Het einde van de smartphones, invulboeken, pedagogische studiedagen en vlakke loopbaan: wat gaat er de komende vijf jaar in het onderwijs veranderen?
Ben je leerling, ouder, leerkracht of directeur? Dan gaat er de komende jaren heel wat veranderen. We lijsten voor je op wat de plannen zijn van de nieuwe Vlaamse regering voor het onderwijs.
In de 18 bladzijden over onderwijs komt het woord ‘Nederlands’ dubbel zo vaak in de teksten terug. Zo komen er voor het eerst in het kleuteronderwijs minimumdoelen voor Nederlands. In het basisonderwijs moet minstens de helft van de lestijd naar Nederlands en wiskunde gaan.
Anderstalige leerlingen die in de lagere school binnenkomen, moeten eerst een taaltest afleggen en dan zal de optie bestaan dat ze eerst les volgen in een aparte taalbadklas. Leerlingen die aan het einde van het basisonderwijs de minimumdoelen Nederlands niet behalen, mogen wel overgaan naar het secundair onderwijs. Maar daar kunnen ze verplicht worden om 3 lesuren Nederlands bij te volgen, bovenop hun gewone lessen.
Het regeerakkoord bevestigt ook nog eens expliciet dat elke leerkracht punten mag aftrekken voor taalfouten bij elke taak of toets. En als je punten invoert, verkiest deze regering klassieke punten en klasgemiddeldes boven “smileys, duimpjes en ellenlange teksten”. Elke leerkracht moet in het 1e jaar van de lerarenopleiding ook een extra opleidingsonderdeel ‘Nederlands’ volgen.
Ouders die geen Nederlands kunnen spreken en geen cursus Nederlands willen volgen, kunnen de schoolbonus verliezen. Koen Pelleriaux, topman van het gemeenschapsonderwijs, reageerde al dat het om een symbolisch belangrijk maatregel gaat. Het gaat om een bedrag tussen 22 en 40 euro voor kinderen in het basisonderwijs.
Daarnaast verhoogt de nieuwe regering de verwachtingen voor nieuwkomers die een cursus Nederlands volgen: mondeling zullen ze een hoger niveau (B1) moeten behalen.
In het hoger onderwijs moeten dan weer alle anderstalige opleidingen een Nederlandstalige variant hebben. Daar kon tot nu toe een uitzondering op worden aangevraagd, maar die mogelijkheid valt weg.
Minder dure schoolfacturen, beperkte gratis maaltijden en ouderlijke verantwoordelijkheid
Een breekpunt van Vooruit tijdens de campagne waren gezonde, gratis maaltijden voor alle kinderen in het basisonderwijs. Die komen er niet. Wel kunnen scholen geld krijgen van Vlaanderen voor die maaltijden als ook het lokale beleid de maaltijden financieel mee ondersteunt.
Ook een maximumfactuur in het secundair onderwijs komt er niet. Wel gaat er extra geld naar het beroeps-, technisch en kunstonderwijs om de schoolkosten van die vaak dure studierichtingen onder controle te houden.
Een stokpaardje van de N-VA is dan weer om te wijzen op de ouderlijke verantwoordelijkheid. Als het ouders niet lukt om bijvoorbeeld schoolboeken te kopen of een gevulde brooddoos mee te geven, dan kunnen scholen via het CLB dat discreet melden aan het lokaal sociaal beleid om hen te ondersteunen. Als ouders hun verantwoordelijkheid niet willen opnemen, kan de schoolbonus en schooltoeslag rechtstreeks naar de school in plaats van de ouders gaan. De schooltoeslag zal ook sneller worden afgenomen wanneer leerlingen te vaak onwettig afwezig zijn.
Dat ligt erg gevoelig. Het Stedelijk en Gemeentelijk Onderwijs (OVSG) vreest dat CLB’s zowel rechter als partij gaan worden. Stefan Grielens, directeur van het Vrij CLB Netwerk reageert dan weer op X dat deze maatregelen hem hoofdpijn bezorgen.
Verdwijnen uit de klas: invulboeken, smartphones en aparte godsdienstlessen in het officieel onderwijs
Bidden voor godsdienstleerkracht in tijden van lerarentekort? “Schrap lessen godsdienst, dat is niet meer van deze tijd”
In het stedelijk, gemeentelijk, provinciaal en gemeenschapsonderwijs zal je niet langer kunnen kiezen voor lessen in een levensbeschouwing naar keuze. In de plaats komen er twee uren interlevensbeschouwelijke dialoog. Dat was een voorstel van Vooruit.
Smartphones zullen niet meer welkom zijn op de basisschool, voor het secundair onderwijs komt er eerst een onderzoek. Al krijgen ze daar wel het advies om er een strikt beleid over te voeren.
Ook invulboeken zien de politici liever verdwijnen: “Als dat niet kan door een overeenkomst tussen alle betrokken partijen, nemen we dat op in de regelgeving.” Voor andere leermiddelen komt er dan weer een onafhankelijk keurmerk. De Vlaamse educatieve uitgevers (GEWU) reageren verbaasd en vragen eerst een gedegen wetenschappelijk onderzoek voordat invulboeken worden afgeschaft.
Nieuwe laptops komen er dan weer wel: er was al 100 miljoen opzijgezet, daar komt nog een bedrag van 400 miljoen euro bij voor een tweede digisprong.
In het basisonderwijs wordt er al ruime tijd onderhandeld over nieuwe minimumdoelen. Wiskunde en Nederlands staan daarbij voorop, maar er komt ook aandacht voor STEM (wetenschap en techniek) en de aanbevelingen uit de parlementaire commissie over grensoverschrijdend gedrag.
In het secundair onderwijs zal elke school dan weer vrijer kunnen invullen hoe breed ze hun eerste graad maken. Zo kunnen ze de uren die nu voorzien zijn voor differentiatie invullen met praktijk- en technische vakken om al vanaf het eerste middelbaar in te spelen op leerlingen met die interesses.
Buitengewoon onderwijs: inclusieve pioniersscholen en minder lang op de bus
De 3 partijen vroegen in hun verkiezingsprogramma om leerlingen van het buitengewoon onderwijs minder lang op de bus te laten zitten. Als oplossing gaan ze het absolute ‘recht op leerlingenvervoer’ hervormen en vertrekken van wat de mogelijkheden zijn voor leerlingen en hun ouders. Zo wordt er ook gekeken naar voor- en naschoolse kinderopvang in het buitengewoon onderwijs om het voor ouders haalbaarder te maken om hun kind zelf te vervoeren.
De nieuwe regering wil ook meer samenwerking zien tussen scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs: scholen die één inclusieve school willen zijn, krijgen de rol van pioniersschool. Dat was voor zowel CD&V als Vooruit belangrijk.
De regering wil voor nieuwe infrastructuur extra inzetten op scholen die hun aanbod buitengewoon onderwijs versterken, en op scholen die de B-stroom inrichten. Leerlingen staan voor die richtingen nu vaak op een wachtlijst. Wie netoverschrijdend samenwerkt, krijgt extra capaciteitsmiddelen.
Flexibelere loopbaan voor leerkrachten en minder lestijd voor starters
Meerdere Vlaamse ministers van Onderwijs beten zich al stuk op de ambitie om een lerarenloopbaanpact uit te werken. Dat woord is dan ook afwezig in het nieuwe regeerakkoord. Wel staan er enkele maatregelen in om het lerarentekort aan te pakken en het beroep aantrekkelijker te maken.
Zo wil de nieuwe regering na sociaal overleg “de vaste benoeming verfijnen om maximaal beginnende leraren in het onderwijs te houden”. Startende leerkrachten zullen het eerste jaar ook maar 80 procent van hun opdracht moeten lesgeven voor een voltijds loon, 20 procent gaat naar aanvangsbegeleiding.
Ervaren leerkrachten moeten dan weer een flexibelere loopbaan krijgen. Vastbenoemde leerkrachten zullen hun benoeming en dienstanciënniteit makkelijker kunnen meenemen naar een school van een ander net.
Een gevoelige maatregel is de intentie om te snoeien in het aantal verlofstelsels en detacheringen te reduceren: na een detachering van 5 jaar moet je kiezen of je al dan niet in het onderwijs wil blijven.
De vakbonden krijgen steeds meer meldingen van conflicten tussen leerkrachten en directie.
Wanneer de leerkracht niet meer door dezelfde klasdeur als de directeur kan: aantal conflicten neemt toe
Leerkrachten moeten zich blijven bijscholen, maar dat zal niet meer gebeuren op de klassieke pedagogische studiedag: die wordt afgeschaft in het secundair onderwijs en in het basisonderwijs beperkt tot 3 halve dagen, met daarbij dan een pedagogisch alternatief voor de leerlingen.
Een idee dat nog onderzocht wordt, is om de professionalisering van leerkrachten te koppelen aan de toekenning van anciënniteit. Je loon stijgt dan pas als je voldoende blijft bijleren.
Ook voor directeurs verandert er wat: in een groot directieteam hoeft niet elke directeur een pedagogisch diploma te hebben. En belangrijk: de directeurs krijgen meer vrijheid in hoe ze hun middelen willen besteden. Er komt ook een Vlaanderenbrede basisopleiding voor directeurs. Op dit moment staan de koepels zelf in voor de opleiding van hun directie.
De strijd om de vrijheid van onderwijs
Voor CD&V blijft de vrijheid van onderwijs heilig, terwijl N-VA en Vooruit daar verregaande veranderingen in wilden doorvoeren. Die zijn er niet gekomen. Wel komen er extra capaciteitsmiddelen voor scholen die netoverschrijdend samenwerken.
En er is de ambitie om CLB’s van de verschillende koepels meer te laten samenwerken “met als finaal doel te komen tot een overkoepelende territoriaal gebonden werking”. Koen Pelleriaux van het GO! vindt dat geen goed idee, volgens hem is dat in strijd met de grondwet.
Eén oudervereniging per koepel zal wel verdwijnen: er komt slechts één gefinancierd aanspreekpunt voor de Vlaamse overheid.
Hoger onderwijs: een starttoets voor elke bacheloropleiding
Studenten die een bacheloropleiding willen beginnen, zullen op termijn voor elke opleiding een starttoets moeten afleggen. Al je niet slaagt, moet je verplicht een traject volgen om je bij te spijkeren als je de richting toch wil volgen.
Zo’n starttoets bestaat al voor de lerarenopleiding. Nieuw is dat deze studenten binnen het jaar zullen moeten slagen voor de volledige starttoets. Er zal ook meer kwaliteitscontrole komen op de lerarenopleiding.
Voor heel het hoger onderwijs wordt het financieringsmodel hervormd. Zo wordt er ook meer rekening gehouden met de graduaatsopleidingen, nu is het financieel erg moeilijk voor hogescholen om die te organiseren. Er komen ook extra middelen om de gebouwen technologisch en duurzaam te maken.
Er wordt in het Vlaams regeerakkoord ook meer verantwoordelijkheid gelegd bij de ouders. Die kunnen hun schoolbonus verliezen als ze geen Nederlands kunnen spreken en het niet willen leren. Koen Pelleriaux, topman van het gemeenschapsonderwijs, reageerde al dat het om een symbolisch belangrijk maatregel gaat.
Ook als ouders hun plichten niet nakomen, zoals schoolboeken kopen of een gevulde brooddoos meegeven, kunnen ze hun schoolbonus en schooltoelage verliezen. Die gaat dan rechtstreeks naar de school in plaats van de ouders.
“Dat bestraffende naar ouders toe vind ik wel een minpunt”, zegt Van Damme. “Het geeft scholen en CLB’s een verklikkende rol, terwijl ze net vertrouwen moeten kunnen opbouwen met ouders.”
Lerarentekort
Een 2e groot luik gaat over het lerarentekort. Maar onderwijsexperten vinden dat het regeerakkoord daar tekortschiet. “Het is eigenlijk triest om te zien hoe weinig daar wordt aan gedaan”, zegt Valcke.
Dirk Van Damme werd eind 2022 door toenmalige minister van Onderwijs Ben Weyts aangesteld als voorzitter van de Commissie van Wijzen: een groep van experts en leraren die aanbevelingen hebben opgesteld om het lerarentekort aan te pakken.
“Ik ben blij dat er maatregelen uit ons rapport zijn overgenomen, maar er is geen totaalvisie en weinig ambitie”, zegt Van Damme. “Het gaat om geïsoleerde maatregelen, zoals meer ondersteuning voor startende leerkrachten, maar er is geen samenhang.”
“Een van de punten was het schrappen van de pedagogische studiedagen in het secundair onderwijs. We weten dat die niet echt helpen om leerkrachten bij te scholen. Maar er is in het regeerakkoord geen sprake van een alternatief. Hoe gaan leerkrachten zich wel kunnen bijscholen en wanneer? Is dat na de uren? Op dat vlak blijft het regeerakkoord te vaag.”
De socialistische onderwijsvakbond reageert teleurgesteld. “Wij hadden concrete maatregelen voor het lerarentekort verwacht”, zegt algemeen secretaris Nancy Libert van het ACOD. “Je kan wel inzetten op Nederlands en wiskunde, en dat is belangrijk, maar zonder leerkracht voor de klas zal dat moeilijk zijn. Als daar geen oplossing voor komt, dan zijn al de andere maatregelen gemorrel in de marge.”
“Het is goed om beginnende leerkrachten maar 80 procent voor de klas te zetten en 20 procent voorbereidingstijd te geven. Maar dat kan natuurlijk alleen als het lerarentekort is opgelost. Anders ga je de andere leerkrachten nog meer belasten”, zegt Libert.
Het ACOD is tegen het plan van de regering om te snoeien in het aantal verlofstelsels in het onderwijs. “Als dat de dingen zijn die je doet om het beroep aantrekkelijker te maken… Als men denkt dat het mensen zal aanzetten om weer voltijds te gaan werken, dan heeft men zich misrekend, denk ik.” De christelijke onderwijsvakbonden wilde voorlopig niet reageren.
Onderwijs en werk bij dezelfde minister
Minister Demir zal onderwijs combineren met werk en justitie, een zware portefeuille. Toch zijn Van Damme en Martin Valcke absoluut voorstander om onderwijs en werk bij elkaar te houden. “Een heel sterke keuze om dat bij 1 minister te leggen”, zegt Valcke. “Het gaat er automatisch voor zorgen dat het beroeps- en technisch onderwijs meer aan bod gaan komen, wat de vorige legislatuur niet het geval was.”
“Opvallend is wel dat er over het TSO en BSO weinig concreets in het regeerakkoord staat. We weten voorlopig niet in welke richting dat zal gaan”, zegt Van Damme. “En ook over het hoger onderwijs wordt bijna niet gesproken.”
“Dat er meer kwaliteitscontrole komt op de lerarenopleiding is wel een goede zaak. Niet uit wantrouwen, maar om de kwaliteit ervan op een constructieve manier te verbeteren. De lerarenopleiding is een van de belangrijke sleutels om de problemen in het onderwijs op te lossen.”
Ook voor geschorste leerlingen worden de gevolgen uitgebreid. “Voorheen werd je gewoon geacht niet op school te verschijnen en kon je gewoon thuis gaan zitten. Nu moeten die leerlingen naar school komen en krijgen ze extra les over de gevolgen van hun gedrag.”
Aan een schorsing van 2 of meer dagen wordt nu zelfs een ‘werkstraf’ gekoppeld. “Dan moeten ze ergens werken, zoals bijvoorbeeld in een ziekenhuis of bejaardentehuis, om daar na te denken over hun gedrag en hun gevoel voor verantwoordelijkheid ten opzichte van de maatschappij.”
Meer respect, minder geweld
In Italië gaat men naar strenger onderwijs. Wil men in Vlaanderen dezelfde richting uit?
In Italië krijgen middelbare scholieren voortaan een cijfer voor hun gedrag. Zo wil de regering het respect voor leerkrachten opkrikken en gewelddadig gedrag een halt toeroepen. “Het gaat behoorlijk ver”, zegt correspondent Pauline Valkenet. “Haal je een onvoldoende, dan mag je niet naar het volgende jaar.”
Een cijfer voor wiskunde, Italiaans en… gedrag. Dat is wat er op het rapport van scholieren in Italiaanse middelbare scholen in de loop van dit schooljaar te zien zal zijn.
Die maatregel werd afgelopen woensdag goedgekeurd door het parlement en zal gelden voor leerlingen in het middelbare onderwijs, tussen de 11 en 18. Door dat cijfer aan bepaalde sancties te koppelen, hoopt de regering gewelddadig gedrag tegen te gaan.
“Volgens de huidige regering van Giorgia Meloni is er te weinig respect voor leerkrachten. Dat willen ze weer versterken”, zegt correspondent Pauline Valkenet in ‘Nieuwe feiten’ op Radio 1. “Het gaat er vooral om dat scholieren die zich slecht gedragen, ervoor gestraft worden. Dat ze verantwoording moeten afleggen en voelen dat ze iets mis hebben gedaan.”
Die verantwoording zal zich in de praktijk laten voelen. “Het cijfer telt erg zwaar mee”, weet Valkenet. “Al heb je voor je andere vakken voldoendes, als je een onvoldoende hebt voor gedrag dan moet je blijven zitten. Dat is een 5 of minder op 10.”
“Als je een 6 haalt, net een voldoende, moet je na de zomer een extra toets doen over goed burgerschap en de grondwet, en dus over het besef van hoe je je in onze maatschappij hoort te gedragen.”
De minister van onderwijs, Giuseppe Valditara, vindt die maatregel nodig. “Volgens hem is in het vorige schooljaar de agressie naar leerkrachten toe met 110 procent toegenomen. Dan gaat het om uitschelden, maar ook om klappen uitdelen, duwen en stompen. Dat doen leerlingen met elkaar onderling, maar dus ook met leerkrachten.” Leerlingen willen nog wel eens scholen bezetten om hun punt te maken, maar vrezen dat ze daardoor nu ook een slecht cijfer kunnen krijgen
“De minister heeft ook gezegd dat leerkrachten agressief benaderd kunnen worden door de ouders. Die komen naar school toe om te klagen over bijvoorbeeld slechte cijfers. Die gaan kennelijk ook over de schreef en delen klappen uit. Voor hen kan er nu ook boete komen kijken.”
Gemengde reacties
“Minister Valditara beweert dat 80 procent van de Italianen het hiermee eens is”, zegt Valkenet. Ook volgens premier Meloni zat de Italiaanse maatschappij al een lange tijd op die maatregel te wachten.
“Ik zie ook reacties van psychologen of opiniemakers in de pers die het eigenlijk wel een goede maatregel vinden. Ze vinden het goed dat de rol tussen leerkrachten en leerlingen duidelijk is.” Toch is er vanuit linkse hoek kritiek te horen, zeker van vakbonden en leerlingenorganisaties. “Die laatste zijn vooral bang dat ‘slecht gedrag’ ook ‘politiek actief’ betekent, bijvoorbeeld als je demonstraties op poten zet. Ze willen nog wel eens scholen bezetten om hun punt te maken, maar ze zijn bang dat ze daardoor ook een slecht cijfer kunnen krijgen en dat repressie toeneemt.”
Bron: HLN