De massabewegingen en crisissen van de voorbije jaren tonen dat het maatschappelijk model in elk
deelaspect in diepe crisis is. Over alles is er woede en protest. Van seksisme, racisme en LGBTQI+-fobie,
over ecologische rampen en de gezondheidscrisis, tot de gevolgen van de asociale politiek en het
besparingsbeleid. Overal ter wereld is er opstand tegen de gevolgen van vier decennia neoliberale
besparingen en verdeel- en heerspolitiek. Werkenden zien hoe hun lonen zo goed als bevroren worden,
jongeren staan oog in oog met een maatschappij die hen geen rooskleurige toekomst biedt.
Neoliberalisme gediscrediteerd
Het neoliberalisme was erop gericht om de markt over alles te laten beslissen. Er werd gezegd dat de
overheid weg moest blijven van de economie, dat die vanzelf groen en duurzaam zou worden op basis
van het winstmodel, dat discriminatie overwonnen was en dat er nog fors gesnoeid kon worden in
uitgaven zoals gezondheidszorg. Het gevolg van dit beleid was dat de rijken nog rijker werden terwijl de
meerderheid van de bevolking en de planeet daarvoor opdraaien.
Het recente PFOS-schandaal doorprikt nog maar eens de illusie dat de verantwoordelijkheid voor
vervuiling bij de individuen ligt. Jongeren horen dat ze met persoonlijke levenskeuzes kunnen bijdragen
aan duurzaamheid. Nu worden we brutaal met de neus op de feiten gedrukt: zolang bedrijven gerund
worden om winst te maken, gaan we achteruit in plaats van vooruit.
Wat is er nodig?
150 jaar geleden zei Karl Marx: “Er moet iets rot zijn in het diepste van een sociaal systeem, dat zijn
rijkdom vergroot zonder zijn ellende te verminderen.” Sindsdien heeft de werkende klasse een
onafgebroken strijd gevoerd om de door haar geproduceerde rijkdom op te eisen. Het is dankzij strijd
van de werkende klasse dat een deel van de ellende waar de kapitalisten ons mee opzadelden, is
verdwenen of afgebouwd. Het is uit zulke bewegingen dat betaalbaar onderwijs, betaalde vakantie,
afschaffing van kinderarbeid, vrouwenstemrecht en sociale zekerheid voortkomen.
Het rotte sociale systeem – het kapitalisme – waarover Marx sprak, is echter nooit uitgeroeid. Daardoor
werden alle sociale overwinningen nadien stelselmatig uitgehold. Dat is wat we vandaag meemaken. De
ongelijkheid was inderdaad nog nooit zo groot als vandaag. De 26 rijkste mensen op aarde bezitten
evenveel als de armste helft van de wereldbevolking samen.
Stel je voor wat er met die rijkdom kan gebeuren als we die investeren in onderzoek naar hernieuwbare
energiebronnen en energie infrastructuur, degelijke jobs, arbeidsduurvermindering, onderwijs en zorg,
etc. Dat is wat vandaag nodig is om de crisis op alle fronten aan te pakken. Als we vertrekken van wat
we nodig hebben, komen we automatisch bij de conclusie dat dit niet kan op basis van het private bezit
van de rijkdom. Als we onze toekomst in handen willen nemen, hebben we controle over de reusachtige
beschikbare rijkdom nodig. Dat betekent het kapitalisme in vraag stellen.
Wat is er mogelijk?
De afkeer tegen de enorme ongelijkheid leidt tot een groei van nieuwe linkse ideeën en formaties. De
steun voor Bernie Sanders in de VS was er een uitdrukking van. Bij ons is er de vooruitgang van de PVDA
in de verkiezingen en de peilingen. Dat is positief: de aanwezigheid van deze partij zet de eisen van
werkenden en jongeren kracht bij door ze een platform te geven in het parlement. Dit doorbreekt het
jarenlange monopolie van neoliberaal eenheidsdenken.
Het belang van programma en bijhorende strategie wordt op dit ogenblik slechts door een kleine
minderheid gezien. Dit zal echter aan belang winnen. Linkse formaties die groot worden, staan snel voor
een test. Maken ze als machtspartij een breuk met het gevoerde beleid of proberen ze er slechts de
scherpste kantjes van af te veilen? Welke krachtsverhouding hebben ze opgebouwd om een ander
beleid ook effectief af te dwingen? Dat zijn kwesties waarrond zowel Syriza als Podemos ontgoochelde.
Een deel van het probleem is dat deze partijen niet de werkende klasse maar zichzelf zien als motor van
verandering.
Wij delen de roep naar hervormingen. Een campagne voor een miljonairstaks om de rijkdom te
herverdelen, kan bijvoorbeeld een enorme impact hebben nu neoliberale dogma’s betwist worden. Een
miljonairstaks is niet gewoon een kwestie van een politieke keuze, het zal een strijdbeweging en
krachtsverhouding vereisen om het af te dwingen. Wij doen er alles aan om die beweging te versterken,
maar delen niet de illusie dat daarmee de kous af is. Elke verworvenheid staat nadien terug onder druk.
De kapitalisten proberen steeds terug te pakken wat ze ons moesten geven onder druk van strijd. Het
volledige systeem moet weg om plaats te maken voor een socialistisch alternatief. Dat perspectief
versterkt onze strijd vandaag en is noodzakelijk om ontgoochelingen te voorkomen. Op deze punten
verschillen wij van de PVDA, die haar positie onvoldoende gebruikt om massabewegingen uit te
bouwen, activisme eerder ziet als electorale marketing en enkel op 1 mei spreekt over socialisme.
Het kapitalisme heeft in het verleden enkel toegevingen gedaan als het bedreigd werd met revolutie en
massale klassenstrijd voor een andere samenleving. Vandaag staat het vertrouwen in het systeem op
een dieptepunt. Dit leidt niet automatisch tot massabewegingen voor socialistische verandering. Wel
zijn er steeds grotere groepen bereid om in actie te komen tegen de gevolgen van dit systeem. Daar
aanwezig zijn en een revolutionaire socialistische benadering en programma verdedigen en versterken,
is wat LSP in België en International Socialist Alternative op wereldschaal doen. Strijd is nodig om
overwinningen te boeken en het biedt een basis om de noodzaak van een socialistisch alternatief te
populariseren. Zo’n alternatief bestaat uit een samenleving waarin de rijkdommen niet langer in handen
zijn van een kleine minderheid van superrijken, maar onder democratische controle en beheer van de
werkende klasse. Bron: LSP
Online brochure: ‘Wat is socialisme volgens LSP?’ op