Opiniestuk van Milan Dekeyser

‘Het geloof in de democratie herstel je niet door enkel de leeftijd waarop je mag gaan stemmen te verlagen’, schrijft de Milan Dekeyser (17). Hij roept op om jongeren al veel vroeger kennis te laten maken met democratische processen, en wel op de schoolbanken.

Vandaag hoor je tegelijk pleidooien om de leeftijd te verlagen waarop jongeren voor het eerst mogen gaan stemmen als klaagzangen dat jongeren niet meer geloven in de politiek. Het eerste zou daarbij een oplossing moeten zijn voor het tweede.

Jongeren laten vandaag meer dan ooit hun stem horen. Ze komen op straat, onder meer voor het klimaat. Ze engageren zich wel, maar niet in de traditionele zin, volgens de breuklijnen van de politieke partijen. Vaak krijgen ze het gevoel dat ze door hun onconventionele engagement niet gehoord worden, en dat hun mening aan de kant geschoven wordt, omdat ze nog niet voldoende levenservaring hebben. En dat terwijl de meeste grote problemen van vandaag net het meeste impact zullen hebben op de levens van wie vandaag nog jong is.

Hoewel de politieke interesse en kennis van 16-jarigen en 18-jarigen in grote lijnen te vergelijken is, staan de meeste jongeren niet te springen om te gaan stemmen. (En mochten ze dat toch doen, zou dat wellicht de meer radicale partijen ten goede komen.)

Het is dus meer dan twijfelachtig dat de leeftijdsgrens om te gaan stemmen naar omlaag halen, het vertrouwen van jongeren in de politiek kan herstellen.

Beter zou het zijn om politiek en maatschappelijk engagement te beschouwen als een puzzel.  Elk stukje, hoe klein ook, is van belang om het geheel te laten kloppen. Media, vrienden, ouders, politieke kennis, verenigingen en school, allemaal zijn het de hoekpunten, van waar we verder kunnen beginnen bouwen.

In deze bijdrage wil ik stilstaan bij de mogelijkheden van de school als een democratisch oefenterrein, waar jongeren niet alleen kennis opdoen over, maar ook actief kunnen meedenken over de schoolwerking.

School als democratisch oefenterrein

Als we de stemleeftijd willen verlagen, moeten we de leerlingen voorbereiden op verkiezingen. Deze voorbereiding moet bestaan uit kennis over de democratie en ervaring. Een school is de ideale plek om deze skills aan te brengen. Leerlingen kunnen ervaring opdoen over de werking van een democratie, wanneer ze actief betrokken worden bij de schoolwerking.

En met actief betrekken bedoelen we natuurlijk meer dan enkel een verstofte leerlingenraad. De leerlingenraad is het meest voorkomende participatieorgaan in de Vlaamse scholen, maar toch wordt er amper gebruik van gemaakt, hetzij door desinteresse van de leerlingen, hetzij door gebrek aan visie bij de directie.

Op mijn eigen middelbare school is de leerlingenraad gewoon een leeg begrip. Men vindt geen geëngageerde leerlingen om zich één middag per maand vrij te maken voor de leerlingenraad.

We moeten de leerlingenraad terug hip maken, en enkel een nieuwe naam of een likje verf zullen niet helpen. Jongeren moeten het gevoel hebben dat er naar hen geluisterd wordt en dat ze samen zaken in beweging kunnen zetten.

Dit vertrouwen kan worden opgebouwd door hen te betrekken bij bijvoorbeeld de aanwerving van een nieuwe leerkracht of bij de aankoop van nieuw materiaal. Als leerlingen voelen dat hun stem gehoord wordt, zullen ze sneller in participatieorganen zoals een leerlingenraad treden. Hetzelfde geldt voor het schoolreglement, als scholen die regels zouden afstemmen met alle betrokken partijen – dus ook de leerlingen- dan zal het draagvlak groter zijn, en zullen ze beter nageleefd worden, wat zal zorgen voor een beter schoolklimaat.

Eigen budgetten

Bijkomend probleem is de organisatie. Hoewel bijna elke school een school een leerlingenraad heeft, is er geen eenduidige handleiding voor de opstart en organisatie ervan. Een leerlingenraad kan op verschillende manieren worden samengesteld, zo kan men opteren om verkiezingen te organiseren. Hierbij wordt er dan een lijst opgesteld met een aantal kandidaten waarop de leerlingen kunnen stemmen, zodat alle jaren en studierichtingen vertegenwoordigd zijn.

Daarnaast kan men ook kiezen om de leerlingenraad te loten, een voordeel van deze methode is dat je niet enkel de extraverte personen aantrekt. Naast een leerlingenraad kan je ook enkele werkgroepen in het leven roepen om rond een bepaald thema na te denken. De echte durvers kunnen de leerlingen een bepaald budget geven dat ze autonoom mogen spenderen. Hierdoor maken ze kennis met de begroting van een school en leren ze overleggen en compromis sluiten. Wanneer een directie snel de mening van alle leerlingen wil weten, kan er een poll of enquête aangemaakt worden en via smartschool naar iedereen toegestuurd worden.

 

Geen gebrek aan participatiekanalen, wel aan visie

Het tweede luik is ‘de kennis’ en hiermee bedoelen we niet droge theorie over het politieke systeem. Deze ‘droge’ theorie is noodzakelijk, en daarom wordt dit al onderwezen tijdens de lessen geschiedenis. Met kennis bedoelen we de actualiteit kunnen plaatsen en er kritische vragen bij stellen. Door de introductie van lessen ‘Mens en samenleving’ in het Katholiek onderwijs zetten we grote stappen vooruit. Tijdens deze lessen leren leerlingen belangrijke burgerschapscompetenties om uit te groeien tot zelfredzame, kritische burgers. Leerlingen krijgen les in mediawijsheid, economische en financiële competenties, sociaal-relationele competenties en geestelijk en mentaal bewustzijn. Deze lessenreek in combinatie met meer leerlingenparticipatie op school en ruimte voor actualiteitsdebatten tijdens de lessen godsdienst en/of mens en samenleving geeft leerlingen de ideale bagage om hun stem uit te brengen.

Als voorbereiding op verkiezingen kan een school ook een project starten rond ‘hoe moet ik stemmen’ of men kan de leerlingenraad gebruiken om een politieke verkiezing na te bootsen. Zo leren scholieren het concept kennen en wordt de drempel om te gaan stemmen weer een stukje verlaagd.

Als we de stemleeftijd willen verlagen en effectief jongeren warm maken om te gaan stemmen, moeten we de democratie dichter bij de jongeren brengen. Door leerlingen verantwoordelijkheden te geven, hen te betrekken bij beslissingen en hen ruimte te geven om kritisch na te denken over de maatschappij, leren ze belangrijke burgerschapscompetenties die noodzakelijk zijn om in een democratie te functioneren.  Zo raken ze vertrouwd met de democratische waarden van de maatschappij en zullen ze sneller naar de stembus trekken.

Bron: Knack