Rerum Novarum in mineur

Rerum Novarum in mineur

De verdeling van de welvaart trekt steeds schever, waardoor ook het onderste deel van de middenklasse alsmaar dieper wegzakt. Dat heeft ACV-voorzitter Marc Leemans gezegd in zijn toespraak naar aanleiding van Rerum Novarum, het feest van de christelijke arbeidersbeweging. Er is nood aan meer herverdeling, zei hij.
Leemans klaagt in zijn toespraak opnieuw de loonnormwet aan, waardoor de lonen dit jaar maar met 0,4 procent bovenop de indexering kunnen stijgen. De Zweedse coalitie van voormalig premier Charles Michel (MR) maakte door de loonnormwet te verstrengen “een foute thermometer die ervoor zorgt dat de loonmarge voor de komende twee jaar wellicht zelfs nul komma nul wordt. Dat zal in ieder geval niet met ACV zijn”, zegt de voorzitter.
De werknemers hebben enkel nog de automatische indexering als houvast, “maar ook de index willen de werkgevers weg”, zegt hij. “Zij willen dus onderhandelen over een loondaling!”
De koek die we samen bakken wordt dus niet eerlijk verdeeld, aldus Leemans. En dat terwijl er wel geld is voor betere lonen. Zo deden heel wat bedrijven het bijzonder goed tijdens de coronacrisis en verwennen veel bedrijven hun aandeelhouders met extra dividenden. En de prijsstijgingen leveren een deel van de bedrijven — vooral de energiebedrijven — woekerwinsten op.
“De waarheid is dat de verdeling van welvaart steeds schever trekt. Met aan de ene kant verarming en uitsluiting van gewone mensen. Met een middenklasse waarvan het onderste deel ook alsmaar dieper wegzakt. En met aan de andere kant steeds grotere concentratie van inkomens en vermogens bij een elite”, aldus Leemans.
Hij roept dan ook op tot meer herverdeling, via de sociale zekerheid, maar ook via een hervorming van de belastingen. Hij herhaalt dan ook het pleidooi van ACV voor een vermogensbelasting en hamert ook op een faire belasting op inkomen. “Waarom is de euro die men verdient door een nanoseconde speculatie minder belast dan de euro die men verdient door een leven lang transpiratie en hard werken?”
Volgens Neutr-On herhaalt Leemans elk jaar hetzelfde verhaaltje, maar in de praktijk blijven de rijken rijker worden en de armen armer. Leemans gebruikt holle woorden en het is dan ook begrijpelijk dat de christelijke zuil geloof-waardigheid blijft verliezen.
Want zoals het spreekwoord zegt: veel beloven en weinig geven doet de zotten in vreugde leven.

cd&v,  kleinste partij van Vlaanderen

De CD&V is sinds de laatste peiling de kleinste partij van Vlaanderen: het wanbeleid heeft het ‘stabiele midden’ weggeveegd.
Diegenen die de crisis bij CD&V herleiden tot een slechte communicatie, gaan voorbij aan een breder fenomeen. Het ‘stabiele midden’ en de vroegere machtspartijen gaan overal in Europa onderuit. In Frankrijk haalden de traditionele rechterzijde en de PS beiden minder dan 5% in de presidentsverkiezingen. Het jarenlange besparingsbeleid heeft niet alleen de sociale, maar ook de politieke stabiliteit ondergraven.
CD&V was jarenlang de machtspartij bij uitstek, gebaseerd op verschillende standen en een inplanting onder verschillende bevolkingsgroepen. Van de bazen over de boeren tot de werkende klasse, overal had CD&V tentakels. De afgelopen jaren werd dat steeds moeilijker. De beroepspolitici van CD&V zijn managers van het systeem en verantwoordelijk voor de vele tekorten. De managers staan mijlenver van de dagelijkse realiteit van brede lagen van de bevolking.
Wouter Beke leek er bij zijn ontslag oprecht van overtuigd dat hij het goed had gedaan en wees met een vingertje naar de media. Er valt veel te zeggen over de rol van de traditionele media – inclusief de door de Vlaamse regering en CD&V-minister Dalle kapot bespaarde openbare omroep. Maar hoe wereldvreemd kan je zijn om na de rampzalige toestanden in de woonzorgcentra en de kinderopvang niet door te hebben dat mensen dat niet vergeten?
Alle onderdelen van het departement ‘welzijn’ botsen op tekorten. Een beetje schuiven met middelen en hier en daar wat oplapwerk veranderen niets aan het globaal beeld van ellende. Waar CD&V vroeger sterk stond bij zowel verantwoordelijken als personeel van de zorgsector, kan dit vandaag niet meer verwacht worden. Dat heeft niets met communicatie te maken, maar alles met het gevoerde beleid van de afgelopen decennia.
In de hoogdagen van de christendemocratie haalde de CD&V scores van 40% en meer. Dit was enkel mogelijk op basis van een beleid van klassenverzoening waarbij verschillende standen bediend werden. Te scherpe kantjes van het burgerlijke beleid werden afgevijld om het verzet van de arbeidersbeweging af te kopen. De afgelopen jaren waren er geen middelen meer voor het afkopen van sociale vrede. Bovendien deden de CD&V-kopstukken amper pogingen om zelfs maar de schijn van enige sympathie voor de ACV-standpunten hoog te houden. Bij CD&V volgen ze aandachtiger wat er bij N-VA gebeurt dan bij het ACV. Deze opstelling maakt dat zelfs doorgaans loyale ACV-leiders CD&V niet langer zien als de enige politieke partner en al helemaal niet als een bondgenoot waarmee ze iets kunnen afdwingen.
Als alternatief voor de falende managers Beke en Coens wordt de hoop nu gevestigd op Sammy Mahdi. Die moet Connor-gewijs de partij op de kaart zetten. Bij Vooruit heerst er euforie naar aanleiding van de peilingen die de partij op 15% zetten, nog steeds een pak onder de resultaten die tot in de jaren 1990 werden gehaald. De Connor-score heeft weinig met enthousiasme voor enig politiek project te maken, maar eerder met entertainmentoptredens van de voorzitter. Wellicht hopen sommige strategen in Rousseau of Mahdi een nieuwe Macron te vinden. Ook bij dat voorbeeld moet echter worden opgemerkt dat het enthousiasme op een erg diep niveau staat en dat Macron er niet in slaagt een stabiele formatie uit te bouwen.
Wat alleszins vaststaat, is dat er met Sammy Mahdi geen grotere opening richting arbeidersbeweging komt.
Mahdi verklaarde dat CD&V “meer Daensistisch” moet zijn. Hij lijkt meer te verwijzen naar het succes van de Studio 100-musical dan naar de harde sociale strijd van de Aalsterse werkende klasse tegen uitbuiting en onderdrukking. Eerder omschreef Mahdi zichzelf als conservatief en als staatssecretaris van Asiel en Migratie liet hij zich opmerken als de hardvochtige politicus die hongerstakers nog liever de dood injoeg dan er mee te praten. Uiteindelijk stuurde hij de actievoerende mensen-zonder-papieren met holle en nadien gebroken beloften de kerk uit. In zijn eerste interviews als toekomstige CD&V-voorzitter verklaarde Mahdi onder meer dat verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen een speerpunt van zijn partij wordt. Wat zou Daens denken van onbetaalde dwangarbeid in plaats van degelijke contracten en goede arbeidsvoorwaarden?
Mahdi bevestigt uitdrukkelijk dat er geen inhoudelijke breuk komt. Met Coens had hij naar eigen zeggen altijd een heel goed contact, “we hebben alleen een andere manier van aanpak en communicatie.” Dat legde hij verder uit: “Uiteraard is het belangrijk om op een eenvoudige, volkse manier te ‘klappen’. Het heeft geen zin om mensen te overtuigen met de conventie van Genève of de wet-Renault van ‘96. Je moet het gevoel van de mensen meer aanspreken. En je mag de impact van de beeldcultuur op jongeren niet onderschatten. Authentiek communiceren op sociale media is de opdracht.” (Het Nieuwsblad 9 mei) Dat Mahdi de wet-Renault (1998) over collectieve afdankingen verwart met de loonwet van 1996 die onze lonen op een dieet zet, is overigens een indicatie van hoe ver hij van de arbeidersbeweging staat.
Beeldcultuur is inderdaad belangrijk. De beelden van onze ouders en grootouders die aan hun lot overgelaten werden in verschrikkelijk dure woonzorgcentra of de beelden van wantoestanden in de ondergefinancierde kinderopvang zullen niet zomaar naar de vergeethoek gecommuniceerd worden. Uiteindelijk kan ook de meest hippe communicatie niet voorbij aan de sociale realiteit van een ongeziene kloof tussen arm en rijk, waarbij een kleine toplaag stinkend rijk is terwijl steeds meer mensen uit de boot vallen. De managers van die kleine toplaag krijgen het niet meer uitgelegd aan bredere lagen van de bevolking. Dat is de achtergrond van de neergang van traditionele partijen als CD&V.
De arbeidersbeweging kan niet rekenen op de traditionele partijen. Ze moet zelf haar belangen verdedigen en politieke eisen op de agenda zetten voor de koopkracht van de werkende klasse, massale publieke investeringen in openbare diensten (als zorg, onderwijs, openbaar vervoer, sociale huisvesting …) en een rationeel geplande groene transitie om de planeet leefbaar te houden.

Strijden voor meer loon

“Steeds meer collega’s vragen om overwerk om een extraatje bovenop hun normale loon te verdienen. Ze doen dat niet voor luxe uitspattingen, maar om hun energiefactuur te betalen.” Zo beschreef een buschauffeur de sfeer onder collega’s, die tijdens de pandemie nog als essentieel werden omschreven maar nu geen essentieel inkomen wordt gegund. De huishoudhulpen voeren al maandenlang actie voor meer loon en een betere verplaatsingsvergoeding. “Sommige huishoudhulpen betalen meer om naar het werk te rijden dan dat ze er verdienen,” vertelde een vakbondsverantwoordelijke in de media. Dat is onze realiteit: we moeten krabben om rond te komen.
Ondertussen klagen de bazen steen en been. Ze doen dat enkel om nog meer winsten op zak te kunnen steken. De winstmarges zijn de afgelopen jaren steeds verder gestegen, met 45% liggen ze een pak boven die van de buurlanden. De topmanagers worden beloond omdat ze zoveel winsten binnenbrachten voor de aandeelhouders. In 2021 stegen de jaarlonen van CEO’s van beursgenoteerde bedrijven met 14,4% tot 3,02 miljoen euro per jaar. En dan durven ze de indexering van onze lonen in vraag te stellen?!
Indexering is geen loonstijging. Het betekent dat onze inkomens achteraf aangepast worden aan de reeds gestegen prijzen. Die aanpassing gebeurt niet eens volledig: volgens Eurostat bedroeg de reële inflatie (de prijsstijgingen op jaarbasis) 9,3% in maart, terwijl de gezondheidsindex met 7,68% was gestegen. Met 0,4% bovenop de gezondheidsindex op twee jaar tijd gaan we er dus niet op vooruit, maar achteruit. Bovendien gebeurt de indexering pas achteraf, soms pas maanden nadat de prijzen gestegen zijn. Als er iets aan de index moet gebeuren, is het een herstel van een volledige index die de reële prijsstijgingen volgt en meteen toegepast wordt.
De liberale professor Paul De Grauwe heeft gelijk als hij een indexsprong omschrijft als een “verdoken belasting op arbeid ten voordele van het kapitaal” en een “herverdeling ten voordele van het kapitaal.” De professor stelt voor om het omgekeerde te doen in een context van hoge winstmarges en de vennootschapsbelasting terug te verhogen van 25 naar 33%. Dat voorstel maakt wellicht geen kans, de grote bedrijven beschikken over voldoende politieke macht om hun winstbelangen te verdedigen. De cijfers bevestigen dat. Ook met sociaaldemocraten in de regering escaleert de ongelijkheid zo hard dat zelfs liberale professoren beginnen te waarschuwen. De Grauwe doet dat overigens niet om de belangen van de werkende klasse te verdedigen maar om het kapitalistisch systeem overeind te houden.
De arbeidersbeweging moet de strijd opvoeren. Het gaat om de verdeling van de door ons geproduceerde waarde. Verdwijnt die via de zakken van grote aandeelhouders naar allerhande belastingparadijzen of komt die waarde naar ons, de werkende klasse? Dat is de inzet van de strijd rond onze koopkracht en inkomens. Dat is klassenstrijd.
De vakbonden en de linkerzijde moeten offensieve eisen stellen. Als de managers voor zichzelf 14,4% opslag redelijk vinden, is dat voor ons ook goed genoeg: verhoog alle lonen met 14,4%! De laagste lonen moeten dringend omhoog. De campagne voor een minimumloon van 14 euro per uur is onder meer door de inflatie toe aan een wijziging naar 15 euro per uur. Het klopt dat de 14 euro nog lang niet behaald is, maar in onze eisen vertrekken we beter van wat voor de werkenden nodig is en niet van wat de bazen haalbaar vinden. Energie speelt een grote rol in de prijsstijgingen: enkel door de volledige sector in publieke handen te nemen, is het mogelijk om zowel onze portemonnee als het milieu te beschermen.
Om dergelijke eisen af te dwingen, is strijd nodig. Het gaat zoals gezegd om de verdeling van de door ons geproduceerde waarde. De bazen organiseren zich in de klassenstrijd, wij moeten dat ook doen. De arbeidersbeweging is potentieel veel sterker door haar aantal en haar plaats in het productieproces. De pandemie heeft bevestigd dat er zonder arbeid niets draait.
Dat moeten we meenemen in het opbouwend actieplan dat nodig is om onze koopkracht te verdedigen. Door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist.

Bron: LSP

Handen af van de index! 

Handen af van de index! 

De prijzen stijgen bijzonder snel. Steeds meer werkenden hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Er is de gezondheidsindex, maar die volgt de reële prijsstijgingen slechts gedeeltelijk en met vertraging. Meer dan een miljoen werkenden in ons land verdient minder dan €15 per uur of €2470 per maand. Voor hen is de inflatie een extra zware klap: zij zien zwarte sneeuw. Ondertussen blijven de winsten stijgen: de winstmarges van de Belgische bedrijven liggen voor het eerst hoger dan 45%. in 2020 werd €266 miljard weggesluisd naar belastingparadijzen. We zaten tijdens corona niet allemaal in dezelfde boot en ook bij deze crisis is dit niet het geval. Wat de bazen ons ook proberen wijs te maken.
PDF van dit pamflet
De situatie was al erg voor de pandemie en dan kwamen daar de gezondheidscrisis en nu de stijgende inflatie bovenop. Er wordt geschat dat 1 op 4 kinderen met honger op school zitten. Dit is niet omdat de ouders verkeerde keuzes maken, maar omdat er gewoon geen geld over is in het gezinsbudget. Als er geen structurele oplossingen komen, zal het aantal kinderen met honger alleen maar stijgen. Terwijl de bazen recordwinsten maken, neemt onze ellende toe.
Handen af van de index! Breek de loonwet!
De bazen, hun politici en hun media stellen het vandaag graag voor alsof de automatische loonindexering de oorzaak van de inflatie is of het toch erger maakt met wat ze een loonprijsspiraal noemen. Dat is nonsens. Het is de winsthonger van de bazen die in elke crisis een ‘opportuniteit’ zien die maakt dat de prijzen zo sterk toenemen. Ze willen de werkende klasse doen betalen voor de crisis door onze lonen te ondergraven. Dat terwijl de ongelijkheid al ongekende hoogtes bereikt.
De reële lonen in België stijgen al lang niet meer. Bij iedere onderhandeling over een Interprofessioneel Akkoord (IPA) horen we hetzelfde verhaaltje van de bazen over de concurrentiepositie van de bedrijven. De afgelopen jaren zijn de regels nog verder aangepast op maat van de bazen. De vakbonden komen steevast met zo goed als lege handen terug van de onderhandelingstafel van de groep van 10. In veel sectoren is er nadien nog strijd nodig om zelfs dat minimum te bekomen.
Nu is de situatie extra urgent. Veel werkenden hadden al geen marge meer, nu groeien de tekorten. Hoeveel mensen zetten hun verwarming wat lager? In sommige sectoren hebben werkenden nachtmerries over hoe ze hun brandstofkost zullen betalen om te gaan werken. Reserves voor bij een tegenslag hebben velen niet, bij anderen smelten die weg als sneeuw in de zon. De coronacrisis en vervolgens de oorlog in Oekraïne toonden dat het mogelijk is om snel maatregelen te nemen in een crisissituatie. Wel, vandaag is er een noodsituatie voor onze lonen en inkomens.
WIJ…
• ENERGIE: +141%. De gemiddelde jaarfactuur voor gas is verdrievoudigd op een jaar tijd: van €1113,62 naar €3.445,72 in maart 2022. De BTW-verlaging op elektriciteit kan niet verhinderen dat de gemiddelde factuur steeg van €921,43 naar €1468,32.
• BRANDSTOF: +25%. In maart 2021 bedroeg de maximale prijs voor diesel €1,5 per liter aan de pomp, een jaar later is dat €1,9 tot €2.
• WONEN: +7,1%. De gemiddelde vastgoedinflatie vorig jaar bedroeg +7,1% (Statbel)
• VOEDSEL: +4,63%. Neen, het zijn niet enkel de prijzen van energie en brandstof die fors stijgen. In maart steeg de inflatie voor voedsel van 3,84% naar 4,63% op jaarbasis.
• LONEN VOLGEN NIET. Maximaal 0,4% mochten onze lonen stijgen in 2021-22. Dat komt bovenop indexaanpassingen. Die worden door sommige media en de bazen omschreven als ‘loonsverhogingen’. Dat klopt niet: het gaat om het aanpassen van onze lonen aan de reeds verhoogde prijzen.
• INDEX VOLGT PRIJSSTIJGINGEN NIET. Volgens Eurostat bedraagt de inflatie in België 9,3% op jaarbasis. De Nationale Bank spreekt over een inflatie van 8,4% en de gezondheidsindex 7,68%. Zelfs indien de index meteen zou toegepast worden, verliezen we nog 1,5% in vergelijking met de door Eurostat vastgestelde inflatie.
… EN ZIJ
• WINSTMARGES: 45%. De winstmarges van Belgische bedrijven liggen een pak boven die van de buurlanden: 41% (Nederland), 40% (Duitsland) en 36% (Frankrijk)
• WINST BEURSGENOTEERDE BEDRIJVEN: 21,4 miljard. 140 beursgenoteerde bedrijven boekten vorig 21,4 miljard euro winst. 9,95 miljard euro ging meteen naar de aandeelhouders dat is +56%.
• TOPMANAGERS: +14,4%. De CEO’s van de Bel20-bedrijven kregen vorig jaar 14,4% opslag tot 3 miljoen euro
• OLIEBEDRIJVEN: +3 miljard euro winst. Sinds de start van de oorlog in Oekraïne boekten de Europese oliebedrijven 3 miljard euro extra winst. (Greenpeace)
• ONGELIJKHEID NEEMT TOE. De tien rijksten ter wereld zagen hun vermogen tijdens de pandemie verdubbelen.
Haal het geld waar het zit
Geld en middelen zijn er genoeg in de samenleving. Kijk maar naar de winsten of de snelheid waarmee middelen gevonden worden voor oorlogen en vernietiging. Op enkele dagen tijd miljarden vinden voor wapens is geen probleem voor traditionele politici, maar zelfs over de verlaging van de BTW op zowel elektriciteit als gas werd maandenlang geruzied. Als het gaat om ons welzijn en onze belangen, dan is er altijd strijd nodig en proberen de bazen en hun politici er hoogstens met wat kruimels vanaf te geraken.
Om de beschikbare middelen te gebruiken in het belang van de meerderheid van de bevolking, moeten we een kracht opbouwen die voor echte verandering gaat. De eerste acties kunnen een stap zijn in de opbouw van een krachtsverhouding. Met de acties van 22 april opbouwen naar de actiedag van 20 juni is goed. Een betoging, of beter nog: een algemene staking, op 20 juni is belangrijk als aanzet naar meer acties na de vakantie.
De vakbonden hebben 3 miljoen leden en 150.000 afgevaardigden in België. Ze vormen potentieel de sterkste sociale kracht in ons land, een kracht waarnaar geluisterd moet worden. Een werkelijk actieplan met duidelijke eisen die met de basis bediscussieerd zijn op algemene vergaderingen op de werkplekken en in militantenconcentraties, is nodig. Eisen zonder een actieplan zijn slechts vrome wensen. Daar komen we niet ver mee. Een actieplan zonder duidelijk doel in de vorm van concrete en stevige eisen, is bezigheidstherapie. We moeten onze strijd ernstig organiseren!
Tegelijk is het duidelijk dat onze lonen en andere verworvenheden onder het kapitalisme steeds weer onder druk staan. Dit systeem brengt ons van crisis in crisis. We zijn amper van de gezondheidscrisis af of daar hebben we al een oorlog en een koopkrachtcrisis. Ondertussen blijft de ecologische crisis razen. Jarenlange besparingen hebben gezorgd voor tekorten op alle vlakken. Tegen de achtergrond van tekorten vindt verdeeldheid ingang: racisme, seksisme, LGBTQIA+fobie … Het kapitalisme brengt ons ellende en toenemende barbarij. Strijd met LSP voor een democratisch socialistisch systeem waarin de bestaande middelen gebruikt worden voor de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking en niet de winsten van een kleine minderheid.

NOODMAATREGELEN VOOR ONZE LEVENSSTANDAARD
• Herstel van de volledige index met controle van de werkende klasse op de berekening en samenstelling. Bij elke overschrijding van de index moeten alle lonen onmiddellijk stijgen.
• Verhoog het minimumloon tot €15 per uur of €2470 bruto per maand.
• Een plan van massale publieke investeringen in het uitbreiden en gratis maken van openbare diensten als openbaar vervoer, kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg …
• Voor onze portemonnee en voor een groene transitie: nationalisatie van de volledige energiesector!
• Bevries alle huurprijzen. Voor massale bouw van sociale huisvesting om de vastgoedmarkt niet aan de willekeur van huisjesmelkers en speculanten over te laten.
• Breng de financiële sector in publieke handen zodat de gemeenschap zicht heeft op alle geldstromen en de beschikbare middelen geïnvesteerd worden in wat maatschappelijk nodig is. Bron: LSP
Zij boeken recordwinsten, maar onze lonen vinden ze te hoog? Strijden voor meer loon – nl.socialisme.be

Weg met het neoliberalisme

Politicoloog Kris Peeters fileert in Weg van het Systeem. Wakker in een ander tijdperk de wandaden van het neoliberalisme ‘dat de actuele westerse samenleving naar zijn hand heeft gezet en zich presenteert als een natuurwet’.
Oplapwerk is volgens Peeters ontoereikend.
‘Voor het eerst in de menselijke geschiedenis zijn we in een existentiële crisis aanbeland.’
Kris Peeters bepleit radicaal afscheid van het neoliberalisme..

Kris Peeters publiceerde eerder drie boeken over mobiliteit. Met zijn nieuwste uitgave slaat hij andere wegen in.
In de eerste bladzijden geef je een opsomming van de vele crisissen tijdens deze ‘waanzinnige eeuw’ tot dusver. Het crisissysteem is hét probleem.
Kris Peeters: “Crisissen volgen elkaar steeds sneller op en komen nu zelfs samen voor. Op een bepaald ogenblik moet je onder ogen zien dat het misschien aan het systeem zelf ligt en dat je dus alleen maar een volgende crisis initieert als je het systeem ‘herstelt’. Het belangrijkste mechanisme hierbij is de economie die niet in opdracht van de maatschappij werkt maar haar wetten oplegt aan de maatschappij. We zijn bovendien ‘economisch correct’ gaan denken: het economisch groeimodel kan en mag niet in vraag gesteld worden. Wie dat toch doet, wordt onmiddellijk weggezet als een communist of erger als iemand die niets van economie begrijpt.”
Wat maakt het systeem tot een crisissysteem?
“Ons economisch systeem is in feite een grote verbrandingsoven die voortdurend moet gevoed worden met grondstoffen, brandstoffen… Er gaat onderweg ongelooflijk veel verloren en het produceert veel afval. De oven moet blijkbaar ook continu groeien om te kunnen blijven functioneren, wat uiteraard onhoudbaar is. We warmen het klimaat op, souperen grondstoffen en energie op, vechten ervoor in bepaalde delen van de wereld… Alle indicatoren staan in het rood. De tijd is voorbij dat we toekomst nog automatisch konden associëren met vooruitgang. Mensen beseffen meer en meer dat iets niet in de haak is. In plaats van hoop op beter is er nu vooral angst om te verliezen wat we hebben.”
Optimisten zoals Maarten Boudry wijzen anderzijds op het feit dat we het veel beter hebben dan vroeger. Er was nooit minder kindersterfte, minder analfabeten, minder mensen die honger leden.
“We hebben het inderdaad beter dan ooit. Alleen is het geen definitieve verworvenheid. De ecomodernisten en anderen verliezen uit het oog dat we in een risicomaatschappij leven. De aard van de risico’s is fundamenteel veranderd. Ze zijn niet langer beperkt en lokaal. De mogelijkheid van een kernoorlog is actueel, net als de opwarming van de planeet met liefst 4 graden… Van de ene op de andere dag kunnen we alles kwijt geraken wat we opgebouwd hebben. Ecomodernisten gaan er ook ten onrechte van uit dat we de problemen kunnen oplossen met nieuwe technologieën. Elke nieuwe technologie schept immers nieuwe problemen. Wat bijvoorbeeld kernenergie betreft, zien we in het oorlogsconflict in Oekraïne dat we de veilige berging van kernafval niet eens enkele tientallen jaren kunnen garanderen, laat staan dat we dat duizenden jaren zouden kunnen.”
Je schrijft dat het neoliberalisme de kern van het probleem is. De vrijemarkteconomie geeft het primaat aan het vrije ondernemerschap en beperkt de rol van de overheid tot die van facilitator voor dat ondernemerschap. De overheid legt bedrijven toch heel wat normen op?
Politicoloog Kris Peeters: ‘Wie het economisch groeimodel in vraag stelt, wordt onmiddellijk weggezet als een communist’
“Deze normen worden voor een groot deel door de industrie zelf geschreven. Zo hield de auto-industrie de pen vast voor de nieuwe, veel te soepele emissienormen in Europa. Om dit te compenseren hebben vele steden noodgedwongen lage-emissiezones ingevoerd. En we hebben ondertussen geleerd dat normen opleggen één ding is, maar er op toezien een ander. Bij het verlenen van vergunningen wordt vaak ook geen rekening gehouden met het algemeen belang. Bijvoorbeeld Ineos heeft de vergunning voor zijn nieuwe fabriek in Antwerpen te danken aan zijn economische macht en financiële invloed en aan het dreigen met en beloven van tewerkstelling en economische groei. Het neoliberalisme is trouwens ook in andere maatschappelijke sectoren doorgedrongen. In het onderwijs bijvoorbeeld moeten scholen met elkaar concurreren, middelen afsnoepen, studenten als ‘klanten’ behandelen, steeds goedkoper werken…”
“Wat ik ergerlijk vind, is dat dezelfde mensen die de overheid eerst hebben uitgekleed, kapot bespaard en ziek gesaneerd haar nadien verwijten dat ze niet performant genoeg is. Ze hebben nillens willens ambtenaren afgedankt of niet vervangen en de organisatie inefficiënt gemaakt. We zijn niet goed genoeg in het correct inschatten van de risico’s ‘nieuwe stijl’.”
Kijkt de overheid ook niet liever van problemen weg? Wachtend op een draagvlak neemt men ook liever beslissingen die op korte termijn vruchten afwerpen.
“Van politici mag je verwachten dat ze op de lange termijn denken. Dat mensen als Bruno Tobback zeggen dat ze weten wat er moet gebeuren, maar dit niet doen omdat ze morgen anders geen minister meer zijn is behalve ongelooflijk cynisch ook heel releverend. Het systeem zit verkeerd en daarom moeten we ervan weg. Dit is geen pleidooi tegen de politiek, integendeel. Ik pleit voor de herwaardering van de democratie. Democratie is een gemeenschappelijk streven naar consensus waar we naartoe willen en dat veronderstelt een permanente dialoog.”
In welke mate moet de overheid rekening houden met de mening van de burger? In antwoord op de stijgende energiekosten subsidieert men fossiele brandstoffen, terwijl dat slecht is voor het klimaat.
“Dat is een perfecte illustratie van ons onvermogen om verschillende crises ‘samen’ te denken, in dit geval de klimaatcrisis, de energiecrisis en de dreigende economische crisis. Natuurlijk moet je rekening houden met de mening van de burger, maar de politieke leiders vandaag zijn in essentie volgers. Een goede politieke verkozene kijkt waar we naartoe moeten, wat daarvoor nodig is en schept er dan draagvlak voor. Met haar uitspraak wir schaffen das manifesteerde Angela Merkel zich als leider. Ik stel ook vast dat we heel selectief omgaan met het begrip ‘draagvlak’. Bij de beslissing tot verhoging van de pensioenleeftijd was dat kennelijk niet nodig.”
‘Dat mensen als Bruno Tobback zeggen dat ze weten wat er moet gebeuren, maar dit niet doen omdat ze morgen anders geen minister meer zijn is behalve ongelooflijk cynisch ook heel releverend’
De burger kijkt voortdurend weg van problemen: sweatshops, plasticsoep, vergiftigde gronden, oorlogen in Afrika. Hebben de media daar schuld aan?
“Absoluut. Als ik iets wil weten over de lithiummijnen of de arbeidsomstandigheden bij de productie van sweaters kan ik haast enkel terecht in gespecialiseerde tijdschriften. De steekvlamjournalistiek viert hoogtij zonder oog voor de lange termijn, de onderlinge mechanismen… Het is ironisch genoeg ook een bewijs van onze menselijkheid dat wij sommige dingen niet willen zien. Niemand wil de hele dag denken aan kindjes die twaalf uur per dag, zeven dagen op zeven moeten werken… Soms moeten we onszelf daartegen beschermen. We mogen echter niet blind zijn voor wat er gebeurt. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid, die ook bij media ligt. Journalisten verwijzen hierbij echter vaak naar hun hoofdredacteur en die op zijn beurt naar aandeelhouders en dan zijn we terug bij ons economisch systeem.”
Toen de klimaatproblematiek bij de verkiezingen van 2019 heel actueel was, hadden de media vooral aandacht voor het standpunt van Groen over de salariswagen.
“Groen is daar grandioos de mist ingegaan en niet één keer, maar herhaaldelijk. Aan de andere kant zou je toch meer ernst verwachten van de media. Er waren op dat ogenblik toch veel belangrijker dingen aan de orde dan de salariswagens. Maar de salariswagen ging functioneren als een pars pro toto. Opeens was die ‘zuurverdiende’ auto het symbool van wat we zouden verliezen als er een klimaatbeleid zou worden gevoerd.”
‘De context verandert zo snel dat een recept voorbijgestreefd is op het moment dat het geformuleerd wordt’
Naast PVDA is Groen volgens jou de enige antisysteempartij. Ze heeft de afgelopen decennia veel ideeën (internaliseren externe kosten, delen, voedselveiligheid, fijnstof, klimaat, bouwshift, dierenrechten, fietsen als volwaardige verplaatsingsmodus) in de politiek binnengebracht. Groen houdt daarnaast nog te veel vast aan het dominante discours en verwacht vooral heil van technologische verbeteringen.
“Ik begrijp dat ook wel. Het is vermoeiend om voortdurend heel fundamentele dingen uit te leggen en er komt een moment dat je in de flow wordt meegetrokken. Ofwel stel je je heel fundamenteel op en dan sta je voor een stuk aan de kant. Ofwel ga je mee met het systeem, probeer je dat zo goed mogelijk van binnenuit te veranderen en sluit je compromissen. Daar is niets mis mee maar het einddoel moet helder blijven en onderweg mag je geen verkeerde compromissen sluiten om er toch maar bij te blijven horen.”
De groene beweging houdt te weinig rekening met de kritiek van de gele hesjes op het kostenplaatje van een duurzaam beleid. In de actuele situatie is de burger vooral bezorgd om de eigen portemonnee.
“Ik gebruik het beeld van de donuteconomie als metafoor. De buitenste rand omvat de planetaire grenzen waar de ecologisten vooral aandacht voor hebben. Op de rand van het gat binnenin zitten de gele hesjes. Die vallen in dat gat als bijvoorbeeld de diesel duurder wordt. Gele en groene hesjes staan dus niet tegenover elkaar. Ze vechten elk op een ander front. We horen voortdurend dat de overheid te weinig financiële middelen heeft om daar iets aan te doen. Maar in coronatijden bleek dat plots geen probleem meer. Door de oorlog in Oekraïne werd zonder noemenswaardige discussie het militaire budget verdubbeld. Budgetten zijn het resultaat van politieke keuzes. En je kunt het niet over de tekorten hebben zonder ook naar het teveel te kijken.”
Volgens filmmaker Ken Loach kan je pas altruïstisch zijn als je je geborgen en niet bedreigd voelt.
“Ik gebruik hiervoor ‘bandbreedte’ als metafoor. Iemand die wakker ligt van het feit dat hij zijn rekeningen niet kan betalen, heeft geen ruimte om na te denken over klimaat, Oekraïne, de problemen van zijn buren… We moeten de mensen inderdaad eerst ontzorgen. Links is te eenzijdig sterk bezig met de noden van de grote planeet. Maar daar kan ik mij pas mee bezighouden als mijn basisbehoeften in orde zijn. Rechts, dat zich meer focust op het huisje-tuintje waar men zich geborgen voelt, doet dat beter maar trekt zich niets aan van de grote context.”
Hoe evalueer je het gedrag van de burger? Het is ontzettend moeilijk om mensen te overtuigen van een maatregel waarvan het risico bestaat dat je iets verliest en pas morgen de vruchten plukt.
“Door dat vrijemarktdenken en neoliberalisme zijn we ervan overtuigd geraakt dat het algemeen belang de natuurlijke resultante is van de optelsom van individuele keuzes. We zorgen allemaal voor onszelf en dan komen we in die redenering vanzelf tot een algemeen belang. De actualiteit leert ons dat dit niet zo is, anders waren er geen armen en geen wachtlijsten meer en waren onze wegen niet gevuld met SUV’s. Denken in termen van algemeen belang hebben we ondertussen afgeleerd. Wie vandaag een bezwaar wil indienen, moet naast geld ook een persoonlijk belang kunnen inroepen. Dat is pervers.”
In welke richting zou het systeem moeten evolueren?
“We moeten heel duidelijk afscheid nemen van het neoliberalisme. Corona en andere crisissen hebben ons geleerd dat we een sterke, democratische overheid nodig hebben. We moeten de problemen heel concreet maken en vertalen zodat mensen ze in hun eigen leefomgeving herkennen en verbanden zien. Praten over smeltende ijskappen en toename van CO2 is interessant, maar het volgende moment vraagt die man zich in de winkel af of hij de rekening kan betalen.”
Voor welk maatschappijmodel pleit je?
“De tijd van de grote narratieven is voorbij. Onze verbeelding is kennelijk zo beperkt dat we nog alleen in termen van het neoliberale maatschappijmodel versus communisme kunnen denken. Alsof daar geen vijftig tinten grijs tussen zitten. Er zijn veel positieve dingen aan het gebeuren. We zien dat burgers zich van onderuit organiseren met coöperatieven of alternatieve vormen van democratie. We zijn zoekende en dat is de hele crux van de situatie waarin we nu zitten. De context verandert zo snel dat een recept voorbijgestreefd is op het moment dat het geformuleerd wordt.”

Bron: Apache
Weg van het Systeem. Wakker in een ander tijdperk. (van Kris Peeters bij uitgeverij Vrijdag)