Alles gaat goed in Vlaanderen. Zo kan je de Septemberverklaring van Jan Jambon misschien nog het beste samenvatten. Ondertussen gaat hij plat op de buik voor het grote geld, deelt hij cadeaus uit aan de rijken en blijft hij doof voor de stem van de vakbonden en het middenveld. Doof, ten minste, tot de tegenstem oorverdovend wordt.

Alles gaat goed in Vlaanderen, zo kan je de Septemberverklaring van Vlaams minister-president Jan Jambon misschien nog het beste samenvatten. Nooit eerder zijn we met zoveel Vlamingen tegelijk zo welvarend geweest, de armoede daalt, er zijn zelfs nog nooit zoveel leerkrachten geweest als vandaag.

Tout va très bien

Het is maar hoe je de situatie weet voor te stellen. Er ook bij vertellen dat de kinderarmoede is gestegen, dat het leven duurder wordt en dat er heel wat leerkrachten tekort zijn, dat vindt onze minister-president maar negativisme.

“Als je sommige media bekijkt”, zo klaagt Jambon, “dan krijg je het gevoel dat het hier vooral kommer en kwel is, dat ongeveer niks behoorlijk draait, dat alle gezagsdragers prutsers zijn, dat het hier allemaal fout loopt. Dat dit manifest onjuist is, weet zelfs de meest kritische geest in dit halfrond. Ik roep u graag op om in te gaan tegen deze vorm van defaitisme en negativisme.”

Nu kunnen er veel redenen zijn om te geloven dat een situatie in de goede richting evolueert. Het feit dat je een optimist bent, is niet één van die redenen. Het is leuk om te spreken over een halfvol glas in plaats van een half leeg glas, maar wat er echt toe doet, is natuurlijk of het glas bijgevuld wordt of niet.

En dat zou wel eens kunnen beginnen met de vaststelling dat het aan het leeglopen is. Anders gezegd: om goed beleid te voeren, moet je eerst een ernstige analyse maken van de problemen waar je mee te maken hebt.

Plat op de buik voor het grote geld

De analyse die Jambon geeft in zijn Septemberverklaring is betrekkelijk eenvoudig: om vooruit te gaan, hebben we geld nodig en om geld binnen te krijgen, moeten we buitenlandse investeerders aantrekken. Hij mag dan wel de mond vol hebben van Vlaamse autonomie, als het erop aankomt, gaat Jambon plat op de buik voor het grote geld uit het buitenland.

De kritiek op de waarborg die de Vlaamse regering verleent voor de plastic-fabriek die INEOS wil bouwen, wijst hij van de hand. “We moeten juist nog meer inspanningen doen om bedrijven aan te trekken die bij ons willen investeren.”

Voor die bedrijven moeten vervolgens zo veel mogelijk mensen zo lang en zo hard mogelijk gaan werken. “We hebben alle armen, benen en hersenen nodig”, aldus Jambon. En dat liefst met zo weinig mogelijk rechten en zo flexibel mogelijk. Daarom wil men het systeem van flexijobs uitbreiden naar de kinderopvang, het onderwijs en het openbaar vervoer.

Weinig begrip is er voor wie op die steeds sneller en meer flexibel draaiende arbeidsmarkt uit de boot valt. “De wereld waarin we leven, biedt kansen voor iedereen. De kunst is om ervoor te zorgen dat iedereen deze kansen ook kan en wil grijpen”, aldus Jambon.

Eigen schuld, dikke bult dus voor al wie werkloos is, langdurig ziek, of het om een of andere reden moeilijk heeft. Werkende ouders krijgen bijvoorbeeld voortaan voorrang in de kinderopvang.

Iedereen moet dus aan het werk. Het enige probleem is: die fantastische investeerders die Jambon zo veel mogelijk wil aantrekken, blijken niet zo goed te betalen. En omdat je blijkbaar niet kan verwachten dat die investeerders daar zelf geld voor vrijmaken, maakt de Vlaamse regering meer geld vrij voor wat zij de jobbonus noemt. Los van alle retoriek is dat gewoon een loonsubsidie voor bedrijven.

Doof voor stem van vakbonden en middenveld

Is er dan helemaal niets positiefs te melden? Toch wel. Na maanden van protest maakt de regering eindelijk meer geld vrij voor de kinderopvang. Dat bewijst dat het de moeite loont om de stem van onderen uit te laten horen. Dat het niet zal volstaan om de problemen in de sector aan te pakken, moet vooral een aanmoediging zijn om die stem nog meer en luider te laten horen.

Dat geldt ook voor andere sectoren. Geen woord in de Septemberverklaring over de sociale economie, de ouderenzorg, de socio-culturele sector, de huishoudhulp, de sector voor personen met een handicap. De gezinszorg wordt zelfs geconfronteerd met een besparing van 18 miljoen euro.

Dat de regering wel miljoenen vrijmaakt om elektrische auto’s te subsidiëren, maar geen bijkomende middelen wil voorzien voor ons openbaar vervoer, toont de richting die men uitdenkt: wie rijk is, krijgt snoep, wie arm is, de roe.

Het komt er dus op aan het voorbeeld van de kinderopvang te volgen en meer stemmen van onderuit nog luider en nog duidelijker te laten horen. Jambon is duidelijk niet van plan om ernaar te luisteren. Net daarom moeten onze stemmen zo oorverdovend luid klinken, dat ze niet langer te negeren vallen.

Bron: DeWerekdMorgen.be