De wereldwijde energiecrisis, die vooral in Europa hard toeslaat, zal een grote invloed hebben op de gebeurtenissen in de komende winter op het noordelijk halfrond. Deze crisis kan leiden tot onrust omdat mensen moeten kiezen tussen eten of verwarmen en kan regeringen ten val brengen.
De energiecrisis brengt de vele crises van het kapitalisme samen nu het ‘tijdperk van wanorde’ zich verdiept. In het inter-imperialistische conflict dat speelt in de oorlog in Oekraïne, die de crisis zelf aanstuurt, zijn gas en olie machtige wapens. De ‘energieoorlog’ speelt een centrale rol in de overwegingen van beide partijen.
De wereldeconomie wankelt naar een nieuwe neergang, waarbij de energiecrisis de zwakke onderbuik van het decadente kapitalisme van de jaren 2020 blootlegt. Het effect van Poetins druk op de energie-export naar Europa wordt dit jaar geschat op meer dan 5% van het Italiaanse BBP en 3,3% in Duitsland.
Veel verder van het slagveld gaat de economie van China haar slechtste moment sinds decennia tegemoet, en energie is een groot probleem, niet in de eerste plaats door de oorlog in Oekraïne, maar als gevolg van de klimaatveranderingen, een ander belangrijk onderdeel van de perfecte storm van crises van het kapitalisme. Door de droogte heeft de Yangtze zijn laagste peil bereikt sinds 1856 en aangezien 90% van China’s elektriciteitsvoorziening enorme hoeveelheden water vereist, beginnen industriële black-outs een realiteit te worden.
De mondiale kapitalistische elites, regeringen en journalisten spreken over de energiecrisis als iets onvermijdelijk dat buiten hun wil om gebeurt. Ze halen hun schouders op, ‘wie had de acties van de gekke dictator in Moskou kunnen voorzien? We moeten ons gewoon aanpassen’. Maar niets is minder waar.
Deze crisis is door mensen gemaakt, een duidelijk product van tientallen jaren kapitalistisch beleid, zowel in het Westen als in het Oosten. Het is een symptoom van een vervallen kapitalistische heerschappij en de onoverkomelijke tegenstellingen van een systeem dat gebaseerd is op private winst op korte termijn en nationalisme, een systeem dat niet in staat is tot planning en samenwerking. Het kapitalisme en het imperialisme omverwerpen en een nieuw regime van internationaal democratisch socialisme invoeren is nog nooit zo dringend geweest.
Energie-oorlogen: vechten om het licht aan te houden
Na maanden van sterk verminderde aanvoer en intermitterende afsluitingen heeft Rusland de Nord Stream 1-pijpleiding volledig afgesloten, op dezelfde dag dat de G7-leiders een gepland initiatief aankondigden (dat nog steeds niet is uitgevoerd) om de prijzen van de Russische olie-export te plafonneren.
Terwijl Gazprom, het Russische staatsgasbedrijf, technische redenen opgaf voor de stopzetting (een olielek), maakten Russische staatsambtenaren, en uiteindelijk ook Poetin zelf, binnen enkele dagen bekend dat dit de zoveelste oorlogsdaad was, net als de economische sancties die westerse landen aan Rusland hebben opgelegd sinds de invasie in Oekraïne begon.
Hoewel Rusland Europa nog steeds van gas voorziet via andere pijpleidingen, is de onbeperkte sluiting van Nord Stream 1 een belangrijk keerpunt, dat bevestigt dat West-Europa afstevent op een diepe crisis deze winter.
Terwijl Poetin het agressieve beleid van het Russische imperialisme uitbreidt, wenkt hetzelfde lot voor Oekraïne zelf. De kerncentrale van Zaporizja is de laatste tijd in het nieuws geweest, vooral vanwege de zeer reële bezorgdheid over een mogelijke ramp nu Europa’s grootste kerncentrale zich midden in een oorlogsgebied bevindt, met beschuldigingen van beschietingen door beide partijen.
Minder besproken is echter het belang van de gebeurtenissen in Zaporizja voor de energievoorziening van Oekraïne. De centrale levert meer dan 20% van de elektriciteit van het land en is de enige verwarmingsbron voor een hele geografische regio. Hoe de gebeurtenissen zich de komende maanden ook ontwikkelen, het is in wezen uitgesloten dat de centrale terugkeert als betrouwbare energiebron voor Oekraïne. Na de recente tegenslagen op het slagveld heeft Rusland ook andere delen van de Oekraïense energie-infrastructuur aangevallen, wat tot stroomuitval heeft geleid.
Europese mogendheden hebben het nieuws over de sluiting van Nord Stream 1 begroet met moedige verklaringen dat alles goed zal komen. De Duitse kanselier Olaf Scholtz zei in een reactie: “Ook al is het krap, we komen de winter wel door.” De Franse president Macron waarschuwde dat er “offers” moeten worden gebracht, maar dat de Fransen “moeten accepteren dat ze de prijs van de vrijheid betalen.” Tijdens zijn afscheidsreis naar Kiev herinnerde Boris Johnson de Britse burgers eraan dat “terwijl mensen energierekeningen betalen, mensen in Oekraïne met bloed betalen.”
Maar de harde woorden verhullen echte zorgen. Zelfs voordat Nord Stream 1 werd afgesloten, hebben de EU-lidstaten al ‘vrijwillige’ verminderingen van 15% van het energieverbruik opgelegd en er zijn al berichten over Duitse fabrieken die hun productie volledig stopzetten vanwege de prijzen.
De heersers van ’s werelds oudste en zogenaamd meest geavanceerde kapitalistische staten zijn gereduceerd tot de rol van een soort regendansers, die hout vasthouden en hopen op een zachte winter om de storm te doorstaan.
Dit kan ook de nationale spanningen op verschillende plaatsen doen oplaaien. Schotland is rijk aan olie, evenals de Koerdische regio’s in Iran, Irak, Turkije en Syrië. Ook binnen de EU zal de verdeeldheid toenemen als er echt een tekort aan gas ontstaat. De loze woorden van ‘solidariteit’ waren tijdens de pandemie snel vergeten toen er een tekort aan maskers en beschermingsmateriaal was. Hetzelfde kan zich voordoen rond energie en de centrifugale tendensen binnen de EU verder versterken.
Een mokerslag voor de wereldeconomie
De impact van de energiecrisis op de wereldeconomie kan niet worden overschat. De komende wereldwijde recessie is de laatste in een keten van diepe crises die voortkomen uit langetermijntrends en inherente tegenstellingen die door geen enkele kapitalistische beleidsreactie zijn overwonnen. De wereldeconomie staat opnieuw aan de rand van de afgrond.
Vergeleken met de jaren zeventig, toen de olieprijsschokken in 1974 en 1979 ernstige wereldwijde recessies veroorzaakten, is de huidige crisis veel erger, vooral in Europa, waar de voorspelde klappen voor het BBP in verschillende landen (waaronder Italië en Griekenland) ruwweg het dubbele bedragen van het niveau van de jaren zeventig.
Gas is hiervan de belangrijkste oorzaak. Als de huidige toestand van de gasmarkt zou worden overgenomen door de oliesector, zouden de prijzen per vat meer dan 1.000 dollar bedragen. Vergeet niet dat het historische record voor olieprijzen $147 bedraagt!
De energiecrisis is de belangrijkste oorzaak van de op hol geslagen inflatie, die internationaal de grootste zorg is van kapitalistische economen. Energie is natuurlijk een cruciaal onderdeel van het budget van alle bedrijven, vooral de zware industrie, waarbij de industrie alleen al goed is voor meer dan een derde van het wereldwijde energieverbruik. Energie is daarom een drijvende kracht achter de inflatie in grote sectoren van de economie, van de winning en verwerking van grondstoffen tot goederen en commerciële diensten. Natuurlijk wordt dit versterkt door speculatie op basis van winst, aangezien de bazen groen licht zien om de prijzen over de hele linie te verhogen om snel geld te verdienen.
Schuldencrisis
Toch stelt de energiecrisis de kapitalisten voor echte problemen. Het grootste gevaar is misschien wel dat deze een schuldencrisis kan veroorzaken. De Finse minister van Financiën heeft opgemerkt dat in de huidige situatie “de ingrediënten aanwezig zijn voor een soort Lehman Brothers van de energie-industrie.” Hoe kan het dat energiebedrijven ondanks enorme winsten met wanbetalingen worden geconfronteerd? Het antwoord ligt in de waanzin van de aandelenmarkten en de financiële speculatie.
Terwijl klanten binnenkort massaal hogere rekeningen gaan betalen, moeten grote energiebedrijven ondertussen borgstellingen (‘margin calls’) op de derivatenmarkt ophoesten. Om het risico te beheren, sluiten grote energiebedrijven financiële instrumenten af die in wezen weddenschappen zijn tegen stijgende prijzen.
Als de prijzen dan dalen, heeft het bedrijf zich verzekerd (of “afgedekt”) tegen wat het anders aan winst zou verliezen. Op dit moment maken de razendsnelle prijsstijgingen deze weddenschap veel duurder. Banken eisen in totaal naar schatting 1,5 biljoen dollar aan deposito’s op, waardoor zelfs de meest winstgevende bedrijven failliet dreigen te gaan. De gevolgen kunnen verwoestend zijn.
Vooral als we rekening houden met de wanbetalingen van consumenten en bedrijven wegens onbetaalbare rekeningen. In april hadden huishoudens in Groot-Brittannië al 2,1 miljard pond aan energieschulden opgelopen, een cijfer dat zeker zal stijgen met grotere rekeningen in de herfst en winter.
Kleine en middelgrote bedrijven die hun deuren sluiten (70% van de Britse pubs zegt dat ze de winter niet zullen overleven vanwege de energierekeningen) betekent dat een aanzienlijk deel van de verwachte inkomstenstromen van de energiebedrijven zullen verdampen. De Zweedse minister van Financiën wees op “het risico van besmetting van andere delen van het financiële systeem.”
Truss, Von Der Leyen en het einde van het neoliberalisme
Er is druk uitgeoefend op regeringen om in te grijpen. Ondanks de Thatcheriaanse nostalgie van Liz Truss (in juli verklaarde zij dat Groot-Brittannië “groot is geworden door de omarming van vrije handel, vrij ondernemerschap en vrije markten”) is haar reactie op de huidige energiecrisis een stilzwijgende erkenning van het falende marktmechanisme.
De nieuwe premier betreedt het toneel van de geschiedenis echter aan het einde van het neoliberale tijdperk, niet aan het begin ervan. Geconfronteerd met de huidige crisis heeft zij haar vrijemarktfundamentalisme losgelaten en een steunpakket van 150 miljard pond aangekondigd, dat alle maatregelen in de loop van de pandemie in de schaduw stelt.
Evenzo heeft Ursula Von Der Leyen plannen ontvouwd om 140 miljard euro te halen uit overwinsttaksen op goedkope elektriciteitsproducenten en fossiele-brandstofbedrijven waarvan de winsten de pan uit gerezen zijn. Dat klinkt als veel, maar is gering in vergelijking met de recordwinsten: Shell bijvoorbeeld heeft alleen al in het tweede kwartaal van dit jaar 11,5 miljard euro verdiend!
Tegelijkertijd lijden tientallen miljoenen mensen in Europa onder energiearmoede, waaronder veel oudere mensen en alleenstaande moeders. Een andere vraag is of de 140 miljard euro ooit echt zal worden betaald of in plaats daarvan door ‘creatief boekhouden’ sterk zal worden verminderd. Dit kan alleen worden voorkomen als de boeken van de bedrijven worden geopend en gecontroleerd door vertegenwoordigers van werknemers en de arbeidersbeweging, om er zeker van te zijn dat er geen geld wordt verborgen.
“In deze tijden moeten de winsten worden gedeeld en doorgesluisd naar degenen die ze het meest nodig hebben,” verklaarde Von Der Leyen in een toespraak voor het Europees Parlement.
Zoals we al eerder hebben uitgelegd, hebben de heersende klassen in de hele wereld het neoliberale wetboek niet uit altruïstische overwegingen verscheurd. De crisis is zo ernstig dat deze maatregelen nodig zijn om een economische en sociale ramp af te wenden. De mogelijkheid dat de ellende van de arbeidersklasse uitmondt in een massale opstand is een belangrijke overweging in de strategische berekeningen van de burgerij. Staatsinterventie in de economie gebeurt dus niet in het belang van de arbeiders, maar om een zeer instabiel kapitalistisch systeem overeind te houden.
Bonanza’s voor energiebedrijven
Als we de steunpakketten nader bekijken, wordt duidelijk welke klassenbelangen ze dienen. In tegenstelling tot haar Europese collega’s heeft de onvermurwbare Truss overwinstbelastingen uitgesloten om de steunpakketten te financieren. In haar plan zullen de rijkste gezinnen twee keer zoveel steun ontvangen. In Finland zal de regering 10 miljard euro overhandigen aan noodlijdende energiebedrijven, in Zweden 23,4 miljard euro en in Duitsland maar liefst 67 miljard euro.
Zelfs als rekening wordt gehouden met de beperkte taksen die in Europa zijn ingevoerd, zijn deze reddingsoperaties een totale bonanza voor de energiebedrijven. Zoals gewoonlijk hebben de kapitalisten een goede crisis niet verloren laten gaan. Zet dit eens af tegen het feit dat in juni het aantal huishoudens in de EU28 dat met energiearmoede wordt geconfronteerd met meer dan 50% is gestegen, of dat driekwart van de huishoudens in het Verenigd Koninkrijk tegen januari 2023 in brandstofarmoede dreigt terecht te komen.
Huidige crisis: erfenis van het kapitalistische energiebeleid
Dit is des te moeilijker te verkroppen omdat dezelfde bedrijven die worden gered een belangrijke rol hebben gespeeld in deze puinhoop. De wortels van de huidige crisis gaan namelijk veel dieper dan de oorlog in Oekraïne en liggen in de meedogenloze en chaotische winstdrang van het kapitalisme.
Het neoliberale beleid dat de markt heeft geliberaliseerd en staatsbedrijven heeft geprivatiseerd, heeft de energiebedrijven decennialang obscene winsten opgeleverd. Met name het beleid van ‘marginale prijzen’, waarbij alle energieprijzen worden bepaald door de duurste soort brandstof, heeft de private energiesector enorme winsten gegarandeerd. Hoewel gas de afgelopen jaren minder dan de helft van de elektriciteit in het Verenigd Koninkrijk leverde, bepaalde het 84% van de tijd de kosten: in werkelijkheid een vorm van kartelvorming.
In hun streven naar winst hebben al deze private bedrijven er groot belang bij het energieverbruik nog verder op te drijven. Ze zijn in directe tegenspraak met elk idee om het gebruik van energie te verminderen of de manier waarop het wordt geproduceerd te veranderen.
Welke motivatie is er in zo’n scenario voor energiebedrijven om die winsten te herinvesteren in de ontwikkeling van hernieuwbare energie? Waarom het risico nemen als het veel veiliger is hun winsten in financiële speculatie te steken? Waarom alles veranderen als de aandeelhouders met het terugkopen van aandelen hun zakken blijven vullen?
Strijd om alternatieve energie
De oorlog, met de daaruit voortvloeiende versnelling van deglobalisering, heeft echter de inherente kwetsbaarheid van deze regeling blootgelegd. Terwijl de heersende klassen in Europa de afhankelijkheid van hun economie van Russisch gas proberen te doorbreken, begint een stormloop op alternatieve energiebronnen die ons verder naar een catastrofe dreigen te drijven.
Liz Truss staat te popelen om de binnenlandse olie- en gasproductie op te voeren en het milieuvernietigende proces van fracking opnieuw op gang te brengen; Europese politici zoeken naar deals met de olierijke dictaturen Qatar, Saoedi-Arabië en de VAE; en nauwelijks tien jaar na de ramp in Fukushima heeft Japan plannen aangekondigd om zijn nucleaire energiecapaciteit verder te ontwikkelen.
Dit is een enorme markt voor overgeaccumuleerd kapitaal dat wanhopig op zoek is naar nieuwe terreinen om in te investeren. De bestaande kerncentrales moeten worden vernieuwd en er moeten nieuwe worden gebouwd, projecten waarvan de potentiële risico’s over het hoofd worden gezien om potentieel enorme winsten veilig te stellen. Dit is wat ten grondslag ligt aan de agressieve lobby van de nucleaire industrie die aandringt op een EU-besluit om kernenergie als ‘klimaatvriendelijk’ te bestempelen.
Aan de andere kant zien sommigen een lichtpuntje in de crisis, in de hoop dat de overgang naar hernieuwbare energiebronnen erdoor wordt versneld. In de context van toenemende inter-imperialistische conflicten en economische ontkoppeling wees een artikel in de Financial Times op enkele van de geopolitieke voordelen van schone energie.
Het bovenstaande maakt duidelijk dat grote bedrijven en kapitalistische regeringen weliswaar zullen investeren in groene energie, maar dat we ons geen illusies mogen maken dat ze dat zullen doen in het belang van de mensheid en de planeet. Ja, er kunnen stappen worden ondernomen om de CO2-uitstoot te verminderen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen enigszins te beperken, maar de omvang van de maatregelen die nodig zijn om een klimaatcatastrofe af te wenden is niet mogelijk op basis van het huidige systeem, zeker niet in een tijdperk van verscherping van imperialistische rivaliteiten, nationalisme en oorlog.
Socialistisch programma
In Panama, Ecuador, Peru en natuurlijk Sri Lanka, waar een revolutionaire beweging het verrotte regime ten val bracht, zijn al massale opstanden uitgebroken tegen chronische tekorten en duizelingwekkende prijsstijgingen. In heel Europa heeft de massale woede over de kosten van levensonderhoud zich al geuit in protesten, syndicale acties en het starten van nieuwe campagnes. De weg is vrij voor een winter van ontevredenheid.
Naast de belangrijke eisen van bevriezing van de prijzen, verlaging van de rekeningen, afschaffing van de BTW en kwijtschelding van de energieschuld, moeten de arbeidersklasse en de armen zich wapenen met een programma dat het kapitalisme als bron van de crisis aanpakt. Dat betekent dat de energiesector uit handen wordt genomen van de vervuilende profiteurs en in democratisch publiek bezit wordt genomen, naast de andere economische sleutelsectoren, waaronder de banken en financiële instellingen.
Dit verschilt enorm van de recente nationalisatie door Duitsland van de falende gasimporterende reus Uniper, een wanhopige ingreep in het belang van het Duitse kapitalisme, niet van de gewone mensen. Ook de Franse energiegigant EDF laat zien dat het niet genoeg is dat bedrijven in handen van de staat zijn als het gaat om een burgerlijke staat die gericht is op de behoeften van de kapitalistische klasse.
Als de arbeidersklasse en de onderdrukten daarentegen de rijkdommen en grondstoffen van de samenleving in handen hebben, zou een radicaal plan kunnen worden ontwikkeld om af te stappen van fossiele brandstoffen, waarbij de werkenden in de energiesector waar nodig worden omgeschoold en goed betaalde jobs worden aangeboden. Goedkope, schone energie zou voor iedereen kunnen worden geleverd, afhankelijk van de behoefte, en verder onderzoek naar en investeringen in wind- en zonne-energie en andere vormen van groene energie zouden de weg kunnen banen voor een snelle overgang naar koolstofvrije emissies.
Cruciaal is dat deze strijd op internationaal niveau wordt gecoördineerd en gewapend is met een socialistisch programma. Begin september protesteerden 70.000 mensen in Praag tegen de stijgende prijzen en de sancties. De arbeidersbeweging mag de kwestie van koopkracht niet laten uitbuiten door de reactionaire krachten, maar moet een onafhankelijk en klassenprogramma ontwikkelen. Dit mag niet verzanden in een vals beleid van nationale eenheid, maar moet energiekwesties koppelen aan de klimaatcrisis en uitleg geven over de noodzaak van een democratisch geleide en georganiseerde energiesector, als essentieel onderdeel van een socialistische planeconomie.