Politicoloog Kris Peeters fileert in Weg van het Systeem. Wakker in een ander tijdperk de wandaden van het neoliberalisme ‘dat de actuele westerse samenleving naar zijn hand heeft gezet en zich presenteert als een natuurwet’.
Oplapwerk is volgens Peeters ontoereikend.
‘Voor het eerst in de menselijke geschiedenis zijn we in een existentiële crisis aanbeland.’
Kris Peeters bepleit radicaal afscheid van het neoliberalisme..

Kris Peeters publiceerde eerder drie boeken over mobiliteit. Met zijn nieuwste uitgave slaat hij andere wegen in.
In de eerste bladzijden geef je een opsomming van de vele crisissen tijdens deze ‘waanzinnige eeuw’ tot dusver. Het crisissysteem is hét probleem.
Kris Peeters: “Crisissen volgen elkaar steeds sneller op en komen nu zelfs samen voor. Op een bepaald ogenblik moet je onder ogen zien dat het misschien aan het systeem zelf ligt en dat je dus alleen maar een volgende crisis initieert als je het systeem ‘herstelt’. Het belangrijkste mechanisme hierbij is de economie die niet in opdracht van de maatschappij werkt maar haar wetten oplegt aan de maatschappij. We zijn bovendien ‘economisch correct’ gaan denken: het economisch groeimodel kan en mag niet in vraag gesteld worden. Wie dat toch doet, wordt onmiddellijk weggezet als een communist of erger als iemand die niets van economie begrijpt.”
Wat maakt het systeem tot een crisissysteem?
“Ons economisch systeem is in feite een grote verbrandingsoven die voortdurend moet gevoed worden met grondstoffen, brandstoffen… Er gaat onderweg ongelooflijk veel verloren en het produceert veel afval. De oven moet blijkbaar ook continu groeien om te kunnen blijven functioneren, wat uiteraard onhoudbaar is. We warmen het klimaat op, souperen grondstoffen en energie op, vechten ervoor in bepaalde delen van de wereld… Alle indicatoren staan in het rood. De tijd is voorbij dat we toekomst nog automatisch konden associëren met vooruitgang. Mensen beseffen meer en meer dat iets niet in de haak is. In plaats van hoop op beter is er nu vooral angst om te verliezen wat we hebben.”
Optimisten zoals Maarten Boudry wijzen anderzijds op het feit dat we het veel beter hebben dan vroeger. Er was nooit minder kindersterfte, minder analfabeten, minder mensen die honger leden.
“We hebben het inderdaad beter dan ooit. Alleen is het geen definitieve verworvenheid. De ecomodernisten en anderen verliezen uit het oog dat we in een risicomaatschappij leven. De aard van de risico’s is fundamenteel veranderd. Ze zijn niet langer beperkt en lokaal. De mogelijkheid van een kernoorlog is actueel, net als de opwarming van de planeet met liefst 4 graden… Van de ene op de andere dag kunnen we alles kwijt geraken wat we opgebouwd hebben. Ecomodernisten gaan er ook ten onrechte van uit dat we de problemen kunnen oplossen met nieuwe technologieën. Elke nieuwe technologie schept immers nieuwe problemen. Wat bijvoorbeeld kernenergie betreft, zien we in het oorlogsconflict in Oekraïne dat we de veilige berging van kernafval niet eens enkele tientallen jaren kunnen garanderen, laat staan dat we dat duizenden jaren zouden kunnen.”
Je schrijft dat het neoliberalisme de kern van het probleem is. De vrijemarkteconomie geeft het primaat aan het vrije ondernemerschap en beperkt de rol van de overheid tot die van facilitator voor dat ondernemerschap. De overheid legt bedrijven toch heel wat normen op?
Politicoloog Kris Peeters: ‘Wie het economisch groeimodel in vraag stelt, wordt onmiddellijk weggezet als een communist’
“Deze normen worden voor een groot deel door de industrie zelf geschreven. Zo hield de auto-industrie de pen vast voor de nieuwe, veel te soepele emissienormen in Europa. Om dit te compenseren hebben vele steden noodgedwongen lage-emissiezones ingevoerd. En we hebben ondertussen geleerd dat normen opleggen één ding is, maar er op toezien een ander. Bij het verlenen van vergunningen wordt vaak ook geen rekening gehouden met het algemeen belang. Bijvoorbeeld Ineos heeft de vergunning voor zijn nieuwe fabriek in Antwerpen te danken aan zijn economische macht en financiële invloed en aan het dreigen met en beloven van tewerkstelling en economische groei. Het neoliberalisme is trouwens ook in andere maatschappelijke sectoren doorgedrongen. In het onderwijs bijvoorbeeld moeten scholen met elkaar concurreren, middelen afsnoepen, studenten als ‘klanten’ behandelen, steeds goedkoper werken…”
“Wat ik ergerlijk vind, is dat dezelfde mensen die de overheid eerst hebben uitgekleed, kapot bespaard en ziek gesaneerd haar nadien verwijten dat ze niet performant genoeg is. Ze hebben nillens willens ambtenaren afgedankt of niet vervangen en de organisatie inefficiënt gemaakt. We zijn niet goed genoeg in het correct inschatten van de risico’s ‘nieuwe stijl’.”
Kijkt de overheid ook niet liever van problemen weg? Wachtend op een draagvlak neemt men ook liever beslissingen die op korte termijn vruchten afwerpen.
“Van politici mag je verwachten dat ze op de lange termijn denken. Dat mensen als Bruno Tobback zeggen dat ze weten wat er moet gebeuren, maar dit niet doen omdat ze morgen anders geen minister meer zijn is behalve ongelooflijk cynisch ook heel releverend. Het systeem zit verkeerd en daarom moeten we ervan weg. Dit is geen pleidooi tegen de politiek, integendeel. Ik pleit voor de herwaardering van de democratie. Democratie is een gemeenschappelijk streven naar consensus waar we naartoe willen en dat veronderstelt een permanente dialoog.”
In welke mate moet de overheid rekening houden met de mening van de burger? In antwoord op de stijgende energiekosten subsidieert men fossiele brandstoffen, terwijl dat slecht is voor het klimaat.
“Dat is een perfecte illustratie van ons onvermogen om verschillende crises ‘samen’ te denken, in dit geval de klimaatcrisis, de energiecrisis en de dreigende economische crisis. Natuurlijk moet je rekening houden met de mening van de burger, maar de politieke leiders vandaag zijn in essentie volgers. Een goede politieke verkozene kijkt waar we naartoe moeten, wat daarvoor nodig is en schept er dan draagvlak voor. Met haar uitspraak wir schaffen das manifesteerde Angela Merkel zich als leider. Ik stel ook vast dat we heel selectief omgaan met het begrip ‘draagvlak’. Bij de beslissing tot verhoging van de pensioenleeftijd was dat kennelijk niet nodig.”
‘Dat mensen als Bruno Tobback zeggen dat ze weten wat er moet gebeuren, maar dit niet doen omdat ze morgen anders geen minister meer zijn is behalve ongelooflijk cynisch ook heel releverend’
De burger kijkt voortdurend weg van problemen: sweatshops, plasticsoep, vergiftigde gronden, oorlogen in Afrika. Hebben de media daar schuld aan?
“Absoluut. Als ik iets wil weten over de lithiummijnen of de arbeidsomstandigheden bij de productie van sweaters kan ik haast enkel terecht in gespecialiseerde tijdschriften. De steekvlamjournalistiek viert hoogtij zonder oog voor de lange termijn, de onderlinge mechanismen… Het is ironisch genoeg ook een bewijs van onze menselijkheid dat wij sommige dingen niet willen zien. Niemand wil de hele dag denken aan kindjes die twaalf uur per dag, zeven dagen op zeven moeten werken… Soms moeten we onszelf daartegen beschermen. We mogen echter niet blind zijn voor wat er gebeurt. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid, die ook bij media ligt. Journalisten verwijzen hierbij echter vaak naar hun hoofdredacteur en die op zijn beurt naar aandeelhouders en dan zijn we terug bij ons economisch systeem.”
Toen de klimaatproblematiek bij de verkiezingen van 2019 heel actueel was, hadden de media vooral aandacht voor het standpunt van Groen over de salariswagen.
“Groen is daar grandioos de mist ingegaan en niet één keer, maar herhaaldelijk. Aan de andere kant zou je toch meer ernst verwachten van de media. Er waren op dat ogenblik toch veel belangrijker dingen aan de orde dan de salariswagens. Maar de salariswagen ging functioneren als een pars pro toto. Opeens was die ‘zuurverdiende’ auto het symbool van wat we zouden verliezen als er een klimaatbeleid zou worden gevoerd.”
‘De context verandert zo snel dat een recept voorbijgestreefd is op het moment dat het geformuleerd wordt’
Naast PVDA is Groen volgens jou de enige antisysteempartij. Ze heeft de afgelopen decennia veel ideeën (internaliseren externe kosten, delen, voedselveiligheid, fijnstof, klimaat, bouwshift, dierenrechten, fietsen als volwaardige verplaatsingsmodus) in de politiek binnengebracht. Groen houdt daarnaast nog te veel vast aan het dominante discours en verwacht vooral heil van technologische verbeteringen.
“Ik begrijp dat ook wel. Het is vermoeiend om voortdurend heel fundamentele dingen uit te leggen en er komt een moment dat je in de flow wordt meegetrokken. Ofwel stel je je heel fundamenteel op en dan sta je voor een stuk aan de kant. Ofwel ga je mee met het systeem, probeer je dat zo goed mogelijk van binnenuit te veranderen en sluit je compromissen. Daar is niets mis mee maar het einddoel moet helder blijven en onderweg mag je geen verkeerde compromissen sluiten om er toch maar bij te blijven horen.”
De groene beweging houdt te weinig rekening met de kritiek van de gele hesjes op het kostenplaatje van een duurzaam beleid. In de actuele situatie is de burger vooral bezorgd om de eigen portemonnee.
“Ik gebruik het beeld van de donuteconomie als metafoor. De buitenste rand omvat de planetaire grenzen waar de ecologisten vooral aandacht voor hebben. Op de rand van het gat binnenin zitten de gele hesjes. Die vallen in dat gat als bijvoorbeeld de diesel duurder wordt. Gele en groene hesjes staan dus niet tegenover elkaar. Ze vechten elk op een ander front. We horen voortdurend dat de overheid te weinig financiële middelen heeft om daar iets aan te doen. Maar in coronatijden bleek dat plots geen probleem meer. Door de oorlog in Oekraïne werd zonder noemenswaardige discussie het militaire budget verdubbeld. Budgetten zijn het resultaat van politieke keuzes. En je kunt het niet over de tekorten hebben zonder ook naar het teveel te kijken.”
Volgens filmmaker Ken Loach kan je pas altruïstisch zijn als je je geborgen en niet bedreigd voelt.
“Ik gebruik hiervoor ‘bandbreedte’ als metafoor. Iemand die wakker ligt van het feit dat hij zijn rekeningen niet kan betalen, heeft geen ruimte om na te denken over klimaat, Oekraïne, de problemen van zijn buren… We moeten de mensen inderdaad eerst ontzorgen. Links is te eenzijdig sterk bezig met de noden van de grote planeet. Maar daar kan ik mij pas mee bezighouden als mijn basisbehoeften in orde zijn. Rechts, dat zich meer focust op het huisje-tuintje waar men zich geborgen voelt, doet dat beter maar trekt zich niets aan van de grote context.”
Hoe evalueer je het gedrag van de burger? Het is ontzettend moeilijk om mensen te overtuigen van een maatregel waarvan het risico bestaat dat je iets verliest en pas morgen de vruchten plukt.
“Door dat vrijemarktdenken en neoliberalisme zijn we ervan overtuigd geraakt dat het algemeen belang de natuurlijke resultante is van de optelsom van individuele keuzes. We zorgen allemaal voor onszelf en dan komen we in die redenering vanzelf tot een algemeen belang. De actualiteit leert ons dat dit niet zo is, anders waren er geen armen en geen wachtlijsten meer en waren onze wegen niet gevuld met SUV’s. Denken in termen van algemeen belang hebben we ondertussen afgeleerd. Wie vandaag een bezwaar wil indienen, moet naast geld ook een persoonlijk belang kunnen inroepen. Dat is pervers.”
In welke richting zou het systeem moeten evolueren?
“We moeten heel duidelijk afscheid nemen van het neoliberalisme. Corona en andere crisissen hebben ons geleerd dat we een sterke, democratische overheid nodig hebben. We moeten de problemen heel concreet maken en vertalen zodat mensen ze in hun eigen leefomgeving herkennen en verbanden zien. Praten over smeltende ijskappen en toename van CO2 is interessant, maar het volgende moment vraagt die man zich in de winkel af of hij de rekening kan betalen.”
Voor welk maatschappijmodel pleit je?
“De tijd van de grote narratieven is voorbij. Onze verbeelding is kennelijk zo beperkt dat we nog alleen in termen van het neoliberale maatschappijmodel versus communisme kunnen denken. Alsof daar geen vijftig tinten grijs tussen zitten. Er zijn veel positieve dingen aan het gebeuren. We zien dat burgers zich van onderuit organiseren met coöperatieven of alternatieve vormen van democratie. We zijn zoekende en dat is de hele crux van de situatie waarin we nu zitten. De context verandert zo snel dat een recept voorbijgestreefd is op het moment dat het geformuleerd wordt.”

Bron: Apache
Weg van het Systeem. Wakker in een ander tijdperk. (van Kris Peeters bij uitgeverij Vrijdag)