Studenten, tijdelijk werklozen, gepensioneerden en werknemers in een verlofstelsel zullen vlotter ingezet kunnen worden in de zorg. Dat is het gevolg van een wetsontwerp van de regering dat donderdagnacht groen licht kreeg in de Kamer.

De zorgsector kampt al jaren met een personeelstekort. Er is onvoldoende aanbod op de arbeidsmarkt waardoor vacatures open blijven staan en er is een toegenomen uitstroom van werknemers, onder meer door meer ziekteverzuim.  De regering besliste daarom afgelopen zomer om een pakket noodmaatregelen in te voeren.

De meeste daarvan waren al van toepassing tijdens de coronapandemie. Het gaat onder meer om de neutralisering van het aantal uren dat jobstudenten in de zorg presteren, zodat die niet meer mee tellen voor het maximale aantal uren studentenarbied op jaarbasis. Daarnaast kunnen tijdelijk werklozen, werklozen met bedrijfstoeslag en werknemers in loopbaanonderbreking, tijdskrediet of thematisch verlof aan de slag in de zorg met behoud van een deel van hun uitkering. Gepensioneerden kunnen dan weer nog steeds een loon uit de zorg onbeperkt cumuleren met hun pensioen, en de maximale vergoeding voor vrijwilligers wordt opgetrokken. Nieuw is de maatregel dat een gepensioneerde vrijgesteld wordt van socialezekerheidsbijdragen voor het loon dat in de zorgsector wordt verdiend. Dat moet meer gepensioneerden aansporen aan de slag te gaan in ziekenhuizen of andere zorginstellingen. De cumul met het pensioen leidt er nu immers toe dat het inkomen zwaarder wordt belast.  De maatregelen zijn tijdelijk, tot eind dit jaar, al kunnen ze wel met zes maanden worden verlengd. Het is de bedoeling dat de regering op langere termijn meer structurele maatregelen voorziet.