Wat verandert er in februari 2024?

Wat verandert er in februari 2024?

Een nieuwe maand, nieuwe maatregelen, wijzigingen van de wetgeving, enz.
Hierbij een kort overzicht.


NMBS trekt tarieven op
Spoorwegmaatschappij NMBS trekt vanaf februari de tarieven op. Gemiddeld gaat het om een stijging van zo’n 9 procent.
School- en woon-werkabonnementen zullen 9,73 procent duurder worden. De prijs van andere producten gaat met 8,73 procent omhoog. Zo kost een ‘Senior Ticket’ voor 65-plussers vanaf 1 februari 7,80 euro (+0,60 euro) en een ‘Youth Ticket’ tot 26 jaar 7,10 euro (+0,50 euro). Een gewone tienrittenkaart (’Standard Multi’) wordt 9 euro duurder tot 93 euro digitaal of 96 euro op papier. Ook het boordtarief, de toeslag voor wie een vervoersbewijs koopt op de trein, stijgt van 7 euro naar 9 euro.
De spoorwegmaatschappij zegt zich genoodzaakt te zien de tarieven aan te passen aan de impact van de stijgende inflatie en de energieprijzen. Als grootste elektriciteitsverbruiker van het land verwacht ze dat de elektriciteitsfactuur in 2023 meer dan 200 miljoen euro hoger zal liggen dan vorig jaar. “De tariefaanpassing zal slechts een beperkt deel van de gestegen werkingskosten dekken”, aldus de maatschappij.
Toch hoopt de NMBS treinreizen nog aantrekkelijk te houden dankzij enkele “interessante initiatieven”. Zo belooft de spoorwegmaatschappij regelmatige promoacties, zoals het Duo Ticket van afgelopen zomer en de winteractie bij het eindejaar.
Tot slot zullen reizigers extra moeten betalen voor de Diabolo-toeslag. Die bedraagt vanaf 1 februari 6,40 euro, in plaats van 6,20 euro. Dat maakte spoornetbeheerder Infrabel bekend.


MIVB introduceert goedkoper abonnement en telewerkticket
Ook de Brusselse openbaarvervoermaatschappij MIVB maakt vanaf februari aanpassingen aan haar producten. Zo daalt het jaarabonnement voor 65-plussers sterk in prijs.
Wie ouder is dan 65 kan vanaf 1 februari voor 12 euro een jaar lang alle trams en bussen van de MIVB nemen. Tot nu toe hing daar een prijskaartje van 60 euro aan vast. Het tarief wordt daarmee gelijkgetrokken met de prijs die een Brusselaar van tussen de 18 en 24 jaar tegenwoordig betaalt.
De verandering werd aangekondigd met de voorstelling van de Brusselse begroting in oktober. Daarbij ging veel aandacht naar opvang van de verhoogde levenskost door onder meer de energiecrisis.
Ook het veranderde pendelgedrag krijgt aandacht. Sinds de coronapandemie thuiswerk veel gangbaarder heeft gemaakt, is een traditioneel abonnement niet meer voordelig voor werknemers die slechts twee tot drie dagen per week naar kantoor moeten. Zij kunnen voortaan gebruikmaken van een nieuw flexibel ticket van 75 ritten dat gedurende 90 dagen geldig is.


Tijdskrediet wordt ingeperkt
Vanaf 1 februari worden de mogelijkheden voor tijdskrediet en thematische verloven, zoals ouderschapsverlof, en loopbaanonderbreking voor ambtenaren ingeperkt. De regering besliste daarover in oktober vorig jaar, bij de opmaak van de begroting van 2023.
Voltijds ouderschapsverlof aanvragen kan vanaf 1 februari enkel voor kinderen tot 5 jaar. Halftijds of een vijfde tijdskrediet opnemen voor kinderen tussen 5 en 8 jaar oud kan wel nog altijd. De RVA verduidelijkt dat het recht op voltijds ouderschapsverlof wel blijft bestaan tot de 8e verjaardag van het kind, maar de werknemer kan enkel een uitkering krijgen als het kind nog geen 5 jaar is.
Daarnaast wordt het totale aantal maanden waarin men ouderschapsverlof kan opnemen teruggeschroefd van 51 tot 48.
Ook de anciënniteitsvoorwaarden worden aangescherpt. Tot nog toe moesten werknemers minstens 24 maanden anciënniteit hebben in het bedrijf om tijdskrediet op te nemen, vanaf 1 februari wordt dat minimaal 36 maanden. Er komt ook een tewerkstellingsvoorwaarde van 12 maanden voor voltijds tijdskrediet. Wie deeltijds werkt, krijgt toegang na 24 maanden tewerkstelling.
Aan de voorwaarden voor het ouderschapsverlof – maximaal vier maanden per kind – verandert niets, maar anciënniteitstoeslagen en supplementen verdwijnen voor werknemers van ouder dan 50 jaar. Dat geldt ook voor de loopbaanonderbreking.
De Gezinsbond en de Vrouwenraad zijn kritisch voor de aanpassingen. Volgens Vrouwenraad-voorzitter Meron Knikman wordt de combinatie van werk en gezin er “zeker niet gemakkelijker op”. “We hebben nood aan een duurzaam gefinancierd zorgbeleid, een gelijke verdeling van de zorg en een gelijke opname van verlof om gezinsredenen door beide ouders.”


Pelletcheque kan aangevraagd worden
Wie in aanmerking komt voor de zogenaamde pelletcheque, ter waarde van 250 euro, kan daarvoor vanaf 1 februari een aanvraag indienen bij de FOD Economie. De overheidsdienst houdt wel nog een slag om de arm. “We doen er alles aan om op tijd klaar te zijn, en zullen alles uitgebreid testen om eventuele computerproblemen te vermijden”, klinkt het.
De cheque is bedoeld voor wie vooral met pellets verwarmt. Wie voldoet aan de voorwaarden, kan vanop de site van de FOD Economie een formulier afdrukken en vervolgens terugsturen. Daarnaast komt er ook een webapplicatie. “Normaal” gaan die allebei op 1 februari online, aldus de FOD Economie.
Wie al gebruik kon maken van de mazoutcheque, de cheque voor propaan in bulk of de federale premie voor het basispakket gas, komt niet in aanmerking. Ook wie al het sociaal tarief geniet voor gas, maakt geen kans.
Een andere voorwaarde is dat de pellets in een tankwagen of op palletten geleverd moeten zijn, in een bestelling van minstens 500 kg en dat tussen 1 juni vorig jaar en 31 maart van dit jaar.
Wie de cheque aanvraagt, zal een kopie van de factuur en een bewijs van betaling moeten voorzien.
De aanvragen kunnen gebeuren tot en met 30 april.


Mucomedicijn voor jongere kinderen
Vanaf 1 februari zal het geneesmiddel Kaftrio, voor de behandeling van mucoviscidose, ook voor kinderen van 6 tot 11 jaar volledig terugbetaald worden. Sinds 1 september wordt het dure Kaftrio al terugbetaald voor kinderen vanaf 12 jaar die in aanmerking komen. De terugbetaling is wel afhankelijk van een aantal medische criteria.
De taaislijmziekte heeft een grote impact op de ziektelast en de levenskwaliteit van de patiënten. Kaftrio verbetert de longfunctie, zorgt voor een vermindering van het aantal opstoten, doet de nood aan antibiotica afnemen en geeft mucopatiënten een betere levenskwaliteit.
Er is ook overeengekomen om de monotherapie Kalydeco, voor patiëntjes vanaf 4 maanden, terug te betalen. Dat geneesmiddel herstelt de zout-waterbalans in de luchtwegen, waardoor de slijmen dunner worden en de longen beter worden beschermd. Die therapie wordt nu al terugbetaald vanaf 2 jaar, maar nu zullen dus ook de jongste mucopatiëntjes in aanmerking komen.


Nieuwe regels van kracht met betrekking tot de opzeg van bemiddelingsopdrachten
die afgesloten zijn met consumenten. Hieronder de belangrijkste wijzigingen.

  1. Toepassingsgebied: Deze regels gelden niet alleen voor vastgoedmakelaars, maar ook voor andere beroepsmatige bemiddelaars, zoals architecten of landmeter-experten. Notarissen vallen onder een specifieke regeling en zijn dus niet aan deze wetgeving onderworpen. De bescherming is gericht op natuurlijke personen die een onroerend goed voor niet-beroepsmatige doeleinden willen (ver)kopen of (ver)huren.
  2. Herroepingsrecht: Na het sluiten van een bemiddelingsovereenkomst heeft de consument een herroepingsrecht van 14 kalenderdagen. Gedurende deze periode kan de onderneming nog niet met de opdracht beginnen, tenzij de consument uitdrukkelijk toestemming geeft om direct te starten. Let op: als de onderneming binnen die 14 dagen al een kandidaat vindt, vervalt het herroepingsrecht.
  3. Duidelijke opdrachtomschrijving: De bemiddelingsovereenkomst moet een duidelijke beschrijving van de opdracht bevatten, inclusief vermelding van de publiciteitskanalen waarmee het onroerend goed wordt gepromoot. Bij onderhandelingsbevoegdheid moeten de grenzen hiervan expliciet worden aangegeven. Bij verkoop- of verhuurbemiddeling moet de minimum vraagprijs duidelijk zijn, terwijl bij aankoop- of huurbemiddeling de maximum aankoopprijs of huurprijs moet worden vermeld.
  4. Afstand van minimum- of maximumvraagprijs: De onderneming mag alleen afwijken van de minimum- of maximumvraagprijs als de consument hiermee voorafgaandelijk en uitdrukkelijk akkoord gaat op een duurzame drager.
    Deze nieuwe regels beogen een betere bescherming van consumenten bij vastgoedbemiddeling.

Verkiezingen 2024

De voorbije weken stonden  in het teken van stevige boerenprotesten. Wat begon in Duitsland, waaide al snel over naar Frankrijk, België, Spanje, Italië, Griekenland,  Nederland en België.

De acties missen hun doel niet: ministers uit verschillende landen hebben toezeggingen gedaan om boeren tegemoet te komen. Maar klaar zijn de protesterende boeren nog niet.

Een van de punten van zorg die in verschillende landen naar voren kwam, is de administratieve rompslomp voor boeren, de vele wet- en regelgeving waaraan zij moeten voldoen. Daar gaat de Europese Commissie wat aan doen, beloofde voorzitter Ursula von der Leyen donderdagavond na afloop van de speciale Europese top in Brussel.

400 miljoen euro

Ook elders in Europa is politieke beweging te zien als gevolg van de massale boerenprotesten. De Franse regering van premier Gabriel Attal kondigde een reeks maatregelen aan om de boeren in Frankrijk wat lucht te bieden. Zo komt er een tegemoetkoming voor gestegen lasten van 400 miljoen euro.

De meeste maatregelen waren eerder al voorgesteld door de twee voornaamste Franse boerenbonden FNSEA en JA (Jeunes Agriculteurs, de organisatie van jonge boeren). Deze hebben hun leden daarom gevraagd de blokkades af te bouwen na twee weken van protesten.

Het pakket omvat onder andere het handhaven van accijnsvermindering op landbouwdiesel, een fiscale tegemoetkoming van 150 miljoen euro voor veehouders die extra kosten hebben gemaakt in verband met veeziekten, extra controles bij supermarkten op correcte vermelding van de herkomst van voedselproducten en het voorlopig opschorten van een reductieprogramma op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Eerder werd al aangekondigd dat de verplichte braakregeling van 4 procent op het areaal niet doorgaat.

Oneerlijke concurrentie

Ook gaat de Franse regering importen verbieden van producten waarbij gebruik is gemaakt van hulpmiddelen die in Europa niet zijn toegestaan, zoals thiacloprid. Dit om oneerlijke concurrentie te voorkomen. Verder wordt een onderhoudsplicht van grasland opgeschort en komt er een verhoging van de vrijstelling voor agrarische bedrijfsoverdracht. In samenhang daarmee kondigde de regering-Attal een fonds aan voor zachte leningen aan bedrijfsopvolgers met een totaalkapitaal van 2 miljard euro.

In Griekenland heeft premier Kyriakos Mitsotakis de boeren in zijn land verzekerd dat er toch nog een jaar compensatie wordt uitgekeerd voor hogere dieselprijzen. Het gaat om diesel voor vooral landbouwvoertuigen en machines die ook wel rode diesel wordt genoemd. Boeren in het Zuid-Europese land gingen net als in andere Europese landen de afgelopen dagen de straat op om te protesteren tegen hun dalende inkomsten in hun sector.

In Duitsland ging de Bondsdag  akkoord met de nieuwe begroting voor 2024, waarin wordt vastgehouden aan de afbouw van de gesubsidieerde of rode diesel voor onder meer landbouwvoertuigen. Er zijn massale protesten geweest van boeren, en ook van transportbedrijven, tegen het plan te stoppen met deze vorm van brandstofsubsidie. De regering heeft de boeren recent wel toegezegd dat ze de maatregel niet zoals gepland meteen uitvoert, maar dat het geleidelijk zal gaan.

Ook op ander vlak behaalden de Europese boeren een succesje. De Europese Commissie wil de import van Oekraïense landbouwproducten aan banden leggen. Vermeende oneerlijke concurrentie en milieueisen waren in meerdere landen achterliggende oorzaken van de protesten deze week. De instroom van goedkope Oekraïense waren en strenge klimaatregels zouden bepaalde boeren in EU-landen het boeren onmogelijk maken.  Oekraïne mag nog minstens een jaar langer zonder invoerheffingen naar de Europese Unie exporteren, als het aan de Europese Commissie ligt. Maar voor pluimvee, eieren en suiker moet zo’n heffing wel worden betaald als Oekraïne meer exporteert dan afgelopen jaren, stelt de Europese Commissie voor. Daarnaast zouden ‘snelle, corrigerende maatregelen’ kunnen worden genomen als een lidstaat door Oekraïense export in de problemen raakt. Nu is dat alleen aan de orde als de hele unie wordt getroffen.

De Franse president Emmanuel Macron en christendemocratische partijgenoten van commissievoorzitter Von der Leyen drongen deze week in het Europees Parlement aan op het inperken van de import uit Oekraïne. Macron en Europees centrumrechts zinnen op handreikingen aan de boeren, ook met het oog op de naderende Europese verkiezingen. Uiterst rechtse partijen dreigen op de golven van boerenprotesten nog meer te winnen dan al wordt voorspeld, waarschuwen ze.

De EU-landen en het Europees Parlement moeten zich nog wel over de voorstellen van de Europese Commissie buigen. Als zij instemmen, wordt het milde importregime voor Oekraïne met de aanpassingen verlengd tot begin juni volgend jaar.

Protest gaat door

Ondanks de toezeggingen die her en der worden gedaan, lijken de protestacties niet klaar. In Polen hebben boeren aangekondigd opnieuw de grensovergangen met Oekraïne te gaan blokkeren. De vakbond zegt tegen de nieuwszender RMF24 dat ze ontevreden zijn over de Europese regels voor de invoer van Oekraïense landbouwproducten en over de ‘passiviteit van de Pools regering’.

Vanaf volgende week vrijdag willen Poolse boeren alle grensovergangen naar Oekraïne bezetten. Het is nog niet bekend hoelang ze dat willen volhouden. Ook andere wegen zullen worden geblokkeerd.

Oneerlijke voordelen

De Poolse boeren blokkeerden eerder al wekenlang de grens met Oekraïne. Ze vinden dat de landbouwproducenten uit hun buurland oneerlijke voordelen krijgen op de Europese markt. Daardoor zou de Poolse landbouwsector in gevaar komen. Vorige maand bereikte de nieuwe regering van Donald Tusk een akkoord met de boeren om de blokkades stop te zetten, maar blijkbaar kon die overeenkomst niet lang standhouden.

In Frankrijk kondigde de grootste boerenvakbond donderdag aan te stoppen met het blokkeren van de wegen, omdat die organisatie wel vond dat de regering naar hun eisen had geluisterd. Maar niet op alle plekken vertrekken de boeren. Zo blijven ze op de A43 in de buurt van Lyon nog staan, sowieso tot maandag. Zij zijn bij een andere vakbond aangesloten en zeggen tegen BFMTV dat de gedane toezeggingen alleen gunstig zijn voor grote landbouwbedrijven, maar dat de kleine ondernemers in de sector er weinig aan hebben. Ook op andere snelwegen staan volgens Le Monde nog kleine groepjes boeren.

Nederland

In Nederland wordt dit weekend ook gedemonstreerd. De afgelopen dagen trokken trekkergroepen er al op uit om een manifest aan te bieden aan provinciale bestuurders. Zo stonden zij woensdagavond bij het provinciehuis in Zwolle, donderdag in Arnhem en vrijdagmiddag in Assen. I n Den Bosch boden ZLTO-leden een petitie aan landbouwgedeputeerde Marc Oudenhoven (BBB) aan.

Actiegroep Farmers Defence Force (FDF) zegt te hopen dat de actiebereidheid onder boeren de komende dagen groeit en meer collega’s zich aansluiten bij demonstraties in het land en op wegen. Een woordvoerder bevestigt een bericht van het Eindhovens Dagblad dat de groep de grenswegen het hele weekend wil blokkeren. Dit gebeurt al in het zuiden met de grens naar België. Mogelijk volgen ook acties in het noorden en oosten van Nederland.

Belangenorganisatie Agractie ziet ook dat ‘de spanning hoog is’ en ‘vooral de situatie in de mestmarkt door Europese afspraken prangend is’, zegt voorzitter Bart Kemp. Toch zegt de boerenbelangengroep nu niet betrokken te zijn bij acties, omdat wordt uitgekeken naar een ‘voorspoedig formatieproces’. Agractie zou volgens Kemp donderdag nog met verschillende politici rondom de regeringsformatie contact hebben gehad.

Van onze boeren wordt veel gevraagd op vlak van leefmilieu en klimaat. Die zorgen over impact op het klimaat, biodiversiteit en gezondheid zijn ook legitiem. Maar zij die dat op het terrein moeten realiseren worden schandalig weinig betaald. De frustraties die we zien in de hevige boerenprotesten zijn volkomen begrijpelijk. De boer zit tussen hamer en aambeeld: zelfzorg (ook financieel) en zorg voor zijn omgeving. Enkel een fundamentele koerswijziging in het landbouwbeleid kan die catch 22 keren.

Investeren in kwalitatiever boeren met meer kansen voor natuur en milieu blijft nodig. Daarbij is het belangrijk dat publiek geld gaat naar kleine familiale boerenbedrijven in plaats van naar de agro-industrie. Subsidies moeten worden geheroriënteerd. Maar alleen de scherpe kantjes van het systeem afvijlen is onvoldoende. Het pad moet worden geëffend naar een winstgevende sector. Die moet nu functioneren in een ‘vrije markt’. Maar daarin worden de economische omstandigheden de facto vastgelegd door een kleine groep spelers: de voedingsindustrie, grote landeigenaars en de supermarkten. Om dat te keren zal die ‘vrije markt’ moeten buigen voor sociale rechtvaardigheid en meer controle.

Zo moet de prijsopbouw van producten veranderen. Nu worden de prijzen bepaald door de vrije markt, de veilingen en de retailsector. De boer haalt zo bijzonder weinig inkomen uit zijn producten. De voedingsindustrie gebruikt allerhande trucjes om de prijszetting te beïnvloeden, en daarop is veel meer controle nodig. Tegelijkertijd moet voeding een minimumprijs krijgen en moeten extreme promoties worden verboden: melk is nu soms goedkoper dan water!

Door de marges van verwerkers, verdelers en supermarkten aan te pakken en door subsidies te heroriënteren, draait de consument hier niet voor op. In Frankrijk wordt de sector al verplicht tot langetermijncontracten die mee evolueren met de energie- en grondstofprijzen. Dat zorgt ervoor dat de boer niet kan gechanteerd worden door opkopers. Ook de korte keten – lokale fair trade, buiten de invloedssfeer van multinationals in de agro-industrie – verdient extra ondersteuning.

Een ander euvel zijn de grondprijzen. Een boer heeft grond nodig om te boeren. De prijzen daarvan zijn exuberant hoog en worden opgedreven door speculanten, claims vanuit de industrie en infrastructuurwerken. Om het werk van de boer economisch leefbaar te houden is een sterke pachtwet nodig die de boer zekerheid geeft. De huidige neoliberale pachtwet drijft boeren te makkelijk van hun grond. Bij natuurprojecten moet de overheid zoeken naar compensatiegronden (zoals in Duitsland), en nieuwe wegen of industrieterreinen mogen niet zomaar landbouwgrond innemen.

Een grondenbank zou kunnen vermijden dat openbare gronden (OCMW, kerkfabrieken, …) opgekocht worden door speculanten. Wij bepleiten om gronden ter beschikking te stellen aan landbouw waar duurzame teelten gewaarborgd worden door langdurige pachtovereenkomsten en een afzetgarantie: lokale besturen die breken met de grote aankoopcentrales en voedingsproducten eerst en vooral afnemen in eigen regio.

Het huidige industriële model in de groente- en veeteelt zorgt voor veel problemen: methaanuitstoot, biodiversiteitsverlies, erosie door monocultuur, enz. Dat kan anders: een beter evenwicht tussen groenten- en veeteelt in lokale systemen van voedselveiligheid. Dat kan met stimuli en markthervormingen die verder gaan dan enkel een krimp van de veestapel. Want als je de veestapel beperkt, moet alternatieven voorzien worden voor de inkomens van de mensen die daarvan leven. De landbouwer moet ondersteund worden bij de verandering naar dat  evenwichtig landbouwmodel. Al is het uitkopen van boeren zoveel mogelijk te vermijden, want tegen 2040 zijn er terug dubbel zoveel boeren nodig voor een lokale gezonde voedselproductie.

Iedereen moet toegang krijgen tot gezonde en duurzame voeding, ook als prijzen toch zouden stijgen om boeren deftig te betalen. In plaats van bv. de BTW af te schaffen, pleiten wij voor ondersteuning waarbij bestaande structuren gezonder gemaakt worden. Zoals een reorganisatie van de indexschaal, met meer aandacht voor de prijzen van bio- en kleinhandel. Nu worden die prijzen grotendeels bepaald door de klassieke warenhuisproducten. Op termijn kan ook worden nagedacht over een systeem van sociale voedselzekerheid, om de toegang tot gezond voedsel te democratiseren en steun te verlenen aan landbouwers met economisch, sociaal en ecologisch rechtvaardige productie.

In België heeft Tinne Hermans  de nieuwe politieke  partij   BBB, BoerBurgerBelangen,   gepresenteerd met de nadruk op het vertegenwoordigen van zowel landbouwers als burgers. Ze streven naar een verbeterd landbouwbeleid en willen invloed uitoefenen  om de belangen van beide groepen te behartigen. Het vertrouwen in de huidige partij CD&V lijkt volgens hen sterk verminderd te zijn. De BBB wil een stem geven aan hen die actief zijn in de landbouwsector en tegelijkertijd de bredere gemeenschap vertegenwoordigen.

Genoeg geld voor iedereen: de droom van menig econoom?

Banken hebben een monopolie op het creëren van geld. Telkens wanneer ze een lening geven, creëren ze geld, schrijft econoom Jonas Van der Slycken in MO. Kan dit bankenbonanza blijven duren, of vormt het net een opportuniteit om een solide en inclusief geldsysteem uit te bouwen?

De grootste hoeveelheid geld wordt niet door de overheid, noch door de Europese Centrale Bank gecreëerd maar wel door banken. Het zijn banken. Banken zijn bij machte om uit het niets geld te scheppen. Of beter: banken creëren geld door middel van schulden.

Telkens wanneer banken leningen geven, draaien ze de geldkraan open. Deze kraan zorgt voor een verse instroom aan geld en bevloeit de economie idealiter van voldoende geld. De totale hoeveelheid geld die zo in de economie stroomt en in omloop is, kan je zien als de hoeveelheid water in een badkuip.

Maar door geld te creëren waar een schuld achter schuilt, hangt de totale hoeveelheid geld nauw samen met de totale hoeveelheid schuld. Elke euro geld gaat gepaard met een euro schuld. De hoeveelheid geld gaat gebukt onder de schaduw van een donkere schuldenwolk die boven ons hoofd hangt. Schulden die ooit met interest erbovenop afbetaald moeten worden.

Geld wordt dus gecreëerd via een “leningkraan” en het waterpeil in het bad symboliseert de hoeveelheid geld. Is er ook een afvoer, waarlangs geld wegstroomt?

Wanneer we leningen afbetalen, lossen we schulden af waardoor ze verdwijnen. Daar waar er bij het aangaan van schulden geld gecreëerd wordt, wordt geld vernietigd wanneer je bijvoorbeeld je huis afbetaalt. Schuldafbetalingen vormen zo de afvoer van onze badkuip.

Schaduwzijden van het schuldgebaseerde geldsysteem

Opdat er genoeg geld in de economie circuleert, is het in het huidige systeem belangrijk dat er voldoende schulden worden gemaakt. Anders zakt het waterpeil en krimpt de geldhoeveelheid. Maar banken zijn minder geneigd leningen te geven wanneer het economisch minder goed gaat. Wat economische fluctuaties alleen maar versterkt omdat er dan minder geld is. Dan mogen overheden en centrale banken opdraven om de economie te stabiliseren.

Dit schuldgebaseerde geldsysteem heeft belangrijke nadelen.

  • Eén, het is inherent instabiel. De volgende financiële crisis hangt permanent in de lucht.
  • Twee, financiële markten zijn meer en meer losgekoppeld van de echte economie. Aandelenmarkten knallen vooruit zonder weerslag in de echte economie.
  • Drie, het is ondemocratisch dat banken aan de geldbron zitten en beslissen hoe en waarvoor geld in omloop komt. Het is geen publiek geheim dat er nog teveel leningen naar de fossiele en wapenindustrie vloeien. En als je geen vaste goedbetaalde baan hebt, krijg je niet zomaar een hypothecaire lening.

De Leuvense doe- en denktank Happonomy werkt aan een alternatief voor ons huidige schuldgebaseerde geldsysteem dat bij ontwerp duurzaam, stabiel, democratisch en veel rechtvaardiger is. Aangezien de Europese Centrale Bank (ECB) toeziet op onze gemeenschappelijke euromunt, is ze de spil in het nieuwe geldsysteem. Er zijn drie unieke ingrediënten nodig voor een stabiel geldsysteem.

Als eerste stap krijgt elke inwoner van de eurozone een gratis rekening bij de ECB. Ook de Griekse econoom Yanis Varoufakis is hiervan een fervente pleitbezorger omdat het volgens hem helpt om ons monetair systeem te vernieuwen.

Deze gratis rekening kan je zien als een universele basisdienstverlening aan burgers. Het garandeert dat iedereen toegang heeft tot een basis financiële dienstverlening en transacties kan doen. Dit is niet onbelangrijk nu alles duurder wordt en banken geld beginnen vragen voor basisdiensten. Recent nog annuleerde KBC zijn gratis zichtrekening.

Een gratis zichtrekening is een progressieve maatregel. Waarom? Mensen die nu al elke euro moeten omdraaien, moeten zo niet meer betalen om een rekening te hebben. Zo’n gratis rekening kan je zien als een uitbreiding van universele basisdiensten zoals onderwijs en gezondheidszorg zoals we die nu al kennen, naar ook andere aspecten van het economische leven zoals voeding, onderdak, energie mobiliteit enzovoort.

Deze basisdiensten zijn onontbeerlijk om levensonderhoud te garanderen, om onze economieën schokbestendiger te maken bij economische fluctuaties en wie weet ook om politieke polarisering tegen te gaan door de voedingsbodem van extreemrechts te verkleinen.

Met het oog op de komende verkiezingen in 2024 is het dan ook geen verrassing dat de recent gelanceerde burgercampagne Meer Dan Genoeg onder meer gegarandeerde basisdiensten bepleit in haar visietekst, die ondertekend werd door tal van middenveldorganisaties uit milieu-, vakbonds-, dekoloniserings- en feministische bewegingen.

Gegarandeerd inkomen

Deze ECB-rekening is de basis waarop het tweede element wordt geënt: een maandelijks gegarandeerd inkomen. Om te garanderen dat iedereen, elke burger vanaf 18 jaar, op democratische wijze kan delen in de geldcreatie, stort de ECB om te beginnen maandelijks 150 democratisch gecreëerde euro’s, d-euro’s, op de rekening van iedere Europeaan. De geldcreatiebron hoort toe aan het volk.

Omdat het de bedoeling is om met dit d-eurosysteem het bestaande eurosysteem te vervangen, kunnen we best inplannen om dit maandbedrag jaarlijks met 150 d-euro te doen toenemen om te garanderen dat er genoeg geld circuleert naarmate we euroleningen blijven afbetalen en euro’s verdwijnen.

In een duurzaam geldsysteem krijg je aan het begin van de maand een gegarandeerd inkomen, eenvoudigweg doordat je leeft.

Na tien jaar krijgt elke burger zo maandelijks 1500 d-euro. De keuze van 150 d-euro en tien jaar is flexibel aanpasbaar naar gelang de hoeveelheid geld die nodig is zodat in (de overgang naar) het gezonde geldsysteem genoeg geld voorhanden is. (In mijn boek Genoeg voor iedereen gebruik ik 125 d-euro en een termijn van 12 jaar om tot 1500 d-euro te komen, maar de transitie mag gerust sneller vooruitgaan.)

Dit gegarandeerde inkomen ken je mogelijk al onder een andere benaming: het basisinkomen.

Net zoals Happonomy gebruik ik gegarandeerd inkomen omdat dit meer is dan een basis van bijvoorbeeld 300 à 500 euro.

Bovendien dekt de garantie goed de inkomenszekerheid die burgers genieten in het nieuwe geldsysteem. Het komt neer op niets minder dan een uitbreiding van je burgerrechten. Daar waar je met je arbeid pensioenrechten opbouwt, geeft in dit geval je pure bestaan als ingezetene van de eurozone zo recht op een gegarandeerd inkomen.

Net zoals je in het spel Monopolie een inkomen krijgt wanneer je langs start passeert, krijg je in een duurzaam geldsysteem aan het begin van de maand een gegarandeerd inkomen, eenvoudigweg doordat je leeft. Ook econoom Hyman Minsky pleit met zijn idee van helikoptergeld al langer voor centrale banken die burgers rechtstreeks geld bezorgen.

Overliggeld

Het sluitstuk van het nieuwe geldsysteem is geen positieve maar een negatieve interestvoet, een belasting op het aanhouden van geld. Laat geld maar rollen. Deze negatieve intrestvoet heet overliggeld of demurrage en ook econome Kate Raworth heeft het hierover in haar boek over de donuteconomie.

De term demurrage komt uit de scheepvaart, waar je overliggeld moet betalen aan de rederij wanneer je jouw containers te lang buiten de afgesproken termijn op de terminal van de rederij laat staan. Een negatieve interestvoet kan vreemd lijken omdat we het niet gewend zijn, maar recent nog golden er negatieve interestvoeten wanneer banken geld parkeerden bij de ECB.

Dit overliggeld zorgt ervoor dat er weer geld uit omloop verdwijnt. Het is de afvoer in ons nieuwe geldsysteem. Deze afvoer is broodnodig omdat anders de geldhoeveelheid tot in het oneindige zou blijven toenemen. En dit willen we vermijden, omdat dan het inflatiespook opduikt. Een toename in de geldhoeveelheid vertaalt zich immers in stijgingen van het algemeen prijspeil.

Demurrage zorgt voor een begrenzing van de totale geldhoeveelheid, waardoor het systeem een evenwicht bereikt. Stel dat je maandelijks 1500 d-euro krijgt die je integraal spaart omdat je leeft van je inkomen uit arbeid en kapitaal, dan betaal je 2% demurrage of 30 d-euro. Naarmate je meer geld spaart en je spaar- en uitgavepatroon niet wijzigt, loopt deze demurrage op.

In dit voorbeeld zal je dus 75.000 d-euro kunnen oppotten, want dan krijg je 1500 d-euro gegarandeerd inkomen maar betaal je ook 1500 d-euro demurrage (2% van 75.000 d-euro). Er staat dus een limiet op hoeveel geld je kan bezitten en ook op de geldhoeveelheid die in de economie kan circuleren omdat de totale hoeveelheid geld samenhangt met het aantal inwoners.

Om het demurragesysteem progressief te maken zouden we kunnen werken met een demurragevrije buffer voor individuen tot bijvoorbeeld 10.000 d-euro, alsook met hogere demurragevoeten. Zo’n buffer is handig om wat geld opzij te hebben staan voor onvoorziene omstandigheden. Terwijl een demurragevoet van 100% vanaf een bepaald bedrag interessant kan zijn om extreme rijkdom ingebakken in het geldsysteem te begrenzen.

Het duurzame geldsysteem hertekent het bestaande bankenlandschap compleet. Banken creëren geld niet langer via leningen.

Daar waar er nu miljarden op spaarrekeningen staan, moedigt demurrage mensen aan om geld te investeren in de echte economie. Niet in financiële hocuspocus, maar in concrete coöperatieven. Of in echte ecologische ondernemingen, die volgens econoom Tim Jackson een fatsoenlijk levensonderhoud bieden, positief bijdragen tot menselijke bloei, de gemeenschap ondersteunen en zo min mogelijk materialen en energie gebruiken.

‘Als het klimaat een bank was, was ze al gered’, zei de Venezolaanse president Hugo Chavez op de klimaattop in 2009. Laten we het roer omgooien met een geldsysteem dat werkt voor mens en planeet in de plaats van mens en planeet die tevergeefs werken om immer groeiende schuldenbergen af te betalen. Het duurzame geldsysteem hertekent het bestaande bankenlandschap compleet. Banken creëren geld niet langer via leningen. Maar ze kunnen nog steeds leningen geven. Elke d-euro die al bestaat en gespaard is, kan worden uitgeleend. Het systeem is zo ontworpen dat er genoeg geld is dat geheel democratisch rechtstreeks bij burgers belandt, die het in de echte economie spenderen of investeren. Laat de economie maar draaien.

Het duurzame geldsysteem is een sprong voorwaarts. Het legt een langverwachte sociale en democratische bodem onder het Europese project van de eengemaakte markt. Dit robuuste geldvoorstel staat op zichzelf, maar past ook perfect binnen ruimere hervormingen naar een inclusieve en duurzame welzijnssamenleving.  Verander alles, begin bij de Europese Centrale Bank. 

Bron: MO

Belast de superrijken!

Belast de superrijken!

De sociaal onrechtvaardige belastingdruk is één van de pijlers van de conservatieve revolutie sinds de jaren tachtig. De werkende mensen en middelgrote inkomens kreunen onder de belastingdruk. De jetset van de hoogste vermogens ontsnappen er grotendeels aan. De pleidooien voor rechtvaardige belastingen nemen echter toe. Kritische middens werpen steeds meer zandkorrels in de neoliberale krokodillenpoel.

In het weekend van 9-10 september 2023 kwamen in India, in New Delhi, in het kader van periodieke bijeenkomsten, de G20-landen samen. Dat zijn de groei-economiën en traditionele industrielanden. Wat in de pers en media relatief onderbelicht is gebleven, is de oproep van een 300 miljonairs, economen, toppolitici, journalisten, aan de G20-leiders.

In de oproep worden de regeringsleiders en staatshoofden van de G20 opgeroepen tot een nieuwe internationale overeenkomst over een vermogensbelasting. De ondertekenaars vragen de G20-leiders om door internationale samenwerking de rijkste personen van deze planeet te belasten en een einde te maken aan belastingontwijking en belastingcompetitie.

Het spreekt voor zich dat er ook heel wat linkse politici en vakbondsleiders de oproep ondertekenden. Waaronder de populaire, socialistische Amerikaanse ex-presidentskandidaat Bernie Sanders. Hij is voorstander van het weg belasten van de miljardairs.

Opmerkelijk is ook dat de Vlaamse christendemocraat en gewezen eerste minister Yves Leterme mee tot de ondertekenaars behoort. Y. Leterme verantwoordt zijn handtekening omdat hij zich zorgen maakt over het behoud van de welvaartsstaat. Hij is bezorgd dat de bevolking afscheid neemt van de welvaartsstaat, omdat de lusten en lasten unfair verdeeld zijn.

In vele landen is volgens hem een driedeling in de samenleving aan de gang. “Met een uitdijende onderlaag, een middenklasse die een onevenredig groot deel van de fiscale en sociale lasten draagt en een toplaag van superrijken die veelal aan de fiscaliteit ontsnapt. De overbelasting van de middeninkomens en het fenomeen van de “working poor” ondermijnen veel landen”. (De Tijd, 5 september jl.).

Dhr. Leterme bevindt zich dus vandaag in goed gezelschap. Maar, dat was veel minder toen zijn partij, de CVP als machtigste partij, en nadien de CD&V met andere centrumpartijen, decennialang de welvaartsstaat heeft uitgehold. De kiezers worden sinds decennia geconfronteerd met een wirwar van belastingen tot de kleinste activiteit met taksen op het openhouden van sportkantines, belastingen op balkons en renovatie, taksen op basisvoorzieningen voor de werkende bevolking, taksen op de energietransitie, taksen voor kleine middenstandzaken, …

Die oproep tekenden ook een paar toonaangevende economen zoals Thomas Piketty en Gabriel Zucman.[1] De oproep tot een vermogensbelasting waarboven sprake, komt niet zomaar uit de lucht gevallen. Onder meer vernoemde wetenschappers en journalisten zoals Paul Goossens[2] reiken een kader aan waarin de oproep tot het invoeren van een vermogensbelasting voor de superrijken min of meer de draad terug zou opnemen van wat is gebeurd in de 20e eeuw, voor 1980.

Aan de vooravond van Wereldoorlog I in 1914 bezat de 1 procent van de superrijken in West-Europa 60 procent van het totale privévermogen. Dat zal veranderen in de loop der jaren. Er was de vlugge uitholling van hun rijkdom door de oorlogseconomie, de onteigeningen, nationalisaties, muntontwaarding.

De beslissing van de Sovjet-Unie in 1917 om de tsaristische schulden niet terug te betalen was een harde klap voor kapitaalreuzen. Onder meer Franse en Belgische geldbaronnen hadden gemakkelijke winsten gezocht in tsaristisch Rusland, dat schulden aanging, voor bijvoorbeeld de aanleg van spoorwegen, de oprichting van bedrijven. Belangrijk was de grote crisis van het kapitalisme met de beurscrash van 1929, de opkomst van het fascisme en de Tweede Wereldoorlog.

Een belangrijke factor was de massale groei van de arbeidersbeweging sinds de tweede helft van de 19e eeuw. En de daarmee gepaard gaande socialistische, marxistische ontwikkeling van inzichten en overtuigingen bij grote massa’s mensen, onder meer over de maatschappelijke nood aan de progressiviteit van belastingen. Namelijk dat op de hoogste inkomens en vermogens veel meer belasting moet worden geheven dan over de lagere-lage inkomens en vermogens.

De rechtvaardiging van eeuwenlange grote sociale ongelijkheid, armoede, eenzijdige onrechtvaardige lasten in de voorbije eeuwen door beroep te doen op God, de natuurlijke orde, werd onderuitgehaald. Men mag

Tot c.a. de jaren 1980 waren de Verenigde Staten en Groot-Brittannië de gangmakers, de progressiviteit van de belastingen. In 1900 lag de aanslagvoet voor de hoogste inkomens in de VS en alle Europese landen beneden de 10 procent. In 1920 lag die al tussen de 30 en 70 procent. Hij steeg tijdens de grote Crisis in de jaren dertig tot recordhoogtes.

Tijdens de New Deal werden de hoogste inkomensschijven door president Franklin Delano Roosevelt (1882-1945) voor meer dan 80 procent afgeroomd. Europa volgde op afstand. De hoogste inkomens werden voor 81 procent belast in de VS, in het Verenigd Koninkrijk voor 89 procent, tegen slechts 58 procent in Duitsland en 60 procent in Frankrijk.

Voor Thomas Piketty is het duidelijk: “Het opleggen van deze hoge tarieven van 80 procent gedurende bijna een halve eeuw, heeft niet geleid tot de ineenstorting van het kapitalisme in de Verenigde Staten, integendeel”.

In de VS veroorzaakte in 1919 de voorzitter van de American Economic Association Irving Fisher veel ophef. Toen hij zei “de groeiende concentratie van rijkdom dreigt het grootste probleem van onze economie te worden. Er schort wat aan de democratie als 2 procent van de bevolking de helft van de rijkdom bezit, terwijl 60 procent van de bevolking niets in eigendom heeft”

Waren de VS en het Verenigd Koninkrijk de koplopers inzake de progressiviteit van de belastingen, dan waren ze de koplopers om in de jaren tachtig van de vorige eeuw de progressiviteit van de belastingen terug in vraag te stellen.

De progressieve fiscale revolutie werd onder president Ronald Reagan en de Britse eerste minister Margaret Thatcher zwaar aangevallen door een contrarevolutie. De progressiviteit van de belastingen werd spectaculair verminderd. In de periode 1980-2018 werden de hoogste tarieven van 1932-1980 grosso modo gehalveerd van 80 procent naar 40 procent.

Maar volgens de onderzoekers is het neoliberale dogma van het ‘vrij verkeer van kapitaal’ de grote boosdoener. Het heeft over de gehele wereld een zeer negatieve impact gehad op het proces van nationale staatsmacht en een sociaal rechtvaardig belastingstelsel. Vooral door een gebrek aan politieke wil en gebrek aan uitwisseling van gegevens door de verschillende nationale belastingdiensten.

Het ‘vrij verkeer van kapitaal’ gaf veertig jaar lang een boost aan de belastingparadijzen. Miljarden van multinationals, van de jetset-miljardairs van Oost en West, Noord en Zuid, van criminelen, van banken. Allemaal bleven ze buiten de samenlevingsopbouw als parasieten.

En dit alles met de actieve medewerking van de sociaaldemocratische elites (inbegrepen de christendemocraten) die de progressiviteit van de belastingen loslieten. Ze waren onbekwaam tenminste de strijd aan te gaan om progressieve belastingregelingen tot op transnationaal niveau uit te breiden.

De val van de Sovjet-Unie, de euforie over de overwinning van het kapitalisme en de rechtse- en linkse- anticommunistische euforie na de val van de Muur heeft mede een rol gespeeld in het ontstaan van een ijstijd over de opvattingen dat het kapitalisme moest getemd worden.

Na veertig jaar neoliberale belastingpolitiek is het niet verwonderlijk dat het slechts recent is dat het denken en de actie op gang komen om terug aan te knopen met het verleden door de vermogensbelasting en de progressiviteit van de belastingen in ere te herstellen. Het is al bij al een bescheiden, maar betekenisvol begin.

Het Tax Observatory

In 2021 werd een belangrijk initiatief genomen: de oprichting van het “Tax Observatory” (TO). Het ontstond in de schoot van de Ecole d’économie de Paris waar Thomas Piketty doceert. Het publiceert jaarlijks zijn mondiaal rapport.

Dat rapport is opgesteld door meer dan 100 topeconomen, juristen, journalisten, over de gehele wereld. Vaak in samenwerking met nationale belastingdiensten. De vooruitzichten voor 2024 verschenen recent.[3]

  • Eén. Dankzij de automatische uitwisseling van bankgegevens is de offshore belastingontduiking in minder dan 10 jaar met een factor drie afgenomen.
  • Twee. Er is nog veel winstverschuiving naar belastingparadijzen. Dat is het equivalent van 35 procent van alle winsten die multinationale bedrijven boeken buiten het land van hun hoofdzetel. Amerikaanse multinationals zijn verantwoordelijk voor ongeveer 40 procent van de wereldwijde winstverschuiving en landen op het Europese vasteland lijken het meest getroffen.

35 procent van alle ‘buitenlandse’ winsten van multinationals verschuift naar belastingparadijzen.

In totaal zou volgens het TO zo’n 12.000 miljard dollar in belastingparadijzen zijn ondergebracht. Zwitserland neemt daarin nog slechts 20 procent voor zijn rekening. De Aziatische paradijzen Hong Kong, Singapore, Macao zijn sterk gegroeid. In de straten en op stranden van exotische belastingparadijzen kom je vaak (multi) miljardairs en hun boodschappenjongens tegen.

De meesten van de ondertekenaars van de vernoemde oproep zijn ervan overtuigd dat miljardairs niet echt nuttig zijn om onze economie te laten draaien. De economie draaide tijdens de Covid-pandemie niet op miljardairs. Wat zou miljardair Jeff Bezos van Amazon zijn zonder de uitbuiting van ‘zijn werkvolk’? Bovendien vliegen privéjets van miljardairs rond, terwijl er miljoenen in extreme armoede leven. Innovatie in de economie zal niet van miljardairs komen vanuit hun ‘stulpjes’ in belastingparadijzen, op hun exotische eilanden, privé-jachten en hun jets.

  • Drie. De wereldwijde minimumbelasting is drastisch afgezwakt door een groeiende lijst van mazen in het net. Minder dan 5 procent zijn wereldwijde inkomsten uit vennootschapsbelastingen in plaats van de voorziene 9 procent met een tarief van 15 procent (het TO is voorstander van een minimum van 20 procent).
  • Vier. Er ontstaan nieuwe vormen van belastingconcurrentie tussen de landen. Dat is een rechtstreekse aanslag op elke poging tot fiscale rechtvaardigheid.
  • Vijf en Zes. Wereldwijd onderzoek in samenwerking met de belastingdiensten toont aan dat miljardairs wereldwijd zeer lage belastingtarieven hebben, tussen 0 procent en 0,5 procent van het vermogen. Ze doen dit door persoonlijke vennootschappen te gebruiken. Superrijke eigenaars (onder meer topmanagers) van beursgenoteerde bedrijven kunnen dividenden uitkeren via een holding die zich bevindt in de grijze zone tussen ontwijking en ontduiking.

De belastingen die miljardairs betalen bedraagt wereldwijd tussen 0 procent en 0,5 procent van hun vermogen. 

TO stelt een minimale vermogensbelasting voor van 2 procent. Het is de eerste keer dat een dergelijk voorstel gedetailleerd en gekwantificeerd is. Het aantal belastingbetalers dat in aanmerking komt is klein (3.000). Het tarief van 2 procent zou zeer bescheiden zijn. Ter vergelijking: het vermogen van miljardairs wereldwijd is sinds 1995 met gemiddeld 7 procent gegroeid.

Samen met de minimumbelasting voor multinationals, vrij van achterpoortjes, en de vermogensbelasting van 2 procent, zou dit volgens het TO jaarlijks 500 miljard dollar aan extra overheidsinkomsten moeten opbrengen om de uitdagingen van de klimaatverandering en sociale cohesie aan te gaan.

Het bedrag dat het TO berekend heeft, is een onvoldoende bedrag, vergeleken met de miljarden die in één dag kunnen gereserveerd worden voor bewapening en oorlogen.

Het Tax Observatory (TO) werkt met tientallen economen, juristen, verbonden aan universiteiten, pers, denktanks, en dit wereldwijd netwerk, maar kent nog altijd een belangrijke rol toen aan de natiestaten. In het rapport wordt duidelijk gesteld: “Internationale samenwerking verdient de voorkeur, maar echt mondiale afspraken moeten het eindpunt zijn, niet het startpunt”.

Het TO verwijst naar de recente geschiedenis dat multilaterale actie van een leidende groep landen de weg kan vrijmaken voor mondiale overeenkomsten. TO stelt: “In tegenstelling tot een wijdverbreide opvatting zijn ambitieuze maatregelen mogelijk, zelfs zonder internationale coördinatie”.

En België?

Karel Anthonissen, voormalig hoofd van de BBI (Bijzondere Belastinginspectie), weet er veel van. Hij schrijft over zijn ervaringen als BBI-directeur in Vlaamse dossiers zoals kasgeldfraude, de scheepskredieten, de slag om zwart geld, Optima, het fiasco van de Britse Bank HSBC.

Op het einde van zijn boek stelt hij zich de vraag: Is in ons land de fiscale corruptie toe- of afgenomen? “Ik ben niet optimistisch. De sterke centralisatie bij Financiën, die het onafhankelijk functioneren van de buitendiensten enorm hypothekeert zou alarmbellen moeten doen afgaan”. Zij versterkt ook de greep van anonieme lobbygroepen op het beleid die belang hebben de corruptie toe te dekken.

Minister van Financiën Vincent van Peteghem (CD&V) lanceerde een fiscaal hervormingsplan. Kernelement is dat de belastingen op arbeid moeten dalen en deze op kapitaal-vermogen moeten stijgen. Deze hervorming werd vakkundig de grond ingetrapt door machtige lobby’s en de liberalen. Nochtans heb je maar één keuze: als je de lasten op arbeid wil doen dalen – en je wil dat budgetneutraal doen – dan kun je niet anders dan de belastingen op kapitaal doen stijgen. Niet dus.

Het fiscaal hervormingsplan van Vincent van Peteghem werd vakkundig de grond ingetrapt door machtige lobby’s en de liberalen.

Bron: DWM

Belg is de meest loyale werknemer van Europa:

Waarom veranderen we het minste van werk?

72 procent van de Belgen wil niet van werk veranderen, en daarmee zijn we het meest loyaal van alle Europese werknemers. Slechts 8 procent kijkt actief uit naar een andere werkgever, blijkt uit een onderzoek van SD Worx bij duizend werkende Belgen. 

Slechts 8 procent van de Belgen is in 2023 actief op zoek naar andere job. 20 procent staat er wel voor open maar doet niet echt moeite om iets nieuws te zoeken. Liefst 72 procent is niet van plan van werk te veranderen. Dat is het hoogste percentage in Europa.

Aan het andere uiterste in het Europese spectrum staan de Poolse werknemers: meer dan één op de vijf (21%) kijkt actief uit naar een andere werkgever. Maar ook werknemers in Italië en Ierland (16%), Spanje en Zwitserland (15%), Zweden en Noorwegen (14%) scoren dubbel zo hoog als de Belgen.  

De Belgen die actief op zoek zijn, hebben ook weinig haast. Slechts 10 procent van hen wil zijn of haar plannen binnen het jaar waarmaken, en nog eens 10 procent in de komende drie jaar.  80 procent weet het nog niet.

Economische onzekerheid

Trends sprak met Stan De Spiegelaere, expert in arbeidsrelaties, regulering en innovatie en gastprofessor aan de UGent. “Hoewel het onderzoek niet in detail treedt over verschillende categorieën van werknemers, is het interessant te weten dat de Belgische werknemers enkele jaren geleden nog in de Europese middenmoot zaten. Vandaag zoeken gemiddeld trouwens meer Belgen naar werk in vergelijking met enkele jaren geleden, maar toch zijn we de meest loyale in Europa.”

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.

Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op “Cookie-instellingen” te klikken.”

De Spiegelaere is ook director policy and research bij Uni Europa, een Europese vakbondsfederatie, en hij zoekt de verklaring bij onze arbeidsregels in combinatie met de economische onzekerheid.

“Onze ontslagwetgeving is misschien wel vrij flexibel in vergelijking met die in andere landen, maar onze ontslagvergoedingen zijn heel hoog en zeker voor de hogere bedienden. Werknemers in ons land zien hun loon ook toenemen dankzij de indexering en ze voelen goed beschermd tegen ontslagen. Neem daarbij de economische onzekerheden rond energieprijzen, conflicten en hoge inflatie. Dat alles kan verklaren waarom werknemers in België zo honkvast zijn.”

Nadelen voor België

Arbeidsexpert en Trends-columnist Marc De Vos ziet in die honkvastheid vooral nadelen. “Een arbeidsmarkt die weinig in beweging is, is minder wendbaar en vacatures zijn dus minder makkelijk in te vullen. Loopbanen worden gemiddeld ook sneller beëindigd en de arbeidsproductiviteit gaat omlaag, omdat talent minder wordt geoptimaliseerd.”

Volgens De Vos is er de voorbije jaren weinig in het beleid veranderd opdat er meer mobiliteit in onze arbeidsmarkt zou komen. “Er is onder arbeidsmarktexperts veel gediscussieerd over het thema en er zijn ook voorstellen ingediend, maar die krijgen geen tractie in België. Er is nood aan een cultuurverandering.” “Ik som even op. In België is er het systeem van anciënniteit, de focus op vaste arbeidscontracten in plaats van tijdelijke, de vakbond die werknemers verzoekt om een loopbaan vroegtijdig te beëindigen, het systeem van tijdelijke werkloosheid, de automatische loonindexering en het feit dat een werknemer geen recht heeft op een ontslagvergoeding wanneer hij zelf opstapt. Dat maakt dat mensen erg comfortabel zitten in hun baan. Van werk veranderen is als een soort totale reset van de loopbaan en van een groot stuk van het leven. Daar wagen veel mensen zich liever niet aan.”  

Bron: Trends