We geven nog altijd minder geld uit dan vóór corona, en nog nooit stond er zo veel geld op de spaarboekjes. Maar tegelijk stijgt de inflatie, waardoor al dat spaargeld minder waard wordt. Dat zegt Ewald Pironet in Knack.

10 miljard euro spaargeld gaat door inflatie in rook op
‘De consumptie van de huishoudens ligt in ons land nog altijd 3 miljard euro of zo’n 5 procent lager dan in 2019, toen er nog geen sprake was van corona’, zegt Geoffrey Minne, econoom bij de Nationale Bank. ‘En wat het nog opmerkelijker maakt: van alle componenten die zorgen voor economische groei zijn de uitgaven van de gezinnen de enige die nog niet opnieuw op het niveau zitten van vóór het uitbreken van de pandemie’, vult zijn collega Raïsa Basselier aan. De twee hebben net een studie klaar. Daaruit blijkt ook dat er een recordbedrag op de Belgische spaarboekjes staat – geld dat niet meteen weer wordt uitgegeven.

U hebt het zelf gemerkt: tijdens de coronacrisis is ons consumptiegedrag grondig veranderd. ‘Winkels, kappers, restaurants, cafés, noem maar op: ze gingen voor een tijdje dicht. We konden ons geld niet of maar moeilijk uitgeven’, zegt Basselier. ‘We werden gedwongen om te sparen.’ In 2020 legden de Belgen een recordbedrag opzij, er kwam bijna 14 miljard euro bij op de spaarboekjes en 12,5 miljard op de zichtrekeningen. ‘Maar niet iedereen kon sparen’, vertelt Minne. ‘Het gros van de laagste inkomens kwam daar niet aan toe. En sommige groepen leden grote inkomensverliezen, zoals de zelfstandigen. Vooral de huishoudens met de hoogste inkomens konden meer geld opzijleggen.’

Opgekropt
Velen hadden gehoopt dat het spaargeld opnieuw zou worden uitgegeven, zodra de coronacrisis wat onder controle kwam. Niet alles natuurlijk, want u gaat niet vlug twee keer na elkaar naar de kapper omdat u een tijdje geen knipbeurt kreeg. Maar er werd toch verondersteld dat er sprake zou zijn van een ‘opgekropte vraag’ en ‘wraakconsumptie’, zodat het spaargeld gul zou rollen.

Uit de studie van Basselier en Minne blijkt dat tegen te vallen. Terwijl de bedrijven al snel opnieuw begonnen te investeren toen corona vanaf de zomer afnam, bleven de huishoudens op hun spaargeld zitten. Iets meer dan 50 procent van de gezinnen verklaarde in maart 2021 dat ze een hoger bedrag aan spaargeld dan voorheen zouden aanhouden. ‘Veel mensen zijn nog bang’, zegt Minne. ‘Mijn grootmoeder, bijvoorbeeld, durft nog altijd niet goed buiten te komen. Dat heeft natuurlijk invloed op haar uitgaven.’ Basselier: ‘Een ander element is dat vooral de meest verdienende huishouders meer konden sparen. De kans dat zij dat geld zullen gebruiken om extra te consumeren is klein. We weten dat een stijging van het inkomen bij die groep de consumptie slechts licht doet toenemen.’

Minne brengt een belangrijke kanttekening aan: ‘Het is niet zo dat de huishoudens geen geld uitgeven terwijl de ondernemingen dat wel zouden doen. Zo zwart-wit is het niet. De huishoudens stopten bijvoorbeeld meer geld in vastgoed en gaven meer uit aan renovaties.’ Basselier: ‘En ze investeerden ook meer geld in risicovollere beleggingen. In 2020 kochten ze voor 15 miljard euro aandelen of beleggingsfondsen. Maar ze gaven wel minder uit aan consumptie: min 5 procent.’

De slotsom is dat er vandaag een record van 300 miljard euro op de spaarboekjes staat, plus ook nog eens 120 miljard op de zichtrekeningen. Samen is dat 420 miljard, die de spaarders nauwelijks rente opleveren want die zit tegen de 0 procent aan. Ondertussen stijgt sinds de zomer de inflatie, het leven wordt duurder. Voor dit jaar rekent het Federaal Planbureau op een inflatie van 2,3 procent. Dat wil zeggen dat de koopkracht er dit jaar 2,3 procent op achteruitgaat: u kunt met 100 euro 2,3 procent minder kopen dan een jaar geleden. Dat betekent ook dat er dit jaar van de 420 miljard die op de spaar- en zichtrekeningen staan zo’n 10 miljard aan koopkracht in rook opgaat.

Twee elementen verzachten dat enigszins, vertellen Basselier en Minne. ‘Eén: de lonen worden geïndexeerd, ze nemen toe met de inflatie. Maar wel met enige vertraging. En bovendien worden de lagere inkomens zwaarder getroffen door de inflatie, want de fel gestegen energiekosten happen een veel groter deel uit hun budget. Twee, de werkloosheid is heel laag. Zeker in Vlaanderen is er veel vraag naar werknemers, en in de strijd om personeel bieden werkgevers soms hogere lonen en meer voordelen. Ook dat verzacht de inflatiepil.’

Dat neemt niet weg dat de inflatie vreet aan het vele spaargeld dat tegenwoordig op de zicht- en spaarrekening is geparkeerd, en dat daar volgens de studie van de Nationale Bank wellicht nog een hele tijd zal staan. Voor volgend jaar wordt uitgegaan van een inflatie van 3,3 procent, wat zou betekenen dat over 2021 en 2022 van al dat zuurverdiende spaargeld zelfs bijna 25 miljard aan koopkracht verdwijnt. Dat komt overeen met zowat één tiende van het totale bedrag dat alle overheden in een jaar in ons land spenderen. Sommigen noemen dat waardeverlies een ‘sluipende onteigening’. In elk geval raakt ze vooral de middenklasse, want de armen hebben weinig of geen spaargeld en de rijken plaatsen hun fortuin niet op een spaar- of zichtrekening. Vooral de brave spaarder is het slachtoffer. Bron: Knack