In de zakenkrant l’Echo verscheen op 17 maart een bijdrage waarin 46 economen een verontrustende tekst hebben geplaatst over de toestand van de staatsfinanciën. Vandaag reageren 51 andere economen en academici hierop: het is niet onze overheidsfinanciering die onhoudbaar is, het is het huidige economisch model.

De ratingbureaus, die in alle talen zwegen toen er miljarden uit de publieke middelen geput werden om banken, bedrijven en de kapitalistische economie te redden, zijn weer helemaal terug. En met hen de roep om bezuinigingen.

De 46 economen publiceerden in l’Echo een witboek waarin zij waarschuwen voor de alarmerende situatie van onze overheidsfinanciën[1]. Ze vinden weerklank bij de gouverneur van de Nationale Bank, die aangeeft dat ‘alles erop wijst dat het tijd is voor een grote begrotingsinspanning’, bij de staatssecretaris voor Begroting, die bevestigt dat ‘het probleem van de Staat de uitgaven zijn’ en bij de voorzitter van de MR, die zonder nieuwe liberale hervormingen het faillissement van België voorspelt.

Maar wie gaat er eigenlijk failliet?

51 andere auteurs – economen en academici – reageren hierop: het failliet, dat er wel degelijk is, is dat van de financiële wereld, die opnieuw onze samenleving op de rand van een enorme crisis brengt, met rampzalige sociale en economische gevolgen. Deze mislukking was voorspelbaar en voorzien. Ze is het logische gevolg van een beleid dat heeft toegestaan dat de kapitaalbezitters op grote schaal bleven speculeren.

Streven naar een vermindering van schuldenlast en overheidstekort is een goede doelstelling, al was het maar om een eind te maken aan de gijzeling door de financiële markten en de gedwongen bezuinigingen voor elk begrotingsconclaaf.

Maar in 2023 kunnen we niet meer aanvaarden, zelfs niet meer bevatten, dat de bevolking en de openbare diensten systematisch het doelwit zouden zijn van de voorgestelde oplossingen om de staatsschuld aan te pakken, want dat zou een achteruitgang inhouden op maatschappelijk vlak, voor het milieu en voor de democratie. Alsof de meerderheid van onze samenleving, en niet in het minst de vrouwen, niet al jaren lijden onder de bezuinigingen.

Laten we niet uit het oog verliezen dat het in 2008-2009 om de banken te redden was dat onze overheidsschuld is geëxplodeerd (van 85% naar 100% van het bni [bruto nationaal inkomen]) en, na de covid-crisis, om de ondernemingen en de economie te redden (van 100% naar 115% van het bni).

Was het nodig om te handelen in 2008 en 2020? Uiteraard. Maar op een radicaal andere manier: door de voorwaarden te scheppen om soortgelijke situaties in de toekomst te voorkomen, met name door de financiële sector weer onder controle te krijgen en in dienst te stellen van het algemeen belang. Maar er is op dat vlak niets ernstigs ondernomen. Het accumuleren en speculeren ging onverminderd voort en vandaag, als nieuwe luchtbellen barsten, zouden sommigen opnieuw de samenleving de rekening willen presenteren.

Speculatie oorzaak van inflatie

Dezelfde logica geldt voor wat de aanhoudende inflatie betreft. Daar moet iets aan gedaan worden, maar dan wel door de onderliggende oorzaken, speculatie bijvoorbeeld, aan te pakken. Niet door te proberen de loonindexering te ondergraven, die slechts een gevolg is. Een gevolg dat overigens essentieel is om de binnenlandse consumptie in stand te houden, zoals onlangs nog bleek uit een rapport van de Nationale Bank.

Aan het begin van de oorlog in Oekraïne zijn er op de wereldbeurzen voor landbouwproducten niet minder dan 26 miljoen extra geldtransacties genoteerd. Deze puur speculatieve handel alleen heeft geleid tot meer dan 40% inflatie[2]. Zoals uit vele studies blijkt, is het de winst-prijsspiraal, en niet de loon-prijsspiraal, die de huidige inflatie aanwakkert.

Ja, het systeem moet worden hervormd, zonder uitstel. Maar wel om het roer om te gooien, en niet, zoals bij Delhaize gebeurt, om de waanzinnige race naar het dieptepunt van sociale en ecologische verantwoordelijkheid nog te versnellen.

Het kwaad bij de wortel aanpakken

Als het echt de bedoeling is om door een beter evenwicht tussen economische ontwikkeling, maatschappelijk welzijn en respect voor het milieu het leven voor de mensen aangenamer te maken, moet de bron van de problemen worden aangepakt.

Laten we beginnen bij de staatsschuld. We hebben meer dan ooit behoefte aan een volwassen debat over hoe de houdbaarheid van de overheidsfinanciën moet worden beoordeeld, voorbij aan de simplistische slogans over hoe hoog de schuld of het tekort is. De manier waarop het tekort de economische activiteit kan ondersteunen en zich kan terugbetalen (begrotingsmultiplicatoren) of ook de rol van de centrale banken bij de staatsfinanciering, dat zijn mogelijke hefbomen die ernstig moeten worden onderzocht. Bovendien zijn er tal van argumenten om van onze schuldeisers – de grote banken – te verwachten dat ook zij aan de gemeenschappelijke inspanning bijdragen door de staatsschuld te verminderen. We hebben ook een echte openbare banksector nodig, die taken van openbare dienstverlening vervult en zich in de eerste plaats ten dienste stelt van duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van algemeen belang en niet van particuliere belangen. Het is daarnaast nodig om van de Europese Commissie te verkrijgen dat duurzame investeringen worden weggestreept uit de boekhouding van de overheidstekorten. Met name in gezondheid en klimaat zijn de noodzakelijke overheidsinvesteringen aanzienlijk. Ze kunnen niet worden gedaan zonder inbreuk te maken op de huidige regels.

Bekijken we vervolgens de inflatie. Laten we speculatie aanpakken door alle ‘profiteurs van de oorlog’, vooral in de energie- en de voedingssector, te treffen. En laten we eindelijk de markt voor afgeleide financiële producten eens reguleren, die niets meer met de werkelijkheid te maken hebben!

Tot slot is er de fameuze ‘werkgelegenheidsgraad’, die momenteel in het middelpunt van de politieke belangstelling staat. Uiteraard moeten er arbeidsplaatsen gecreëerd worden. Maar dan wel voor kwaliteitsvol en duurzaam werk. Slechts als werkomstandigheden en verloning verbeterd worden, het werk zijn zin terugkrijgt en privé en werk beter op elkaar afgestemd worden, zullen we de mensen meer aan het werk en in een betere gezondheid houden en arbeid toegankelijker maken voor wie nu uit de boot valt. De oplossing voor de toekomst is een collectieve arbeidstijdverkorting met behoud van salaris en extra aanwervingen ter compensatie. Een rechtvaardige en duurzame maatregel, die sociale vooruitgang met zich brengt[3].

De vraag die men zich bij hervormingen altijd zou moeten stellen is of die hervormingen de ongelijkheid helpen verminderen of ze juist vergroten. Een rechtvaardige belastinghervorming is essentieel om de ongelijkheid te verminderen. De oplossingen zijn bekend: het inkomen globaliseren, de belastingen progressiever maken, vermogenswinst en overwinsten belasten, vermogens belasten, belastingontduiking en -ontwijking bestrijden etc. Deze straffe maatregelen zouden volstaan om jaarlijks duizenden miljarden euro’s binnen te halen, waarmee menselijke ontwikkeling kan worden gefinancierd, de begroting in evenwicht gebracht en onze afhankelijkheid van de financiële markten teruggedrongen.

Op deze concrete manier het roer omgooien en meer sociale rechtvaardigheid nastreven is iets wat binnen handbereik ligt en het is cruciaal voor het behoud van onze democratieën, het herdenken van de economie en om, zoals George Orwell schreef in zijn boek 1984, niet alleen in leven maar ook en vooral mens te blijven.

Notes:

[1] Un collectif d’économistes prévient : “Nos finances publiques sont insoutenables”, L’Echo, 17 maart 2023.

[2] La spéculation boursière sur les céréales a contribué à la hausse des prix de nos courses, Simon Bourgeois, Maurizio Sadutto, RTBF, 20 februari 2023.

[3] Cf. de resultaten van het Britse proefproject met de vierdagenweek: https://autonomy.work/portfolio/uk4dwpilotresults/

Bron: De Wereld Morgen