De recordwinsten roepen vragen op over het gebrek aan concurrentie in België.
Is er te weinig concurrentie in België? Dat de winstmarges van bedrijven al jaren stijgen, doet knipperlichten afgaan. Maar het is wachten op grondig onderzoek. ‘We ontvangen meer aanwijzingen over mogelijke concurrentieproblemen dan we kunnen verwerken’, zegt de Mededingingsautoriteit.
Door de hoge inflatie staat onze koopkracht plots bovenaan op de agenda. Maar in de luwte vreet mogelijk een ander fenomeen al jaren aan de koopkracht: de stijgende winstmarges van bedrijven. Die kunnen erop wijzen dat we onnodig veel betalen voor onze producten en diensten. Ze bieden ook een verklaring voor de wereldwijde vaststelling dat de voorbije decennia een steeds kleiner deel van de welvaartskoek naar werknemers gaat. Dominante bedrijven en hun aandeelhouders eigenen zich het gros van de productiviteitswinsten toe, met stagnerende reële lonen als gevolg.
België kende een grotere stijging dan het Europese gemiddelde in de periode 1980-2016. Hardnekkig hogere winstmarges wijzen op marktmacht en barrières die concurrenten buitenhouden, want in een competitieve markt duiken nieuwkomers onder de prijs en vreten ze de excessieve winstmarges weg.
Wat is er aan de hand? De gemiddelde brutowinstmarge van de Belgische bedrijven is tussen 2014 en 2020 gestegen van 39,3 naar 42,4 procent. De winstmarge ligt opmerkelijk hoger dan die in de buurlanden. Over de eerste negen maanden van 2021 ging de winstmarge nog eens fors hoger.
Wat is de verklaring? Stijgende winstmarges zijn een wereldwijd fenomeen dat al enkele decennia speelt. Economen linken het aan een gebrek aan concurrentie in diverse sectoren.
Zorgwekkend is dat de winstmarges in eigen land er nog een schep bovenop doen. De brutowinstmarges zoals de Nationale Bank die meet, gingen in de periode 2014-2020 stevig vooruit, terwijl er in de buurlanden gemiddeld geen stijging was. Of dat wijst op een sluipend gebrek aan concurrentie en knusse monopolyvorming is niet zeker. De vraag ligt onbeantwoord op tafel. Neutr-On vermoedt ook dat er prijsafspraken worden gemaakt tussen de bedrijven. Daarbij komt nog de corruptie van de ambtenaren die het spelletje meespelen zoals in de bouwsector. Denk daarbij maar aan de woonzorgsector, de bouw van openbare gebouwen, scholen of de energiesector. Daar is een gezonde concurrentie ver te zoeken.
De burger betaalt de rekening via hoge belastingen.
Toch begint het onderzoek naar winstmarges sporen na te laten bij de concurrentiewaakhonden. ‘Wij kijken meer naar winstmarges dan vroeger’, zegt BMA-voorzitter Jacques Steenbergen. Typisch kijkt de BMA bij een overnameonderzoek naar het effect op de prijsevolutie. Maar zelfs als de prijzen dalen, kunnen de winstmarges stijgen en wijzen op verminderde concurrentie. Dat gebeurt wanneer dominante bedrijven niet de volledige gerealiseerde kostenbesparing doorspelen zoals in een concurrentiële markt het geval zou zijn. Met de consument als dupe.
De galopperende inflatie in de nasleep van de pandemie creëert een extra kopzorg. De vraag rijst of dominante bedrijven hun macht niet misbruiken om verkoopprijzen extra op te trekken onder het mom van de inflatie.