“Scholen zijn overbevraagd, maar ook ouders spelen rol”
Het niveau begrijpend lezen van de Vlaamse leerlingen van het vierde leerjaar is opnieuw sterk achteruitgegaan. Dat blijkt uit het internationale PIRLS-onderzoek waar in Vlaanderen ruim 5.000 leerlingen aan hebben deelgenomen. De leerlingen bleken bij de test zowat een schooljaar achter te lopen op hun Vlaamse leeftijdsgenoten uit 2006. We scoren nu net boven het gemiddelde van alle deelnemende landen.
“Dramatisch, maar niet verrassend”, noemt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) de resultaten. Want de leestest werd afgenomen tijdens de coronacrisis. Dat is een belangrijke verklaring waarom geen enkel EU-land erop vooruitgaat. Maar Vlaanderen is wel één van de sterkste dalers: enkel Finland en Nederland dalen sterker onder de West-Europese landen. In vergelijking met álle deelnemende landen scoren we net boven het gemiddelde maar onder de mediaan.
Leesachterstand blijft oplopen
Concreet hebben Vlaamse leerlingen van het vierde leerjaar nu een leesachterstand van tien maanden tegenover hun leeftijdsgenoten die aan het onderzoek van 2006 hebben deelgenomen. Het vorige onderzoek, in 2016, deed al alarmbellen afgaan. Maar de negatieve trend zet zich verder. Zes procent van de leerlingen haalt zelfs het laagste niveau niet. Amper drie procent behoort tot de top.
Nochtans was er na de vorige PIRLS-studie meer aandacht voor onderzoek naar wat goed leesonderwijs is, zegt Katrijn Denies van de KU Leuven: “Nu is het zaak om die kennis tot in de scholen te krijgen. Via de basisopleiding maar ook via nascholingen moet die kennis doorsijpelen naar de onderwijspraktijk.”
School is overbevraagd
Opvallend vindt Denies het fatalisme bij de scholen: “We zien dat scholen moe en overbevraagd zijn en dat ze de moed wat verloren zijn. Het geloof daalt dat leerkrachten kinderen in de klas iets kunnen bijbrengen. En dat zorgt er allicht ook voor dat de verwachtingen ten opzichte van de kinderen kelderen.” Terwijl hoge verwachtingen net een belangrijke factor zijn voor sterke leerprestaties.
Denies erkent dat het dubbel is om scholen moed in te spreken terwijl dit onderzoek opnieuw vertelt dat het niet goed gaat. Al zijn er ook lichtpuntjes: “De aandacht voor begrijpend lezen vergroot. En we zien dat er scholen zijn die het duidelijk beter doen dan we zouden verwachten van die school met een uitdagend leerlingenpubliek.”
Moeder, waarom lezen wij niet?
Maar leren lezen is niet enkel een opdracht tijdens de schooluren. Ook voor Vlaamse ouders is er werk aan de winkel. In vergelijking met West-Europese landen zijn Vlaamse ouders het minst bezig met taalspelletjes met hun baby, peuter of kleuter. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om samen boekjes lezen, liedjes zingen of woordspelletjes spelen. Denies wil dan ook een warme oproep doen aan ouders: “Werk meer rond taal met je kind. We weten dat dat significant samenhangt met de prestaties van leerlingen.”
Ook de thuistaal speelt mee in de resultaten. 33 procent van de leerlingen spreekt nooit of slechts soms Nederlands thuis. Denies: “Leerlingen die thuis niet altijd Nederlands spreken, doen het duidelijk minder goed voor begrijpend lezen. Scholen kunnen dat niet volledig oplossen. We moeten zorgen voor een laagdrempelig aanbod aan buitenschoolse Nederlandstalige activiteiten zodat voor elk kind die leertijd ook buiten de schooluren kan verderlopen.”
Helft van de lestijd naar wiskunde en Nederlands?
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wijst dan weer vooral naar de verantwoordelijkheid van de ouders. Hij herhaalt zijn pleidooi om ouders financieel te straffen wanneer hun kind onvoldoende met Nederlands in contact komt na de schooluren.
Daarnaast wil hij ambitieuzere minimumdoelen vastleggen voor het lager onderwijs: “Als het aan mij ligt herschrijven we de minimumdoelen zo dat minstens de helft van de lestijd naar Nederlands en wiskunde gaat. Dat is de essentie.” De gesprekken daarover wil de minister zo snel mogelijk opstarten, maar ze afronden zal niet meer lukken vóór de verkiezingen van volgend jaar.
Onderwijsexpert Dirk Van Damme “verbijsterd”
Onderwijsexpert Dirk Van Damme zegt “verbijsterd” te zijn over de slechte resultaten. “Dit zou een moment moeten zijn waarop het hele onderwijsveld en alle actoren zeggen: ‘zo kan het niet verder'”, aldus Van Damme. Hij vreest echter dat de “zwarte piet gaat worden doorgespeeld” en dat we “in een politiek spel” verzeild raken. “Die sense of urgency bepleiten klinkt hol. Wanneer gaat men eindelijk wakker schieten?”
Van Damme erkent dat er in ons land een te grote tolerantie is voor een thuistaal die niet Nederlands is. “De inburgering hier zorgt er niet voor dat migrantenouders, ook niet de tweede of derde generatie, Nederlands spreken. We zien dat het bij ons heel traag of zelfs niet evolueert, terwijl dat in andere landen met vergelijkbare migrantenpopulaties sterk verbetert. Je kan op dat vlak beleidsmatig echter niet veel verplichten.”
Toch wil Van Damme niet enkel met de beschuldigende vinger wijzen naar de ouders, volgens hem is er ook een probleem met de manier waarop taal in Vlaanderen wordt onderwezen. “De taaldidactiek zoals ze vandaag gebeurt in scholen is in mijn ogen verkeerd en niet in lijn met wetenschappelijk onderzoek. Het lijkt puur om competenties te draaien, maar het resultaat is dat leerlingen niet competent worden.”
Bron: VRT NWS