Antipestprijs  2021

Antipestprijs 2021

Het ANTIPESTTEAM heeft voor de tiende keer de “Boterhammen met KAKtussen”-prijs toegekend.
Waar de meeste prijzen een initiatief willen belonen dat wezenlijk heeft bijgedragen voor het stoppen van
pesterijen wordt deze prijs gegeven aan een persoon of een groepering die, volgens het Antipestteam, te
weinig heeft bijgedragen om pesterijen te voorkomen. Deze prijs is jaarlijks en hij wordt normaliter op 1
september toegekend, maar door de coronadrukte werd de prijs dit jaar op 1 oktober vastgelegd. Met dit
initiatief wil het APT personen of instellingen, zoals scholen of bedrijven, aansporen tot het effectief
beteugelen of doen verdwijnen van pestgedrag.

Voor dit jaar waren er drie genomineerden:
• Studentenclub Reuzegom, de studerende elite uit het Antwerpse, werd genomineerd voor hun gortige
studentendoop, waarbij een jonge student is overleden.
Een studentendoop is een ontgroeningsritueel, waar sommige studenten willen aan deel nemen en tot
alles bereid zijn, om toch maar in de groep te worden opgenomen.
De 20-jarige Sanda D. uit Edegem, een schacht bij de Leuvense club Reuzegom, moest vissaus drinken, in
een put gaan zitten waarbij ijskoud water over hem werd gestort, tot hij onderkoeld geraakte en in coma
belandde.
Reuzegom hanteerde ook nachtelijke pis-en-kotsrituelen, en ook het doodmartelen van dieren bleek tot
de vaste onderdelen van de ceremonie te behoren.
In 2013 waren er al filmpjes waarop te zien is hoe met een varken wordt gesold, het dier een brandende
sigaret in de bek krijgt en ontsmettingsmiddel moet drinken, om tenslotte afgemaakt en geroosterd te
worden. Noch de academische overheid noch het gerecht voelden zich geroepen om er wat mee te doen,
men trof een ‘minnelijke schikking’ en de zaak was afgehandeld. Tot er in 2018 een dode student te
betreuren was. Het onderzoek en de rechtszaak duren nog steeds voort.

De twee andere genomineerden waren Ben Weyts en Minister van Justitie Van Quickenborn, maar zij kregen het voordeel van de twijfel. Zij kregen niet voldoende tijd, mede door de coronacrisis, waardoor ze toch niet voldoende kansen gekregen hebben om een afdoend beleid uit te werken om de kwaliteit van het onderwijs en Justitie te verbeteren.

De laureaat van 2021 werd dit jaar Studentenclub Reuzegom. Deze studentenclub ontvangt dan ook de tiende “Boterhammen met KAKtussen”-prijs.

Laureaten van de “Boterhammen met KAKtussen”-prijs, in het jaar:
2012 – Minister van Onderwijs Pascal Smet
2013 – Mieke Van Hecke, toen nog directeur-generaal van het VSKO
2014 – Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van het GO!, Gemeenschapsonderwijs
2015 – Minister van Justitie Koen Geens
2016 – Minister van Justitie Koen Geens
2017 – Minister van Justitie Koen Geens
2018 – Minister van Justitie Koen Geens
2019 – Dries Van Langenhove
2020 – Minister van Justitie Koen Geens
2021 – Studentenclub Reuzegom

Studentenclub Reuzegom kan zijn prijs, die bestaat uit wat boterhammen met choco en een pot cactussen, opvragen via de site waarna die aan hen bezorgd wordt.

De Pandora Papers

De Pandora Papers

Na de Panama Papers is er alweer een financieel schandaal aan het licht gekomen, de Pandora Papers.

Meer dan 1200 burgers en inwoners van België hebben via 14 offshoreproviders schermbedrijven en trusts opgericht in belastingparadijzen.
Dat blijkt uit de Pandora Papers, een nieuw internationaal onderzoek van het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ)

Vijf jaar na de publicatie van de Panama Papers pakt het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten (ICIJ)
opnieuw uit met een groot datalek: de Pandora Papers. ICIJ kreeg toegang tot 11,9 miljoen vertrouwelijke documenten over offshoreconstructies.
Het deelde die met een team van meer dan 600 journalisten en 150 media wereldwijd.
De gelekte gegevens zijn afkomstig van 14 zogenaamde offshoreproviders, financiële dienstverleners en advocatenbureaus die postbusvennootschappen en andere offshorestructuren helpen opzetten en beheren voor klanten die hun financiële activiteiten verborgen willen houden.

In de 11,9 miljoen gelekte documenten geeft de zoekterm “België*” 33.741 resultaten. Met hier en daar wat valse positieven -zoals de documenten met daarop ‘Boulevard de Belgique’, een straat in Monaco waar blijkbaar nogal wat offshore-eigenaars wonen. Het voorbije jaar hebben Knack, De Tijd en Le Soir al die documenten over België doorgenomen, op zoek naar informatie over offshoreconstructies van Belgen. Resultaat is een lijst met 1217 burgers en inwoners van België die gelinkt zijn aan 1215 offshorebedrijven en trusts in 28 belastingparadijzen.
Die 1217 Belgen zijn aandeelhouder, gevolmachtigde, uiteindelijk begunstigde of bestuurder van zo’n schermbedrijf. Dat is nog een pak meer dan het aantal Belgen dat we in 2016 in de Panama Papers terugvonden. Toen ging het om een lijst van 732 Belgen, die via het Panamese advocatenbureau Mossack Fonseca exotische postbusbedrijfjes hadden opgericht. Ook opmerkelijk: slechts 33 Belgen duiken op in beide leaks. Er zijn met andere woorden heel wat nieuwe namen boven water gekomen.
ICIJ zal voor het einde van dit jaar informatie uit de Pandora Papers publiek maken.
Niet alle 11,9 miljoen documenten maar wel, net als in het verleden, gestructureerde gegevens uit het lek. Informatie die je in een gewoon bedrijfsregister zou aantreffen dus.

Wat zijn eigenlijk trusts en offshores? Wanneer je je vermogen in een trust stopt, laat je het beheren door een derde. Een trust vormt dus een driehoeksrelatie: de pater familias zet hem op, steekt er zijn geld in, stelt een zogenaamde trustee aan – banken, vermogensbeheerders, advocaten – die de trust beheert volgens de wensen van de oprichter. En dat gebeurt dan voor rekening van de uiteindelijk begunstigden.
Een offshore is eenvoudig gesteld gewoon een bedrijfje opgericht in een belastingparadijs. Zo’n offshore heeft doorgaans twee kenmerken: er hoeft maar weinig belasting te worden betaald – soms helemaal geen – en de oprichters ervan kunnen makkelijk onder de radar blijven. Typisch is zo’n offshore gevestigd op een adres met honderden andere bedrijfjes, daarom spreken we ook weleens van ‘postbusvennootschappen’. En de directeurs van zo’n offshore zijn vaak stromannen, die voor honderden offshores tegelijk bestuurder spelen.
Een offshorestructuur is op zich niet illegaal. Zolang je er geen zwart geld in parkeert, je je offshore aangeeft bij de fiscus (in België verplicht sinds 2013) én hem ook ter plekke bestuurt, is er niets aan de hand. ‘Maar als je zo’n offshore volledig legaal gebruikt, dan verliest hij zijn aantrekkingskracht’, zegt Florence Angelici van de FOD Financiën. ‘Vaak worden offshores opgezet om aan belastingen te ontsnappen of om geld wit te wassen.’

Panama Papers: bijna 16 miljoen euro extra voor onze schatkist
Na de publicatie van de Panama Papers in 2016 opende de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) in België 269 dossiers. 255 zijn inmiddels afgesloten. Dat leverde volgens de FOD Financiën 15,9 miljoen euro op aan de schatkist.

De FOD laat ook weten dat Belgische belastingplichtigen voor aanslagjaar 2020 welgeteld 2719 zogenaamde juridische constructies opgaven, meer dan het dubbele van aanslagjaar 2014. ‘Er zijn er meer en ze worden meer aangegeven mede door het ontradend effect van controles’, zegt Financiën-woordvoerder Francis Adyns. Toch blijft de vraag of alle Belgen wel hun geheime constructies in het buitenland aangeven. Want in de Panama Papers en Pandora Papers gecombineerd gaat het om minstens 2000 offshoreconstructies gelinkt aan België.
In de Pandora Papers zien we trouwens dat de offshores en trusts door Belgen gebruikt worden voor uiteenlopende doeleinden: om hun plezierjacht onder te brengen, om een huis aan te kopen, om aandelen te beheren, om een Zwitserse bankrekening aan te houden, om dure aankopen te doen, om anoniem te investeren, en ga zo maar door.

Wat is het profiel van die 1217 Belgen uit de Pandora Papers? Eerst en vooral: op de lijst staan niet enkel Belgische belastingplichtigen – met inbegrip van pakweg rijke Fransen of Nederbelgen – maar ook Belgen die zijn uitgeweken naar onder meer Monaco, Zwitserland of Luxemburg.
De jongste Belg op de lijst is een meisje van 16 jaar uit Brussel, dat de begunstigde is van een stichting, die op haar beurt drie Panamese bedrijven en een Fortis-verzekeringspolis bezit. De oudste op de lijst is een vrouw van 90 jaar uit een Antwerpse gemeente. Zij is sinds 2008 eigenaar van Piccadilly Properties Limited op de Bahamas.
Wat vooral opvalt, is dat niet enkel usual suspects – zoals vermogende families of financieel adviseurs – opduiken in de lijst. Echt iedereen in België lijkt wel een offshore te kunnen bezitten, van de slager tot de chirurg. Sectoren die eruit springen zijn IT (met tientallen Belgen), financiën, handel, consultancy, transport, industrie, horeca, geneeskunde, advocatuur… Zo vonden we in de gelekte data liefst 22 advocaten die een adres op de Brusselse Louisalaan gebruiken. Doorgaans bezitten die zelf geen offshore, maar kregen ze de volmacht om namens zo’n bedrijfje op te treden.
Tot de offshore-Belgen behoren verder onder meer de eigenaar van een kledingwinkel, iemand uit de goksector, een rapper, een veroordeelde hasjdealer, een vleesfraudeur die zijn vermogen verbergt, een voormalige voetballer uit de eerste klasse, een ex-adviseur van de Wereldgezondheidsorganisatie, leden van adellijke families, en ga zo maar door.
De meeste Belgen zijn verbonden met één offshore, maar er zijn ook uitzonderingen. Zo kan een Brusselaar gelinkt worden aan 56 schermbedrijven, allemaal beheerd met de hulp van offshoreprovider Alcogal in Panama. Hij is op zijn beurt ook een tussenpersoon die optreedt voor derden.
Ook straf: sommige Belgen ruilden na de publicatie van de Panama Papers in 2016 het kantoor Mossack Fonseca doodleuk in voor een andere offshoreprovider. Zoals een Belgische veertiger die in Monaco actief is in de sector van luxejachten: hij bracht zijn structuur op de Britse Maagdeneilanden (BVI) gewoon onder bij Alcogal in Panama. In maart 2017 ondertekende hij daarvoor de beslissing.
Belize, het verborgen belastingparadijs

In welke belastingparadijzen zijn de Belgen actief? Van 923 offshores (op een totaal van 1215) konden we de vestigingsplaats achterhalen. Populairste bestemming zijn de Britse Maagdeneilanden, gevolgd door de Seychellen, Belize, Panama en Hongkong.
Vooral Belize – met 117 offshores voor Belgen – springt daarbij in het oog, omdat het land tot nu toe niet bekend was als populaire offshorebestemming voor de Belg. Ook in de leaks van het voorbije decennium kwam Belize niet opvallend naar voren. Het Centraal-Amerikaanse land met 400.000 inwoners behoort tot het Britse Gemenebest. In 2019 stond Belize een tijdlang op de zwarte lijst van de EU, de zogenaamde lijst van niet-coöperatieve rechtsgebieden.

De meeste Belize-offshores van Belgen zijn opgericht tussen 2006 en 2016. Drie kantoren waren daarbij de cruciale schakel: CCSL, Cititrust, en SFM. De eerste twee zijn zelf gevestigd in Belize. SFM zette dan weer vanuit Dubai offshores in Belize op voor Belgen. Voor een habbekrats trouwens: een gelekt document van SFM toont hoe je voor 2010 dollar een Belize-offshore kunt kopen, inclusief oprichting, stromandirecteurs en -aandeelhouders, én een bankrekening op het Caribische eiland Saint Vincent.
De Belgen die hun bezittingen in Belize parkeerden, komen uit verschillende sectoren: de bouw, IT, financiële sector, horeca, marketing, vastgoed, engineering, farma, … Onder hen vinden we bijvoorbeeld een bestuurder van een hogeschool, een Belg met een bouwbedrijf in het buitenland, een slager uit een Vlaams-Brabants dorp, een freelance softwareontwikkelaar, de manager van een schoonmaakbedrijf, een Franstalige radiopresentator, de zaakvoerder van een reclamebureau, enzovoort.
De komende week zullen Knack, Le Soir en De Tijd ook namen noemen. Dan zal het gaan om onthullingen in het publieke belang.

Zoals al gemeld, zijn de gelekte documenten afkomstig van 14 offshoreproviders. Alcogal, Trident en SFM zijn de kantoren waar de Belgen het vaakst gingen aankloppen.
Alcogal is gevestigd in Panama en bestaat al sinds 1985. Het advocatenkantoor hielp Belgen bij de oprichting en het beheer van 370 offshores. Maar ook heel wat buitenlandse politici zijn er klant, onder wie drie Panamese presidenten, de president van Ecuador en de koning van Jordanië. Alcogal werkte ook samen met mensen betrokken in corruptieschandalen, onder meer in Latijns-Amerika en bij de FIFA.
Het tweede kantoor, Trident Trust op de BVI, hielp Belgen met 284 offshores. Trident is een van de grootste offshoreproviders ter wereld, met bijna 900 werknemers in meer dan 20 landen. Volgens vakliteratuur helpt Trident met het beheer van meer dan 35 miljard dollar aan activa.
En het derde kantoor waar Belgen vaak aankloppen, is SFM Corporate Services in Dubai, gelinkt aan 209 offshores voor onze landgenoten. In 2010 adverteerde SFM op zijn website nog dat het klanten bedient die ‘belastingen willen minimaliseren, activa beschermen en aansprakelijkheden beperken’. Meer recent biedt het kantoor zijn diensten aan als bescherming tegen financiële risico’s gelinkt aan het coronavirus. ‘We herinneren ons allemaal dat ouderen ons vertelden om altijd een deel van ons vermogen in een veilige haven te bewaren’, klinkt het op de website van het bedrijf. ‘Zij wisten dat regeringen of economische neergang vermogen in een oogwenk kunnen doen verdwijnen en dat wanhoop het enige zou zijn waar we mee blijven zitten.’

‘De Kaaimantaks hakt er wel in’
Heeft het eigenlijk allemaal wel zin, al die gelekte documenten en talloze artikels over belastingparadijzen? Het is een vraag die we vaak krijgen. Professor Luc De Broe is hoogleraar internationaal fiscaal recht aan de KU Leuven en werkt ook bij advocatenbureau Deloitte Legal. Volgens De Broe zie je de impact van de Panama Papers op drie manieren:
‘Ten eerste is de internationale uitwisseling van inlichtingen – fiscale informatie en bankgegevens – nu op volle snelheid gekomen. Landen die daar niet aan meedoen, worden afgestraft. En dat heeft ook gevolgen voor bedrijven hier. In het regeerakkoord staat bijvoorbeeld dat wie betalingen doet aan landen die niet compliant zijn met de OESO-standaard, die betalingen moet rapporteren aan de fiscus. Of denk aan de fiscale voordelen in verband met covid-19, die geweigerd worden aan bedrijven die banden onderhouden met landen die op de zwarte lijst van de OESO staan.

‘Ten tweede heb je de Kaaimantaks en die hakt er wel in. Een Belgische begunstigde of oprichter van een offshorestructuur die onder de Kaaimantaks valt, móét die structuur aangeven. De Belgische fiscus kijkt er vervolgens dwars doorheen en belast de inkomsten alsof het gaat om Belgische inkomsten: dividenden en interesten worden belast tegen 30 procent.
‘De derde evolutie is nu volop bezig op het niveau van de multinationals: de wereldwijde invoering van een globale minimumbelasting. Het plan is dat een multinational overal ter wereld minstens 15 procent vennootschapsbelasting moet betalen.
Als dat tegen eind oktober door de OESO wordt goedgekeurd, is dat een zeer grote stap vooruit.’ Bron: De Tijd

Overheid versmost veel geld

Overheid versmost veel geld

Uit een doorlichting van Vlaams minister van Financiën en Begroting Matthias Diependaele (N-VA) blijkt dat heel wat uitgaven geschrapt kunnen worden.

Voor het eerst heeft de Vlaamse regering op grote schaal opgelijst welke uitgaven zonder al te veel problemen kunnen worden geschrapt. Het gaat over honderden subsidies en steunmaatregelen die naar bedrijven, gezinnen en het middenveld vloeien. De Tijd kon de eerste resultaten inkijken van de oefening, waarmee Vlaams minister van Financiën en Begroting Matthias Diependaele (N-VA) al een tijd bezig is.

‘Vlaanderen heeft niet de traditie zijn uitgaven tegen het licht te houden’, is al langer de analyse van Diependaele. Om van die slechte gewoonte verlost te raken, zette hij begin dit jaar een doorlichting van de Vlaamse begroting op poten. Die ‘Vlaamse Brede Heroverweging’ is halverwege. 26 miljard van de 50 miljard euro uitgaven zijn doorgelicht. Bij veel uitgaven worden vraagtekens geplaatst omdat het nut ervan twijfelachtig is, of de taak beter wordt overgelaten aan de privésector of de lokale besturen. Soms leiden ze zelfs tot administratieve overlast en ongewenste neveneffecten.

Het gaat om uitgaven van allerhande pluimage, van enkele tienduizenden tot miljoenen euro’s, waaronder de gunstregimes in de verkeersbelasting, een aangepast tariefplan voor De Lijn, de schoolbonus of een kleutertoeslag in de kinderbijslag.

Ook kleinere mogelijke besparingen zoals op sportinfrastructuur, subsidies voor extra verharding, de berichtgeving van de Regionale Omroep Brabant (ROBtv) over de Vlaamse Rand, de subsidies aan de wielerploeg Sport Vlaanderen-Baloise, de catering van de overheid of geld voor het IJzermonument komen in de lijst voor. Alle beleidsdomeinen dragen hun steentje bij, enkel het onderwijs deed amper suggesties.

‘We zijn tevreden met deze eerste oefening. De beleidsdomeinen hebben goed werk geleverd. Dit moet naar de toekomst toe helpen om een efficiënt uitgavenbeleid uit te tekenen’, zegt Diependaele.

De lijst met uitgaven komt neer op een keuzemenu waaruit bij een begrotingsronde uitgaven kunnen worden geschrapt. Tijdens de begrotingsgesprekken vorige week pikte de Vlaamse regering al opties uit de lijst. Ze beperkte de indexering van de kinderbijslag, schrapte de meeneembaarheid van registratierechten en verminderde de doelgroepkorting voor bedrijven die oudere werknemers aan boord houden.

Een overheid zou zich constant in vraag moeten stellen, omdat ze omgaat met belastinggeld.
‘De meeneembaarheid bleek weinig effect te hebben op de mobiliteit van mensen en veroorzaakte veel administratieve overlast’, zegt Diependaele. ‘Ook de doelgroepkorting is niet meer van deze tijd. Werkgevers schreeuwen om personeel. Die steun hebben ze dus niet meer nodig.’ Eerder werd na een evaluatie al de woonbonus afgevoerd, omdat die een opwaartse druk op de woningprijzen zette.

Ook de verlaging van de fiscale aftrek voor dienstencheques komt voor in uitgaven die kunnen worden geschrapt, maar daaraan besliste de regering vorige week niet te raken. ‘De dienstencheques bewijzen nog altijd hun nut. Ze gaan zwartwerk tegen, helpen laaggeschoolden aan werk en maken de combinatie van werk en gezin makkelijker’, verdedigt Diependaele die beslissing.

Hij benadrukt dat de oefening niet per se tot meer besparingen zal leiden, maar wel tot meer gefundeerde beslissingen. ‘De oefening van de administratie is apolitiek. De beslissing of we besparen gebeurt nog altijd politiek, want vaak is die ideologisch.’ Hij hoopt dat de oefening elke legislatuur wordt uitgevoerd, zoals in Nederland al gebeurt. ‘Het is frappant dat dat nog niet gebeurde. Een overheid zou zich constant in vraag moeten stellen, omdat ze omgaat met belastinggeld.’ Bron: De Tijd

Felle discussie over sociale huisvesting

Felle discussie over sociale huisvesting

CD&V en N-VA botsten fel in het Vlaams Parlement over de aanpak van de sociale huisvesting. CD&V vindt dat minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) het draagvlak bij de bevolking voor de sociale woningbouw ondergraaft. Dat bleek na vragen van Nadia Sminate (N-VA), Vera Jans (CD&V) en Guy D’haeseleer (Vlaams Belang).

De voorbije weken laaide een discussie op over de zogenaamde ‘zwarte lijst’ voor sociale huurders. Sociale verhuurkantoren en huisvestingsmaatschappijen zullen vanaf 1 januari 2023 werken met een zwarte lijst van huurders die het te bont hebben gemaakt en niet ingaan op bemiddeling. Zij zullen het recht op een sociale woning verliezen.

Volgens CD&V zal dat zorgen voor nog meer protest bij de bevolking tegen projecten van sociale woningbouw. CD&V-parlementslid Vera Jans wees donderdag op de 170.000 mensen die op de wachtlijst staan voor een sociale woning. De budgetten voor nieuwe projecten kunnen verre van volledig worden uitgegeven omdat er te veel protest is bij omwonenden.

‘Door enkel en alleen op die groep rotte appels te focussen, denk ik dat we het draagvlak doen afnemen’, zei Vera Jans donderdag. ‘Ik merk bij de lokale besturen dat men problemen heeft als men sociale projecten plant. Natuurlijk mag u spreken over het beleid, maar breng dan met even veel enthousiasme ook de positieve projecten in de aandacht.’

‘Ik begrijp de heisa niet’, reageerde Diependaele. ‘De term ‘zwarte lijst’ is niet door ons gelanceerd. Maar dan nog, wat zou daar het probleem mee zijn. U zegt zelf dat het om een zeer klein aantal gaat.’ De N-VA-minister gelooft niet dat er een gevolg is voor het draagvlak. ‘Als we naar de brede bevolking communiceren dat we mensen die misbruik maken uit hun woning zetten, denk ik dat die bevolking dat een goede zaak vindt en makkelijker te overtuigen is voor solidariteit.’

An Moerenhout van Groen pleitte voor begrip voor de situatie van sommige huurders die zullen worden uitgezet. ‘Het gaat vaak om mensen met psychiatrische achtergrond, het is ongelofelijk complex om daarmee om te gaan’, zei ze. ‘Als je ze naar de straat verplaatst, kan de maatschappelijke kost nog veel hoger worden.’

D’haeseleer pleitte ervoor om de informatie over de uitgezette huurders te laten doorstromen naar de private huurmarkt, om te vermijden dat de problemen zich daar herhalen.

Meer info over uithuiszetting via: Uithuiszetting | Vlaanderen.be en Fonds Bestrijding Uithuiszettingen in de Vlaamse Codex van 2021 | Wonen Vlaanderen

Woningprijzen blijven maar stijgen

Woningprijzen blijven maar stijgen

De prijzen van de woningen blijven maar stijgen.
De mediaanprijs van een huis (gesloten bebouwing) in Vlaanderen, bedroeg in de eerste jaarhelft 260.000 euro. Dat is 9,7 procent meer dan in dezelfde periode vorig jaar, zo blijkt uit gegevens van Statbel. Voor een open bebouwing in Vlaanderen ligt de mediaanprijs op 365.000 euro, 7,4 procent meer dan vorig jaar. De prijsstijging versnelt ten opzichte van vorig jaar.

Een appartement kost nu gemiddeld 217.184 euro in Vlaanderen, 6 procent meer dan in de eerste jaarhelft van 2020. De prijzen van appartementen stijgen daarmee minder snel dan vorig jaar (+7,8 procent).

Belfius voorspelt: woningen worden dit jaar nog duurder.
Er zijn wel nog steeds grote verschillen tussen de provincies. De duurste in Vlaanderen blijft Vlaams-Brabant: 305.000 euro voor een gesloten bebouwing en 415.000 euro voor een open bebouwing. Limburg daarentegen blijft de goedkoopste provincie, met 215.000 euro als mediaanprijs voor een gesloten bebouwing en 285.000 euro voor een open bebouwing.

De drie duurste gemeenten van Vlaanderen zijn Knokke-Heist (mediaanprijs van 770.000 euro), Sint-Martens-Latem (680.000 euro) en Kraainem (583.301 euro). De goedkoopste zijn Vleteren (163.000 euro), Menen (168.500 euro) en Ronse (179.000 euro).

Op Belgisch niveau gingen de prijsstijgingen op de vastgoedmarkt nog harder, met een mediaanprijs van 230.000 euro voor een gesloten bebouwing (+15 procent), 330.000 euro voor een open bebouwing (+10 procent) en 215.000 euro voor een appartement (+7,5 procent). Statbel wijst erop dat vorig jaar de woonbonus in Vlaanderen net was afgeschaft waardoor er minder transacties waren en Wallonië dus zwaarder doorwoog, wat de nationale mediaanprijs drukte. Dit jaar is het aantal vastgoedtransacties in Vlaanderen weer genormaliseerd, met een opwaarts effect op het nationale gemiddelde.

De woningnood is al jaren groot en het gebrek aan betaalbare woonruimte loopt veel verder op.
Het kernprobleem op de woningmarkt is niet dat er te weinig huizen zijn, maar dat woningen een handelswaar zijn. Omdat de spaarboekjes niets opbrengen en de rente laag staat wil iedereen een woning kopen. Dat is goed, maar ook de speculanten kopen huizen op voor de verhuur. Dat drijft de prijs enorm op. De afgelopen decennia heeft de politiek de huisjesmelkers met allerlei wetgeving ondersteund.

Daarnaast kan een zelfbewoningsplicht worden ingesteld, waardoor speculatie op de woningmarkt effectief onmogelijk wordt gemaakt.
We moeten naar het plan: 1 gezin = 1 huis.
Mensen met meerdere huizen moeten dan ook extra worden belast.

Voor inspiratie kunnen we naar Berlijn kijken. Daar wordt al jaren massaal gemobiliseerd voor betaalbare woningen. Inmiddels heeft de campagne voor het onteigenen van de grote huisjesmelkers meer dan 350.000 handtekeningen opgehaald voor een referendum – meer dan twee keer zoveel als vereist. De inzet is niets minder dan het overhevelen van 240.000 huurwoningen naar de sociale sector.

Zie de evolutie van de woningprijzen: Woningprijs – Statistiek Vlaanderen
Vastgoedprijzen | Statbel (fgov.be)