Voor de wereld van de arbeid zijn de krachtsverhoudingen vandaag gunstiger dan ooit en dat kan niet anders dan zich vertalen in betere arbeidsvoorwaarden en hogere lonen. Uitgerekend op dat moment komt Conner Rousseau af met een plan die die sterke onderhandelingspositie verzwakt. Onbegrijpelijk en geen toeval dat de hele linkerzijde zijn plannen afschiet terwijl de rechterzijde applaudisseert.
Om te begrijpen waarom het plan voor basisbanen van Conner Rousseau fout zit is het nuttig om de conjunctuur van vandaag te bekijken. En die conjunctuur is heel tegenstrijdig. Aan de ene kant maken de werkgevers recordwinsten, terwijl ze geen ruimte laten voor loonsopslag. Aan de andere kant hebben de werknemers potentieel nog nooit zo sterk gestaan als vandaag.
Gezien de gunstige krachtsverhoudingen is de kans groot dat we voor een nieuw tijdperk staan waarin de wereld van de arbeid een eerlijker deel van de koek zal kunnen verwerven.
Het is dan ook volledig onbegrijpelijk dat CR een plan lanceert dat die sterke onderhandelingspositie van de arbeidersbeweging verzwakt. Het is geen toeval dat hij lik op stuk krijgt van de linkerzijde en applaus van de rechterzijde.
In het defensief …
In wezen heeft de sociale strijd altijd gedraaid rond de verdeling van de rijkdom, of nauwkeuriger, rond de strijd over de meerwaarde of winst. De logica is eigenlijk heel eenvoudig: hoe lager de lonen en hoe slechter de werkomstandigheden (langer of harder werken voor hetzelfde loon) hoe hoger de meerwaarde of de winst.[1]
De laatste veertig jaar waren op dat vlak heel voordelig voor het kapitaal en nadelig voor de wereld van de arbeid. In 1980 ontving de werkende bevolking 64 procent van de door hen geproduceerde rijkdom in België. In 2020 was dat gezakt tot 59 procent. Omgekeerd steeg het kapitaalaandeel van 35 procent naar 45 procent.
Dat is een transfer van arbeid naar kapitaal van iets meer dan 40 miljard euro per jaar. Terwijl de lonen en uitkeringen, in verhouding met de levensduurte, de laatste jaren nauwelijks gestegen zijn, boeken onze bedrijven recordwinsten en versassen de superrijken en grote bedrijven jaarlijks voor meer dan 200 miljard euro naar belastingparadijzen.
Het bedrijfsleven stelt zich ook alsmaar agressiever op. Het huidig conflict in Delhaize is daar een goede illustratie van. Om de winsten te verhogen doet deze warenhuisketen aan sociale dumping en stuurt het deurwaarders af op de vakbonden die zich daartegen verzetten.
… maar potentieel sterker dan ooit
Deze situatie staat in schril contrast met de huidige conjunctuur. De verdeling van de meerwaarde wordt namelijk bepaald door de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal en die worden op hun beurt voor een groot deel bepaald door vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.[2]
Die verhoudingen zijn nu de laatste jaren zeer gunstig geëvolueerd voor de wereld van de arbeid. Als gevolg van vergrijzing en lagere immigratie wordt de poel met beschikbare arbeidskrachten almaar kleiner en is de arbeidsmarkt nog nooit zo krap geweest als vandaag. Dat verstevigt de onderhandelingspositie van de werknemers.
Normaal gesproken moet zich dat onvermijdelijk vertalen in betere arbeidsomstandigheden en hogere lonen. Dat is nu eenmaal de wet van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.
Voorlopig worden hogere lonen in ons land tegengehouden door de loonnormwet. De rechterzijde probeert de gunstige krachtsverhoudingen op de arbeidsmarkt ook te verminderen door enerzijds mensen langer te laten werken (hogere pensioenleeftijd) en anderzijds meer mensen aan het werk te krijgen. Dat laatste gebeurt door de jacht op werklozen en langdurig zieken.
Een andere poging om de arbeidsmarkt ‘af te koelen’ is de verhoging van de rentevoeten. Dat gebeurt onder het mom van de strijd tegen de inflatie.[3] Hogere rentevoeten vertalen zich in minder investeringen, waardoor de tewerkstelling daalt en de arbeidsmarkt minder krap wordt. Cru gezegd, om de krachtsverhoudingen gunstig te houden voor het kapitaal neemt men zijn toevlucht tot (een beetje) recessie, ook al gaat dat mogelijk ten koste van heel wat sociale ellende.
De verkeerde kant
Met de huidige arbeidskrapte zijn de omstandigheden dus gunstiger dan ooit voor de arbeidersbeweging. We staan voor een tijdperk waarin de wereld van de arbeid in het offensief kan gaan en een verloren deel van de koek terug kan opeisen en verwerven.
Dat Conner Rousseau net op dit moment een pleidooi houdt om langdurig werklozen te verplichten om een – laag betaalde – job te aanvaarden is onbegrijpelijk. Los van het feit dat het onfatsoenlijk is om langdurig werklozen op te jagen en zeker voor een partij die zegt op te komen voor de zwakkeren, verzwakt hij met dat voorstel de gunstige krachtsverhoudingen van de arbeidersbeweging.
Het activeringsbeleid is uitgerekend de hefboom voor de rechterzijde om de ongunstige krachtsverhoudingen op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk te doen keren.
Het was dan ook te verwachten dat hij op applaus zou krijgen van zowat de hele rechterzijde, inclusief het Vlaams Belang. Omgekeerd wordt het voorstel afgeschoten door het ABVV, zijn zusterpartij de PS en de PVDA.
De voorzitter van de MR, George-Louis Bouchez doet daar bijzonder schamper over: “Ik zie alleszins dat Vooruit steeds meer op de lijn van MR zit. Alvast wat de sociale zekerheid betreft. Soms ook over migratie. Soms zijn ze rechtser dan ik. (…) Ik word langs rechts ingehaald.”
Offensieve eisen
De arbeidersbeweging is zich er misschien nog niet voldoende van bewust, maar gezien de gunstige krachtsverhoudingen is de tijd rijp voor offensieve eisen. Gelukkig werden er een aantal van die eisen op dit 1-mei feest geformuleerd.
Vooreerst moet de loonnormwet op de schop, een eis die o.a. door Miranda Ulens van ABVV, Vooruit en PVDA naar voor werd geschoven.
De sociale dumping en de aanval tegen de vakbonden moet ophouden. BBTK en ABVV pleiten voor meer sociaal overleg en er is ook een nieuwe wet nodig om toestanden à la Delhaize in de toekomst te vermijden.
Een taks op de superrijken is nodig om de grondige ongelijkheid te verminderen en de sociale zekerheid voldoende te kunnen financieren, een eis van PVDA.
De pensioenleeftijd moet terug naar beneden, een eis van ABVV en PVDA.
Nergens gehoord, maar misschien toch nuttig om de oude eis van werktijdverkorting met loonbehoud opnieuw te formuleren. Te veel mensen kreunen onder de combinatie van gezin en werk. Gezien het onevenredig groot aandeel van het kapitaal in de geproduceerde rijkdom is er zeker ruimte voor deze maatregel.
Waar wachten we op?
Bron: De Wereld Morgen