Leerkrachten kunnen sneller benoemd, maar ook sneller ontslagen worden.

Scholen kunnen leerkrachten sneller ontslaan terwijl beginnende leerkrachten sneller zicht krijgen op een vaste benoeming. Dat zijn Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en de sociale partners uit het onderwijsveld overeengekomen. “Er sneuvelen enkele heilige huisjes”, aldus de minister, die spreekt over een “moeilijk dossier”.

Leerkrachten kunnen binnenkort al na 290 dagen – in praktijk een volledig schooljaar – zicht krijgen op een vaste benoeming en na 360 dagen effectief vast benoemd worden. Nu kan dat pas na 690 dagen.

Daarnaast wordt de evaluatieprocedure aangepast. Zo krijgen beginnende leerkrachten aan het einde van elk schooljaar een beoordeling, zodat ze weten wat hun werkpunten zijn. Zo weten ze na maximaal 3 jaar of ze echt een toekomst hebben in het onderwijs, verklaart Weyts.

Ook de evaluatieprocedure voor vast benoemde leerkrachten wordt aangescherpt. Scholen zullen de evaluaties kunnen toespitsen op de personeelsleden die niet meer goed functioneren. Op basis van die evaluatie kan de directie veel sneller overgaan tot een persoonlijk coachingstraject van 120 dagen. Als zo’n coachingstraject twee keer zonder gevolg blijft en als de tekortkomingen blijven bestaan, dan kan een personeelslid ontslagen worden.

“Sommige leerkrachten die vast benoemd zijn voelen zich onaantastbaar en dat kan de sfeer volledig verpesten, voor andere enthousiaste leerkrachten voelt een vaste benoeming onbereikbaar”, zegt Weyts. “Die tweede groep willen we behouden, die eerste groep niet.”

Daarmee hoopt de minister het lerarenberoep opnieuw aantrekkelijker te maken. “Er sneuvelen enkele heilige huisjes om maximaal plaats te maken voor een modern schoolbeleid, betere waardering voor jongere leerkrachten, betere evaluaties en de mogelijkheid om op te treden tegen enkelingen die niet goed functioneren. Dit zijn stappen vooruit.”

Scholen hebben op dit moment niet de juiste instrumenten om een modern personeelsbeleid te voeren. Zo kunnen ze getalenteerde en gemotiveerde starters niet aan zich binden omdat beginnende leerkrachten veel dienstanciënniteit moeten opbouwen vooraleer ze vast benoemd worden. Er is bovendien geen goed systeem van beoordeling, zodat beginnende leerkrachten niet te horen krijgen welke werkpunten ze nog hebben.

Scholen zijn verplicht om elk personeelslid om de vier jaar te evalueren, maar het is vooral een papieren verplichting. Het is in de praktijk haast onmogelijk om een vast benoemde leerkracht te ontslaan. Om die reden is er, na uitgebreid overleg tussen minister Ben Weyts, de koepels (KathOndVla, GO!, OVSG, POV en OKO) en de onderwijsvakbonden (COC, COV, ACOD en VSOA), een akkoord gekomen over hervormingen rond de vaste benoeming en de evaluatie van leerkrachten. Bron: GVA.

Neutr-On ziet niet veel verandering tussen dit systeem en het vorige.  Dat de leerkrachten vlugger benoemd worden is positief. Maar de evaluaties verlopen meestal subjectief. Als een leerkracht slecht functioneert ligt het meestal aan de slechte werkomstandigheden, een slecht pedagogisch beleid van de directie, gebrek aan materiaal, geen machines en geen boeken.  De opleiding van directeurs laat veel te wensen over. Zij kennen niets van HRM, noch van personeelsbeleid, ze kunnen geen leiding geven, noch organiseren en ze zorgen geregeld zelf voor een slecht werkklimaat.

De evaluaties zijn schertsvertoningen waarin nogal wat gelogen en bedrogen wordt. Met de onderwijsdecreten en procedures wordt geen rekening gehouden en de werkwijze van de Kamers van Beroep is een farce.  En bij de Belgische Justitie heb je ook geen garantie op een eerlijk proces.