Opinie – Veerle Wauters

Ik heb een aantal dagen nodig gehad om dit alles te verteren, vandaar dus een ietwat late reactie op de uitspraken van Conner Rousseau. Ik ben dan ook een langdurig zieke, snelheid staat al lang niet meer in mijn woordenboek.

Sinds ongeveer een goeie drie jaar sta ik op invaliditeit. Het kan ook meer zijn, of minder. Als je hele dagen verzwelgt in lekker lang in bed liggen en niets doen, dan raak je de tel al eens kwijt. Als voorbeeldig langdurig zieke heb ik me helemaal laten gaan in lamzakkerij, tv-kijken, niksen, het huishouden verwaarlozen, stationsromannetjes lezen en leven op kosten van de hardwerkende medemensen. Want dat hoor je te doen als langdurig zieke. Althans, dat dacht ik.

Tot ik die ene uitspraak van Conner Rousseau zag passeren: zieken moeten genezen en weer gaan werken. Het kwam niet direct binnen. Mijn ingedommelde brein had wat tijd nodig om de diepte van deze uitspraak tot zich te laten doordringen. Zieken moeten gewoon genezen … En toen ging ineens het licht aan in mijn suffe kop … Dat is het! Waarom heeft niemand me dat eerder gezegd? Kan het zo simpel zijn? Gewoon genezen … Waarom ben ik daar zelf niet op gekomen?

Eenvoud is vaak een teken van genialiteit en daar is onze Conner duidelijk mee begiftigd. Het kan niet simpeler. Zieken moeten gewoon genezen … Ik moest er effe van gaan liggen!

Eens de messiaanse diepte van deze briljante uitspraak werkelijk tot me doordrong, sprong ik recht (niet eenvoudig, als je al jaren niet veel anders hebt gedaan dan in de zetel hangen en in bed liggen). “Dit moet ik aan Sarah vertellen!”Sarah woont aan de overkant van de straat. Moeder van drie jonge kinderen. Uitgezaaide borstkanker. Ze nadert het terminale stadium. “Sarah, Sarah! Ik breng een blijde boodschap! De Conner heeft de oplossing gevonden!” Wild enthousiast legde ik Conner zijn uitspraak aan haar voor, waarbij ik de tijd nam om het geheel in alle diepte en meerlagigheid uit de doeken te doen.

Sarah begon te beven. Ze zakte op haar knieën en hief haar handen omhoog: “Die man is de redding van ons allen! Het gaat hier nog in orde komen! Ik moet gewoon genezen … Halleluja!!” De tranen liepen over haar wangen.

We keken elkaar aan, ons diep bewust van de ernst en bijna heiligheid van het moment. Ons leven zou nooit meer hetzelfde zijn. Sarah herpakte zich en riep enthousiast: “Taart!”. Als volleerde profiteur wist ze wel wat ze met haar uitkering moest doen: lekkers kopen. Dus heeft ze altijd drie taarten in de frigo staan, zo hebben we nooit te weinig keus. Nog wat thee en een chocolaatje erbij. Ideale manier om zo een life-changing-moment te onderstrepen … Wij gaan gewoon genezen!

Maar eerst nog in het zonneke in de relax, van die taart genieten, op een donderdagnamiddag waarop alle hardwerkende Vlamingen het beste van zichzelf geven zodat wij hier met de beentjes omhoog kunnen liggen. Nog effe profiteren. Maar dan gaan we er gewoon voor gaan!

Halfweg mijn stuk taart, realiseerde ik me: “Ik moet de Karel bellen! Hij gaat niet weten wat hij hoort …” Karel is een mede-profiteur die het parasiteren tot een hoger niveau heeft getild. Die kerel verzet letterlijk geen voet meer. Hij laat zich gewoon voortduwen in zijn rolstoel. Hoedje af …

“Karel! De Conner heeft het antwoord: zieken moeten gewoon genezen. Die MS van jou, die gaan we aanpakken!” Het was effe schrikken voor Karel. Hij had zich al helemaal genesteld in zijn rolstoel. En nu zou dat allemaal veranderen? Maar ook hij begreep behoorlijk snel (voor de luierik die hij is) de kracht van dit inzicht. Genezen … Wie had dat gedacht? Ik kon zelfs door de telefoon heen horen hoe zijn gezicht begon te stralen. Hij riep zijn vrouw “Mia! Waar is de champagne? Zet de auto ook maar klaar, dan verkopen we de rolstoel bij het oud ijzer!”

Jammer dat de Conner ons niet eerder kon verheffen met zijn diepe wijsheid. Dan had de Wouter misschien niet moeten doodgaan aan ALS vorige maand …

Ik ga een nieuwe Facebookgroep starten, gewijd aan het Connerisme. Met als slogan: Conner for President! Zo gaat het toch nog eens in orde komen met dat ‘apenland’ van ons …

Bron: De Wereld Morgen