‘Wordt 2023 al het verkiezingsjaar?’, vraagt professor Herman Matthijs zich af.

Als men de kerstinterviews leest met de twee belangrijkste partijvoorzitters, PS-leider Paul Magnette in Het Laatste Nieuws en MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez in Knack, dan moet een buitenlandse waarnemer van de Belgische politiek onmiddellijk tot het gedacht  komen dat dit gaat om praat van  oppositieleiders. Toch zijn het de partijvoorzitters van de twee grootste regeringspartijen, op een totaal van zeven in de federale Vivaldi-club, die zowat heel het beleid afbranden. Normaliter komt men dan tot de conclusie dat er federale verkiezingen voor de deur staan. Dus stelt zich de vraag: wordt 2023 een verkiezingsjaar?

Het aantal probleemdossiers is op zijn minst even groot als het aantal spelers in een voetbalploeg. Een nieuwjaarswandeling door deze lijst: wat met de energievoorziening, de torenhoge energieprijzen, de inflatie en de indexeringen, het begrotingstekort, de schuld van de staat, de fiscale druk, de fiscale hervorming, het overheidsbeslag, de pensioenen, de oorlog in Oekraïne, de wapenleveringen aan de Britse zeemacht, de immigratietoevloed, de Congocommissie, het politiedossier, enzovoort. De kans dat uit deze lijst nog items zullen worden opgelost, is eerder klein op een moment dat de verkiezingscampagne al zeer vroeg gestart is.  

De partijen

Hoe staan de zeven Vlaamse partijen er voor met het oog op mogelijke vervroegde federale verkiezingen? Het Vlaams Belang zit op rozen in de peilingen en kan profiteren van de Vivaldi-beslissingen en/of -ruzies alsook van het blijvend immigratieprobleem. Op basis van de lopende peilingen wordt deze partij de nationale nummer één.  

De N-VA bestuurt, als grootste partij, enkel Vlaams. De slagkracht van haar federale fractie is gerelateerd met de prestaties van de Vlaamse regering. Ongetwijfeld hadden vele Vlamingen meer verwacht van de Vlaamse regering. Ten aanzien van haar electorale achterban mag deze partij ook niet teveel lonken naar Vooruit. Kan de N-VA de achterstand in de peilingen ten aanzien van het Vlaams Belang goedmaken?

De PVDA-PTB staat op winst, zeker bij verlies van Groen. De vraag is of Vooruit in de electorale visvijver van de communisten gaat zitten? Het is zeker niet uitgesloten dat de PVDA met de PTB samen aan 20 Kamerzetels gaat geraken. De CD&V zit niet goed in deze regering en kan geen verwezenlijkingen voorleggen. De ene voorzitter moet gaan bij 9 procent in een peiling en de andere mag met dit cijfer blijven zitten. Gaat deze partij zich nog terugplooien op enkel de Vlaamse regering? Want als men in Vivaldi ook nog gaat beginnen over de levensbeschouwelijke dossiers (abortus, euthanasie), dan dreigt de kiesdrempel voor de ooit zo machtige CVP.

Vooruit heeft de wind in de zeilen, maar hier stelt zich de vraag of de voorzitter de resultaten van de peilingen nog 18 maanden kan vasthouden? Deze partij heeft zeker belang bij vervroegde verkiezingen. Maar met 9 zetels in de Kamer is ze niet bepalend voor het verder bestaan van de Vivaldi-regering. Groen zit net als Voortuit in de situatie dat men alleen federaal bestuurt en niet Vlaams. Maar het is oorlog, de energieprijzen zijn torenhoog en de kerncentrales moeten open blijven. De vraag is wat deze partij kan voorleggen aan de electorale achterban, zeker met de politieke concurrentie van de PVDA en de terug tot leven gekomen socialisten.

Open VLD rekent op een ‘Kanseliersbonus’ en het Belgisch EU-voorzitterschap begin 2024. Maar het verleden heeft al bewezen dat het kiezerspubliek daar niet wakker van ligt. Deze al quasi 25 jaar federaal besturende partij kan ten aanzien zijn achterban geen liberale prestaties voorleggen inzake het overheidsbeslag, het tekort, de schuld en de fiscale druk. Ook het wegsturen van staatssecretaris Eva De Bleeker gaat geen stemmen opleveren en de grootste vijand van de Open VLD blijkt MR-leider Bouchez te zijn. Leg dat maar uit aan de potentiële liberale kiezers.

Kortom, de Vlaamse oppositie wil wel snel verkiezingen, maar bij de meerderheid is dat enkel voor Vooruit interessant. De drie andere partijen staan er veel te slecht voor. De beslissing zal dus vallen langs Franstalige zijde: wat gaan de PS en de MR doen met deze Vivaldi-ploeg? 

Conclusie

Als men alle verkiezingen (federaal, Vlaams en Europees) op één dag gaat houden in mei 2024, dan is dit vanaf heden nog quasi nog 1,5  jaar te gaan. Rekening houdend met het feit dat de huidige relaties tussen de zeven Vivaldisten niet geweldig te noemen zijn en er amper nog aan beleid wordt gedaan, leidt dit enkel tot de conclusie dat het een politieke pré-electorale martelgang gaat worden richting mei 2024.

Een bijkomend risico met alle verkiezingen op één dag te organiseren is dat een partij drie maal op één dag kan verliezen. Bovendien volgt dan in oktober de lokale verkiezingsslag. Ook gaan dan de thema’s van de drie verkiezingen door elkaar gebruikt worden in de campagne. Het voordeel is dan weer dat een dergelijke campagne goedkoper is dan de verkiezingen te splitsen over twee datums.

Het voordeel van vervroegde federale verkiezingen is dat men zich beter kan focussen op de federale thema’s in deze campagne. Bij vervroegde federale verkiezingen, die dan moeten plaatsvinden voor de zomervakantie omdat ze anders zinloos zijn, gaat er een zeer lange regeringsformatie volgen tot het moment dat men er eind 2024 lokaal uit is betreffende de coalities. Dan volgt de vorming van de regionale regeringen en uiteindelijk ergens in 2025 de start van de federale regeringsvorming.

Met andere woorden: het beginsel van de lopende zaken en de voorlopige twaalfden gaan lange tijd regeren in dit land. Maar het voordeel van de budgettaire techniek van de voorlopige twaalfden is dat men automatisch een rem zet op de verdere ontsporing van de begroting. Zonder twijfel gaan de volgende verkiezingen over de kopkracht en het geld van de mensen. Een wijze raad aan de politici: onderschat de kennis van de mensen niet als het over hun geld gaat.      

Knack