Het was al eerder bekend dat er vanalles misloopt in meerdere rusthuizen. Er komen steeds meer schandalen aan het licht.
Op papier zijn ze bijna bankroet, terwijl ze miljoenen versluizen: of hoe Vlaamse Orpea-rusthuizen mee de winsten van de omstreden groep betalen.
Vanuit de Vlaamse rusthuisgroep Orpea vloeien miljoenen naar de Franse moedergroep, die in een schandaal verwikkeld is omdat winsten zouden voorgaan op de zorg voor de bejaarde bewoners. Het geld wordt versluisd via hoge managementvergoedingen en vastgoedvennootschappen. “Elke euro die zo wegvloeit, is een euro die niet naar de kwaliteit van de zorg gaat.”
Er is iets vreemds aan de hand met de financiële inspectieverslagen van de Vlaamse Orpea-rusthuizen, die oppositiepartij PVDA bij de Vlaamse overheid heeft opgevraagd. In juni heeft de zorginspectie elk van die rusthuizen aan een financieel-economische controle onderworpen, en elk verslag is even vernietigend. Zonder uitzondering gaat het over “een financiële structuur die uit evenwicht is geraakt door de geboekte verliezen: zowel liquiditeit, solvabiliteit als rentabiliteit waren zeer zwak”.
Die verslagen doen uitschijnen dat elk Orpea-rusthuis aan de rand van het bankroet staat. Nochtans heeft de overkoepelende Franse commerciële groep, actief in 23 landen, vorig jaar een winst van 160 miljoen euro geboekt. Bovendien behoren haar rusthuizen tot de duurste in Vlaanderen: bewoners betalen er tot 4.000 of 5.000 euro per maand.
Volgens Vlaams Parlementslid Lise Vandecasteele (PVDA) is die armlastige financiële toestand een bewuste strategie om het geld vanuit die woonzorgcentra maximaal naar het hoofdkwartier in Parijs door te sluizen. Zij maakte een analyse van de financiële inspectieverslagen en ziet daarin twee verdoken geldstromen vanuit de Vlaamse rusthuizen naar Frankrijk.
Zo betalen vijftien van de ruim twintig Vlaamse Orpea-woonzorgcentra huurgelden aan telkens een andere vastgoedvennootschap. Het Antwerpse Park Lane bijvoorbeeld betaalde in 2019 een huur van 1, 7 miljoen euro aan Park Lane Immo, of het Brugse Prinsenhof 1,2 miljoen aan de NV Brugpap.
Van die vijftien vastgoedvennootschappen zijn er op hun beurt vijf die in 2020 winst hebben uitgekeerd aan nog een andere vennootschap, Orpimmo, een dochterbedrijf van Orpea. Dat gaat van 140.000 tot 665.000 euro. Voor de vijf samen gaat het om 2,2 miljoen euro, alleen al in 2020. “Dat die vastgoedvennootschappen zoveel winst kunnen uitkeren, toont aan dat die huurgelden kunstmatig hoog zijn”, aldus Vandecasteele. “Er is ook geen druk om die te verlagen en het geld in het woonzorgcentrum zelf te houden, want het gaat van de ene Orpea-dochter naar de andere.”
Een tweede geldstroom ziet Vandecasteele in de zogenaamde management loon die in elk financieel inspectieverslag opduikt. In totaal gaat het voor het jaar 2019 om 4 miljoen euro, vanuit twintig Vlaamse Orpea-instellingen. Vooral de grote verschillen vallen daarbij op. Terwijl het ene rusthuis maar 10.000 euro betaalt, is dat voor andere meer dan 100.000 euro, tot zelfs 300.000 euro. “Die verschillen doen vermoeden dat dit niet enkel een vergoeding is voor het beheer van de woonzorgcentra”, zegt Vandecasteele. “Samen met het vastgoed verdwijnt zo meer dan 6 miljoen euro uit de Vlaamse woonzorgcentra.”
Orpea ontkent deze cijfers niet, maar is voor de rest heel karig met commentaar. Het bedrijf geeft enkel een schriftelijke reactie: “Orpea Belgium respecteert de Belgische boekhoudkundige regels. De boekhouding wordt elk jaar opnieuw geaudit en gevalideerd door bedrijfsrevisoren.” Het voegt er nog aan toe dat management premies staat voor “gecentraliseerde beheerskosten”.
Voor PVDA is dit het signaal om een grondige financiële doorlichting van alle commerciële zorggroepen te doen. “Het kan niet zijn dat er wel hopen geld zijn voor managementpremies en dividenden, maar niet om personeel en materiaal voor de bewoners te voorzien.” De partij herinnert eraan dat twee Orpea-rusthuizen ook op de zwarte lijst van de Vlaamse overheid staan (Park Lane in Antwerpen en James Ensor in Oostende), met als belangrijkste klacht dat ze te weinig personeel inzetten.
PVDA krijgt daarbij de steun van de vakbonden. “Het wordt tijd dat de overheid ingrijpt bij die internationale commerciële groepen”, zegt Olivier Remy, ACV-verantwoordelijke voor de ouderenzorg. “Elke euro die naar de commerciële groep gaat, is een euro die niet in de kwaliteit van de zorg wordt geïnvesteerd.”
Alle ogen zijn gericht op bevoegd minister Wouter Beke (CD&V), maar die is niet van plan om in te grijpen. Wel wil hij dat de rusthuisfactuur transparanter wordt, zodat bewoners weten waarvoor hun geld precies wordt gebruikt. “Voor ons is het vooral belangrijk dat er op de zorg geen winst wordt gemaakt en dat de kwaliteit van de zorg gewaarborgd wordt”, laat hij via zijn woordvoerder weten. “Als bewoners meer willen betalen voor hun verblijf, kan daarop mogelijk wel winst worden gemaakt, bijvoorbeeld voor een grotere kamer of een ligging in het historische stadscentrum.” Bron: GVA