Een poetsvrouw zegt: “Aangezien wij meestal als onderaannemers werken zonder langdurige contracten met de klanten, is er veel onzekerheid en flexibiliteit. Om te besparen en/of om meer winst te maken, zoeken de klanten meestal de goedkoopste firma’s om hun gebouwen schoon te maken. Dat gebeurt uiteraard ten koste van de werkdruk waarbij op kortere tijd meer moet gedaan worden. Burn-out en ziekteverzuim zijn schering en inslag. Musculoskeletale aandoeningen komen vaak voor: problemen met de spieren, de gewrichten, de pezen, de ligamenten en de zenuwen.
Door de pandemie is er veel economische werkloosheid, omdat klanten minder gebruik maken van hun gebouwen en deze dus minder moeten schoongemaakt worden. Anderzijds zijn er ook plaatsen waar er meer werk is, denk maar aan de ziekenhuizen of aan gebouwen waar er meer ontsmetting moet gebeuren. Ook moeten we op die plaatsen veel meer beschermingsmiddelen dragen.
Wie op economische werkloosheid staat, heeft maar 70% van het loon. Dat is al moeilijk voor wie voltijds werkt, laat staan voor wie deeltijds werkt, zoals de meeste collega’s in de schoonmaak. Het zou nuttig zijn om te strijden voor 100% loon tijdens de pandemie, in het bijzonder voor de sectoren met lage lonen. Als het geld gehaald wordt waar het zit, is dat ook mogelijk. Mensen met lage lonen zijn nu vaak de grootste verliezers, terwijl een aantal bedrijven dankzij corona net grote winsten boekt. Verzet tegen die loonmarge van 0,4% is dan ook heel belangrijk. Die 0,4% is hetzelfde als niets en het compenseert de verliezen niet die veel werkenden hebben geleden. Er is een algemene loonsverhoging nodig, niet alleen voor de sterkere sectoren. We verdienen het om meer loon te krijgen en dat vrijwaart onze koopkracht.”