerkaart voor mindervaliden;

-de documenten die voor mij als bewijsmateriaal moesten dienen maar die men achtergehouden of in beslag genomen heeft;

-het uitgebreide verhaal van prof. Roger De Wiest, die om soortgelijke redenen als ik met het ministerie van Volksgezondheid (en toenmalig minister van Volksgezondheid Jean-Luc Dehaene) overhoop lag, die op latere leeftijd nog advocaat geworden was om zijn eigen zaak te kunnen pleiten en die ook mijn verdediging bij de Raad van State op zich genomen had, maar die na het behalen van belangrijke overwinningen – o.a. bij de Supreme Court in Florida, waar hij door de Belgische overheid nog altijd achtervolgd werd omdat hij er aan enkele universiteiten tewerkgesteld was – medio juli 1998 op zijn appartement in Aalst vermoord werd;

-de inbeslagneming op 22 juli 2003 van mijn volledige pc-installatie ter waarde van 150.000 BEF (inbegrepen printer, scanner, toetsenbord, muis, bedrading, diskettes, cd-rom ”route 2000” om reisroutes uit te stippelen), het dossier van prof. De Wiest, documenten en brieven allerhande, bewijzen van betalingen, kranten- en weekbladartikels over klasse(n)justitie en hooggeplaatsten die om de een of andere reden in opspraak gekomen waren. Door de inbeslagneming van mijn pc-installatie boycot het gerecht me in hoge mate wat mijn werk als neerlandicus en germanist betreft. Zo kan ik bv. geen teksten meer afdrukken en geen documenten meer scannen. Wat is nu in godsherechristusnaam de zin daarvan? De volledig uit de lucht gegrepen motivering voor die inbeslagneming luidde: ”misbruik van telecommunicatie” en ”belaging”. Wat die ”belaging” betreft heb ik er nog altijd geen flauw vermoeden van waarop hier gezinspeeld wordt en met ”misbruik van telecommunicatie” vermoed ik dat dit een insinuatie inhoudt op de vele e-mails die ik naar de toenmalige minister van Volksgezondheid, Magda Aelvoet, gestuurd had. Die e-mails ben ik naar haar gaan sturen omdat ”haar” AGD het vertikte te reageren op mijn vraag (o.a. meerdere keren via aangetekende brieven) om me de lichamelijke gebreken mee te delen die ertoe geleid hebben dat ik lichamelijk invalide verklaard werd. In verband met een afgesloten schuldsaldoverzekering moest ik op een formulier o.a. de vragen beantwoorden: “Hebt u een lichamelijke invaliditeit? Zo ja, omschrijf.” Tracht die vragen maar eens correct te beantwoorden als je zelf – en trouwens iedereen die me kent (*) – geen weet hebt van enig lichamelijk gebrek en als diegene die je lichamelijk invalide verklaart je de reden daarvoor niet eens meedeelt! (cf. infra) En hoe men de inbeslagneming van al die documenten, krantenknipsels, het dossier van de vermoorde professor De Wiest, betalingsbewijzen, cd-rom ”route 2000”, diskettes met door mij gecorrigeerde teksten, een diskette met de voor mij bijzonder waardevolle dicteeverzameling van mijn onlangs overleden vriend Diederik Van Coillie, een diskette die bij een door het Davidsfonds georganiseerde computercursus hoorde, enz. in verband brengt met die ”belaging” en ”misbruik van telecommunicatie”, is me ook een raadsel. Die onterechte inbeslagneming is zelfs een inbreuk op mijn privacy. Zo waren in die pc o.a. enkele geheime codes opgeslagen.

(*) Hierbij denk ik ook aan huisdokter Marc Beurghs (Putsesteenweg 44, 2800 Mechelen, tel. 015/55 00 42), tevens bestuurslid van KV Mechelen, die me ooit zei:
“Als alle spelers van KV Mechelen een fysiek hadden zoals u, dan zouden ze veel hoger in de rangschikking staan.” Dr. Beurghs weigerde echter me tegenover de
AGD te verdedigen, ook al weet hij maar al te best dat haar uitspraak i.v.m. de mij toegeschreven lichamelijke invaliditeit geenszins met de werkelijkheid
overeenstemt. De reden die hij daarvoor opgaf, luidde: “De AGD is de maffia. Als ik u verdedig, dan zet ik mijn carrière op het spel.” In nagenoeg diezelfde
bewoordingen heeft ook huisdokter Dirk Van Engeland (Wilsonstraat 14, 2860 Sint-Katelijne-Waver, tel. 015/31 13 25) zich uitgelaten.

-de drie keren dat ik volkomen ten onrechte ”gecolloqueerd” (geen Standaardnederlands, vandaar de aanhalingstekens) werd en tegen wil en dank in een psychiatrische instelling moest verblijven (januari 1999, januari 2002, januari 2004), louter wegens mijn nochtans terecht verzet tegen de wanpraktijken waarvan ik het slachtoffer ben en die mijn leven kapotgemaakt hebben. Die psychiatrische instelling werd telkens door het gerecht misbruikt om me gevangen te houden: wanneer iemand in zo”n instelling verblijft, is het toch de bedoeling dat hij of zij er behandeld wordt, maar daar het in mijn geval om pure komedie ging, was er bij mij helemaal geen sprake van gelijk welke behandeling of volgen van therapie. Gewoon 40 dagen op een kamer verblijven volstond om me weer naar huis te laten gaan. Het feit dat mijn advocaat ondanks zijn aandringen en tegen de wetgeving in nooit het medisch verslag gekregen heeft, spreekt boekdelen. In dit verband verwijs ik naar een bijdrage van journalist Marc Van Impe uit 2003, met als titel ”Goede leerkrachten worden monddood gemaakt en psychisch genekt” en waarin hij o.m. schrijft dat ik in die pqychiatrische instelling helemaal niet thuishoorde. Zijn vrouw is als gerechtspsychiater verbonden aan het Leuvense parket, zodat hij beter dan wie ook goed geplaatst is om hierover een mening te hebben. Marc Van Impe is ook medeauteur van het boek ”De pest op school” (ondertitel: ”Hoe leerkrachten en directie elkaar het bloed van onder de nagels halen”), dat in 2003 bij uitgeverij Van Halewyck verschenen is (ISBN 90 5617 499 1) en waarin eveneens mijn verhaal is opgenomen (p. 158-167, de hoofdstukken ”De beruchte AGD als eeuwige stok achter de deur” en ”Republiek van kameraden” + de inleiding p. 13-14, waar ik geciteerd word als winnaar van het prestigieuze Groot Dictee der Nederlandse Taal en als diegene die voor de grondige taal- en spellingcorrectie van het boek gezorgd heeft). Een toespraak van de heer Van Impe tot de Vlaamse parlementsleden tijdens een hoorzitting in het Vlaams Parlement d.d. 27 januari 2004, waar hij ongezouten zijn mening te kennen gaf over de AGD, bevestigt alleen maar het beeld dat ik hier van haar schets (cf. Beknopt verslag van het Vlaams Parlement).

-de door het gerecht aangestelde psychiaters Marc Pastijn en Chris Dillen, die het presteren een fictief en totaal negatief verslag over mij te schrijven (querulant, paranoïde, erg geestesgestoord, rigide, gevaar voor zichzelf en voor anderen, …) en dát zonder dat ze me ooit ontmoet, laat staan onderzocht hebben (*). Hun volledig gefantaseerde verslagen staan wel in schril contrast niet alleen met de mening van de mensen die me door hun omgang met mij veel beter kennen dan zij, maar ook met de talrijke gefundeerde verslagen van dokters allerhande die me in de loop der jaren met het oog op tegenexpertises wel degelijk grondig onderzocht hebben en aan allerlei tests onderworpen hebben (prof. dr. Paul Cosyns van het UZ Antwerpen, die me o.a. een IQ van meer dan 130 toeschrijft en me als hoofdbegaafd beschouwt; psychiater Frieda Matthijs uit Antwerpen, die o.a. schrijft dat ik wel degelijk altijd in staat geweest ben om als leraar voor de klas te staan; onze toenmalige huisdokter Jan Roovers uit Beerse, die bevestigt dat ik aan geen enkel lichamelijk gebrek lijd; gerechtsdokter Ann Lechat uit Keerbergen, die o.a. schrijft dat er nooit een medische reden voorhanden geweest is om me als leraar te ontslaan; de psychiaters B. Leroy en Pieter Roosen uit Mechelen; psycholoog Bart Cardijn uit Bertem; het team van het Universitair Centrum Sint-Jozef in Kortenberg, waar ik vorig jaar drie weken verbleven heb met het oog op het uitvoeren van een grondige tegenexpertise);

(*) Vanuit hun standpunt is het begrijpelijk dat zulke mensen er geen behoefte aan hebben iemand ernstig te onderzoeken en een correct verslag te schrijven want
zulk ”onderzoek” is toch maar pure komedie: hun opdrachtgever – het gerecht dus – verwacht nu eenmaal een negatief verslag want de magistraat die de opdracht
gegeven heeft, heeft zo”n negatief verslag nodig om zijn reeds vooraf genomen beslissing (”collocatie”, internering, veroordeling, inbeslagneming, …) te
kunnen staven en zijn handen in onschuld te kunnen wassen. En wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Als een gerechtspsychiater zijn goedbetaalde job
wil behouden, dan moet hij zich schikken naar zijn opdrachtgever. En als zijn besluit toch al van tevoren vaststaat, waarom zou hij er dan nog (veel) tijd in investeren
om met zijn ”patiënt” te praten? Vandaar dat zo iemand maar eens vlug binnen en buiten wipt (hij moet toch zijn verplaatsingskosten in rekening kunnen brengen) – of
zijn ”patiënt” zelfs helemaal niet ontmoet – want de duur die hij aan dat ”onderzoek” besteedt heeft toch geen invloed op de hoogte van zijn honorarium. En een
soortgelijke redenering geldt voor dokter Michel Verhulst (opdrachtgever: de directeur van het Sint-Victorinstituut in Turnhout), de Lierse vrederechter Marc Maes
(opdrachtgever: de Mechelse substituut Marc Van Rooy) en de aan de psychiatrische instelling Sint-Norbertus in Duffel verbonden psychiater Diana Poleunus
(opdrachtgever: de Mechelse substituut Marc Van Rooy).

-de wanpraktijken en/of geldaftroggelarij en/of lasterlijke brieven en/of zwart op wit te bewijzen leugens en/of lasterlijke en eerrovende uitspraken en/of het onaanvaardbare gedrag en/of onterechte inbeslagnemingen en/of negeren van mijn aangetekende brieven, … van mensen zonder enig normen- en waardebesef (volgens het nieuwe Groene Boekje ”normen- en waardenbesef”, maar dat is een fout gezien het meervoud van ”waarde” volgens datzelfde Groene Boekje zowel ”waardes” als ”waarden” is), zoals mijn vorige advocaten Hugo Andries uit Turnhout en Rudi Beeken uit Tielt-Winge; de Mechelse magistraten Marc Van Rooy, Dirk Thys, Paul Lenaerts, André Van Praet, Bart Willocx, Jos Van Meulder; de Lierse vrederechter Marc Maes; de gerechtspsychiaters Marc Pastijn (Mechelen) en Chris Dillen (Hoboken); psychiater Diana Poleunus van de psychiatrische instelling Sint-Norbertus in Duffel; de ex-ministers Marleen Vanderpoorten, Marcel Colla en Magda Aelvoet; een aantal AGD-controlegeneesheren onder wie Frans Lafortune uit Herent en Michel Verhulst uit Schilde; de adjunct-adviseur van de AGD Dirk Gysels; de ”broeders van liefde” Aimé Peirsman (Gent) en Luc Van Dyck (Turnhout), … (geen exhaustieve lijst!);

-de vele getuigenissen, zowel mondeling als schriftelijk, die alle zonder uitzondering in mijn voordeel pleiten (o.a. van oud-leerlingen en hun ouders; van mensen die me kennen uit het vereniginsleven of als afgevaardigde van de oud-leerlingen van het Mechelse Sint-Romboutscollege van de promotie 1965; van mensen die ik op de een of andere manier geholpen heb of van dienst geweest heb; van mensen aan wie ik privé-les gegeven heb; van mensen die in mijn buurt wonen; van mensen die me kennen door mijn activiteiten op het vlak van taal en spelling: als auteur van bijdragen over etymologie, als winnaar van het Groot Dictee der Nederlandse Taal, als samensteller van het Groot Nederlands Dictee van Davidsfonds / Knack, als corrector van teksten allerhande, als vertaler van teksten uit en naar het Duits, enz.);

-de bekentenissen van mensen die tot de tegenpartij behoren: ”broeder” Aimé Peirsman, die tegenover de (ex-)voorzitter van het Antipestteam erkende dat ik destijds aan het Sint-Victorinstituut niet correct behandeld werd; AGD-controlearts Verhulst (cf. supra); directeur geneeskundepraktijk Jos Weemaes van de AGD, die in een document dat niet voor mij bestemd was maar dat door een vergissing van de een of andere ambtenaar in mijn handen terechtgekomen is erkent dat er in mijn geval geen medische reden was om me als leraar uit te rangeren maar dat alles draaide om een conflict met de directeur (cf. zijn bijdrage onder de hoofding ”Niet afgehandeld dossier van de heer Lamberts Jozef”, waarin hij het o.m. heeft over de mogelijke gevolgen daarvan wanneer ik bij een andere instantie recht zou trachten te bekomen en dat op basis van een beslissing die op louter willekeur berust en die me in ernstige financiële en morele problemen gebracht heeft); dokter Theuwis als afgevaardigde van de AGD, die op 3 juni 2002 op het kabinet van de minister van Volksgezondheid in het bijzijn van o.a. toenmalig kabinetschef Manu Keirse en twee andere onderwijsslachtoffers van de AGD erkende dat in geval van een conflict tussen de directie en een leerkracht de AGD per definitie altijd partij kiest voor de directie.

De AGD zal me ofwel meedelen welke lichamelijke gebreken ertoe geleid hebben dat men me een ”blijvende en globale lichamelijke invaliditeit van minstens 66%” heeft toegeschreven (zodat ik mijn medisch formulier correct kan invullen en ik kan genieten van de financiële voordelen waarop iemand met zulke invaliditeit recht heeft), ofwel erkennen dat ze me ten onrechte die lichamelijke invaliditeit heeft toegeschreven. Met alle gevolgen van dien.

Om in dit verband een voorbeeld te geven van een tekst waaraan ik me in hoge mate erger en waarvoor de betrokkenen zich zullen moeten verantwoorden, volgt hieronder een fragment uit het afschrift van een document van de correctionele rechtbank in Mechelen n.a.v. een openbare terechtzitting d.d. 26 september 2005. Het betreft een klacht van de bovengenoemden Michel Verhulst en Dirk Gysels. Volgens dat document word ik verdacht van: (LETTERLIJK en LEESTEKENLIJK overgetypt):

Te Bonheiden (en met samenhang te Leuven, in het gerechtelijk arrondissement Leuven en te Schilde en Wilrijk, in het gerechtelijk arrondissement Antwerpen),
meermaals, op niet nader te bepalen tijdstippen, tussen 13 juli 1999 en 20 november 2003

A. AELVOET Magdalena, VERHULST Michel en GYSELS Dirk, die klacht doen, te hebben belaagd terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag de
rust van die persoon ernstig zou verstoren.

B. Bij inbreuk op artikel 114 van de wet van 21 maart 1991 (BS.27/3/91) betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, wetens en willens
de openbare telecommunicatieinfrastructuur of andere middelen van telecommunicatie gebruikt te hebben om overlast te hebben bezorgd
aan DISCART Guido, VERHULST Michel en GYSELS Dirk zijn correspondent, of deze schade te hebben berokkend.

C. Aan VERHULST Michel en GYSELS Dirk die klacht doen (in één van de omstandigheden in art. 444 bepaald)
a. in openbare plaatsen of bijeenkomsten
b. in tegenwoordigheid van verscheidene personen, die in een plaats die niet openbaar is maar toegankelijk voor een aantal personen, die het recht hebben er te
vergaderen of ze te bezoeken
c. in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen
d. door geschriften al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden
e. door geschriften die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden
kwaadwillig een bepaald feit ten laste gelegd te hebben dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen en waarvan het wettelijk bewijs
niet wordt geleverd, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegd feit toestaat.

D. Aan VERHULST Michel en GYSELS Dirk die klacht doet (in één van de omstandigheden in art. 444 bepaald)
a. in openbare plaatsen of bijeenkomsten
b. in tegenwoordigheid van verscheidene personen, die in een plaats die niet openbaar is maar toegankelijk voor een aantal personen, die het recht hebben er te
vergaderen of ze te bezoeken
c. in om het even welke plaats, in tegenwoordigheid van de beledigde en voor getuigen
d. door geschriften al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld worden
e. door geschriften die niet openbaar gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden
kwaadwillig een bepaald feit ten laste gelegd te hebben dat zijn eer kan krenken of hem aan de openbare verachting kan blootstellen en waarvan het wettelijk bewijs
niet wordt geleverd, wanneer de wet het bewijs van het ten laste gelegd feit niet toestaat.

Tot zover deze tekst. Ik wijs erop dat op het door mij onderstreepte woord niet na onderdeel D volledig identiek is aan onderdeel C. Dus geen vergissing van mijnentwege.
Waar halen Gysels en Verhulst het vandaan om mij, TENSLOTTE HUN SLACHTOFFER, aan te klagen omdat ik hun deontologisch totaal onverantwoorde praktijken op alle mogelijke manieren tracht aan te klagen? (Dat doen anderen trouwens ook!) Van Verhulst heb ik overigens NOOIT een reactie gekregen, van Gysels slechts uitzonderlijk en dan nog onaanvaardbare reacties die bij het lezen ervan mijn adrenalinegehalte deden stijgen (reacties in de trant van ”Ik discussieer niet meer met u” wanneer ik vraag naar de reden waarom mij door de AGD een ”blijvende en globale lichamelijke invaliditeit van minstens 66%” werd toegeschreven, een vraag van mijn verzekeringsmaatschappij, die ik aan de AGD doorspeel). De volkomen onterechte beslissing van controledokter Verhulst – die hij op 15 januari 1992 in het bijzijn van de Antwerpse agenten Lauwers en Hillen heeft toegegeven (cf. supra) – heeft

– me op 40-jarige leeftijd mijn carrière als uiterst idealistisch ingestelde leraar gekost;
– mijn tot dan toe uitermate gelukkig leven verwoest;
– ertoe geleid dat we onze elf jaar eerder in Beerse gebouwde woning hebben moeten verkopen;
– ertoe geleid dat mijn echtgenote psychisch ziek geworden is (cf. onze toenmalige huisdokter Jan Roovers uit Beerse) en daardoor in 1993 haar betrekking als secretaresse bij de NV Siemens in Antwerpen is kwijtgespeeld;
– mijn echtgenote en mij VELE HONDERDDUIZENDEN EURO”S gekost.

Dokter Verhulst is verder voor nog andere onaanvaardbare praktijken verantwoordelijk:

-Jaren geleden heeft hij totaal ten onrechte een klacht tegen mij ingediend voor een brief die ik naar hem gestuurd had en waarin ik hem voor zijn deontologisch onaanvaardbare praktijken had aangeklaagd. Daarvoor ben ik op een maandag van Mechelen naar de onderzoeksrechter in Turnhout moeten rijden, hoewel ik de dag ervoor naar Oostenrijk had moeten vertrekken. Ik was zo razend op die kerel dat ik me niet in staat achtte zelf met de auto te rijden en een beroep op mijn moeder heb moeten doen om me naar Turnhout te rijden.

-In november 1993, zowat anderhalf jaar nadat de Raad van State de eerste beslissing van de AGD vernietigd had, moest ik me op een welbepaalde dag opnieuw bij de AGD in Antwerpen aanbieden om me door dokter Verhulst te laten onderzoeken. Daarvoor moest ik vanuit Wenen overkomen (2 x 1.250 km = 2.500 km rijden). In de aangetekende brief die ik ontvangen had, stond dat ik me door een dokter naar keuze mocht laten vergezellen. Ter plaatse moest ik van dokter Verhulst de naam van een dokter opgeven. Dokter Verhulst wist echter ook wel dat geen enkele dokter het zou wagen mij tegenover de AGD te verdedigen, cf. supra.) Ik vraag me trouwens nog steeds af waarom daar een andere dokter bij betrokken moest worden. Ik vermoed dat ik niet meer dan minuten op het kabinet van dokter Verhulst geweest ben. Daar moest ik alleen maar enkele in mijn ogen onzinnige bewegingen maken: met de vinger de neus aanraken, armen opheffen, door de knieën buigen, tong uitsteken, met het hoofd een rollende beweging maken, … Waar ik uiteraard geen enkel probleem mee had. Ook moest ik even gaan liggen, waarna hij me op bepaalde plaatsen betastte. Het resultaat van dat ”onderzoek” was een bevestiging van de ”blijvende en globale lichamelijke invaliditeit van minstens 66%”. Ik had trouwens niets anders verwacht, want Verhulst kon toch niet zomaar toegeven dat hij zich jaren eerder vergist had! Dat onderzoek – of wat daar moest voor doorgaan – had de AGD toch aan een andere dokter moeten overlaten, zodat ze tenminste de schijn van objectiviteit had kunnen ophouden! En het is toch wel vreemd dat iemand met zulke lichamelijke invaliditeit in staat is zich zonder de minste hulp naar het kabinet van dokter Verhulst te begeven, ergens op de derde verdieping van een gebouw in het centrum van Antwerpen, terwijl Alex De Witte – cf. supra – bij diezelfde AGD te horen kreeg dat hij geen invalide kon zijn, louter al omdat hij erin geslaagd was van Hooglede naar Brussel te komen. Met een ziekenwagen uiteraard! Dit stond in februari 1994 overigens te lezen in een artikel in het weekblad ”Dag Allemaal”, waarin ook de link met mij gelegd werd.

En voor zo iemand zou ik moeten zwijgen? NOOIT! Ik neem ook geen enkel woord terug van datgene wat ik ooit over Verhulst en zijn kompanen bij de AGD
gezegd of geschreven heb. Hierbij geniet ik overigens de steun van anderen, die eveneens het slachtoffer zijn van de wanpraktijken bij de AGD. En dat zijn niet alleen mensen uit het onderwijs! Enkele weken vooraleer in 1989 op de dinsdag na Pasen in de reeks ”hangende dossiers” mijn dossier behandeld werd in de uitzending ”Voor de dag” op radio 1 (programmamaker Ireen Houben), was de AGD nog in een ander dossier in opspraak gekomen. De waarheid is nu eenmaal de waarheid en men zal me in dit verband op geen enkele leugen kunnen betrappen.
Ik zou die kerel overlast bezorgd hebben, in zijn eer gekrenkt hebben en hem aan de openbare verachting blootgesteld hebben. Welke eer? Verdient iemand eer die het leven van zijn medemensen kapotmaakt door hem een lichamelijke invaliditeit toe te schrijven die hij helemaal niet heeft en hem daardoor zijn job als leraar ontneemt? Zou hij het aanvaarden als men hem op dezelfde manier had behandeld als hij dat met mij gedaan heeft? Waarom zou men zo iemand dan niet mogen verachten? Ik veracht hem inderdaad. Met recht en reden.
Bovendien kunnen Gysels en Verhulst een beroep doen op advocaten die hun door het ministerie van Volksgezondheid cadeau gedaan worden en hoeven ze geen euro uit eigen zak te betalen. Zo is het natuurlijk gemakkelijk! Maar als ik me wil laten verdedigen, dan moet ik daar een pak geld voor ophoesten: twintig jaar geleden ging het om veelvouden van tienduizend frank, nu om veelvouden van duizend euro! En dan moet je nog het geluk hebben dat je een advocaat treft die zijn loodzware taak aankan – er moet inderdaad tegen de machtigste mensen van het land opgebokst worden (inrichtende macht, de AGD, politici, te kwader trouw handelende magistraten en gerechtspsychiaters) – en bovendien te goeder trouw is (wat o.a. van mr. Andries, mr. Beeken en enkele van hun voorgangers niet gezegd kan worden).
Daar komt nog bij dat de klachten die ik in de loop der jaren bij de politie zonder meer geseponeerd worden. Ik heb er in elk geval achteraf nooit nog iets van gehoord. Opdat mijn klachten niet langer meer in het gerechtelijk arrondissement Mechelen behandeld zouden worden – waar ze sowieso in de prullenmand belanden -, liet mijn advocaat me vorig jaar een klacht tegen Gysels en Verhulst indienen bij de politie in Lint, dat tot het gerechtelijk arrondissement Antwerpen behoort. Maar ook daarvan heb ik sindsdien niets meer vernomen.

Tal van feiten zijn in bovenstaande tekst nog onvermeld gebleven, een aantal bedenkingen (bv. i.v.m. het feit dat je als niet zo bekende en individuele burger altijd benadeeld bent tegenover BV”s, die met soortgelijke zaken veel vlugger en gemakkelijker in de media zouden komen en tegenover beroepsgroepen die met stakingen en groots opgezette betogingen en allerhande acties bijna dagelijks het nieuws halen; i.v.m. de politie die onlangs in Kortrijk nog massaal haar ongenoegen tegenover een uitspraak van de rechtbank liet blijken; i.v.m. magistraten die hun ongenoegen lieten blijken omdat ze in hun ogen ten onrechte geen of te weinig vakantiegeld kregen: dat mag allemaal, maar ik zou mijn ongenoegen over een zelfs veel ernstiger zaak niet mogen laten blijken!) heb ik niet of onvoldoende uitvoerig kunnen neerschrijven en een beeld van mijn psychisch zieke echtgenote heb ik evenmin kunnen schetsen (o.a. over haar geheugenverlies, oriëntatiestoornissen en echolalie). Wie haar van nabij kent, weet echter dat het totaal onverantwoord is haar zonder toezicht en moederziel alleen (Van Dale: moederzielalleen) in onze woning achter te laten, maar voor mij is de situatie nu eenmaal onhoudbaar geworden: in de huidige omstandigheden heb ik zelf hulp nodig en ben ik niet in staat anderen bijstand te verlenen. De verantwoordelijkheid van al diegenen die mij dit aandoen, is dan ook verpletterend.
Ik verwijs nog wel naar de website www.antipestteam.be, waar bij de lezersbrieven onder de titel NOODKREET een brief staat die ik op 14 september jl. geschreven heb.

Mocht men mij willen bereiken maar daar niet in slagen, dan kan men proberen contact te krijgen met mijn advocaat, mr. Karl Wijnen (Louizastraat 29, 2800 Mechelen tel. 015/45 05 47; e-mail karlwijnen@skynet.be).

Jozef Lamberts


 

Disclaimer

In deze disclaimer wordt verstaan onder: de webpagina: iedere webpagina waarin de uitgever een hyperlink naar deze disclaimer opneemt met de intentie deze disclaimer daarop te laten gelden; de uitgever: Neutr-On gebruik(en): onder meer inladen, inloggen, opvragen, raadplegen, lezen, bekijken, beluisteren, bewerken, invullen (van formulieren), verzenden, (tijdelijk) kopiëren, bewaren, doorzenden, verspreiden, van diensten gebruik maken, plegen van rechtshandelingen (bijv. kopen, huren); u: de al dan niet vertegenwoordigde natuurlijke of rechtspersoon die de webpagina gebruikt; de inhoud: onder meer teksten, afbeeldingen, hyperlinks, geluids- en/of videofragmenten en/of andere objecten; schade: directe of indirecte schade van welke aard dan ook, onder meer verloren data en zaken, gederfde omzet, winst of ander economisch nadeel. Het onderstaande is van toepassing op de webpagina. Door de webpagina te gebruiken stemt u in met deze disclaimer. De uitgever spant er zich voor in de inhoud van de webpagina regelmatig te actualiseren en/of aan te vullen. Ondanks deze zorg en aandacht is het mogelijk dat de inhoud onvolledig en/of onjuist is. De uitgever verschaft de inhoud van de webpagina in de staat waarin deze zich feitelijk bevindt, zonder garantie of waarborg ten aanzien van de deugdelijkheid, geschiktheid voor een bepaald doel of anderszins. De uitgever is niet aansprakelijkheid voor schade die is of dreigt te worden toegebracht en voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de webpagina of met de onmogelijkheid de webpagina te kunnen raadplegen. De uitgever mag de webpagina naar eigen inzicht en op ieder door hem gewenst moment (laten) veranderen of beëindigen, met of zonder voorafgaande verwittiging.De uitgever is niet aansprakelijk voor de gevolgen van verandering of beëindiging.Behoudens deze disclaimer, is de uitgever niet verantwoordelijk voor kenbaar aan de webpagina gekoppelde bestanden van derden. Koppeling houdt geen bekrachting van die bestanden in. Ongeautoriseerd of oneigenlijk gebruik van de webpagina of de inhoud daarvan kan een inbreuk op intellectuele rechten, regelgeving m.b.t. privacy, publicatie en/of communicatie in de breedste zin van het woord opleveren. U bent verantwoordelijk voor al hetgeen u vanuit de webpagina verzendt. De uitgever behoudt zich het recht voor om u de toestemming te ontzeggen de webpagina te gebruiken en/of van bepaalde diensten die op de webpagina zijn aangeboden, gebruik te maken. In aansluiting daarop kan de uitgever de toegang tot de webpagina monitoren. U zal de uitgever, diens werknemers, vertegenwoordigers, licentiehouders, handelspartners en de auteur van deze disclaimer beschermen tegen en vrijwaren van gerechtelijke en buitengerechtelijke maatregelen, veroordelingen e.d., inclusief de kosten voor rechtsbijstand, accountants e.d. die door derden zijn ingesteld ten gevolge van of gerelateerd aan uw gebruik van de webpagina, uw inbreuk op welke wettelijke regeling dan ook of de rechten van derdenNeutr-On heeft het recht lezersbrieven al dan niet te plaatsen, in te korten, te bespreken of te becommentariëren.Neutr-On is niet verantwoordelijk voor de inhoud voor de lezersbrieven of het gastenboek.Alle partijen of belanghebbenden hebben het recht een weerwoord, een recht van antwoord te plaatsen mits op voldoende wijze de juistheid van de bewering wordt aangetoond.Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van deze site of met de tijdelijke onmogelijkheid om deze site te kunnen raadplegen. Neutr-On wijst alle mogelijke garanties af in verband met informatie die op deze website wordt verstrekt, en aanvaardt evenmin verantwoordelijkheid voor beslissingen die op basis van deze informatie door de lezers worden genomen.Neutr-On is in geen geval aansprakelijk voor bijzondere, indirecte of gevolgschade door gebruiksderving, gegevensverlies of winstderving, zij het in de vorm van een contractuele daad, nalatigheid of andere daad, die voortkomt uit of verband houdt met het gebruik van de hier verstrekte informatie. Links naar andere websites vanaf Neutr-On , verwijzing naar een product, proces of dienst met handelsnaam, handelsmerk, fabrikant of anderszins vormt of impliceert geen goedkeuring of aanbeveling van die sites en de daarbij behorende informatie.Wij sluiten alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van deze website, of met de tijdelijke onmogelijkheid om de site te kunnen raadplegen. Wij zijn ook niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die het gevolg is van het gebruik van informatie die door middel van deze site verkregen is.Neutr-On is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de aangeboden inhoudelijke teksten van de lezersbrieven of het gastenboek.Bij geschillen zijn alleen de rechtbanken van Turnhout bevoegd.Neutr-On aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud van de door derden aangeboden informatie op de website.Hieronder valt onder meer, maar niet uitsluitend, het inbreuk plegen op auteursrechtelijk beschermde werk(en) of het anderszins in strijd handelen met de intellectuele eigendomsrechten van derden. Neutr-On aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade ontstaan door de inhoud van de – al dan niet door derden aangeboden- informatie op de website van Neutr-On , behoudt zich dan ook het recht voor om de door derden aangeboden informatie te wijzigingen en/of te verwijderen, indien de door derden aangeboden of reeds geplaatste informatie in strijd is met de wet, de belangen van overige internetgebruikers, of andere derden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is of (iii) voor het overnemen in enig dag-, nieuws- of weekblad of tijdschrift (al of niet in digitale vorm of online).————————————————–

De enige vakbond die haar leden ECHT helpt! Word lid!