Vlaams Parlementslid Vande Reyde wil verplichte subsidies door lokale besturen aan religie stoppen
Elk jaar gaat er 468 miljoen euro, een klein half miljard, ofwel 78 euro per Vlaming, naar godsdiensten. Het merendeel daarvan vloeit naar kerken en lonen van priesters. Vlaams Parlementslid Maurits Vande Reyde hekelt het gebrek aan transparantie. Hij stelt voor om de verplichting voor lokale besturen en hogere overheden om overheidssubsidies aan religie te geven te schrappen vanaf 2025. Lokale besturen kunnen er vanaf dan zelf over beslissen.
Verplicht bijpassen voor kerken
Gemeenten en steden zijn in Vlaanderen decretaal immers verplicht om met subsidies de gaten te dichten van zogenaamde kerkfabrieken. Dat zijn de “arme” vehikels van de katholieke parochies, waarin kerkgebouwen zijn ondergebracht. Voor kleine gemeenten gaat dat over enkele honderdduizenden euro per jaar. Bij steden al gauw over enkele miljoenen euro.
In totaal zijn al die lokale overheidssubsidies goed voor 77 miljoen euro in 2020 en 81 miljoen euro in 2021, zo blijkt uit een reeks parlementaire vragen die Vande Reyde stelde. Daarbovenop betaalt de federale overheid de lonen en pensioenen van geestelijken. Ook krijgen godsdiensten vrijstellingen op onroerende voorheffing en moeten lokale besturen bijspringen in de woonsten van priesters. Tenslotte betaalt het Vlaams gemeenschapsonderwijs 311 miljoen euro aan aparte vakken religie. Elke erkende religie mag immers zijn eigen vak aanbieden.
Vooral de verplichting van steden en gemeenten blijft gecontesteerd. Kerkfabrieken hebben op papier geen centen. Daar knelt voor Vande Reyde het schoentje. Volgens hem worden kerkfabrieken dikwijls arm gehouden, terwijl er in het katholiek netwerk wel aanzienlijke middelen aanwezig zijn.
De financiële boekhouding van de katholieke kerk noemt Vande Reyde daarom “een voorbeeld van ontransparant financieel beheer, waar een overheid volgens elke cursus goed openbaar bestuur geen subsidies aan kan geven”.
Vande Reyde verwijst naar de fraudezaak bij Poverello, de daklozenorganisatie die in een storm terechtkwam nadat bleek dat er grootschalig financieel wanbeheer en fraude werd gepleegd. Het centraal kerkbestuur van de bisdommen speelde daarbij een grote rol. Giften bedoeld voor daklozen werden afgeleid naar andere takken binnen het netwerk van de katholieke kerk en naar het centraal bestuur.
Volgens Vande Reyde hoeft een schrapping niet te betekenen dat gemeenten en steden alle investeringen op nul zetten: “Je laat ze gewoon de vrije keuze. Zo kan je ook eerst financiële transparantie vragen, net zoals bij elke andere organisatie die subsidies krijgt. Nu worden lokale besturen met de rug tegen de muur gezet. Ze moeten telkens betalen zonder enige verantwoording.”
De verplichting moet aangepast worden in het “Decreet over de werking van de erkende erediensten”. Daarin staat zwart op wit beschreven waarin gemeenten, steden en provincies moeten tussenkomen. Vande Reyde verwijst naar het Brusselse voorbeeld, waar in 2020 zo’n hervorming gebeurd is. “Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft vorig jaar korte metten gemaakt met de factuur aan kerken. Ze hebben alle tussenkomsten aan kerken weggetrokken bij de gemeenten en komen nu zelf nog maar voor maximum 40 procent tussen. Ze eisen daarvoor volledige transparantie en controle. Zo moet het in Vlaanderen ook”, besluit het parlementslid.
Bron: OpenVLD