“Zet anderstaligen in aparte klasjes”
Aan het eind van alweer een moeilijk schooljaar maakt topexpert Dirk Van Damme (67) het rapport van het onderwijs in Vlaanderen en daar staat niet op: ‘Doe zo verder.’ Gelukkig heeft hij ook aanbevelingen voor hoe het beter kan, zoals de schoolplicht terugbrengen naar 16 jaar, anderstaligen spreiden over verschillende klasjes en een minder softe aanpak. “De rode balpen mag terugkeren.”
Er zijn 10.000 leraren tekort en Ben Weyts (N-VA) doet te weinig om dit op te lossen”, klaagden de onderwijskoepels vorig jaar rond deze tijd. Dit schooljaar kwam de onderwijsminister met een nieuw plan. Maar als je de baas van de Katholieke Koepel Lieven Boeve mag geloven, bevat dat geen structurele maatregelen. Hij legt zijn hoop bij de Commissie van Wijzen aan wie Weyts de opdracht gaf om een modern school-en personeelsbeleid uit te tekenen. Tijd voor een telefoontje naar voorzitter en onderwijsexpert Dirk Van Damme.
Dirk Van Damme (67), voorzitter Commissie der Wijzen voor het onderwijs
- Groeide op in Sint-Amandsberg.
- Werd in 1996 docent en in 2004 hoofddocent onderwijskunde aan de Ugent.
- Werkte op de kabinetten van de Onderwijsministers Luc Van den Bossche (1992-1998), Eddy Baldewijns (1998-1999) en Marleen Vanderpoorten (1999-2004).
- Werd in 2000 algemeen directeur van de Vlaamse Interuniversitaire Raad.
- Ging in 2003 aan de slag als gedelegeerd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs.
- Werd in 2004 kabinetschef van Onderwijsminister Frank Vandenbroucke.
- Trok in 2008 naar de OESO, waar hij dertien jaar lang een internationaal onderzoeksteam leidde.
- Werkte na zijn pensioen door als consultant en onderzoeker.
Van Damme woont in Frankrijk – op een uurtje rijden van Parijs. Bij de denktank voor industrielanden OESO leidde hij daar, tussen 2008 en 2021, onderzoek naar onderwijs en onderwijsvernieuwing. Voordien werkte hij zestien jaar op de kabinetten van de opeenvolgende onderwijsministers Luc Van den Bossche (SP), Eddy Baldewijns (SP), Marleen Vanderpoorten (Open Vld) en Frank Vandenbroucke (Vooruit). “Alleen onderbroken toen ik directeur was van de Vlaamse Interuniversitaire Raad en afgevaardigd bestuurder van het gemeenschapsonderwijs”. Kortom, wij dagen u uit om een expert te vinden die meer weet over onderwijs in Vlaanderen dan deze man. Lees vooral verder. Hij durft zijn nek uit te steken in het debat over de dalende onderwijskwaliteit.
Het schooljaar is ten einde. Hoever staat u met uw opdracht?
Dirk Van Damme: “Daar communiceer ik nu niet over. Ons rapport komt er eind dit jaar, we houden ons aan de timing. Tot nu hebben we vooral geluisterd naar de onderwijskoepels en de vakbonden. Pas na brede input kunnen we een goede analyse maken van de situatie en de verschillende standpunten. In de herfst zoeken we een uitkomst. Dat wordt hard werken.”
10.000 leerkrachten te kort: hoe is het zo ver kunnen komen?
“Er waren al langer signalen dat het zou spannen, onder andere door pensioneringen. Omdat voldoende leraren werden opgeleid, zagen veel mensen pas laat dat het zo dramatisch is. Maar het grote lek van nieuwe leerkrachten die het onderwijs verlaten in de eerste vijf jaar van hun loopbaan is lang onderschat.”
Nu moet u met een oplossing komen. Is dat niet rijkelijk laat?
“Veel mensen, ook in de koepels en de vorige regeringen, hebben een aantal elementen te laat gezien. Een immense migratiegolf maakte het lerarentekort nog groter. Er komen veel meer nieuwe leerlingen bij dan de demografische projecties hadden voorspeld. De oorlog in Oekraïne kon je dan weer niet zien aankomen, terwijl die kinderen ook onderwijs nodig hebben.”
Veel gehoorde oplossing: laat leerkrachten meer uren lesgeven en het tekort is zo van de baan.
“Wie leerkrachten meer wil laten werken, moet tot een akkoord komen met de sociale partners. Een moeilijke klus. Ik denk dat dat een van de redenen is waarom minister Weyts de commissie aanstelde, terwijl hij werkte op extra zijinstromers en nieuw bloed uit de privésector. Grote hervormingen vragen een grondige voorbereiding. Je wil geen maatregelen die als pervers effect hebben dat nog meer leerkrachten vluchten.”
Recent nog bleek dat het leesniveau van Vlaamse tienjarigen gezakt is naar dat van landen als Albanië. Als kabinetschef van Vandenbroucke zag u in 2004 nog de beste PISA-resultaten ooit binnenlopen. Wat liep er juist mis?
“Voor wiskunde haalde Vlaanderen toen topscores. ‘Vandaag kampioen in wiskunde, morgen ook in gelijke kansen’, titelde Vandenbroucke zijn beleidsnota. Hij wilde het onderwijs uitstekend maken voor iederéén, niet alleen voor de besten. Frank en ik gingen ervan uit dat de kwaliteit zo diepgeworteld was, dat ze in het DNA van het Vlaams onderwijs zat. Dat was niet zo juist, blijkt nu. Het niveau van de beste leerlingen is gezakt, terwijl de zwaksten niet sterker werden. Bij de uitvoering van het gelijkekansenbeleid is in veel scholen meer aandacht gegaan naar zwakkere leerlingen, waarbij de besten uit beeld verdwenen. De focus verschoof naar het gemiddelde kind. Hoewel geen enkele minister ooit besliste dat de lat lager moest, werden de eindtermen niet langer gezien als minimumdoelen, maar als het mikpunt. Leerplannen en handboeken werden op dat niveau geschreven. Heel zware richtingen, met acht uur wiskunde, werden door de koepels ontmoedigd.”
Waarom scoren we zoveel slechter dan onze buurlanden?
“Een grotere groep ouders wilde niet meer dat hun kinderen op de toppen van hun tenen moesten lopen. Zij kwamen zelf uit een tijd waarin de scholen het kaf van het koren moesten scheiden, om in het laaggeschoolde Vlaanderen een middenklasse en elite te creëren. Ouders die zelf streng waren aangepakt, wilden het hun kind besparen. Ze kozen massaal voor methodescholen. Die groeiden zo sterk dat de klassieke netten dachten dat ze mee moesten opschuiven naar de kindgerichte aanpak. In de ommezwaai naar een softe pedagogische benadering verschoof de klemtoon van kennis naar vaardigheden en je goed voelen op school. Die slinger is te ver doorgeslagen. En de koerswijziging komt in Vlaanderen pas nu op gang.”
Lagereschoolkinderen krijgen zelfs geen punten meer, klagen ouders. Op hun rapport staan smileys.
“Laat de rode balpen maar terugkeren. Ik heb nooit begrepen waarom je taalfouten niet mag verbeteren of geen punten mag geven. Met een ‘matig’, ‘voldoende’ of ‘uitstekend’ gebruik je ook een meetlat. Een puntenreeks is het helderst. Slechte punten kunnen pijnlijk zijn, maar zetten leerlingen er misschien toe aan na te denken over hun functioneren, om het nadien beter te doen.”
Hoe trek je het niveau weer op?
“Sommige Vlaamse scholen doen het zo goed als in Singapore, andere zitten op het gemiddelde van ontwikkelingslanden. De verschillen waren er al, maar zijn niet verkleind. Ik zit niet in zijn partij, maar Ben Weyts is de eerste minister die de kwaliteit van ons onderwijs op de agenda heeft gezet. De discussie over de eindtermen in de tweede en derde graad – die de lat hoger moesten leggen – toont hoe ingewikkeld het is. Het katholiek onderwijs vond ze te uitgebreid en trok naar het Grondwettelijk Hof. Ze hadden een punt. Met te veel eindtermen raak je alles aan, maar je moet van het ene thema naar het andere springen. Zo blijf je op de vlakte, terwijl jongeren net in de diepte moeten leren focussen. Dus moet je bij de essentie blijven. Taal en rekenen worden terecht hoger ingeschat dan andere vakken, ook wetenschappen.”
Kleuterjuffen zien intussen nog meer instappertjes die eenvoudige woorden als ‘jas’ of ‘lijm’ niet meer verstaan.
“We moeten veel strenger zijn voor de kennis van het Nederlands bij anderstaligen. Weyts heeft de Koala-test ingevoerd die duidelijk maakt welke kleuters extra ondersteuning nodig hebben. Maar dat volstaat niet. We moeten niet toelaten dat kinderen Turks of Arabisch spreken op school. Welke taal ze thuis spreken, kan je niet opleggen. Maar in andere landen gebruiken minder migrantenfamilies hun moedertaal dan bij ons: de inburgering gaat er sneller. Versta me goed: ik ben streng voor taal, maar vind dat we als samenleving een meer verwelkomende houding moeten aannemen tegenover migranten. Die kinderen komen nog te vaak in een systeem dat ervan uitgaat dat ze er toch niets van terecht zullen brengen”.
Veel directeurs en leerkrachten liggen wakker van de vraag hoe ze kindjes meekrijgen die thuis minder basiskennis opdoen. Met het lerarentekort werd het risico dat zij uit de boot vallen nog groter.
“De knoop waar we door moeten, is groot. Voor nieuwkomers zijn er OKAN-klasjes (onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, red.), maar de groep kinderen van de tweede, derde en zelfs vierde generatie die onvoldoende Nederlands kennen, is enorm toegenomen. In een klas waar een kwart van de kinderen de juf niet verstaat, raak je ook met de andere kinderen moeilijk vooruit.”
Geven we anderstalige kinderen niet beter eerst een intensief taalbad?
“Absoluut, al gebruik ik die term niet graag omdat hij politiek gekleurd is. Opdelen is een heikel punt, maar de jonge kinderen volgens taalniveau samenzetten is de efficiëntste manier om iedereen op gelijke hoogte te krijgen. Nu doen we het niet, maar het stigma van apartheid is een verkeerde perceptie in een ideologische discussie. Door niveauklassen zou je de ongelijke kansen juist kunnen bestrijden. Eens kinderen de taal machtig zijn, zullen ze makkelijker andere vakken leren. Er is meer kans dat ze op het eind van het lager onderwijs samen, mét diploma, doorstromen naar het middelbaar. Dit is geen pleidooi voor uitsluiting, we moeten er juist voor zorgen dat die kinderen beter kunnen aansluiten.”
Het aantal kinderen dat geen diploma haalt, werd weer groter.
“Het is misschien controversieel, maar het halen van een diploma vind ik geen goede indicator. Hilde Crevits (CD&V) heeft de uitstroom zonder diploma sterk naar beneden gehaald, maar dat gebeurde op een kunstmatige manier. Wellicht kregen veel jongeren een diploma terwijl ze niet aan de vereisten voldeden.”
Houden we jongeren die schoolmoe zijn nu te lang op school?
“Ik vind van wel, ik zou de leerplicht naar 16 verlagen. De leerplicht tot 18 heeft een nefast effect op een kleine groep kwetsbare leerlingen, voor wie de werkvloer vaak een betere leeromgeving is. We helpen hen niet als we hen tegen hun goesting op school houden. Tot nu konden ze deeltijds werken en leren. Maar het deeltijds beroeps secundair onderwijs verdwijnt en gaat vanaf 1 september op in het systeem van duaal leren. Dat wordt een catastrofe. Enkele duizenden jongeren zullen nergens meer aan de bak komen.”
Wat zou uw rapport zijn voor minister Weyts?
“Aan het eind van de legislatuur zal ik dat misschien geven.”
Hoe dan ook zal de volgende Vlaamse regering de grote onderwijskwesties moeten oplossen. Vooruit maakt alweer jacht op onderwijs. Zou u het opnieuw door Vandenbroucke laten doen?
(Lacht). “Daar ga ik echt niet op antwoorden.”
Bron: HLN