Als Collectief van Lotgenoten wensen we de Prijs van de dubbele Tegenslag aan te kaarten waarmee personen met een handicap worden geconfronteerd.

Integratietegemoetkoming

Personen met een beperking die ernstige moeilijkheden ondervinden bij het uitvoeren van dagdagelijkse activiteiten maken aanspraak op een integratietegemoetkoming (IT). Op basis van punten te behalen op de schaal van “zelfredzaamheid” evalueert de arts van de Directie-generaal Personen met een Handicap welke moeilijkheden de persoon met een beperking ondervindt.

Aldus gekoppeld op de medische evaluatie rond zelfredzaamheid in functie van de handicap.

De integratietegemoetkoming heeft tot doel de meerkosten te compenseren in verband met het verlies van zelfredzaamheid van de persoon met een handicap in een omgeving, die voor hem ruim ontoegankelijk is en dus meerkosten met zich meebrengt. Het bedrag van deze tegemoetkoming wordt bepaald rekening houdend met het inkomen van de persoon met een handicap.

Er zijn beperkingen voor combineren van een IT met beroepsinkomsten en/of met een vervangingsinkomsten (zoals werkloosheid, ziekte-uitkering, of een pensioen zoals een ziektepensioen, …).

Discriminerende behandeling

In 2022 werd verhoudingsgewijs het vrijstellingsplafond voor een arbeidsinkomen aanzienlijk meer verhoogd dan het vrijstellingsplafond voor een vervangingsinkomen (170% tegenover 13%).

Het KB van 1 februari 2022 stelt dat voor de berekening van de IT de volgende vrijstellingen gelden :

  • Voor de inkomsten uit arbeid (belastbaar inkomen) van de persoon met een handicap :
    De vrijstelling wordt verhoogd tot 70.948,52 euro (vanaf 1 januari 2023).
  • Voor de vervangingsinkomsten (belastbaar inkomen) van de persoon met een handicap :
    De eerste 4.256,91 euro (vanaf 1 januari 2023) worden vrijgesteld.

Deze verschillende vrijstellingsplafonds heeft als gevolg een discriminerende behandeling tussen personen met een handicap, al naargelang ze over een arbeidsinkomen dan wel over een vervangingsinkomen beschikken.

Het gelijkheidsbeginsel is hier degelijk geschonden: een persoon met een beperking wordt verschillend behandeld als hij fysiek in staat is om te werken, of als hij met tegenslag kampt.

Vraag is of voor dat verschil in behandeling een redelijke verantwoording voorhanden is in het licht van het gelijkheidsbeginsel, rekening houdend met de doelstelling van de ontworpen regeling die er onder meer in bestaat “het plafond van de vervangingsinkomens op te trekken om de wijdverspreide armoede bij personen met een handicap te bestrijden en ook om te voorkomen dat zij dubbel gestraft worden (verlies van werk en verlies van IT)”.

Wat is logisch in de volgende context: een persoon met beroepsinkomsten van 65.000 euro kan zijn Integratietegemoetkoming volledig behouden maar een andere persoon met dezelfde handicap (en inschaling zelfredzaamheid) in combinatie met een vervangingsinkomen van 15.000 verliest alles?

In zijn advies 70.637/3 van 30 december 2021 over het ontwerp van koninklijk besluit is de afdeling wetgeving van de Raad van State in hoofdzaak van oordeel, dat de ontworpen regeling geen gevolgen mag hebben voor bepaalde categorieën van personen met een handicap die als onevenredig moeten worden beschouwd in het licht van het gelijkheidsbeginsel. Het verschil in bedragen van cumulatie inkomsten, enerzijds beroepsinkomen, anderzijds vervangingsinkomen, lijkt de Raad van Staat wel onevenredig héél groot.

De Nationale Hoge Raad Personen met een Handicap heeft terecht kritiek op deze onevenredigheid, met name ten aanzien van de personen met een handicap die moeten stoppen met werken en die vervolgens een laag vrijgesteld vervangingsinkomen genieten.

Wij wensen ons ook de aandacht te vestigen op de artikelen 10, 11 en het recente artikel 22ter van de Grondwet, waarvan de laatste bepaalt dat iedere persoon met een handicap recht heeft op een volledige inclusie in de samenleving.

Prijs van de dubbele tegenslag

Wist u dat iemand die de medische pech heeft van een terugval (ziekte-uitkering) of langdurige uitval wat in de overheidssector kan resulteren in een ziektepensioen, of in het kader van een faillissement van zijn werkgever, een dubbele armoedeval kent?

In eerste instantie is er een verlies aan beroepsinkomsten (eerste armoedeval)

In tweede instantie is er bovenop verlies aan integratietegemoetkoming én zijn afgeleide rechten (tweede armoedeval). De afgeleide rechten zijn immers in deze energiecrisis van grote waarde: sociaal tarief energie, verhoogde tegemoetkoming medische kosten, saneringsbijdrage water, kortingen socio-cultureel…

In het geval van een ziektepensioen van ambtenaren is de val nog erger. Terwijl hier reeds doelgroep die in aanmerking komt van supplement zware handicap zou kunnen worden vrijgesteld, wat niet het geval is en ook zij hun Integratietegemoetkoming verliest.

50.000

In een antwoord op een parlementaire vraag werd vermeld dat er minstens 50.000 Belgen zijn die de integratietegemoetkoming (en zijn afgeleide rechten) hebben verloren door de strenge cumulatie met vervangingsinkomen (ziekte, werkloosheid). 50.000 zijn slachtoffer van deze discriminerende behandeling!

Wij, als Collectief van Lotgenoten, verzoeken een gelijke en rechtvaardige behandeling.

Voor ons dienen alle mensen met dezelfde inschaling van sterk verminderde zelfredzaamheid, hun recht op Integratietegemoetkoming (en zijn afgeleide rechten) te behouden: zeker zij die een grote inkomensval kennen met grote risico tot armoede.

Wij willen een menswaardig leven!

Collectief van Lotgenoten

Bron: De Wereld Morgen