Na 31 januari wacht een storm aan faillissementen. Die kunnen volgens handelsinformatiekantoor Graydon oplopen tot 50.000, verspreid over drie jaar.
De federale regering besliste al snel na de uitbraak van het coronavirus en de bijhorende crisis in maart vorig jaar om een moratorium op faillissementen in te stellen. Dat gaf ondernemingen respijt en financiële ademruimte. Bedrijven die van de weeromstuit in moeilijkheden kwamen, werden door de maatregel al zeker voorlopig van de ondergang gered. Zo konden ze vaste of variabele activa behouden.
Door de instelling van het moratorium waren bedrijven maandenlang wettelijk beschermd tegen een faillissement op verzoek van schuldeisers
Uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijke maatregelen. Door de instelling van het moratorium waren kleine en (middel)grote bedrijven maandenlang wettelijk beschermd tegen een faillissement op verzoek van schuldeisers. Ze kregen automatisch uitstel van betaling en hoefden geen procedures van de fiscus of de sociale zekerheid te vrezen.
Het moratorium was in de eerste plaats een tegemoetkoming naar ondernemers met schulden. Ook zelfstandigen, kmo’s en vrije beroepen bleven op die manier gevrijwaard van inbeslagnames van goederen. De opschorting trad in werking samen met de eerste lockdown vanaf 18 maart, toen niet-essentiële bedrijven en winkels tot verplichte sluiting gedwongen werden. Op 17 juni kwam daar een einde aan.
In het najaar volgde een tweede moratorium tijdens de nieuwe lockdown, waarin weer een deel van de handelszaken verplicht op slot ging. In de tussenperiode werden toch nog meer dan 7.000 faillissementen uitgesproken.
“In normale omstandigheden telt België op jaarbasis 10.000 falingen”, zegt Paul Dhaeyer, voorzitter van de Franstalige ondernemingsrechtbank in Brussel. “We hebben 2020 afgesloten met ruim 30% minder faillissementen. Dat danken we aan het feitelijke moratorium, waardoor de Belgische staat en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) geen dagvaardingen konden of mochten betekenen.”
Daling is vertekend beeld
Het Belgische statistiekbureau Statbel publiceerde vorige week donderdag (21/01) de definitieve faillissementscijfers van 2020. Welgeteld 7.203 bedrijven gingen over de kop. Dat is bijna een derde (32%) minder dan in 2019.
De daling was het grootst in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bijna 50%), gevolgd door Vlaanderen en Wallonië (beide ruim 25%). De zwaarst getroffen sectoren waren de bouw (1.404 uitspraken) en de horeca (1.396), al lieten beide ook een daling noteren tegenover 2019 (respectievelijk met 32 en 33%).
Eric Van den Broele (Graydon): ‘We verwachten de volgende weken en maanden een storm aan faillissementen’
De kunstmatig laag gehouden statistieken zijn behoudens het moratorium ook toe te schrijven aan het feit dat heel wat ondernemingsrechtbanken lange tijd stillagen door de coronacrisis, vooral van medio maart tot bijna eind mei. Door de falingen gingen vorig jaar 17.882 jobs verloren.
Graydon maakte op 4 januari eigen cijfers bekend en sprak van 7.935 falingen, 33% minder dan in 2019 en zelfs het laagste aantal in zeker tien jaar. Het banenverlies daalde volgens deze berekening tot 19.035, nog altijd onder het niveau van 2019 maar verhoudingsgewijs minder dan het aantal falingen.
Dat was het gevolg van enkele grote faillissementen: bagageafhandelaar Swissport Belgium op Brussels Airport (1.022 getroffen werknemers) en de winkelketens Brantano (698 banen), Mega World (het voormalige Blokker, 462 jobs) en Wibra (406).
Volgens het handelsinformatiekantoor is dat allemaal geen reden tot optimisme. “De hausse aan faillissementen blijft nog steeds uit, maar de cijfers van 2020 zeggen niets over de reële economie. Veel bedrijven hebben het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Ze overleven met de steunmaatregelen van de overheid.”
Met behulp van rekenmodellen zoals de Graydon Impactscore blijkt dat zelfs die steun voor veel ondernemingen ontoereikend is. Een op de vijf bedrijven die voor de crisis gezond waren, vertoeft vandaag in redelijk zwaar onweer.
Inhaalbeweging op korte termijn
De wettelijke bescherming loopt ten einde op 31 januari. De verwachting is dat de stopzetting van de tijdelijke bevriezing op heel korte termijn zal resulteren in 3.000 nieuwe faillissementen, als een soort inhaalbeweging. Daarmee wordt de daling met 30% van vorig jaar allicht spoedig tenietgedaan.
Volgens recente berekeningen van Graydon zullen daar in een volgende beweging nog eens 50.000 falingen bijkomen. Weliswaar gespreid over drie jaar, maar toch.
“We verwachten de volgende weken en maanden een storm aan faillissementen. Een bijsturing in de wetgeving is noodzakelijk om die vloedgolf beheersbaar te maken”, stelt Eric Van den Broele, senior manager research & development van Graydon.
“We kunnen dit niet volhouden. Er zal 80 miljard euro nodig zijn voor steun aan bedrijven die door de coronacrisis in moeilijkheden verkeren, maar toch levensvatbaar zijn.”
Beperkte houdbaarheid
De beperkte houdbaarheid van het moratorium werd vastgelegd in de wet van 20 december 2020 “houdende diverse tijdelijke en structurele bepalingen inzake justitie in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus”. Die werd op 24 december gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Paul Dhaeyer (voorzitter Franstalige ondernemingsrechtbank Brussel): ‘Het stopzetten van faillissementsvorderingen was vooral een goede zaak voor bedrijven die nog gezond waren toen de crisis uitbrak’
In hoofdstuk 23 van het door de FOD Justitie afgekondigde besluit wordt uitdrukkelijk gesteld dat 31 januari 2021 de vervaldatum is: “Alle ondernemingen die voorwerp uitmaken van sluitingsmaatregelen, waarvan de continuïteit bedreigd is door de verspreiding van de epidemie of pandemie en die niet in staking van betaling waren op 18 maart 2020 genieten tot die datum van een tijdelijke opschorting.”
De voorwaarden voor ondernemingen om te kunnen genieten van die opschorting waren eerder bepaald in ministeriële besluiten. Zo moesten bedrijven op 18 maart 2020 bij verplichte sluiting nog in goede doen zijn. En mochten ze dus bijvoorbeeld niet in staking van betaling verkeren. Omzetverlies zonder sluiting gaf geen recht op bescherming.
Rechter Dhaeyer noemt het moratorium een goede maatregel, ondanks het tijdelijke karakter. “Het stopzetten van faillissementsvorderingen was vooral een goede zaak voor bedrijven die nog gezond waren toen de crisis uitbrak.”
Dat neemt niet weg dat de maatregel ook tot misbruik heeft geleid. Dat zegt Anthony Houthoofd, advocaat bij Avostas in Elsene en curator bij de ondernemingsrechtbank in Brussel. “Malafide bedrijven konden ervan profiteren om hun schulden niet te betalen. Het systeem heeft ongewild ondernemingen beschermd die normaal over de kop zouden gegaan zijn.”
Werkgevers aan alarmbel
De bescherming is de voorbije weken ondergesneeuwd geraakt door nieuwe nijpende problemen en urgente maatregelen die de voortdurende coronacrisis met zich meebrengt. Nochtans is de socio-economische inzet bijzonder groot. In aanloop naar 31 januari trokken de Unie van Zelfstandige Ondernemers (Unizo) en het Vlaams Netwerk van Ondernemingen (Voka) deze week finaal aan de alarmbel.
Hans Maertens (Voka): ‘Na tien maanden coronacrisis zijn de buffers van heel wat ondernemingen uitgeput: we kijken economisch tegen een derde coronagolf aan’
Bij Voka doet gedelegeerd bestuurder Hans Maertens een oproep om de bedrijven en de relance te redden. “Dit weekend loopt het moratorium op faillissementen af. Na tien maanden coronacrisis zijn de buffers van heel wat ondernemingen, ook gezonde en levensvatbare, uitgeput. We kijken economisch tegen een derde coronagolf aan, die niet alleen veel bedrijven maar ook de relance met zich dreigt mee te slepen”, zegt Maertens.
Voor Unizo is een verlenging van het moratorium een absolute prioriteit. “Het zou volstrekt onrechtvaardig zijn om bedrijven bloot te stellen aan een faillissement zolang het hen wettelijk verboden wordt om de noodzakelijke omzet te genereren waarmee ze zich uit het dal kunnen werken”, stelt gedelegeerd bestuurder Danny van Assche.
De stopzetting van het moratorium is woensdag (27/01) niet ter sprake gekomen in de Kamercommissie Economie in het federale parlement. “Het punt komt volgende woensdag op de agenda van de commissie”, stelt Kamerlid Marco Van Hees (PVDA).
Faling op bekentenis
In het post-moratoriumtijdperk doemen andere problemen op. Het valt te vrezen dat consultants bedrijfsleiders vanaf volgende week zullen aanzetten om zich failliet te laten verklaren op bekentenis. Daarbij gebeurt de aangifte door de onderneming zelf, in tegenstelling tot een dagvaarding door schuldeisers, het openbaar ministerie of de voorlopige bewindvoerder.
Bij aangifte door het bedrijf in moeilijkheden is de ondernemingsrechtbank niet verplicht om het faillissement uit te spreken. Na onderzoek van de aangifte oordeelt de rechtbank of de voorwaarden voor een faling vervuld zijn.
Bedrijven die voor de coronacrisis nog gezond waren, kunnen naar de nieuwe insolventiewet van 1 mei 2018 grijpen. Die werd doorgevoerd door de toenmalige minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en bepaalt de regelingen voor het financiële onvermogen van ondernemingen.
De insolventiewet laat een ongelukkig gefailleerde ondernemer toe om vrij snel te herbeginnen. In de huidige omstandigheden kan dat volgens Van den Broele van Graydon een pervers effect hebben. “Faillissementen op bekentenis kennen vooral een administratieve afhandeling. Ze zullen zonder bijsturing massaal uitgesproken worden. Daardoor riskeren we sneeuwbaleffecten te zien binnen de logistieke ketens. Dan krijg je een domino-effect waarbij andere bedrijven in de val meegesleurd worden.”
Rechtbanken onvoldoende gewapend
Een ander pijnpunt is dat de ondernemingsrechtbanken overspoeld dreigen te worden met dossiers en onvoldoende gewapend lijken om dat extra werk binnen redelijke termijnen aan te kunnen. Volgens Graydon beschikken ze over onvoldoende middelen en zullen ze de toevloed nauwelijks kunnen verwerken.
“Dossiers zullen langer aanslepen. Dat zal toenemende onzekerheid veroorzaken”, stelt het handelsinformatiekantoor. “De rechtbanken moeten de mogelijkheden hebben om van bij de aanvraag richting te geven aan een dossier en het eventueel van het faillissement weg te sturen. Anders houden we rekening met die 50.000 faillissementen als gevolg van de coronacrisis.”
Op de vraag of er de volgende weken en maanden extra personeel ingezet wordt, blijft de FOD Justitie het antwoord voorlopig schuldig.
De twee sectoren die het meest in het oog van de storm komen te liggen door de opheffing van het moratorium zijn de horeca en het toerisme. Werkgeversorganisaties verwachten dat het daar echt faillissementen zal regenen.
Toerisme Vlaanderen maakte gisteren (28/01) de voorlopige jaarcijfers voor 2020 bekend. Door de pandemie en de bijhorende maatregelen hebben de logies vorig jaar heel wat minder overnachtingen genoteerd: 6,13 miljoen tegenover 13,2 in 2019. In de eerste negen maanden van 2020 ontving Vlaanderen 56% minder bezoekers dan in dezelfde periode het jaar voordien.
Bron: Apache