Steeds meer bedrijven beginnen hun producten te labelen om de klimaatimpact ervan te laten zien. Maar hebben consumenten – en vooral het klimaat – daar een boodschap aan?

Voedingswaardetabellen, fairtradelabels, recycling-info … en nu een etiket dat de klimaatimpact van een product aangeeft.

Wereldwijd zien consumenten steeds vaker nieuwe informatie verschijnen op hun producten. Het gaat om cijfers en tabellen die aangeven hoeveel broeikasgassen er worden uitgestoten bij het maken van de artikelen die ze kopen.

Deze pogingen tot het labelen van de koolstofvoetafdruk van producten, wordt door sommigen geprezen als een hulpmiddel voor consumenten, om bij te dragen aan een oplossing voor de klimaatproblematiek. Critici noemen die inspanningen op zijn best verwarrend en in het slechtste geval greenwashing.

Tijdrovend proces

Danielle Nierenberg is medeoprichter van de in de VS gevestigde denktank Food Tank. Volgens hem is een klimaatlabel voor voeding al een tijdje in de maak, maar hadden bedrijven tijd nodig om het goed te onderzoeken. “Daarom zien we het nu pas”, aldus Nierenberg.

Numi Organic Tea gebruikt in zijn productie 130 ingrediënten uit 26 landen. Hoewel het Californische bedrijf de uitstoot in zijn hele toeleveringsketen al sinds 2015 heeft bijgehouden, kan het pas deze zomer voor het eerst koolstoflabels op zijn thee gaan plakken.

Om de ecologische voetafdruk van de thee te bepalen moesten landbouwpraktijken, verwerkingsapparatuur, energieverbruik en meer worden bestudeerd, zegt Jane Franch, verantwoordelijke binnen het bedrijf voor strategische inkoop en duurzaamheid.

“Dat was de eerste stap in onze reis – nauwkeurig nagaan wat de totale impact is van onze toeleveringsketen en kijken waar die beperkt kan worden”, legt ze uit. In dat kader werden theefabrieken gestimuleerd om schonere energie en energiezuinigere apparatuur te gebruiken, aldus Franch.

Numi-verpakkingen zullen binnenkort een label dragen met één productspecifiek cijfer: het aantal kilogram kooldioxide-equivalent per theezakje. Daarnaast zal ook worden duidelijk gemaakt welk aandeel de ingrediënten, de verpakking, het transport en zelfs het kookwater van de theedrinker heeft in dat cijfer.

“De tijd is rijp, de interesse van consumenten is gewekt”, vindt Franch. “Zelfs als ze niet weten wat een gram koolstof betekent, is het een aanzet naar de ontwikkeling van koolstofgeletterdheid bij consumenten en de samenleving.”

“Eén label voor iedereen”

Numi voegt zich bij een groeiende groep bedrijven die zijn begonnen met klimaatlabels – met name in de Verenigde Staten en Europa. Merken als de plantaardige vleesproducent Quorn, elektronicamaker Logitech en huishoudelijke artikelengigant Unilever zijn op de kar gesprongen.

Er zijn ook bredere inspanningen, zoals een wereldwijde campagne die in februari werd aangekondigd voor de cosmetica-industrie, waaronder Estee Lauder Companies, Johnson & Johnson Consumer Health, L’Oréal Group en 33 anderen.

Er wordt zelfs gepleit voor een systeem dat voor iedereen verplicht is.

“Het publiceren van de klimaatimpact van voedselproducten zou verplicht en gestandaardiseerd moeten zijn, net als bij voedingswaardetabellen”, zegt een woordvoerder van Oatly. De Zweedse havermelkproducent legt een petitie voor over deze kwestie aan de Duitse regering.

Denemarken en Frankrijk overwegen al om hun eigen klimaatlabels voor consumenten te creëren. De Europese Unie streeft ernaar om tegen 2024 met een ontwerp voor een breder ecologisch label te komen.

Gezien haar enorme impact op het klimaat staat de voedings- en drankenindustrie centraal in de strijd voor koolstofetikettering, Volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) is het wereldwijde voedselsysteem verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de CO2-uitstoot.

Maar tot voor kort waren de meeste inspanningen om voedselgerelateerde emissies te verminderen gericht op productie, zegt Edwina Hughes, hoofd van de Cool Food Pledge bij het World Resources Institute (WRI).

“We hebben de afgelopen 50 jaar veel vooruitgang geboekt, maar we hebben te weinig naar de consumptie gekeken. Dat is behoorlijk belangrijk, als diëten wereldwijd niet veranderen kom je niet waar je moet zijn in termen van het terugdringen van klimaatverandering”, legt ze uit.

Enkele eenvoudige ingrepen blijken een groot potentieel te bieden.

Het toevoegen van berichten aan de bovenkant van restaurantmenu’s verdubbelde bijna het aantal klanten dat plantaardige gerechten koos. Dat blijkt uit een WRI-onderzoek dat in februari werd gepubliceerd.

Het Cool Food-programma promoot een label specifiek voor restaurantgerechten. Schotels die het dragen, voldoen aan de voedingsnormen en hebben een kleinere ecologische voetafdruk dan volgens onderzoekers nodig is om belangrijke klimaatdoelen te bereiken.

De Amerikaanse lunchketen Panera Bread was in 2020 de eerste restaurantketen die het label in in gebruik nam. Het bedrijf had zijn ecologische voetafdruk sinds 2016 gemeten, maar die informatie bereikte de consument niet, zegt afdelingschef duurzaamheid Sara Burnett.

“Niet langer een niche”

“We weten dat deze medaille twee kanten heeft: wat we op het menu zetten en hoe we eraan komen. Maar de andere kant zijn de consumenten, zij kunnen echt wegen op ons bedrijf door de keuzes die ze maken.”

Ongeveer de helft van Panera’s online menu-opties draagt het label, met als doel om dat te verhogen tot 60 procent in 2025. De lunchketen wil zijn toeleveringsketen verduurzamen en innovatieve producten ontwikkelen die in dat plaatje passen.

“Het zijn niet langer enkel de groene nicheconsumenten die op zoek zijn naar verantwoord ingekochte en gekweekte producten”, aldus Burnett. “Ook voor de alledaagse consument is dat tegenwoordig belangrijk.”

En consumenten beginnen het op te merken, zegt Carmen Castillo, assistent-general manager bij MOM’s Organic Market. “Het is een nieuwer label en het zorgt voor conversatie – mensen willen weten wat het betekent, of het echt is en hoe het hen beïnvloedt”, voegt ze eraan toe.

Door de bomen het bos niet meer zien

Er is echter nog maar weinig bekend over hoe consumenten reageren op klimaatlabels. Bij één onderzoek uit 2021 door milieuadviesbureau Carbon Trust gaf 54 procent van de respondenten aan dat ze eerder een product met een dergelijk label zouden kiezen dan een vergelijkbaar product zonder.

Burnett zegt dat de maaltijden met het Cool Food-label tot bijzonder positieve reacties op sociale media hebben geleid.

Toch maken sommigen zich zorgen dat consumenten door de brede waaier aan inspanningen door de bomen het bos niet meer zien. “Dit is een verwarrende tijd voor consumenten omdat er zo veel verschillende labels zijn”, zegt Nierenberg van Food Tank.

De veelheid aan labels en certificeringen legt te veel verantwoordelijkheid bij de consumenten, om te begrijpen en te handelen, legt ze uit. Ze waarschuwt voor een verhoogd risico op greenwashing of ‘climate washing’.

Volgens de Europese Commissie zijn er momenteel wereldwijd meer dan 450 ecologische labels in gebruik, waarvan er ongeveer 80 verwijzen naar rapportage van koolstofemissies. “Sommige daarvan … zijn betrouwbaar, andere niet”, staat in een online beleidsdocument. Ook merken uiten hun bezorgdheid.

“Wat we nodig hebben, is de goedkeuring van een geharmoniseerde, wereldwijde norm voor ecolabels, zodat mensen geen overload aan informatie krijgen”, zegt Archana Jagannathan, directeur duurzaamheid bij PepsiCo Europe.

Het bedrijf maakt deel uit van een belangrijk initiatief van vzw Foundation Earth om een Europees systeem te creëren voor het plaatsen van ecologische scores – inclusief koolstofemissies – op voedselverpakkingen.

Niet enkel consumenten zetten druk

Maar door te veel focus op hoe etikettering het koopgedrag vormt, gaat het concept misschien aan haar doel voorbij, waarschuwt Michael P. Vandenbergh. Hij is directeur van het Climate Change Research Network aan de Vanderbilt Law School in Nashville.

Nu koolstofetikettering wereldwijd een aanzienlijke groei doormaakt, komt er steeds meer bewijs naar voren dat het werkt. “Zelfs als de reacties van de consument beperkt zijn”, merkt hij op.

Te midden van toenemende druk van investeerders, overheden, werknemers én klanten, kan het hebben van een label bedrijven ertoe aanzetten om verbeteringen door te voeren die hun ecologische voetafdruk verkleinen, legt hij uit.

Reeds 80 procent van de grootste bedrijven in zeven van de grootste wereldwijde sectoren – waaronder retail, autofabricage en houtproductie – stelt milieueisen in hun contracten met toeleveranciers, voegt hij eraan toe.

“Klimaatlabels zijn geen wondermiddel”, aldus Vandenbergh. “Maar het is een onderdeel van een veel groter systeem dat kan functioneren, zelfs als het nationale overheidsbeleid ontoereikend is – wat het ook is”, besluit hij.

Bron: DeWereldMorgen.be