Het overheidsbedrijf NMBS rechtvaardigt de prijsstijging vanaf 1 februari 2023 met de gestegen uitgaven voor energie en de gedaalde inkomsten na de pandemie. Federale politici geven de indruk dat ze hier niet bijster veel aan kunnen doen, de tering naar de nering zetten… Niets is minder waar, dit is een politieke keuze, géén financiële noodzaak.

Het is op deze nieuwssite al talloze malen eerder gezegd (zie ons lijvig dossier NMBS-De Lijn). Telkens weer geeft de federale regering, bevoegd voor het openbaar vervoer met de trein, de indruk dat de NMBS een autonoom bedrijf is dat zelf beslissingen neemt.

Zo kan je het meemaken dat federale parlementsleden van de meerderheid ‘kritische’ vragen stellen aan de bevoegde minister, ditmaal is dat minister van Mobiliteit en vice-eerste minister Georges Gilkinet (Ecolo). In het Vlaams Parlement doet zich overigens een zelfde schaduwspel voor over de vervoersmaatschappij De Lijn.

In hun antwoorden stellen de betrokken ministers het dan steeds weer voor alsof ze er ook niet kunnen aan doen dat de NMBS zelf naar inkomsten zoekt die de federale overheid hen niet kan (wil) geven en dat ze deze evolutie betreuren.

Tegelijkertijd benadrukken ze dan ook altijd dat er naast die prijsstijgingen ook ernstige inspanningen worden gedaan om de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren.

Je kan het discours dat de komende dagen wordt afgestoken zo zelf schrijven (tegenwoordig hebben ze daar zelfs een app voor). Kopieer wat elke minister heeft geantwoord op deze vragen over de voorbije veertig jaar en je antwoord vandaag is klaar.

Je ticket dekt slechts een klein deel van de echte kostprijs

Laat ik daarom voor de zoveelste maal even de realiteit van deze beslissing weergeven. Prijsstijgingen worden ‘beslist’ door de Raad van Bestuur van de NMBS op basis van de afweging van de kostprijs voor de uitbating van de treinen. Klinkt allemaal heel ernstig.

Het exacte percentage is moeilijk te berekenen – er wordt ook nooit een inspanning gedaan om die berekening eens te maken – maar zelfs het duurste ticket voor één treinrit, zonder enige korting, dekt nauwelijks tussen 15 à 20 procent van de echte kostprijs van die rit.

De totale inkomst uit de verkoop van tickets zegt al evenmin iets over de werkelijke opbrengst. De hele keten van betalend reizen met de trein, van de kaartautomaten, de loketten, de tijd die de treinbegeleiders1 er aan moeten besteden, de controles, het onderhoud van de machines, de kostprijs van het drukwerk, de administratie voor de boetes, het moet immers allemaal van de inkomsten afgetrokken worden om echt te weten hoeveel je treinkaartje opbrengt.

Wanneer de NMBS dus de tickets doet stijgen (ergens tussen 9 en 28 procent, naargelang de aard van je aankoop) beslist zij in feite om de inkomsten die niet eens de kostprijs dekken te verhogen naar een peil waarbij ze nog steeds de kostprijs niet dekken.

Prijzen zijn het gevolg van politieke beslissingen

Een wat ingewikkelde zin om dit te zeggen: de prijs van uw ticket is het directe gevolg van politieke beslissingen. De regering kan evengoed beslissen om de verminderde inkomsten door de gestegen energieprijzen en door de pandemie te compenseren. Dat deed ze trouwens al voor de luchtvaartsector.

En op Vlaams regionaal niveau deden ze zelfs nog straffer. Daar werden miljoenen euros subsidies beslist voor een kleine luchthaven die nog nooit winst heeft gemaakt. Noteer daarbij dat luchtvervoer géén openbare dienst is maar een commerciële activiteit. Diezelfde Vlaamse regering ondermijnt voor het ogenblik via doelbewuste onderfinanciering van het vervoer met bus en tram van De Lijn.

Om het allemaal nog cynischer te maken, de kostprijs voor het afschaffen van betalend vervoer is slechts een kwart van het geld waarmee de federale regering elk jaar de bedrijfswagens subsidieert, een subsidie die grotendeels gaat naar werknemers die al hogere lonen verdienen, en die een prijsverhoging van enkele procenten niet eens aanvoelen.

En verder nog dit: de NMBS als een ‘kost’ voorstellen is een verdraaiing van de economische realiteit. Zelfs de werkgeversorganisaties bevestigen dat het bestaan van het openbaar vervoer goed is voor de economie: mensen kunnen naar hun werk, elke treinreiziger is een auto minder op de baan, reizigers bezoeken familie, gaan shoppen, gaan op uitstap met de kinderen, de kleinkinderen. De macro-economische opbrengst van het openbaar vervoer is groter dan zijn kostprijs. Ook die berekening wordt nooit gemaakt. Heel af en toe wordt er naar gehint bij een staking bijvoorbeeld (Zie NMBS brengt economie jaarlijks minstens 14,6 miljard op).

Politieke Raad van Bestuur

Over de zogenaamde autonomie van de NMBS kon verder nog dit worden gezegd. Alle leden van de Raad van Bestuur zijn politiek benoemd, hebben het etiket van een of andere politieke partij, die hun mensen aanduidt volgens het aantal waar ze proportioneel recht op hebben.

Competentie op vlak van openbaar vervoer is daarbij geen must. Het zijn echter helemaal geen stropoppen die hun bevelen rechtstreeks van hun minister krijgen (en hier bedoel ik niet persé de minister van Mobiliteit, maar de minister of ministers van hun partij in de regering).

Dat is ook niet nodig. Ze werden geselecteerd op hun ideologisch profiel. De partijen zoeken immers naar personen die het met hun visie op openbaar vervoer eens zijn. Die leden van de Raad van Bestuur van de NMBS hoeven niet overtuigd of bevolen te worden om te doen wat ze doen. Die weten perfect wat van hen wordt verwacht en staan daar ook achter – en worden er zeer gul voor betaald.

Wanneer pakweg Marc Descheemaecker verklaart dat niemand hem de les komt spellen en dat hij volledig autonoom zijn beslissingen neemt dan liegt hij niet. Hij is uit zichzelf reeds overtuigd dat het openbare dienstkarakter van de trein en de bus moet vernietigd worden, dat prijzen ‘marktconform’ moeten zijn ‘in een competitieve markt’. Dat diezelfde ‘markt’ hem daarbij zeer gul vergoedt, is dan mooi meegenomen.

De beul en de koning

Hoe bikkelhard deze man en al zijn kompanen in beheerraden alom hun neoliberaal gedachtengoed opleggen, niet zij zijn de echte verantwoordelijken, net zomin als de beul met de bijl de echte dader is van een executie, dat is de koning ver boven hem. Dat die beul terecht meent dat hij goed werk levert, verandert niets aan de realiteit dat hij slechts een fysieke tussenschakel is naar de echte beslissers.

Deze personen nemen tevens de onpopulaire taak op zich om hun ‘beslissingen’ voor de media te verdedigen. Dat houdt de echte beslissers uit de wind. Zelf hoeven ze toch niet verkozen te worden. Integendeel, zelfs als ze moeten vertrekken wegens wanbeleid (zoals Descheemaecker na 8 jaar – 2005 tot 2013 – desastreuze prestaties aan de top van de NMBS) krijgen ze een ruime ontslagpremie en gegarandeerd uitzicht op andere lucratieve postjes.

De echte verantwoordelijkheid voor deze prijsstijging ligt bij de voltallige federale regering van Groen-Ecolo, Open VLD-MR, Vooruit-PS en CD&V. Daar moeten dan ook de pijlen van kritiek op gericht worden, daar moet alle treinreiziger hun terechte boosheid op richten.

Hetzelfde geldt voor de lamentabele dienstverlening. Richt je woede op de echte verantwoordelijken, dat is niet het personeel. Dat is zelfs niet de Raad van Bestuur. De echte boosdoener is de federale regering en al haar ministers.

Note:

1   Wat de treinbegeleiders betreft, die worden niet werkloos zonder betalende tickets. De controle van tickets en abonnementen is niet eens hun eerste taak: veiligheid, stiptheid en informatie aan de reizigers gaat altijd voor op controle. Voor meer details zie dit relaas van drie treinbegeleiders Treinbegeleiders unaniem: gesplitste structuur werkt niet.

Bron: DeWereldMorgen