De Croo: ‘Al wie poten en oren heeft aan het werk is prioriteit nummer één’

‘Ik ben niet blind voor de problemen, maar ik wil oplossingen vinden. Stap na stap. En oppassen dat je niet struikelt. Die methode werkt.’   Door WIM VAN DE VELDEN in De Tijd

‘Voor mij is dé vraag hoe we tot een ‘can do’-mentaliteit komen, tegenover het ‘rien ne va plus’ van anderen.’ Dat zegt Alexander De Croo (Open VLD), die graag verlengingen zou spelen in de Zestien.

Hoezeer premier Alexander De Croo ook wil schitteren met een positief ‘can do’-verhaal, toch is het regeringwerk niet van die aard dat het een gewonnen koers is. De tegenstellingen binnen de zevenpartijencoalitie waren vaak hardnekkig, waardoor grote hervormingen uitbleven. Voor het laatste jaar ligt de lat ook niet meer al te hoog. De plannen voor een fiscale hervorming zijn opgeborgen. Wat nog op de plank ligt, is een milde begrotingsoefening van 1,2 miljard euro.

En toch lopen bij de politieke rentree de spanningen binnen Vivaldi weer op. Dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (CD&V) alleenstaande mannen niet langer wil opvangen, om te vermijden dat straks weer vrouwen en kinderen op straat moeten slapen, doet de groenen en de PS steigeren.

De Croo biedt De Moor rugdekking. ‘We doen er alles aan om die maatregel zo kort als mogelijk te houden. Hoe sneller we in staat zijn opvangplaatsen te creëren, hoe korter die zal zijn’, kaatst hij de bal terug naar de linkse coalitiepartners. Die moeten zelf opvangplaatsen zoeken, als ze geen tijdelijke opvangstop voor alleenstaande mannen willen.

Terwijl de asieldruk weer toeneemt, kreunt de economie steeds meer onder het tekort aan handjes. Is arbeidsmigratie toch geen must?

Alexander De Croo: ‘Dat er handen tekort zijn, weegt niet alleen op onze economie, het is een maatschappelijk probleem: het laat zich voelen in de zorg, de opvang, het onderwijs. Vandaar dat al wie poten en oren heeft aan het werk moet. Maar eerder dan nu volop in te zetten op arbeidsmigratie, moeten we eerst alle Belgen aan de slag krijgen. Dat is prioriteit nummer één.’

Dat klinkt goed, maar de realiteit is dat er minder Waalse werkzoekenden in Vlaanderen aan de slag zijn dan tien jaar geleden.

De Croo: ‘Dat het een taalprobleem zou zijn, geloof ik niet. De Fransen die in de grensstreek aan de slag zijn, kennen geen Nederlands. Gelukkig vindt ook Waals minister-president Elio Di Rupo (PS) dat er te veel werklozen in Wallonië zijn. Ik juich het toe dat er meer zal worden samengewerkt tussen Vlaanderen en Wallonië, zodat Waalse werkzoekenden de vele openstaande vacatures in Vlaanderen kunnen invullen. Maar we hebben vooral nood aan een mentaliteitswijziging. Werken is geen straf, hé.’

Is de Waalse mentaliteit het probleem?

De Croo: ‘Ik geloof niet dat er echt een verschil van mentaliteit is tussen Vlamingen, Walen of Brusselaars. Wel is er een politiek verschil in de manier waarop naar werk wordt gekeken. Als je in solidariteit gelooft, moet je voor werk zijn. Het gaat om meer dan een inkomen. Je draagt dan ook bij tot de sociale zekerheid, waar iedereen weleens op terugvalt.’

Het tekort aan handjes is een bijkomende handicap boven op de hoge loon- en energiekosten, maar wat doet u eraan?

We hebben een expansief beleid gevoerd. Met succes. Er zijn 300.000 jobs gecreëerd. Maar daar hebben we een budgettaire prijs voor betaald. Nu moeten we zien hoe we de begroting weer op het goede spoor krijgen.

De Croo: ‘Om de opeenvolgende crisissen het hoofd te bieden hebben we een expansief beleid gevoerd en zo’n 20 miljard euro in de economie gepompt. Met succes. De jobcreatie ligt hoger dan in de vorige legislatuur, toen het economisch normale tijden waren. Volgens het Planbureau zullen we tegen het einde van de legislatuur zo’n 300.000 jobs gecreëerd hebben. De koopkracht is intact gebleven. En we hebben vermeden dat veel bedrijven over de kop zijn gegaan. Daar hebben we wel een budgettaire prijs voor betaald. We moeten nu kijken hoe we de begroting weer op het goede spoor krijgen. Bij de begrotingsopmaak in het najaar willen we nog een inspanning doen van 1,2 miljard euro, boven op de eerder al besliste inspanning van 0,6 procent van het bruto binnenlands product.’

Had het allemaal niet iets meer moeten zijn?

De Croo: ‘Een fiscale hervorming kunnen we budgettair niet aan. Vandaar dat we dat niet gaan doen. Het is ook maar de vraag of we nog iets aan de loonkosten moeten doen, want de loonsverhogingen in Duitsland vallen hoger uit dan gedacht. Door de automatische loonindexering zijn de loonkosten snel omhoog gegaan, maar in de buurlanden zie je een inhaaloperatie. Wij plukken nog altijd de vruchten van de lastenverlaging die is doorgevoerd onder de regering-Michel, want de jobmotor draait op volle toeren.’

Toch staat de industrie onder druk. Na het Ineos-arrest wordt de vraag zelfs hardop gesteld of er nog wel een toekomst is voor de industrie in ons land, en bij uitbreiding in Europa.

De Croo: ‘Laat me duidelijk zijn: ik heb mee de schouders gezet onder Ineos, dat een ethaankraker wil bouwen in de haven van Antwerpen, omdat we die industrie hier nodig hebben. Sommigen vinden chemie iets vies, maar het zit in zowat alles wat we dagelijks gebruiken. Als het hier niet kan, zal het elders gebeuren, met een grotere negatieve impact op het milieu. Industrie hebben we dus nodig, net zoals landbouw. Ik wil geen tegenstelling tussen die twee creëren.’

Is in de Europese Green Deal nog wel plaats voor de industrie?

De Croo: ‘Wat ontbreekt in Europa is een industriële deal, naast de Green Deal. Die is nodig om het evenwicht te bewaren, onze energiebevoorrading te verzekeren en koplopers te blijven in de transitie naar hernieuwbare energie.’

Zal het volstaan dat twee kerncentrales tien jaar langer worden opengehouden? Of zullen we nog een bijkomende gascentrale nodig hebben, willen we zeker zijn van onze energiebevoorrading?

De Croo: ‘We zijn erin geslaagd het nucleaire te verlengen, wat bijvoorbeeld niet het geval is in Duitsland. Twee kerncentrales zullen tien jaar langer blijven draaien en we doen onderzoek naar de moduleerbare centrales van de toekomst, de SMR’s. Dat toont de politieke moed en het pragmatisme van partijen die het anti-nucleaire in hun programma hebben.’

‘Maar we zien dat de elektrificatie sneller dan verwacht gaat, wat op zich een goede zaak is, want het doet de CO2-uitstoot dalen. Het houdt wel in dat we in overleg met hoogspanningsnetbeheerder Elia moeten nagaan wat er nog nodig is. Die elektrificatie mogen we niet afremmen. We moeten alles doen wat nodig is om voldoende capaciteit en buffers te hebben. Met vraagsturing en batterij-opslagcapacitieit raak je al een heel eind, maar ik ga niet op de zaken vooruitlopen. We zullen de oefening doen. Je ziet: nog werk genoeg.’

Werk genoeg, maar lukt het nog wel om de noodzakelijke hervormingen door te voeren?

De Croo: ‘Het zal u misschien verbazen, maar ons land kent veel mogelijkheden én veel dadendrang én ambitie. Daar moet je politiek op inzetten. Ik geloof niet dat we ons land beter zullen maken door voortdurend te kankeren dat hier niets nog gaat. Dat is zoals een trainer van een voetbalclub die zou zeggen: we suck. Of een CEO die zou zeggen dat zijn bedrijf het slechtste van de wereld is. Ik ben niet blind voor de problemen, maar ik wil oplossingen vinden. Stap voor stap. En oppassen dat je niet struikelt. Die methode werkt.’

Moet de lat niet hoger liggen, want straks dreigen we weer voor een lange periode in lopende zaken te gaan?

Ik vind het van politieke luiheid getuigen, als we weer naar ellenlange regeringsonderhandelingen zouden gaan.

De Croo: ‘Waarom zouden we binnen twee maanden na de verkiezingen geen regering kunnen vormen? Ik vind het van politieke luiheid getuigen, als we weer naar ellenlange regeringsonderhandelingen zouden gaan. Het ligt ook in handen van de kiezer. Die moet kiezen: ofwel voor politici die geloven in de kracht van ons land, ofwel kies je voor het donkere-wolkenverhaal van anderen.’

Bart De Wever mikt op een centrumrechts Vlaams blok, waar niet aan voorbij kan worden gegaan bij de regeringsvorming.

De Croo: ‘Dat is een plat die voor de vierde keer in de microgolfoven wordt opgewarmd. Blokvorming leidt tot blokkeringen. Ik sta daar anders in en wil partners in Vlaanderen en Wallonië zoeken die het land vooruit willen helpen. Bart De Wever droomt van een nationalistisch, conservatief blok. Zo ben ik niet. We houden er een verschillende visie op na. Hij volgt een confrontatielogica en polariseert, terwijl ik mik op het samenbrengen van mensen. In het dossier van de overlast aan het Zuidstation in Brussel schoof iedereen de hete aardappel naar elkaar door, tot ik iedereen rond de tafel heb gebracht. Daarmee zijn de problemen nog niet opgelost, maar het is de enige manier om vooruit te raken.’

Vicepremier Georges Gilkinet (Ecolo) heeft het blijkbaar niet goed begrepen. Hij nam de vlucht vooruit met zijn plan om de nachtvluchten vanaf de luchthaven van Zaventem te verbieden?

De Croo: ‘Daarmee afkomen vlak voor verkiezingen heeft in het verleden al politieke slachtoffers gemaakt. Je moet daar voorzichtig mee zijn. Vanzelfsprekend moet je een duurzaam pad bewandelen, maar in het terugdringen van de geluidsoverlast geloof ik dat technologische vooruitgang ons kan helpen. De luchthaven is cruciaal voor onze economie. Als we wereldtop zijn in de farmaceutische sector, in het ontwikkelen van vaccins, dan heeft dat ook te maken met de bereikbaarheid via de luchthaven.’

Zijn er geen institutionele hervormingen nodig, om het land efficiënter te laten draaien?

De Croo: ‘Ik ben daar niet door geobsedeerd. Zelfs de beste staatshervorming zal niet helpen, als de politieke wil er niet is om samen te werken. We hebben wel betere dingen te doen dan weer een rondje staatshervorming.’

Wat heeft Vivaldi laten liggen waarvan een volgende regering werk zou moeten maken?

De Croo: ‘De uitdagingen zijn bekend: meer mensen aan de slag krijgen, de industrie hier houden… Maar voor mij is dé vraag hoe we tot een can do-mentaliteit komen, tegenover het rien ne va plus van anderen. Ik geloof in de mogelijkheden van België en van de Belgen.’

Als ik partijen kan verenigen, die ook geloven in de mogelijkheden van ons land, wil ik verderdoen.

Dat klinkt alsof u verder wil doen als premier?

De Croo: ‘Als ik partijen kan verenigen, die ook geloven in de mogelijkheden van ons land, wil ik verderdoen. Het zal natuurlijk afhangen van wat de kiezer zegt: je kan niet voortdoen met minder dan 10 procent van de stemmen. Niemand kan tevreden zijn met 10 procent, het moet veel meer zijn dan dat.’

Anders zou u toch maar de dweil van de Wetstraat zijn?

De Croo: ‘O, maar ik heb mij nooit een dweil gevoeld. In het functioneren als premier speelt het geen rol hoeveel zetels je partij telt in het parlement. Het hangt af van het vertrouwen dat de coalitiepartners in jou hebben.

Enige introspectie is daarbij wel op zijn plaats. We hebben niet altijd een fraai beeld van de politiek opgehangen. De mensen hebben niets aan ruziemakers, we moeten doen waarvoor we worden betaald en oplossingen bedenken.’   Bron: De Tijd