Met een TikTok-filmpje gaf Sammy Mahdi zijn mening over de uitspraak van het Antwerpse hof van beroep in de zaak-Reuzegom. Dat filmpje lokte een stroom van verontwaardiging uit.
Op dat proces werden de leden van de studentenclub veroordeeld voor de onopzettelijke doding van Sanda Dia tijdens een compleet ontspoord doopritueel.
De CD&V-voorzitter stelt expliciet de strafmaat in vraag. De werkstraffen die de rechter uitsprak, noemde hij ‘werkstrafjes’. Mahdi nam ook de verdediging op zich van Nathan Vandergunst. Die man pookte eerder deze week de Reuzegom-woede op door op zijn YouTube-kanaal, dat meer dan een half miljoen mensen volgen, een aantal veroordeelden met naam en toenaam te noemen. ‘Omdat Belgen het recht hebben te weten wie hun toekomstige politici, rechters of tandartsen zijn’, zei Vandergunst.
Mahdi heeft gelijk als hij aangeeft dat de kwaliteit van Justitie een debat verdient. De vraag of er in België sprake is van klassenjustitie is legitiem, net omdat het essentieel is dat in een goed functionerende democratie recht gesproken wordt dat losstaat van rang of stand. En ja, het debat dat thuis, in de straat of aan de cafétoog gevoerd wordt, moet door politici en rechters kunnen worden geaccepteerd. Net het feit dat dat zo vaak niet gebeurd is, ligt mee aan de basis van het gepolariseerde politieke landschap waarmee we vandaag opgescheept zitten.
Door zijn reactie via TikTok heeft Sammy Mahdi hopelijk de doos van Pandora, de slechte werking van de Belgische Justitie, geopend.
Mahdi, nota bene de voorzitter van de partij die de voorbije 20 jaar drie ministers van Justitie heeft geleverd, slaat de nagel op de kop met zijn visie op deze rechterlijke uitspraak.
De Belgische Justitie is nu eenmaal onbetrouwbaar en men heeft in België geen enkele garantie op een eerlijk proces.
Anderen zien de reactie van Mahdi als een ongepast maneuver om aandacht en stemmen te winnen. Hun visie is zuur. De CD&V’er voedt geen debat, maar giet onbedachtzaam olie op een maatschappelijk vuur van wantrouwen door wild om zich heen te slaan. Dat is kwalijk en jammer, in de eerste plaats voor Justitie. Want de vraag hoe goed er recht gesproken wordt in België verdient wel degelijk meer aandacht en fundamenteler onderzoek. Dat wordt overigens ook besmuikt in gerechtelijke kringen opgemerkt, al hebben velen schrik om hun kop boven het maaiveld uit te steken en daar openlijk over te praten.
Het wordt in ieder geval tijd dat Justitie eens grondig doorgelicht, hervormd en uitgemest wordt.
Zo’n onderzoek moet zich buigen over cruciale vragen zoals de eerlijkheid, de klassenjustitie, de betaalbaarheid, de duur van de rechtsgang, wie controleert de rechters, over de HRJ dat een lege doos is en geen enkele meerwaarde biedt aan Justitie, enz. Waar je nu al zeker van kunt zijn is dat zo’n onderzoek jaren zal duren en dat er uiteindelijk…niks verandert.