Zonder beschermingsmaatregelen zou de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen nog veel groter zijn. Vrouwen bleven vroeger nog veel vaker thuis om voor de kinderen te zorgen of mee te werken in de zaak van hun man.
Een huwelijkspartner van een werknemer of een ambtenaar die overleden is, kan onder bepaalde voorwaarden recht hebben op een pensioen voor nabestaanden. Ook ex-huwelijkspartners en weeskinderen van ambtenaren kunnen er recht op hebben. De huwelijkspartner moet in 2023 minstens 49 jaar zijn. Die minimumleeftijd stijgt naar 49,5 jaar in 2024 en 50 jaar in 2025. De beslissing om de minimumleeftijd op te trekken, werd genomen door de regering-Di Rupo.
In december 2017 bedroeg de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen 24 procent. Zonder afgeleide pensioenrechten, zoals het overlevingspensioen, zou de kloof 50 procent geweest zijn, meer dan dubbel zo groot. Dat becijferde het Kenniscentrum Pensioenen in een rapport. Bij de 85-plussers zou de genderpensioenkloof zonder remediëring van het overlevingspensioen oplopen tot 73 procent. In die groep bevinden zich uiteraard veel meer weduwen dan onder de onlangs gepensioneerden. De oudste groep vrouwen heeft gemiddeld ook de minste eigen pensioenrechten opgebouwd (568 euro gemiddeld).
Het echtscheidingspensioen heeft minder impact, omdat het over kleinere bedragen en een kleinere groep mensen gaat. Op een echtscheidingspensioen kunnen mensen maar aanspraak maken als ze zelf de pensioenleeftijd al bereikt hebben en voor de jaren dat ze gehuwd waren.
Het verschil in pensioenbedrag tussen mannen en vrouwen ligt in België lager dan in de buurlanden, volgens het rapport. 1.469 euro was eind 2017 het gemiddelde pensioenbedrag bij vrouwen, terwijl dat bij mannen 1.920 euro was. Zonder de afgeleide rechten van het overlevingspensioen en, in veel mindere mate, het echtscheidingspensioen zouden die bedragen nog veel verder uiteen liggen.
De deelnamekloof, ofwel het aantal vrouwen zonder pensioen ten opzichte van het aantal mannen zonder pensioen, is dan weer substantieel hoger in België dan in de buurlanden. Zo’n 9,8 procent van de vrouwelijke 65-plussers ontvangt geen pensioen, tegenover 1,7 procent van de mannelijke.
Bron: Trends