Kan je mensen uit de armoede helpen door gewoon geld te geven? Wereldwijd nemen overheden en organisaties de proef op de som. “Mensen vinden het heel lastig als iemand onvoorwaardelijk geld krijgt. Tot het over henzelf gaat. Want zelf zouden ze het geld wel rationeel besteden.”

Geldproblemen

Hulpverlening opzetten kost een pak geld en veel sociale problemen zijn in essentie terug te voeren tot geldproblemen. Als in: mensen hebben er te weinig van. Is het dan niet eenvoudiger om gewoon geld te geven zodat mensen zelf kunnen beslissen hoe ze een uitweg zoeken?

‘Een basisinkomen weerhoudt mensen er niet van om een job zoeken.’

Hoe effectief is dit? Komt het geld goed terecht? En heeft het ook duurzame effecten? Wereldwijd wordt er mee geëxperimenteerd, gaande van kleine projecten die een specifieke doelgroep onder bepaalde voorwaarden geld geven tot grotere programma’s waar iedereen onvoorwaardelijk een soort van basisinkomen krijgt.

Zo schreef Sociaal.Net eerder over Bouwdepot, een project van de Nederlandse Stichting Zwerfjongeren. Thuisloze jongeren ontvangen er een jaar lang elke maand 1.050 euro. Tegelijk worden ze begeleid om te werken aan hun toekomst. De impact bleek positief en de jongeren slagen erin om veel van hun persoonlijke doelen te halen.

Finland experimenteerde enkele jaren geleden met een vorm van basisinkomen. Tweeduizend werklozen kregen gedurende twee jaar maandelijks 560 euro. De resultaten gaven een gemengd beeld, afhankelijk van hoe je het bekijkt. De ontvangers van het basisinkomen vonden niet sneller werk dan de controlegroep. Maar het experiment ontkrachtte tegelijk ook het hangmat-idee: het basisinkomen weerhoudt mensen er niet van om een job zoeken.

Applaus in Oeganda

Januari 2017. De inwoners van Busibi, een klein dorp in West-Oeganda, luisteren met verstomming naar de Belgen Steven Janssens en Maarten Goethals van het burgerinitiatief Eight.

De dorpsbewoners hadden toegezegd om mee te doen aan een onderzoek. Maar nu ze meer uitleg krijgen, blijkt dat ze als experiment twee jaar lang maandelijks geld ontvangen. Elke volwassene krijgt 16 euro per maand, het equivalent van 400 euro hier. En per kind ontvangt de moeder maandelijks nog eens 8 euro. Janssens legde het hele traject vast in de documentaire Crazy Money.

“Moeten we het geld samenleggen om zelf een project te starten?”, vraagt een bewoner. “Hoeveel rente moeten we na twee jaar betalen?”, wil iemand anders weten. “Het antwoord is dat het geld van jou is. Je hoeft er ons niets van terug te geven”, benadrukken de Belgen. Er breekt applaus uit.

Vertrouwen in mensen

“We wilden van bij het begin consequent de boodschap brengen: ‘We doen dit omdat we geloven dat jullie er goede dingen mee gaan doen. Laat jullie vooral niet vertellen wat jullie met het geld moeten doen, door niemand, ook niet door ons’”, zegt Goethals in een gesprek met Sociaal.Net.

‘Een jongen van achttien startte een kippenboerderij. Tegen het einde van het project stelde hij meerdere dorpsgenoten tewerk.’

“Een jonge gast van achttien had die boodschap goed begrepen”, vertelt Goethals. “Hij wilde een kippenboerderij starten en eieren verkopen. In het begin vroeg hij advies aan een oude leerkracht van hem. Tegen het einde van het project stelde hij meerdere dorpsgenoten tewerk.”

16 euro per maand is in Oeganda niet voldoende om van te leven, maar biedt een soort basisinkomen. Om tot die som te komen, ging Goethals de mosterd halen bij onderzoek van Guy Standing. Standing is professor aan de universiteit van Londen en expert op vlak van het basisinkomen. Goethals: “We gingen voor de regio na wat het gemiddelde van de 30 procent laagste inkomens is. Daar namen we vervolgens 30 procent van.”

Met een budget van een kleine 50.000 euro kon Eight twee jaar maandelijks geld overmaken voor een honderdvijftigtal mensen, kinderen en volwassenen samen. De Universiteit Antwerpen deed onderzoek naar het project en vergeleek Busibi met een controledorp dat geen geld kreeg.

Wordt dat geld wel goed besteed?

Een vraag die vaak klinkt is: “Wordt dat geld wel goed besteed?” Goethals is stellig: “Het effect op bijvoorbeeld drank- en drugsgebruik is nul. Maar dat wisten we al uit ander onderzoek. Mensen gaan ook niet minder werken. Ze krijgen ook niet meer kinderen om extra kindergeld op te strijken. Integendeel, het aantal geboortes daalde licht.”

‘Het effect op drank- en drugsgebruik is nul.’

Na het nieuws over de cashhulp hebben de mensen van Busibi wel een feestje gebouwd. “Hoe zou je zelf zijn? Ja, de mensen hebben uiteraard gefeest. Maar ze hebben de dag erop wel hele goede beslissingen genomen met het geld. Die twee kunnen perfect samengaan,” zegt Goethals.

Maarten Goethals: “Voor 2017 waren er twee bedrijven in het dorp. Tegen het einde van het project telde het dorp er twintig.”

Investeren in de lange termijn

In de documentaire zie je hoe verschillende mensen hun woning opknappen of een nieuw huis bouwen. Anderen verdienen wat extra geld door te helpen bij die bouwwerken. Mensen investeren in kippen, koeien en geiten, of leggen een zonnepaneel op hun dak.

“We gebruiken het geld om te ontwikkelen”, vat Edredah Kabadoma (65) het samen. “Als je ontwikkelt, kom je vooruit. Welke kant moet je anders op?” Ze bouwde met het geld een toilet en investeerde in twee kippen, een geit en het schoolgeld van een neefje dat bij haar inwoont.

‘Er ontstond meer collectieve actie in het dorp. Mensen richtten spaargroepen op. Dat geld werd gebruikt om elkaar te helpen.’

Haalde het cashgeld  mensen ook definitief uit de armoede? “Eén op één kan je dat niet hard maken. Eigenlijk zou je de impact moeten vergelijken met andere programma’s van ngo’s of de overheid met gelijkaardige budgetten”, zegt Goethals.

Dat het geld niet zaligmakend is, toont de documentaire ook eerlijk. Zo kon het niet voorkomen dat Kabadoma tegen het einde van het project dakloos werd. De grond waar ze op woonde, werd plots verkocht. Haar neefje moest bij andere familie gaan wonen.

Mensen helpen elkaar

Als je de impact van het project op heel Busibi bekijkt, zijn er wel duurzame positieve effecten, volgens Goethals. “We zagen effecten op ondernemerschap, gezondheid, onderwijs en collectieve actie. Dat zijn triggers om mensen uit armoede halen. Die effecten zagen we niet in het controledorp.”

Voor 2017 waren er twee bedrijven in het dorp. Tegen het einde van het project telde het dorp er twintig. Ook de gezondheid in het dorp ging erop vooruit. Goethals: “De fysieke gezondheid van de mensen verbeterde. Ze gaan sneller naar de dokter en ze eten gezonder. Ook het psychisch welzijn ging vooruit: mensen rapporteren dat ze zich gelukkiger voelen.”

‘Het psychisch welzijn ging vooruit: mensen voelen zich gelukkiger.’

Door de cashhulp vormde het schoolgeld van de kinderen niet langer een probleem. Waar aan het begin van het project minder dan de helft van de kinderen naar school ging, was dat na twee jaar bijna 100 procent.

Het strafste vindt Goethals dat er meer collectieve actie ontstond in het dorp. Mensen richtten spaargroepen op. Dat geld werd gebruikt om elkaar te helpen. “We zagen meer samenwerking. Mensen verenigden zich om op te komen voor hun rechten bij de gemeente.”

Maarten Goethals: “We zagen een stevige drop op vlak van partnergeweld: de incidentie zakte met ruim een kwart.”

Duurzaam

Hoe duurzaam is de impact van twee jaar cashtransfers? “Uit onderzoek weten we dat je tot tien jaar na het einde van de hulp positieve effecten ziet”, zegt Goethals. “De mensen hebben investeringen gedaan. Ze zijn beter bestand tegen negatieve schokken dan de controledorpen.”

Nadien begint het inkomensniveau van de inwoners in de controledorpen gelijk te lopen. “Sommigen zeggen daarop: je had dus evengoed niets kunnen doen. Ik zeg liever: je hebt een dorp tien jaar sneller uit de armoede geholpen. In die periode heb je mensen ook echt geholpen. De scholingsgraad is gestegen, wat langetermijneffecten heeft. Zij die zeggen dat je evengoed niets had kunnen doen, negeren dat.”

‘In Wales is er een experiment met jeugdhulpverlaters, in Finland met werklozen en Ierland met artiesten.’

Zou je met begeleiding nog betere resultaten zien? “Dat hangt af van je rol en wat je wil bereiken. We vonden het met Eight al relevant om te kijken wat je bereikt door gewoon geld te geven. We zagen bijvoorbeeld een stevige drop op vlak van partnergeweld: de incidentie zakte met ruim een kwart. Uit ander onderzoek blijkt dat als je cashhulp combineert met een programma tegen partnergeweld er een daling van wel 60 procent mogelijk is.”

Eight vond dit eerste project in Busibi een succes. Intussen trok het burgerinitiatief naar vijf andere dorpen in Oeganda. Vorig jaar ging een pilootproject in een Congolees dorp van start.

Lessen voor België

Welke lessen kunnen we hier in België trekken uit al deze experimenten? We vragen het aan Jurgen De Wispelaere, onderzoeker aan de Stockholm School of Economics in Riga en co-auteur van het boek ‘Basic income experiments: Theory, practice and politics’, dat volgend jaar verschijnt.

“Er zijn wereldwijd al enorm veel experimenten gebeurd met cashhulp, al dan niet met bepaalde ondersteuning erbovenop”, zegt De Wispelaere. “De laatste jaren is er een groeiende beweging rond het basisinkomen. Dat kan je zien als een hele specifieke vorm van cashhulp: het is individueel, onvoorwaardelijk en universeel.”

‘Mensen stoppen niet met werken.’

De Wispelaere ziet enorm veel verschillen tussen deze experimenten. Dat maakt het moeilijk om resultaten te veralgemenen. “Bijna alle experimenten zijn niet universeel. Ze focussen om politieke of praktische redenen slechts op één bepaalde doelgroep. Zo is er in Wales een experiment met jeugdhulpverlaters, in Finland met werklozen en Ierland met artiesten. Daaruit kan je alleen conclusies trekken over wat cashgeld doet voor die specifieke doelgroep in dat land.”

“De laatste jaren is er een groeiende beweging rond het basisinkomen. Dat kan je zien als een hele specifieke vorm van cashhulp: het is individueel, onvoorwaardelijk en universeel.”

“Als je in België een vorm van cashhulp introduceert, zal het interageren met alle bestaande systemen. Wil je exact voorspellen wat het effect is, zal je het moeten testen en vergelijken met een groep die niets krijgt. Een andere belangrijke vraag zal zijn: vervangt cash andere diensten of komt het erbovenop? Vaak zie je dat een deel van het budget bij bestaande diensten wordt weggehaald.”

Dus er is meer onderzoek nodig voor je cash hulp in ons land kan introduceren? Niet noodzakelijk, vindt De Wispelaere. “Er wordt heel vaak beleid gevoerd zonder dat er een wetenschappelijke basis voor is. Bovendien is er al zodanig veel onderzoek geweest rond cashhulp, dat we ook heel veel dingen met vrij veel zekerheid kunnen zeggen.”

Vrees voor misbruik is onterecht

Wat weten we dan wel? “Veel mensen denken dat als je cashhulp introduceert, mensen hun job zullen opgeven. Maar al het bewijsmateriaal toont dat mensen niet stoppen met werken”, zegt De Wispelaere. “Een ander veelgehoord argument is dat mensen het geld gaan misbruiken. Ze zullen drugs kopen, ermee gokken, of dure gadgets aanschaffen. Maar we zien overal dat dat niet gebeurt.”

‘De vrees voor misbruik zegt veel over hoe we kijken naar kwetsbare mensen.’

“Dat betekent niet dat er nooit misbruik is. Er zijn altijd wel mensen die het beleid misbruiken, of het nu arme of rijke mensen zijn, maar dat is een kleine kost als alle anderen beter af zijn door het beleid”, vindt De Wispelaere.

In die vrees voor misbruik schemert volgens de onderzoeker een problematische visie door. “Het zegt veel over hoe we kijken naar mensen in een kwetsbare situatie. Er is een fundamenteel wantrouwen. De meeste hulp heeft iets heel paternalistisch. We willen wel ondersteunen, maar op onze manier. En mensen kunnen wel hulp krijgen, maar pas als ze zich gedragen hoe wij willen.”

Basisinkomen

Daarin zit het grote verschil met een universeel en onvoorwaardelijk basisinkomen, zegt De Wispelaere. “Het geeft mensen waardigheid. Het is gestoeld op een basisvertrouwen dat als je mensen ondersteuning biedt, dat ze zelf hun weg kunnen vinden. Dat betekent niet dat je ze helemaal loslaat, maar je vertrouwt er gewoon op dat ze zelf keuzes kunnen maken.”

Een van de grootste argumenten pro cashtransfers is dat de situaties van mensen zo uniek zijn, dat beleidsmakers onmogelijk op elke nood kunnen anticiperen. “Ik hoorde een vrouw uit een Canadees basisinkomen-experiment getuigen over hoe het haar leven had veranderd”, geeft De Wispelaere als voorbeeld.

“Haar dochtertje was chronisch ziek. Meerdere keren per week moest ze naar het ziekenhuis voor een behandeling van enkele uren. De moeder moest haar dochter daar alleen achterlaten, want de parking van het ziekenhuis was te duur. Openbaar vervoer was geen optie. Ze moest kiezen tussen geld voor eten en kleren, of bij haar dochter blijven. Hartverscheurend.”

“Het eerste wat de vrouw met het basisinkomen kocht, was een parkeerabonnement”, vertelt De Wispelaere. “Geen enkele beleidsmaker had op voorhand kunnen bedenken dat er nood was aan een programma zodat ouders de parking kunnen betalen om hun zieke kinderen te bezoeken.”

Onvoorwaardelijk

Een belangrijk element van de cashhulp van Eight in Oeganda is dat die onvoorwaardelijk is: iedereen krijgt het en ook hoe mensen het besteden, wordt niet aan banden gelegd.

‘Hoe meer autonomie je aan mensen kan geven, hoe beter.’

“Hoe meer autonomie je aan mensen kan geven, hoe beter,” vindt Maarten Goethals van Eight. “Schaarste verkleint je mentale ruimte, maar ook door voorwaarden op te leggen wordt de mentale ruimte van mensen kleiner. Door geld te geven los je de schaarste op en houd je de mentale ruimte groot genoeg omdat je mensen vrij laat.”

Mensen onvoorwaardelijk geld geven is niet populair. “Er is weinig draagvlak voor”, erkent ook Goethals. “Mensen vinden het heel lastig als iemand onvoorwaardelijk geld krijgt. Tot het over henzelf gaat. Want zelf zouden ze het geld wel rationeel besteden. Je kan overwegen om lichte voorwaarden te koppelen, maar ik zou er mee oppassen. Te zware voorwaarden zorgt ervoor dat mensen die al in overlevingsmodus zitten, nog extra stress ondervinden.”

Minder stress

Volgens Jurgen De Wispelaere is er heel wat onderzoek dat een link aantoont tussen de publieke gezondheid en onvoorwaardelijke cashhulp. “We weten dat armoede op zich al een negatieve impact heeft op gezondheid. Geef je mensen cash, dan vang je dat voor een stuk op. En geef je mensen onvoorwaardelijk geld, dan zorg je voor meer zekerheid. Meer zekerheid wil zeggen minder stress, en dat betekent betere gezondheid.”

Een grootschalig onderzoek naar Bolsa Familia, een vorm van cashhulp aan arme gezinnen in Brazilië, wees op positieve effecten op het mentaal welzijn: er bleek maar liefst 61 procent minder kans op suïcide onder de ontvangers van de hulp.

Ook de deelnemers aan het Finse experiment bleken gelukkiger te zijn dan de controlegroep. Bovendien groeide hun vertrouwen in overheidsinstellingen. De Wispelaere: “Uit onderzoek blijkt dat het vertrouwen van deelnemers toeneemt, zowel in de overheid, de beleidsmakers als het sociaal vertrouwen. Ook dat is een mooi argument voor een basisinkomen. Zeker de dag van vandaag.”

Sociaal.net