Woensdag 1 februari, half 3. Een klein groepje ouders met jonge kinderen verzamelt voor de publieksingang van het Vlaams Parlement. Voor de tiende keer al zullen ze plaatsnemen in de publiekstribune, om zo het gebrek aan plaatsen in de kinderopvang zichtbaar te maken. “We zullen met wat minder zijn dan de vorige weken”, zegt ouder Joachim, die de leiding op zich neemt. “Gisteren liepen we mee in de grote betoging van de non-profit. De meesten van ons kunnen zich geen twee dagen na elkaar vrijmaken.” Toch zijn we met een viertal gezinnen, wat op de kleine tribune van het parlement een mooi beeld geeft.

“Ik ben al een paar keer mee geweest”, zegt een moeder mij. “Voordien heb ik nooit deelgenomen aan een protestbeweging.”

Actie Kind en Gezien in Vlaams Parlement 1 februari 2023. Foto: Jeroen Permentier

Of hun beeld van de politiek veranderd is sinds ze naar het parlement komen, wil ik weten. Verschillende ouders antwoorden dat ze zich niet welkom voelen in het parlement, nochtans het huis waar het volk vertegenwoordigd wordt. “Soms lijkt het echt een andere wereld waar die parlementsleden in leven. De eerste keer dat ik hier was werd de begroting besproken. Voor de meerderheid was er niets aan de hand, leek het wel. Plaatstekort, uitval door burn-out, sluitingsdagen in de crèches … Maar de cijfertjes kloppen, dus alles gaat goed.”

Die andere wereld zag je ook drie weken geleden, toen Open Vld’er Jean-Jacques De Gucht geërgerd reageerde op een huilend kindje op de tribune. “En de meerderheid maar applaudisseren voor zijn opmerkingen! Dat heeft onze beweging heel zichtbaar gemaakt. De week nadien hadden we een recordaantal deelnemers. Leden van ons collectief, Crisiskabinet Kinderopvang, zijn nadien (afgelopen zondagred.) ook in De Zevende Dag geweest.”

We lopen samen door de veiligheidscontrole, waarna de kindjes een korte sanitaire stop maken. Het personeel van het parlement vindt het allemaal wel sympathiek, zo onwelkom voel ik mij nog niet. Open Vld-parlementslid Maurits Vande Reyde kruist ons, en dolt even met één van de peutertjes. Ouder Joachim stoot mij aan. “Die heeft getweet dat Jean-Jacques De Gucht overschot van gelijk had met zijn zure reactie.”

Of ze veel reacties van de parlementsleden krijgen? “Lise Vandecasteele (PVDA) en Celia Groothedde (Groen) komen soms naar de publiektribune, en Hannes Anaf van Vooruit zwaait wel eens vanuit het halfrond. We zouden bijna liever hebben dat ze dat niet deden. We zijn een brede beweging, en willen ons niet verbinden aan één of enkele partijen.” Horen ze wel eens iets vanuit CD&V? “Neen, eigenlijk niet.” Vreemd toch, voor zo’n uitgesproken gezinspartij? “Het ligt moeilijk, omdat Hilde Crevits voogdijminister is.”

Greet Ramon van Furia vzw is ook naar het parlement gekomen. De brede feministische beweging steunt het protest van de ouders en de crèches. Ze willen maximaal 5 kinderen per begeleider in de kinderopvang. Ambitieus, als je weet dat er vandaag tot 9 kindjes voor elke begeleider zijn.

Het is tijd om naar de publiektribune te gaan. Een vriendelijke maar kordate medewerkster van het parlement drukt ons nog eens op het hart dat iedereen braaf moet blijven zitten. Er wordt niet gegeten in de tribune, en je mag je ook niet laten horen. Daar houdt iedereen zich netjes aan.

“Ik laat mijn kind op mijn smartphone naar een paar tekenfilmpjes kijken, zonder geluid”, zegt Joachim. “Daarna vertrek ik. Er zullen vragen over de kinderopvang gesteld worden, maar die zitten pas aan het eind van deze vergadering. Daar gaan we niet op wachten. De bedoeling is enkel dat we aanwezig zijn, zodat de parlementsleden en de media weten dat dit thema belangrijk is.”

Zelf kan ik wel blijven zitten, want mijn eigen baby’tje zit lekker in de crèche, waar ondanks alle problemen uitstekend voor hem gezorgd wordt. De oppositie stelt vragen over de betoging van de non-profit, en vraagt daarbij nogmaals om het aantal kinderen per begeleider in de kinderopvang te verlagen.

Minister Crevits verkiest niet op die vraag te antwoorden.

Bron: DeWereldMorgen